Maart 1890.
EEN NIEUWJAARSBRIEF.
M 5911.
Donderdag- 6
Politieks Revue.
FEUILLETON.
Uitgever
H. VAN CLREPF
te Amersfoort.
Oit kl>d Tnnchijnt Vaomda/ na UomirrJajMuUaf A kn»nri*<-«l p-r 1
pisl f 1.1S. Ad>«rt«itjl>aI 6 ri-fi-li «O Cl» rik* rrgxl n*rr 1» Gt» Gr-
pUaUriiata; »tor maJra »„Hrr« mirt i«ricti»i r«rhi»«l kttgtr prijA-:
•CcirPlnta ttUigrn Ad», per rtgi-l 15 Ot,. RrrUwti prr r#g»l f» Cu - Aft
■kcnisg. L-gnl.
immers 10 Ct».
Bureau
MÜÜRHÜlzJEN
hoek Kcrtoeracht, Wijk B<0
HULPBANK te AMERSFOORT.
Tot hol geven van gelden ter leen zal eene
Commissie uit liet liestunr op M A N I) A (1,
den 24 KRIMI aanstaande's namiddags van
hai.ftwek tol ualedrik 7.illing houden in een
der loealen van het Raadhuis, alwaar de be
langhebbenden zirh kunnen aanmeldenook
voor het teruggeven van gelden.
IIERM*. P. VAN IIASELEN,
Secretaris-Penningmeester.
k ti it i h r e v i ti
Re BURGEMEESTER van AMERSFOORT
Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer
gemeente, dal de door den provincialen Inspec
teur van 's rijks directe belastingenenz in
Noord Holland en Utrecht execuioor verklaarde
kohieren Nos 69 var. de personeele hclasiing
cn van het palent recht over hei 3e kwartaal
van hel dienstjaar 1889/90 aan den Ontvanger
van 's rijks directe belastingen alhier zijn ter
hand gesteld, aan wien ieder verplicht is zijnen
aanslag op den bij de wel bepaalden voet te
voldoen.
Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaat
sen aangeplakt te Amersfoort den 4. Maart 1890.
De Burgemeester voornoemd
W. A. CR00CKEWIT,
Wethr1° B'.
Minister Constans heeft plotseling zijn ontslag
genomen als minister van Binnenlandsche Zaken
in 'l Fransche minislerie-Tirard en nauwelijks
was de deur achter hein dicht gevallenof zij
werd weer geopend en een nieuwe minister
van Hinnenlandsche Zaken nam de ledige stoel
weer in zoodat de Parijzenaars eigenlijk nog
niet eens weten dat zij van minister zijn ver
anderd. En wanneer hun eenmaal het nieuws
ter oore komtzullen zij overtuigd zijn dat
alle aardigheid ook reeds van minislerieele cri
sissen al iswanneer er reeds opvolgers slaan
te wachtentol het een der heeren behaagt
om op te staan en zijn porteleuille in den steek
te laten. Zij zullen in 't vet volg «volkomen koud»
blijven bij iedere verandering van ministers.
Minister Tirard beeft blijk gegeven dat hij
niet veel vertrouwen stelde in den Minister van
Binnenlandsche Zakenon dat hij iederen dag
diens porlefeulle thuis verwachtte, met de
boodschap dat minister Consiuns er genoeg van
had. Daaivwr bestonden redenen. Verschil van
meuning, van persoonlijke opva'iing >n velerlei j
opzicht; Gon-tans keurde de houding van Frank-
rijk af in betrekking lot de aanslaande Berlijnsrhe
conferentie en had zichverzel tegen hel benoemen
van een politiek man lot president van liet hof
van Cassatie.
De opvolger van Constans zal niet in slaat
zijn hel gemis van zijn voorganger le vergoeden.
Minister Bourgeois is iemand, die in de kunst
van regeeren nog een nieuweling is. en wiens
grootste deugd hierin bestaat, dat hij de admi
nislralie van zijn depirteinent op zijn duimpje
kentwelke kennis hij heelt opgedaan als onder
prefect en onder staatssecretaris aan het minis-
Vrij na3r hel Duitsch door S
Lucij Vandeleur en baron Erbach waren
eigenlijk reeds oude vrienden. Zij was nog een
klein schoolmeisjetoen hij voor het eerst zijn
chelmajoor Vandeleur, bezocht. Een paar
weken later maakte hij ook met Lucy kennis
door middel van een doos bonbonsdie zij ook
nu nog gaarne eet. Zoo lang Papa leelde, was
hij eiken Dinsdagavond getrouw een partijtje
Bézique komen spelen men trol hem overal
zoowel in de comedie als op de wedrennen.
