Dinsdag* 21 233^ December 1886.
m 3567.
mom coiui
a. h. van oucrr 7".,.7™".',''"ITiiTT M ,,uroa"
te Amersfoort. ««T1"!'?',our "u,dei'**d*r" """t'»» *«*>Hie.a i.«oKrr« |irij«iwrak«i»aK. Lay ui* MUOBHUIZEN
1 en oDteiifwu Ada, por rami 16 CU. Reclame. par rairel 15 Cu. - Aft. lu t'ta. llOOk KortOKractlt Wijk U 00
Keuuisger jotten.
De BURGEMEESTER cn WETHOUDERS van
AMERSFOORT doen le welen, dal door den
Raad dier gemeente in zijne vergadering van
2D November 1886, is vastgesteld de navol
gende verordening
VERORDENING op do tappe
rijen, koffiehuizen en loge
menten.
Artikel 1. Als tapperijen of koffiehuizen
worden beschouwd, voor zooveel deze veror
dening hetrelt voor hel publiek toegankelijk
g. stelde plaatsen, alwaar wijn, bier, sterke
drank of likeuren bij het glas worden verkocht
of geschonk-n.
Als logementen worden beschouwd alle plaat
sen, waarin aan personen, niet tot de huis
houding behoorcnde, tegen betaling tijdelijk
nachtverblijf wordt verstrekt.
Art. 2. leder die eene tapperij, een koffie
huis of logement opricht, verplaatst, overneemt
of den houder opvolgt, is verplicht daarvan
schriftelijk aangifte te doen aan hel bureau
van politie, binnen acht dagen na de oprich
ting, verplaatsing, overname of opvolging met
duidelijke opgaaf van wijk en nommer, en
welke der bedrijven in art 1 vermeld hij daarin
uitoefent met overlegging tevens van zijn pa
lent en van zijn kwitantie wegens betaald ver
gunningsrecht, voor zoover dat recht verschul
digd is.
Art 3. De tappers, koffiehuishouders en
logementhouders zijn aansprakelijk voor den
genen die, op hun last, handelingen plegen
welke in strijd zijn met deze verordening.
Art. 4. De logementhouders of hunne ver
vangers zijn verplicht dagelijks, des avonds
ten tien ure, aan het bureau van politie inte-
zendcn eene lijst van de personen, die tot dat
uur het voornemen hebben te kennen gegeven
in hun logement le overnachten.
Van de personen die na hel opmaken dier
lijst in hun logement nachtverblijf verkrijgen,
wordt ddor hen een aanvullingslijst vóór acht
uur van den volgenden morgen aan het bureau
van politie ingezonden, tenzij de personen die
intrek hebben genomen hun verdacht voor
komen, in welk geval onmiddellijk eene aan
vullingslijst aan de politie moet worden ter
hand gesteld.
Art. 5. De houders van tapperijen of kof
fiehuizen of hunne vervangers zijn verplicht
deze ten 11 ure des avonds le sluiten en tot
des morgens ten 6 ure gesloten te houden.
liet is hun verboden in dien tusschenlijd
bezoekers in huis te hebben. Zij zijn verplicht
den bezoekers bij het naderen van het slui
tingsuur aantezeggen. dal zij de inrichting
moeten verlaten, en, indien daaraan geen ge
hoor wordt gegeven, daarvan terstond aangifte
aan de politie te doen.
Art. 6. Het is verboden zich als bezoeker
tusschen 11 uur 's avonds en 6 uur 's morgens
in een der in art 5 bedoelde inrichtingen te
bevinden. j
Als bezoekers worden niet beschouwd
1. de leden des huisgezins;
2. indien de inrichting tevens logement is,
zij die daar nachtverblijf houden.
Art. 7. De Burgemeester is bevoegd om:
1. aan bepaalde inrichtingen eene tijdelijke
of wel doorlooponde maar immer herroep
bare vergunning te verleenen om de tap
perij ol hel koffiehuis lol eon later uur
open te houden;
2. in buitengewone gevallen, hij algerocenen
maatregel, waarvan openbare kennisgeving
geschiedt, het sluitingsuur later te stellen.
De verbodsbepalingen van de artikelen
5 cn 6 treden alsdan in werking op hel
tijdstip door den Burgemeester tol sluiting
bevolen.
Art 8. Ingeval de openbare orde of rust
dreigt verstoord te worden of verstoord is of
ingeval van brandis de Burgemeester bevoegd
een of meerdere der in art. I genoemde inrich
tingen te doen sluiten gedurende den door hein
te bepalen tijd.
De verbodsbepalingen van de arlt. 5 en 6
treden alsdan in werking op het tijdstip door
den Burgemeester tol sluiting bevolen.
Art. 9. De lappers en kolfiehuishouders of
hunne vervangers moeten voor drenkelingen
gewonden of door eenig ernstig toeval getroffen
personenen voor diegenen die deze bijstaan
ten allen tijde hunne tapperijen of koffiehuizen
open stellen om hen daarin optenetnen en hun
hulp te verleenen.
Art. 10. Het is aan tappers cn koffiehuis
houders of hunne vervangers verboden wijn
sterke dranken of likeuren bij brand te ver
strekken aan de wacht of dienstdoende schutterij
en aan de manschappen der vrijwillige of be
zoldigde brandweertenzij met vet lol van hunne
superieuren.
Art. 11. Ingeval van ongeregeldheid, twist
of vechterij in eene tapperij ol koffiehuisis
de tapper of koffiehuishouder of zijn vervanger
verplicht de daders lol orde of rust te vermanen
of te doen vertrekken, en zoo deze weigeren,
dadelijk daarvan aan de politie ketanis te geven.
