Donderdag 18 Mei 1893. No. 4250. 37e Jaargang. Binnenland Uitgave A. H. VAN CLE EFF te Amersfoort. Dit blad verschijnt Maandag- en Dondei-daqnamiddaij. Abonnement per 3 maanden ƒ1.—. Franco per post ƒ1.15. Advertentiën16 regels 60 Cents.elke regel meer 40 Cents. Groote lettere naar plaatsruimte. Legale-, officieële- en onteigeningsadvert. per regel 15 Cents. Reclames per regel 25 Cents. Afzonderlijke nummers 10 Cents. Bureau MÜU HUIZEN hoek Kortegracht, Wijk B. 60 Wegens het PINKSTERFEEST zal het volgend nummer dezer Courant aanstaan den Zaterdagavond verschijnen. Beleefd verzoeken wij H.H. advertenten ons hunne annonces in tijds te doen toekomen. KENNISGEVING. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, Gezien de aanschrijving van den heer Com missaris der Koningin in de provincie Utrecht, van den 28. April 1893, no. 1 N. M. S. (pro- .vineiaalblad no. 42); Gelet op art. 139 der wet van den 19 Au- ;ustus 18(il (Staatsblad no. 172), betrekkelijk de nationale militie; Doen te weten, dut op liet terrein der Infanterie- [kazerne alhier op Maandag, den 12en Juni aan- [staande, 's voormiddags te tien uur, door den Kolonel, Militie-Commissaris in de provincie Utrecht, zullen worden onderzocht alle in deze gemeente gevestigde verlofgangers der m"'!tie te «mrf, die vóór den len April 1893 in het genot jvan onbepaald verlof zijn gesteld, om het even ,of zij in den loop van dit jaar al dan niet tot .opkomst onder de wapenen verplicht zijn (met uitzondering alleen van hen die in Juni a. s. in werk el ijken dienst moeten opkomen) of wel tot vroegere lichtingen behooren en wegens latere inlij* ing. of om andere redenen niet met do manschappen van do lichting, waarvoor zij bij de militie dienen, ontslagen zijn. Burgemeester en Wethouders herinneren be- angliebbcnden hunne verplichting om in uni form gekleed en voorzien van de kleedingstukken hun bij het vertrek met verlof medegegeven, van hun zakboekje en verlofpas, op tijd en piaats voormeld te verschijnen en maken hen tevens opmerkzaam op bet bij de wet bepaalde dat het Crimineel wetboek en het reglement van krijgs tucht op de verlofgangers van toepassing zijn gedurende het onderzoek en in het algemeen wanneer deze in uniform gekleed zijn. - Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaatsen jaangeplakt te Amersfoort, den 17 Mei 1893. De Burgemeester, F. D. SCHIMMELPENNINCK. De Secretaris, K W. L. SCIÏKLTUS. Men schrijft uit Den Haag: De on/.ekerboid omtrent den loop der parle- "mentaive werkzaamheden blijft voortauren. .Wat sommigen ook mogen zeggen, 'tis zeer Twijfelachtig of na de Bedrijfsbelasting het •Kiesrecht nog in deze zomervergadering aan de orde zal komen. De Minister Tak zou het ■gaarne zien dit staat vast en de ge- avanceerden onder de liberalen evenzeer; Feuilleton. Naar het Duitsch door S 5.) Met bijna heiligen eerbied vatte hij haar hand, •waarop hij zacht een kus drukte. Vervolgens "nam hij met een handdruk afscheid van Frans, '-hoog zich diep voor de dames en verwijderde >,ich zonder iets te zeggen met haastige scheden. Kraats had zich niet onder de toeschouwers jij het Herthafecst bevonden. Hij haatte alles .wat in verband stond met de groote wereld. Tegen den avond werd er luid aan de deur zijner woning geklopt. Hij gluurde naar buiten en zag een ouden, in lompen gehulden bedelaar 'Staan. De man trachtte zich met bevende hand 'aan de deur vast te houden, daar de kruk hem -ontvallen was. Kraats wierp hem een geldstukje -toe en wilde het venster sluiten, maar op het- •jelfde oogenblik zonk de bedelaar met een pijnlijken zucht op don grond. Dat vond de kapitein zeer verdrietig. Waarom jnoest die man juist voor zijn deur neerzinken? 