don vereeuwigd, maar bovenal zou de Ko
ning-Stadhouder, aan wien met Nederland
een groot deel van Europa dure verplichtingen
heelt, verdienen dat hem een werkelijk
grootsch gedenkteeken werd gesticht.
Moge dit woord bij de verstandige vrienden
van ons stamhuis weerklank vimien en ook
door andere bladen worden verspreid
Dezer dagen werd gewag gemaakt van de
gemeente Henswoude, wier financiën zoo
goed staan, dat de hoofdelijke omslag met
25 pCt. is verminderd. Deze gemeente wordt
naar men ons thans meldt, nog overtroffen
door die van St. Pieter bij Maastricht. Daar
wordt, behalve een belasting op het houden
van honden van weelde, geen enkele belas
ting gelieven en zulks, niettegenstaande
voor eenige jaren ten behoeve van den bouw
eener nieuwe kerk een subsidie van fill 000
uit de gemeentekas werd verstrekt. Het
onderwijs is er goed geregeld en het school
geld zeer laag.
Uit de legerplaats bij Oldebroek wordtnan
de Zw. LI. gemeld: Woensdagavond onge
veer 6 uur, gebeurde hier, door onvoorzich
tigheid en ondanks de vele wuai-schuwingen,
een ernstig ongeluk. De sergeanten Kastelein
en Rottier, van den Hoofdcursus der infanterie,
gingen na alloop van het middageten verge
zeld van nog een kameraad, een wandeling
maken op het schietterrein, hoogstwaarschijn
lijk met het doel, eenige onderdeele» van
projectielen te zoeken, welke voor hun studie
min of meer waarde hadden. Op een 2000
meter van de legerplaats vonden zij eenon-
gesprongen projectiel, naar men denkt een
granaatkartets, waaraan zij moeten gedraaid
nebben of iets hebben verricht waardoor
dit projectiel eensklaps sprong. Beiden wer
den zwaar gewond. De kameraad, die met
hen was vertrokken, en dieopdatoogenblik
een 20 a 30 pas van hen verwijderd was,
bleef ongedeerd. Hulp kon hij niet verleenen,
maar zoo snel mogelijk begaf hij zich naar
liet kampement, waarop onmiddellijk het hos-
pitaalpersoneel met een verband kist uitrukte.
Natuurlijk ging met het heen en terugloopen
een goed half uur verloren, waardoor de ge
wonden veel bloedverlies hebben geleden.
Sergt. K. had zijn linker arm verloren, terwijl
zijn linkerbeen zwaar was gekwetst. De
linkerhand van sergt. R. was verbrijzeld en
hij had nog eenige kleine wonden aan borst
en beenen.
De officier van gezondheid 2e klasse Ver
inaas was spoedig ter plaatse, bezag de voor-
loopige verbanden die door den sergeant en
een soldaat van liet hospitaal-personeel met
behulp van eenige onderofficieren gelegd
waren en gaf daarop kist hen naar de ambu
lance te vervoeren. Van den ziekenwagen,
welke intusschen was aangebracht, kon geen
gebruik gemaakt worden, daar dit vervoer
middel door de heide te veel zou schokken.
Daar ieder onderofficier en soldaat gaarne
het zijne er toe bijbracht om de smart van
de gewonden te verlichten, werden zij zoo
voorzichtig mogelijk op brandcards naar de
ambulancegedragen om daar verder te worden
geholpen.
Al spoedig bleek, dat sergeant K., behalve
de zware verwondingen aan arm en been,
ook nog in zijn buik was getroffen. Beide
jongelieden waren intusschen goed bij hun
bewustzijn gebleven.
Op verzoek van den officier van gezond
heid was dr. I'. LoelV uit Epe ontboden om
behulpzaam te zijn bij de amputatie. Hij
was onmiddellijk lereid te komen met dr.
Simon Thomas, die hij hein vertoefde. De
toestand van sergeant K. was leeds hopeloos,
zoodat men zich bepaalde tot de amputatie
van de linkerhand van sergeant R., hetwelk
zeer gelukkig is volbracht. Kastelein ver
loor langzamerhand het bewustzijn en om
11J uur 's avonds overleed hij. De toestand
van sergeant Rottier is nog niet zonder gevaar,
daar hij nog verschillende brand- en schramp-
wouden heeft bekomen aan aangezicht en
borat.
Beide jongelieden zouden in .September
aan het examen voor 2e-luitenant deelnemen
en met de leerlingen van den Hoofdcursus
den volgend*:ri dag naar Kampen terrugkeeren.
IIol stoffelijk overschot van sergeant Kas
telein werd Vrijdag om half-negen op de
begraafplaats ter aarde besteld. Al de leer
aren n leerlingen van den Hoofdcursus, de
muziek van liet instructiebataljon en een
deputatie van onderofficieren van dat bataljon
leidden den doode grafwaarts. Tal van kran
sen bedekten de lijkkist.