Later had hij Lucy met hare mama en haren
breeder Rudolf met zijne jonge vrouw op zijne
kleine diners genoodigd en hij had zich steeds
als een aangenaam gastheer betoond. Baron
Erbach mocht dus in waarheid een oud vriend
v.n Lucy heelcn. Ook audcrcn scheen hunne
vriendschap even natuurlijk als de verhouding
van een ouderen broeder tot eene kleinever
wende zusterdie hij innig lielliad.
Hij was de beste ruiter van het regiment, een
aangenaam geestig prater aan de theetafel, een
eerlijk oprecht kameraad, een vertrouwd vriend
cn toen hij nog danste die tijd was echter
nu voorhij een uitstekend walser.
Zij was een bevalligelegant meisje, mende
met vaste hand haar panier maakte een sie
raad uit van liet salon barer moeder, voor wie
zij eene goedeliefdevolle dochter was. Te
Verwoudoren was hel dus nietdat die twee
put
landsche Zaken.
De Paus ontving Zondagmiddag de kardinalen
cn de prelaten die hem kwamen gelukwenschen
met zijn 8lsten geboortedag, samenvallend met
den Iwaulldcn gedenkdag van zijn pontificaat.
De receptie ving ten twaalf ure aan met de
lezing van liet adres van gelukwensching door
kardinaal Monaco Lavalelta, deken van het heilige
college De Paus was zeer wel en beantwoordde
de heilwenschen met eene rede waarin hij zeide.
dat het wederkeeren van dien dag hem een
waarschuwing was dal zijne dagen geleld waren
Vele jaren waren over zijn hoofd gegaan met
al hunne nooden en de toekomst schijnt ernstig,
doch hij was getroostzijne krachtenzijn
leven heeft hij gewijd aan de glorie van God
en aan hel welzijn der kerk. Hij sprak den
wenscli uitdat het God moge behagen aan de
kerk en haar hootd de vrijheid en onafhanke
lijkheid le hergeven. Het erheven doel van
zijne regeering is in hel onderwijzen van de
waarheid en het Evangelie van allen. Daarvoor
heelt hij encyclieken geschreven om de volkeren
le onderrichten. Heelt hij de grondslagen van
hel familie- en het politieke leven gegeven, hem
rest nog de sociale quaeslie te behandelen.
Zijdie daartoe in slaat zijnmoeten mede
werken tot de oplossing van dit vraagstuk in
de school en in de pers. Hij zat hen voorgaan
werkend zoolang hel dag is en zich door niets
laten weet houden.
Hierna onderhield de Paus zich met verschil
lende prelaten.
Later op den dag kwamen de gezanten.
elkaAr als broeder en zuster behandelden en
begrepen.
«Iloc komt hel toch eigenlijk, dat gij mij
nog nooit een brief geschreven hebt?» vraagde
baron Erbach op zekeren dag zijne kleine
vriendin terwijl zij den laatsten der zes brieven
in het couvert geschoven had en daarop hel
adres schreef.
«Wel, omdat gij altijd hier zijlantwoordde
zij vroolijk.
Baron Erbach lachte. «Dan zal ik eens verlof
aanvragen want gij schrijft zulke lange epistels,
dat men op den ontvanger ijverzuchtig zou
worden.» zeide hij, nieuwsgierig hare bewegin
gen volgende.
«No. 1 is voor tante Vernon die zooals gij
weelhaar zilveren bruiloft viertno. 2 is aan
juffrouw Weedij op de kostschool gericht; no. 3
bevat een gelukwensch voor Rudoll met zijn
verjaardag no. 4 eene felicitatie aan Ady Friek,
die zich verloofd heelt met een otficier, en een
aan haar mama maakt vijf, en een aan hare
zuster is zes.»
«Dus niets dan gelukwenschen, en schrijft gij
dergelijke brieven gaarne?»
«Ja, natuurlijk! Ik geloof, dat er niets
heerlijker is dan oio jong te zijn en aan ge
lukkige mcnschen te kunnen schrijven. Wan
neer de mensch zich zoo recht tevreden.
«Ja, dat is alles goed en welviel de baron
haar in de rede, «maar de schrijfster moet
toch in al die vreugde doelenwil de toon der
brieven tot het hart spieken. Bijv. een Nieuw
jaarsbrief.
Welwal ik daarin schrijfmeen ik ook
eerlijk.»