'Hij kon hem niet buiten laten liggen; de be- 'woners, die hem al niet zeer vriendschappelijk •gezind waren, zouden niet nalaten hem van-den ïood des ongelukkigen te beschulden indien de antirevolutionnairen zijn er zeer op gesteld, althans voor het ineerendeel, en de overigen zullen nolens volens wel meedoen. Er is der halve wel kans, dat een vooretel wordt gedaan om de zomermaanden aan het Kiesrechtdebat te wijdenmaar tot hiertoe zijn, door de kalmte van een overgroot deel der liberalen en den weerzin van de gansche Katholieke partij om er reeds in dit jaar mee af te re kenen, de vooruitzichten nog zoo, dat de meerderheid niet voor de directe behandeling zal zijn te vinden. Evénwel blijft 't mogelijk, dat zoo er een vooretel komt, vele gemaiigcic liberalen zich er bij zullen neerleggen, om der natie ten opzichte van de gezindheid van <3? Kamer om 't vraagstuk moedig onder de oogen te zien, geen verkeerd denkbeeld te geven. Maar van den anderen kant is 't niet minder mogelijk, dat wanneer bij de samenkomst der Kamer duidelijk blijkt van de ongeneigd- iieid der meerderheid om er een «spoedstuk" van te maken, de ongeduldigen zich bedwin gen zullen: te meer wijl de pogingen om tot een bemiddelingsvoorstel te komen, nog ern stig worden overwogen en waarschijn lijk in een spoedig te beleggen clubvergadering der liberalen een onderwerp van voorloopige be spreking zullen uitmaken. Hoogstwaarschijnlijk zal er een vooretel komen om o. a. den leeftijd voor den kiezer van 23 op 25 jaren te brengen en een vast verblijf van ten minste 2 jaren te vorderen in bet kiesdistrict, waar men zijn stem moet uitbrengen. Doch ook te dien aanzien iiangt nog alles in de lucht. Er zal ook een vooretel komen, zegt men, om een woningcensus aan te nemen en wel van Katholieke zijde. Maai er wordt over dit onderwerp zooveel verteld, dat men het beste doet stillekens af te wach ten wat de tijd brengen zal. Zoo heel lang behoeven we ons geduld niet meer op de proef te stellen. De Vermogensbelasting is met 1 Mei in werking getreden en beeft haar werking reeds doen gevoelen, niettegenstaande de aanslag biljetten met «verlangen" worden to gemoet gezien (vooral door de kantoren, die zich ge vestigd hebben voor het opmaken van de aanslagen voor hen, die bun schatten niet good kunnen berekenen) en dus niemand nog weet wat de tiscus van hem zal vorderen. Maar de treurige gevolgen, die voorspeld zijn komen al opdagen, want wel 5 of 6 vermo gende Hagenaars zijn van hier vertrokken, 'tls treurig! Men begrijpt wat aan zulke lieden verloren wordt, die wegloopen omdat ze aan het Rijk W. C. DIJKGRAAF Horlogcr Langestraat 16. deze wellicht den volgenden dag stierf. Doch om hem in zijn huis op te nemen, daartoe ge voelde hij ook bitter weinig lust. Na een korte aarzeling riep hij zijn huishoudster, die hij met een paar woorden op de hoogte van het voorval braent. „Laat mij naar buiten", zeide de oude vrouw, „dan zal ik eens zien, wat er eigenlijk is." Zoo gezegd, zoo gedaan, en weinige oogeriblik- ken later boog Christina zich over den bedelaar die daar met doodsbleek gelaat en gesloten oogen bewegingloos lag. „Hij heeft den geeuwhonger," „verklaarde zij. „Wie weet, hoe lang het geleden is, sinds hij iets gegeten heeft. Maar hij kan hier niet blijven liggen. Laten wij hem naar de voorkamer dragen en hem trachten bij te brengen. Als hij aan weer wat beter is, dan zal ik hem naar het politiebureau voeren." Zij droegen den man naar binnen. Christina baalde vlug een fleseh wijn en een glas;daarna snelde zij naar de keuken om voor de soep te zorgen. Bij het inschenken van den wijn wendde Kraats den bewustlooze den rug toe. Deze opende fluks de oogleden en vestigde den blik, evenals een roofdier dat zijn offer bespiedt, op den ouden kapitein. Zonder eenig geritsel greep hij de naast hem liggende kruk en bracht den niets kwaads vermoedenden Kraats daarmee een Hinken slag op het achterhoofd toe. De flesch en het glas vielen rinkelend op den grond. Kraats vertrok het