De. oud-strijder Hendrik VVolters Snijder,
te Steen wyk, hoopt lü Juni zijn honderdsten
jaardag te vieren. Hij is een der laatst over
geblevenen van lien, die den slag van Wa
terloo medegemaakt en niet de legers dei-
verbonden mogendheden onder de muren van
Parijs vertoefd hebben. Vijfjaren lang heeft
hij <le zware vermoeienissen van het krijgs
mansleven in die dagen uitgestaan en daarvoor
later de zilveren Waterloo-inedailleontvungen.
Tot voor korten tijd verrichtte de krasse
grijsaard, die niet groot, doch zwaar en sterk
gebouwd is, nog zijn dagelijksche bezigheden
maar nadat hij verleden jaar door de influenza
werd aangetast, moet liy rneer rust nemen.
Zijn zintuigen zijn nog goed, zijn geestver
mogen tamelijk Fielder. Hij loopt nog flink
rechtop.
Het zal den dapperen oud-strijder op zijn
aanstaanden honderdsten verjaardag zeker
niet aan bewijzen van belangstelling ont
breken.
Vrijdagavond te negen uren hebben de
vijf-en-twintig «wandelaars" uit het park te
Amsterdam hun tocht aanvaard. Een talrijke
menigte woonde den aanvang van dezen
wedstryd bij.
Omtrent het vertrek deelt men uit Am
sterdam mede, dat de wielrijders, die als
controleura dienst deden, met geweld door
de volksmassa moesten heen dringen. Van
sommigen werden de rijwielen door bet volk
stukgeslagen. Ook de deelnemers aan den
tocht hadden moeite om door het gedrang te
komen. Een eind buiten de stad was er meer
ruimte, maar voor alle woningen aan den
weg stonden menschen.
Te Duivendrecht was er tusschen de wande
laars al een veracbil van twintig minuten.
Zaterdagochtend nog twee minuten vóór
negen, wandelde de kampioen, de heer Adolfs
den Parktuin binnen. Hij was nog nzoo
frisch als een hoentje", hoewel hij 12 uur
achter elkander had gemarcheerd.
'tWas dan ook zeer sterk. Volgens tech
nici is ile weg 17'/» uur gaans, militaire pas.
De heer Adolfs deed het in 12. Hij werd
gewogen, en had slechts 1,1 KG. aan ge
wicht verloren. Hij voedde zich met vruch
ten en biscuits.
De twee laatstaankomenden (J F. Streubel
om 2,2 en J. Straatman om 3,30) werden
nog eens met frisschen moed toegejuicht.
De heer Streubel, de bekende 57-jarige wan
delaar, was niet het ininst vermoeid. Hij
zag er net uit, alsof hij nog eens wilde
tcrugkeeren. Dat plan gaf hij echter op,
daar hij te 4 uur 's middags alweer op den
trein moest zijn om de gvmnastiek-feesten te
Brussel mee te maken.
Die volharding is werkelijk niet alledaagsch.
STADSNIEUWS.
In de Vrijdagavond gehouden vergadering
van liet Kiescollege der 11 erv. gemeente wer
den lot diakeuen gekozen de heeren H. C. van
Dam en J. W. Putman Cramer, die aan de
beurt van aftreding waren.
Mr. F. D. graaf Schimmelpenninck heeft
de benoeming tot ouderling aangenomen.
Door den Kerkeraad der Hervormde Ge
meente alhier is tot Voorzanger en Voorlezer
bij die gemeente benoemd de heer B. E. Mater,
reeds vroeger als zoodanig werkzaam.
Door den aartsbischop van Utrecht, mgr.
P. M. Snickers, is tot kapelaan te Soest be
noemd de weieerw. beer G. A. Hackman.
De le-luit. A. F. Singels, van het 2e reg.
veld-art., thans gedetacheerd bij de Ryscliool
alhier, wordt 1 October gedetacheerd te Breda
tot het volgen van den eursur voor trek
paarden.
De 2e luitenant C. J. F. deGraaff, van het
5e regiment infanterie alhier, wordt 8 Sep
tember overgeplaatst bij de Cadettenschool
te Alkmaar en belast met de militaire op
leiding der cadetten bij gezegde inrichting.
Tot binnenvader en binnennioeder in het
Burgerweeshuis zijn door regenten benoemd
de heer H. J. Klaassen en echtgenoote, bin
nenvader en moeder in het wees-en armen
huis te Wageningen.
Tot leeraar in de Fransehe taal aan de 4e
H. B. school met driejarigen cursus voor jon
gens te Amsterdam, is benoemd de heer A.
Zeiler, leeraar aan de H. B. school en het
Gymnasium alhier.
