B^voegse! van de* DONDERDAG 15 SEPT. 1892. tZIlfU CBSLERL Wegens het dreigen van deze besmettelijke ziekte worden de ingezetenen herinnerd aan l T?i?S?d,6 bftPalingen uil de wet van 4 Decem ber 1872 (blaatsblad n3 184), gewijzigd bij de wetten van 3 December 1874 (Staatsblad nc. 188) 28 Maart 1877 (Staatsblad n^. 30) en 15 April 1886 (Staatsblad n°. 64): Artikel 8 Het is verboden, lijders aan eene besmette lijke ziekte te vervoeren ol te doen vervoeren behalve in de gevallen in deze wet aangewezen zich daaraan lijdendenaar eene andere piaals te begevenvoorwerpen die in aanraking waren rnel lijders of overlcdcilen aan eene besmettelijke ziekte of daarvan afkomstigte vervoerente doen vervoerenten geschenke of in gebruik te geven ol tc doen geven, te nemen of ic doen nementenzij na ontsmetting volgens art. 25 door onvoorzigtighoid of achteloosheid gevaar van besmettingdat voorzien Icon worden voor anderen te doen ontstaan. Artikel 9. Vervoer van lijders aan eene besmettelijke ziekte naar een ziekenhuis of naar hunne woning is geoorloofd volgons de daarvoor bij de plaatse lijke verordening te stellen voorschriften. In bijzondere gevallen kan vervoer van lijders aan eene besmettelijke ziekte door den burge meester worden toegestaan onder door hem te geven voorschriften. Dil vervoer met gebruik van openbare ver voermiddelen is verboden. Voer- of vaartuigenwaarmede het vervoer beeft piaals gehad moeten onmiddellijk daarna door de zorg en ten koste van den eigenaar worden ontsmet. Indien het vervoer near eene andere gemeente geschiedtgeeft de burgemeester der gemeenie van vertrek onmiddellijk aan den burgemeester der gemeenie van bestemming kennis van de verleende vergunning en van de daartoe ge geven voorschriften. Vervoer van voorwerpennaar de plaats voor ontsmetting bestemd isinel inachtneming van de door den burgemeester te geven voorschriften, geoorloofd. Artikel 10. Onverminderd de wettelijke bepalingen lot wering van besmetting door uit zee aankomende schepen, zijn schippers van vaartuigen waarin zich een lijder aan een der ingevolge art. 1 dezer wet als besmettelijk aangeduide ziekten bevindtof waarin iemand in de laatste 14 dagen aan een dier ziekten geleden heelt of gestorven isgehouden vóór of bij hel binnenvaren van eene gemeentewaar zij willen vertoeven of aanleggen, kennis van bovengenoemde omstan digheden te geven aan den burgemeester. Zij zijn verplicht met hun vaartuig de door hein aan te wijzen ligplaats in te nemen en aldaar zonder gemeenschap met den wal ol met andere vaar tuigen te blijven, totdat ontsmetting overeen komstig art. 25 heelt plaats gehad. Het verbod van gemeenschap met den »aslc.' wal of met andere vaartuigen brengt :n.' la, dat •geen der opvarenden hel vaartuig mag verlaten en dat niemand zich aan boord daarvan mag begevenmet uitzondering van den loodsde geneeskundigen met het gezondheidsonderzoek en de personen met de ontsmetting beiast, en van de geneeskundigen of geestelijken, belast met het verleenen van geneeskundige of geeste lijke hulp aan de lijders, en van de Rijksamb tenaren der belastingen lot uitoefening hunner funclien alsmede van ambtenaren van justitie en politiewanneer hunne ambtsverrichtingen dit vereischen dat gecne goederen gelost mogen worden cn geen andere goederen aan boord -gebracht mogen wordendan diewelke voor het levensonderhoud der opvarenden of de ver pleging der lijders noodig zijn, met bepaling .dal de personenmet hel overbrengen belast zich niet aan boord mogen begeven. De. kleederen van de personen, die krachtens de vorige zinsnede aan boord worden toegelaten, worden onmid dellijk na het verlaten van bet schip op de krachtens art. 25 voorgeschreven wijze, ontsmet, Zijdie zich in strijd met het verbod van ge meenschap aan boord hebben begevenworden onder de opvarenden gerekend en zijn aan de zelfde bepalingen als deze onderwerpen onver minderd de straffen tegen de gepleegde over treding bedreigd. Artikel 11. Overledenen aan Aziatische cholera...,, I' mogen niet worden vervoerd haar andere dan de voor de ingezetenen der gemeente gebruike lijke algemcene of bijzondere begraafplaatsen. Hel vervoer mag niet plaais hebben in voer- j of vaartuigen voor levenden bestemd en moet j langs den kortten weg geschieden. Art.enz. I Artikel 14. j Bewoners van huizen of vaartuigen waarin i eene besmettelijke ziekte voorkwam, mogen geen scholen bezoeken, dan na verloop van 8 dagen nadat dp ziekte, volgens schrilieiijke verklaring van eenen geneeskundigeuit die huizen of vaartuigen geweken is. Het verbod wordt opgehevenzoodra ont smetting overeenkomstig art. 25 dezer wel hoeft piaals gp.iiad. Op enz. Artikel 15. Hoofden of bestuurders van de in het vorig artikel genoemde inrichtingen mogen de daarbij vermelde personenzoolang hel verbod duurt i niet tot die imichiing toelaten. Artikel 19. liet hoofd van een gezin, de houder of hou- deres van eetie s aapstede of een logement, de schipper van een in eene gemeente vertoevend vaartuig, de bestuurders van gestichten van weldadigheid io urlt 1 en 3 der wet van '28 Junij '1854 (Staatsblad .No. 100) vermeid, van gevangenissen