gelaat, hield zich krampachtig aan de tafel niet willen betalen wat de wet van hen vor dert of die zoozeer en décadence zijn, niet tegenstaande hun vertoon, dat zij, liever dan meer te betalen dan zij dragen kunnen, of door hun aangifte te erkennen dat zij aan lager wal zijn geraakt, zich 'tair geven om zoo veel te moeten opbrengen dat zij liever nog bun Nederlanderschap er aan geven Over een van die emigranten-slachtoffers, een Haagsche type, den pseudo-graaf v. d. B. hebben de dagbladen 't zelfs de moeite waard geacht bijzondere melding van zijn vertrek te maken. Nu, als straat-type wordt er aan verlorenwant 't was altoos een ver makelijk gezicht, hem met zijn prachtig twee span, zomer en winter in een open wagentje, rnet twee jonge palfreniere, met rozen op de jassen al vroor 't steen en been, te zien rijden. Hij herinnerde ons altoos in zijn kunstrnutig- jeugdigen haartooi en gelaatskleur, en zijn kunsttaille en zoo voorts aan wijlen den her tog van Brunswijk, aan wien men zei dat 7/8 kunst en 4/8 menseh zat. De bedoelde graaf, die eenvoudig jonkheer is, maar graventitel en kroon met even groote vrijmoedigheid als zijn pruik en vaische tanden draagt, is echter niet uit gelingeerde weelde heengegaan, maar uit weerzin tegen de Vermogensbelasting. Toch heeft hij gevoeld, dat zoo iets een ver tooning is van korten duur en daarom heeft hij zijn prachtige woning hier ter stede ge heel gemeubeld achtergelaten, om, als 't hem elders niet bevalt of hij in een ander land minder furore maakt dan hier, spoedig terug te keeien. Maar tegenover een zestal riehart s of wouldbe kapitalisten, die ons om de Vermo gensbelasting ontvlieden, staan er tier.tallen, die zich hier vestigen. Bijna geen week gaat er om of aanzienlijke personen komen van elders naar 't Haagje om er hun fortuin te besteden. Vandaar ook de snelheid, waarmede in onze nieuwe wijken gansche rijen van heeren huizen verrijzen, die, nauwelijks afgewerkt, reeds betrokken worden. Aan alle zijden van de stad heeft men nieuwe stratenplannen: aan 't Bosch, waar we binnen ettelijke jaren wellicht langs villa's Voorburg zullen naderen bij den Hollandschen spoorweg, die langza merhand door de bebouwde kom der ge meente gaat loopennaar den kant van Rijs- wijk, dat we allengs naderen; aan de zijde van Loosduinen, dat weldra door een nieuwen en bebouwden weg met de residentie staat te worden verbonden. En nu spreek ik nog niet van onze nieuwe parken cn van de grootsche bouwonderneming op de vroegere goederen der groothertogin van Saksen. Deze is van zulk een omvang, dat er een directeur zal worden aangesteld om de uitgifte der gronden te regelen en 't bouwplan te sur- veilleeren een directeur, die zulk een goed bestaan zal hebben, dat bijna 300 personen, waaronder hoofdofficieren, naar het baantje hebben gedongen. Nog een paar kleinigheden. Deelde ik onlangs rnede dat een 73 jarige Hagenaar, in een opwelling van jeugdig vuur een 17jarig meisje naar het huwelijksaltaar had gevoerd, ik kau er thans het vervolg van vertellen. De trouwlustige oude heer is voor eenige dagen overleden, omringd door zijn kinderen uit 't eerste huwelijk en de oudere van zijn tweede vrouwtje, die elkander vrij vijandig gezind waren en zich bij 's mans einde zooveel mogelijk «voor schade zochten te dekken". Het bleek dat de oude man zijn vrouwtje het vruchtgebruik van een aar dig kapitaaltje verzekerd had wat nog al natuurlijk is: maar zijn familie zocht er iets meer achter en vond aanleiding om een schou wing van zijn lijk te vragen, welke intusschen hoegenaamd geen booze vermoedens heeft doen rijzen. Over de juffertjes uit Dahomey in onzen Dierentuin kan ik u de beste berichten geven. Zij acclimatiseeren heel goed en hebben reeds aardig de Europeeschegewoontenaangenomen van zeker volkje in etablissementen van ver maak. Ik zag althans bij een der