Het resultaat der herstemmingen voor den
Duiischen Rijksdag is boven alle verwachtingen
der oppositie gunstig, der oppositie in 'l alge
meen als geheel genomen en den vrijzinnigen
in 't bijzonder Zij toch zien hel aan'al van *21
zetels door hen 20 Februari verworven stijgen
lol 03 wat. in vergelijking rael bun vertegen
woordiging in de Rijksdag van 1887 (32) nog
al zooiets wil zeggen, 't Is dus vooi eerst uil
roet de machtbijna zou men kunnen zeggen
almacht van bel Cartelde Rijksdag heelt een
zwenking naar links gemaakt en de kanselier
Si hijnt besloten den nieuwen Rijksdag iniar «in
haar sop te laten gaar koken» w.t een even
verstandig als onvei mijdelijk besluit is Misschien
denkt de pers van het cartel het woordje koken
weg en zet er smoren voor in de plaats, ten
minste de olficieuse Köln Zig. zegt iels in dien
zin en voegt er bij zich gelukkig le achten (Jat
de keizer en de Bondsraad nog immer hel bevel
en bestuur over de regoeringszakeu in banden
hebben.
De officieuse Duitsche bladen kunnen het
moeilijk langer ontkennen. Zij hebben wel hun
best gedaan maar hel is niet meer vol te houden,
dat er geen «kanselierscrisis» is geweest.
Inderdaad melden verschillende overeenstem
mende en wat hun oorsprong belrelt geenszins
verdachte berichtendat vorst Bismarck het
voornemen heeft gehad om af te treden en niet
alleen als Pruisisch minister maar ook als rijks
kanselier. Het schijntdat hij feitelijk had op
gehouden te regeeren dat hij gedurende eenige
dagen zich niet bemoeide met staatszaken en
later eerst de zaak weermin of meerin
orde kwam. Het is bekend dat Bismarck toen
een langdurig onderhoud rnet den keizer had
het heetdat de laatste niet dan met moeite
zijnen minister overreeddeom in 't belang
des lands te blijven.
Onlangs, bij gelegenheid van eene parlemen
taire soiréezeide Bismarck, als gewoonlijk
in ongedwongen gesprek tol de afgevaardigden
van den vorigen rijksdag: «De keizer is zeer
vriendschappelijk jegens mijmaar iraponeeren
kan ik hem niet. Beproeft gij het eens, mijne
heeren I misschien zijl gij gelukkigêrmaar ik
zou het haast niet denken.» Dat is, in den
lossen vorm van een praatje gezegd dat de
jonge keizer van Duitschland zijn eigen gang
verkiest te gaan en zich niet leiden laat door
«Nu, denk maar eens aan de zuchten bij die
epistels aan de lamilieledenaan de persoonlijk
gebrachte gelukwenschen, die, zoo zij niet
pro forma zijnin de meeste gevallen toch uit
eigenbelang geschieden
«Maar zendt gij dan geene nieuwjaarsbrieven?»
«0, ja, zeker, maar zeer weinige. De datnes
mijner kameraden bezoek iken wal ik hem
zeg meen ik eerlijk. Voor 't overige geeft mijn
oppasser, volgens eene door mij opgemaakte
lijst, bij mijne kennissen kaartjes al, dus er rest
mij weinig te schrijven.»
«Maar gij zult toch wel iemand lief genoeg
hebben, om behoefte le gevoelen hem wat goeds
te wenschen.»
En zoo praatten zij verder, zonder eigenlijk
recht tot hel beslist uitspreken eener meening
te geraken.
Eenige weken laterkorten tijd voor Kerst
mis liet baron Erbach zich bij de dames aan
dienen, om hen vaarwel le zeggen. Hij was plotse
ling verplaatst naar een verwijderd garnizoens
stadje en het was de laatste avond vóór zijn
vertrek men weet welhoe iemand zich dan
le moede voelt in hel bijzijn van vrienden, van
wie men meende nooit te zullen scheiden. Men
spreekt over zaken waaraan men in 'V geheel
niet denkt men lachtmen schertstmaakt
plannen zonder dat men eigenlijk weetwat
men doet. Hij hoorde schijnbaar opmerkzaam
toe. als Lucy hem vertelde, dat Ada Friek zoo
gelukkig wasnu zij eindelijk het portret van
haren verlooide had ontvangen Hij had na
tuurlijk hel voornemen om de oudejaarsavond
met zijne bruid door le brengen
«Dat verwondert mij niet, freule Lucy,»