Art. 12. In de tapperijen en koffiehuizen
mag geen gelegenheid tot dansentot verlo
tingen tot kunslvertooningentot muziekuit
voeringen, tot tooneelvoorstellingen of tot an
dere vermakelijkheden worden gegeventenzij
met schriftelijke vergunning van den Burge
meester of va.; zijnentwege.
Art 13. De tappers en koffiehuishouders of
hunne vervangers zijn verplicht otn in hunne
tapperijen en koffiehuizen op een in het oog
vallende plaats en duidelijk leesbaar een exem
plaar dezer verordening optehangen.
Art. 14. De tappers, koffiehuishouders en
logementhouders of hunne vervangers mogen
den toegang tot hunne tapperijenkoffiehuizen
en logementen aan de beambten van politie
niet weigeren.
Art 15. Ter uitvoering der voorschritten
van deze verordening wordt aan de beambten
van politie den last verstrektom zoo dikwijls
hun zulks wenschelijk voorkomtde woningen
der tapperskolfiehuishouders en logement
houders ook huns ondanksbinnen te treden
met inachtneming van de voorschriften der wet
van den 31. Augustus 1853 (Staatsblad n°. 83).
Art. 16. Niemand zal van ecnige vergunning,
in deze verordening vermeldmogen gebruik
maken dan met nakoming der daaraan verbonden
voorwaarden en bepalingen.
Het niet nakomen dier voorwaarden en be
palingen doet de vergunning onverminderd
de stralbepalingen van art 17alle kracht
verliezen.
Art 17. Voor zoover daartegen geene straf
bedreigd is bij eene wet, een algemeenen
maatregel van mwending bestuur of eene pro
vinciale verordening, wordt elke overtreding
van do artikelen 2,4,5,6 en 8 gestralt
met eene geldboete van ten hoogste tien gulden -,
elke overtreding van de artikelen 10, II 13
cn 14 met eene geldboete van ten hoogste
vijfentwintig guldenen elke overtreding van
de artikelen 78 en 12 met hechtenis van ten
hoogste iet dagen of eene geldboete van ten
hoogste vijentwinlig galden.
Art. 18. Met de invoering dezer verordening
zijn afgeschaft de bepalingen vervat in de arli
kelen 341 tot en met 355 van hel ulgeinct n
politic-reglement der gemeente Amersfoort,
vastgesteld den 1856, en afgekondigd
den 2. Augustus daaraanvolgende.
Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde
Staten van Utrecht volgens hun bericht van den
10. Decemhof 1886 in afschrift medegedeeld.
En is hiervan afkondiging geschied, waar liet
behoort, den 18. December 1886, des voor
middags te elf uren.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester
T. A. J. VAN ASCH VAN WIJCK.
De Secretaris,
W. L. SCIIKLTUS.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT doen te weten, dat door den
Raad dier gemeente in zijne vergadering van
29 November 1886 is vastgesteld de navolgende
verordening:
VERORDENING houdende be
palingen omtrent openbare
orde.
Artikel 1. De politie is bevoegd om hij
ongeregeldheden of oploop van volk de daarbij
aanwezige personen ol toeschouwers te geles
ten uiteen te gaan en zich te verwijderen, aan
welk bevel ieder gehouden is dadelijk gevolg
te geven.
Art. 2. Het is verboden op de openbare
wegen rumoer te maken, het verkeer te be-
lemmeron of de orde te verstoren.
Wanneer in het belang der orde het ver
keer geheel of gedeeltelijk moet worden gestremd
of daarvoor eene bepaalde richting wordt aan
gewezen, zal men zich dienaangaande moeten
onderwerpen aan de bevelen der politie.
Art. 3. Bij openbare feesten en vermake
lijkheden, plechtige intochten of optochten en
begrafenissen, is ieder verplicht zich te onder
werpen aan de algemecne en bijzondere be
palingen van politie, tot handhaving der orda
vastgesteld.
Art 4. Geene openbare vermakelijkheden of
leesten, optochten of intochten zullen mogen
plaats hebben zonder toestemming van den
Burgemeester, die aan de vergunning voor
waarden kan verbinden.
Zij die de vergunning hebben bekomen of
aan de vermakelijkheden, feesten, optochten
of intochten deelnemen, moeten zich in alles
gedragen naar de bevelen der politie.
Art. 5. Goochelaars, muzikanten, liedjeszan
gers, springers en andere dergelijke personen,
mogen hun bedrijf niet op stralen ol in voor
liet publiek toegankelijke plaatsen uitoefenen,
zonder schriftelijk verlof door de politie al
gegeven.
Art. 6. Op de Zon- en algemeen erkende
christelijke feestdagen zullen op de straten
gcenerlci spelen mogen worden uitgeoefend.
Het dobbelen, rijfelen, kaartspelen en all»
andere hazardspelen zijn aldaar teu allen tijde
verboden.
Art 7. Niemand zal zonder vergunning
van den Commissaris van politie eenig gedrukt
of geschreven stuk mogen aanplakken of doen
aanplakken dan op eigen panden.
Indien vergunning verleend wordt tol aan
plakking op openbare plaatsen, dan zal dia
aanplakking niet anders mogen geschieden dan
volgens aanwijzing der politic en alleen door
daartoe aangestelde aanplakkers, indien >1e
politie zulks wenschelijk acht.
Art. 8. Hel is verboden op openbare plaat
sen aangeplakte stukken aftcsehcuren ul on
leesbaar te maken.
Art. 9. Zonder toestemming van den Bur
gemeester is het verboden openbare aankondi
gingen door de stralen omteroepen of te doen
omroepen of gedrukte stukkeu op de openbare
wegen rond te venten
I Art. 10. Hel is vovboden, zonder schriftelijk
verlof van Burgemeester en Wethouders ver-