De gewone zendingsbidstond zal morgen
avond te 8 uur in het gebouw «Volksheil"
geleid worden door Ds. ter Haar Romeny.
Programma van het Concert op Dinsdag
avond 43 Juni te geven op het terras der
Sociëteit Amicitia door de stafmuziek van
het 5e regiment Infanterie.
1. Tannhauser-Marsch. Rich. Wagner; 2.
Ouverture «Heimkebr ausder Fremde", Men
delssohn Bartboldy3. »Entre-nous", Walzer,
Waldteufel4. Kantaisie de 1'opéra «La Tra-
viata", Verdi. 5. Ouverture «Egrnont", van
Beethoven. 6.5 Spanische Tanze. Moszkowski.
7. a Traiimerei a. d. Russischen Suite, Wüerst.
b «Flirtation", Petite Valse, Steek 8. Grande
fanlaisie dramatioue sur des motifs de l'opéra
«Don Juan" de Mozart, Fr. Dunkier.
Bij de Vrijdag te Utrecht gehouden hard
draverij werd de 1ste premie behaald door
Krylaly, van den heer Coets de Bosson alhier.
Zaterdag word in het logement, op deu Amers-
foortschen berg do 64ste gewone algemeene vergade
ring der „Moatsehappn tot bevordering der Toon
kunst", gebonden, onder presidium van den nlgo-
meeuen voorzitter, tar. J. N. van Hall, die bij de
opening ongeveer het volgende sprak:
„De algemeene vergadering, die volgens art. 46
der wet, bet hoogste gezag is van onze maatschappij,
beeft op baar zwerftochten reeds verschillende pro
vinciën en steden bezocht, beeft beurtelings gezeteld
lu weidsolie zalen en in nederige gelagkamers, maar
ik betwijfel, of zij ooit, om niet Vondel te spreken,
zoo hoog gezeten" was als hier op den Amersfoorschen
be,^lfeeft dit misschien in onze dagen, waar het
Bymbool in de letteren en in de kunst zoo duchtig
zich doet gelden, zou dat zoo vreemd niet zijn
een symbolistische boteekenis? Voelen wij ons, als
vertegenwoordigers der „Mij. tot bevorderiug der
Toonkunst," verheven boven andere stervelingen?
Op de muziek zijn velen geneigd het woord van den
fabeldichter toe te passenLaissez-lutprendre tin pied
ehez vous, elle en aura bimMtprit quatre. De muziek
scholen, soms zelfs „muziek-academies" geheeten,
rijzen als paddestoelen on niet altijd van de onscha
delijkste soort, uit den grond. Of het intusschen
wel alles muziek is wat wij zoo in huis, op de school
en in de concertzaal te hooren krijgen Toen
onze maatschappij de bevordering van het muziek
onderwijs in haar programma schreef, deed zij dit
niet ondoordacht. Zij begreep, dal een gebrekkige
muziekschool, waar het onderwijs onvolledig is, het
aantal quosi-muzikalen zou doen toenemen op een
wijze, die voor de werkelijke kunst van onbereken
bare schade zou zijn,
„Zij begreep, dat door deugdelijk ingericht muziek
onderwijs voor een ernstiger opvatting der muzikale
kunst gezorgd werd. In die richting is liet plicht
voort te werken. Dit zal zoo staks nog breeder door
u-zelf ontwikkeld worden. Vergun mij thans u har
telijk welkom te heeten." (Aupplaus).
Hierna bracht de secretaris het algemeen verslag
uit, waaraan we liet volgende ontleeneu. De heer A.
W. van Eeghen, sedert 1876 algemeen penuingmees-
ster der Mij. overleed in 1892 en werd vervangen
door den heer J. C. Loinau. Het aantal afdeelingen
bleef 20, met te zameu 4119 contribueerende leden, der
halve 110 minder dan het vorige jaar. Verder zijn
er 104 honoraire, 36 buitenlandsche en 4 binuenlaud-
sche correspondeerende leden, 31 leden van ver
dienste en 1 buitengewoon eere-lid (H. M. de Konin
gin-Regentes). De stand van het „Kunstenaarsfouds"
mag gunstig genoemd worden. Het vaste fonds is
aaugegroeid van f91000; aan 31 rechthebbende wer
den toelagen uitgekeerd. Van wijlen mevrouw Lars-
sen-Jensen tc Haarlem ontving het fonds een legaat
groot f500.
Het aantal leden der zaugvereeiiigingen bedroeg
dit jaar 2301, dat der leerlingen der muziekscholen
2530. Het conservatorium der afdeeling Amsterdam
trad zijn 9e levensjaar in. Het werd bezocht door43
leerlingen en 9 hospitanten. Gunstige eind-getuig-
schriften werden uitgereikt aan de dames C. M.