avondver- tooningen in de zaal van den Dierentuin dat een van de Amazonen een heer uit't publiek onder den arm meenam naar het buffet om zich te laten onthalen en zij zijn al zóó ver gevorderd dat zij de heeren de brandende sigaren uit den mond nemen om er zich aan te goed doenHet wordt tijd dat zij naar Engelend gaan; voor ons Hollanders begint 't shocking te worden. Tingeling !1 Er wordt getelephoneerd. Een oogenblik s.v.p. Wat blieft Aansluiting met Amsterdam. Bravo dat brengt ons nader bij elkander Jawel, maar ik kan er geen woord van ver staan. U ook niet? Harder spreken? Neen! ZachterIk versta niets. Is u er nog TingelingAfgebeld. Nu weet je het wij zijn verbonde.n maar als wij elkaar iets hebben te zeggen dan is 't voorloopig nog maar het beste het per telegraaf of per brief te doen. «Zooals men weet", zegt de Haagsche cor respondent van de Zutphensche courant, «is thans bij de Tweede Kamer weder een ont vast e.i viel bewusteloos neer. De bedelaar haalde een stevig touw te voorschijn, waarmede hij den kapitein vastbond. Daarna haalde hij een sleutel uit diens zak en opende de deur welke toegang tot de Indische kamer gaf. Zacht ging hij door dat kabinet naar de keuken; plotseling opende hij ook daar de deur en wierp zich als een tijger op de verschrikte Christina. Hij hield haar keel vast totdat ook zij onmachtig was, bond ook haar vast en stopte haar een prop in den mond. Ten slotte keerde hij naar de Indischc kamer terug, ontdeed zich daar in allerijl van de vaische baard en pruik en stond daar als een krachtig man. Kraats was intusschen weer tot zichzelven gekomen. Hij begreep wel is waar nog niet, wie hem zoo laaghartig aangevallen had, maar dat het om zijn leven en zijn schatten te doen was, daar twijfelde hij niet in het minst aan. Hij poogde zich vruchteloos uit de touwen los te maken. De deur ging open en de aanvaller trad binnen. Hij boog zich over Kraats en zag hem triom- feerend in het gelaat. „Kent ge mij, William Kraats.?" „Hector," riep de kapitein verschrikt uit. „Ja Hector, mijn waarde kameraad, dezelfde Hector, die je bearoogt om je de schatten van den vermoorden vorst toe te eigenen, die je een doodelijke wonde meendet toegebracht te hebben. Het uur der wrake heeft geslagen." Kraats zag hem verachtelijk aan. „Je bent en blijft een booswicht. Doe met mij, wat je wilt. Dood me, maar je doel zal je niet bereiken." „Dat moet nog bewezen worden. Ik bedank je echter om hier in dezen spelonk te blijven. Ik weet, dat je geen Spartaan bent en dat je van de genietingen des levens niet afkeerig bent. Ga met mij naar de andere kamer." Bij deze woorden vatte hij Kraats bij den kraag en sleepte hem naar het aangrenzend vertrek, waar hij hem op den grond wierp. „En sta me toe, beste vrind, dat ik voor wat versterking zorg; ik zal zeker wel iets te eten vinden." En werkelijk haalde hij uit de keuken aller lei eetwaren met een ftescn portwijn. Hij plaatste alles op een verguld tafeltje en liet zich alles goed smaken, waarbij hij niet naliet de port geducht aan te spreken. Weldra was de ffesch geledigd en nogmaals ging Hector op vei kenning uit en keerde ook ditmaal tot Kraats kennelijke voldoening, met een karaf van dien köppigen wijn terug, welke hij ook geheel uitdronk. Daarna naderde hij plotseling den gebondene, zette hem de knie op de borst, hem met heesche stem toevoegende „Zeg mij, waar je je schatten verborgen hebt. Waar zijn dc diamanten.?" „Daar, waar je nooit zult vinden." Woedend wilde Hector den kapitein opnieuw een slag toebrengen, toen er luid geklopt werd. „Daar zijn zij reeds," riep Hector uit. „Wacht, je ontkomt mij niet." Hij greep de lamp en wendde zich naar de deur. „Wie ie daar?" „Haas" antwoordc Walther, want hij was het. „Dadelijk, Haas. ik kom onmiddellijk." Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1893 | | pagina 1