van Rijks-opvoedingsgestichten van Rijks-werkinrichtingen, "van bedelaars- cn krankzinnigengestichten geven, wanneer daarin eene besmetlelijke, ziekte voorkomthiervan binnen 24 uren nadat hun het leit ter kennis is gekomen mededaeüng aan den burgemeester. Gelijk voorschrilt geldt voor de konunandanlcn van legercorpsen of oorlogsschepen in havens, voor dehonder hun toezicht slaande kazernen schepen ol andere localen. Artikel 20. Huizen en vaartuigenwaarin eene besmet telijke ziekte voorkomt, worden onmiddellijk en uiterlijk binnen 24 uren na de aangifte door de zorg van den burgemeesterten koste der gemeente, voorzien van een van buiten duide lijk zichtbaar kenmerk, zoo^noodigjvan meer d3n één, de woorden abesmettelijke ziekte» en den naam der ziekte vermeldende. Het kenmerk moet aldaar verblijventotdat door eene verklaring van een geneeskundige is gebleken, dal het gevaar van besmetting geweken is. »n Krachtens de wet van 26 April 1884 (Staats blad No 80), gewijzigd bij de wetten van 20 Juli 1884 (Staatsblad No. 164) en 15 April 1886 (Staatsblad No. 64), zijn tot afwending dezee besmettelijke ziekte en tot wering harer uit breiding en gevolgen, bij Koninklijk besluit van 4 September 1892 (Staatsblad No. 215) onder anderen de volgende bepalingen vastgesteld Artikel S. Eenieder is verplichtde inlichtingen door ambtenaren of geneeskundigen van hem verlangd terzake van de uitvoering van het tegenwoor dig besluitnauwkeurig en naar waarheid on verwijld le geven, Artikel 4. In de aan de grenzen des lands gelegen ge meenten. door de Ministers van Binneaiaudsche Zaken en van Financiën aan le wijzen, worden geene personen, over de grenzen uit het buiten land komende, toegelaten, dan na geneeskundfg onderzocht en, zoo noodig, ontsmet te zijn. Het onderzoek geschiedt door een geneeskundige, die daartoe door den Minister van Binnenlandscho Zaken enz. wordt aangewezen. De beschikking tot aanwijzing van bedoelde j gemeenten wordt in de Nederlandsche Stasis - courant geplaatst ten minste één dag vóórda t zij in werking treedt, j Uitzonderingen op het verbod worden niet j toegestaan dan met inachtneming van de voor- I schriften daaromtrent door de Ministers vaa j Uinnenlandsche Zaken en van Financiën gegeven. Artikel 5. j Eenieder, die waarneemt dat een persoon, I langs land- of waterweg Nederland binnenko- j mende aan Aziatische cholera lijdt of ziekle- verschijnselen vertoont: welke hel ontstaan van Aziatische cholera doen verwachtenof die waarneemt, dat goederen vatbaar voordeover- i brenging van de besmetting van Aziatische i cholera, waarvan de invoer verboden is, langs land- of waterweg in Nederland worden inge- 1 voerd, is verplicht daarvan onverwijld kennis te geven aan den burgemeester of den meeat j nabij zijnde» ambtenaar van Rijks- ol geineen- i tepolilie, of wanneer het goederen betreft; j aan den meest nabij zijnden ambtenaar van I "s Rijks belastingen. Deze verplichting rust in het bijzonder op houders van vervoermiddelen en daarbij ge- I èmploieerden. Artikel 6. De burgemeester is bevoegd op de in het eerste lid van artikel 5 bedoelde personeu dena in gewonnen advies van een geneeskundigedoor hem noodig geachte maatregelen van onderzoek, alzondering en ontsmetting le doen toepassen en hen naar eene openbare inrichting of andere verblijfplaats in de gemeenie ter verpleging te doen overbrengen. De hierbedoeide zieke of verdachte personen zijn verplicht zich aan die maatregelen le onder werpen en mogen zich niet zonder vergunning van den burgemeester naar eene andere plaais hegeven. Artikel 8. Ieder die een ol roeer personenkomende uil landen of plaatsendoor den Minister van Ririncnlandsche Zaken in de Nederlatiasche Staatscourant aangewezenin zijne woning huisvestis verplicht onmiddellijk na aankomst van dien persoon of die personen daarvan ken nis le geven aan den burgemeester van elk verdacht ziektegeval in zijne woningmitsgaders van het vertrek van bovenbedoelde personen en van de plaats waarheen zij alsdan vertrok ken zijn. De burgemeester doet door eenen door hem aangewezen geneeskundige op elk der bovenbe doelde personen gedurende vijf dagen na zijne aankomsttoezicht houden. Bedoelde personen zijn verplicht dien genees kundige bij zich le ontvangen en hem alle ver langde inlichtingen terzake van de" uitvoering van het tegenwoordig besluithetzij mondeling, hetzij schriftelijk le verschaffen. Vertrekt een persoon als bovenbedoeld binnen vijl dagen na zijne aankomst weder naar eene andere gemeentedan geeft de bnrgemeester onverwijld daarvan kennis aan zijnen ambtgenoot in die gemeente die op gelijke wijzeen onder gelijke verplichting van den bedoelden persoon, dezen onder geneeskundig toezicht kan stellen. Artikel 9. De burgemeester is bevoegdna advies van een geneeskundigehet uitvoeren van verdachte en voor het overbrengen van besmetting bijzonder vatbare voorwerpen van welken aard ook uit een huiserf of vaartuigwaar een geval van Aziatische cholera voorkwamanders dan met j inachtneming van de door hem te geven voor- schritteule verbieden.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1892 | | pagina 5