Loman, A. A. Niewenhuis, L. J. F. Mauser, A. de
Lange eu aan de heeren J. Snoek en W. A.
Pameijer. De exauien-regelingscommissie kende vier
eandidiiten diploma's eersten graad toe en wel aan
de dames J. J. VV. Eland, W. B. Sissingh, O. M.
Uanau en C. J. A. Mijsherg. Aan 21 cauaidaten
werd het diploma voor zangonderwijs verstrekt.
Te Amsterdam namen 530 leerlingen deel aan de
gesubsidieerde volkszangscholen. Te Utrecht bedroeg
het aantal leerlingen op 31 Dec. 1892129 meisjes en
128 jongens.
Te Amersfoort werden vier cursussen gegeven door
de Onderwijzers H. C. den Hartog en A. Veen. Met
grootc toewijding vervulden beide Heeren huil taak.
De 168 leerlingen, die aan deze cursussen deelnamen,
toonden groote belangstelling, zoo zelfs dat jonge
lieden, die tic school reeds verlaten hadden, de Zang-
cursussen bleven bezoeken.
Tot lid van verdienste werd vervolgens benoemd
de heer Edv. Grieg eu tot correspondeerende leden
de heeren Eru. Reyer, Rich. Strauss en Boito. In de
commissie van het kunstenaarsfonds werd gekozen
de heer W. F. G. Nicolai. Aangewezen als commissie
voor het nazien tier rekening: werden de afdeelingen
Alkmaar. Schiedam en Zutphen. Herkozen werd tot
hoofdbestuurder de heer Daniël de Lange.
Herinnert! werd de 80ste geboortedag van den
heer J. C. Boers. Deze gelegenheid werd door de
vrienden van den kunstenaar aangegrepen, oui hem
:n welverdiende hulde te brengen. Namens de Maul-
dinppij bracht het Hoofdbestuur den jubilaris de
armste gelukwenschen. Moge deze begaafde kun-
stenoar nog menig jaar van rust genieten, na zijn in
de kunst werkzaam leven.
Ook werd een woord van hulde gebracht uan de
nagedachtenis van de in dit jaar overledenen, voor-
uumclijk Robert Franz en Henri Litolff.
Alsnu wordt de finuncieele regeling aan het oorduel
der vergadering onderworpen.
De Rekening en yerantwoording over 1892/98 en
de Begrooting 1893/94 gaven aanleiding tot oen klein
debat, waaraan de afd. Goes, 's-Gravenhage en Rot
terdam deelnemen.
Het bestuur wordt gemachtigd voorstollen te doen
tot aunkoop van standaardwerken, waarna de be
groeting aangenomen wordt.
Nn een kleine pauseering werd de vergadering
te ruim twee uur heropend.
Aan de orde zyn nu de bijzondere voorstellen
van het hoofdbestuur waarvan liet eerste luidt;
„Voor alle muziekscholen van de aldeelingeu der
Maatschappij wordt een uniform programma vast
gesteld".
Utrecht vindt, dat men te ideale opvattingen heeft,
dat men hier niet te doen heeft met een algemeen-
belang, daar er van de 20 afdeelingen er slechts 8
een muziekschool bezitten.
In de tweede plaats wordt de vrijheid dier 8 af
deelingen gebonden. De afd. behooren even vrij
te zijn in hun onderwijs aan de scholen als in hun
muzikale uitvoeringen. Daarenboven kan men zich
met de technische voorschriften niet vereenigen,
vooral met den aangegeven leeftijd en met de be
paling, dat du kinderen eerst na 2 jaar een instru
ment leeren bespelen en voor dien tijd uitsluitend
onderwijs krijgen in theorie, terwijl de afdeeling
vreest, dat het uitgebreid programma oen beletsel
zal zijn voor de oprichting van nieuwe scholen eu
daardoor 't privaatonderwijs zal worden bevorderd.
Den Haag heeft 't voorstel met groote ingeno
menheid begroet, maar betwijfelt, of men een uni
form programma aan de afdeelingen kan opdringen.
Amsterdam kan zich met de ideale strekking
vereenigen, maar onderschrijft toch eenige bezwaren
der afd. Utrecht en vreest hoofd zakelijk voor concur
rentie. De directeur der Amsterdainsohe school
meende 't programma niet te kunnen toepassen.
Amersfoort treedt in een weerlegging der vorige
sprekers. De quaatiteit der muziekscholen moet
onderdoen voor de kwaliteit. De morecle band der
afdeelingen is een waarborg voor ile naleving van
het voorstel.
Rotterdam wijst er op, dat incn juist vóór alles
met do locale omstandigheden moet rekening hou
den en dringt op zelfstandigheid aan.
Haarlem zal evenmin voor het voorstel stemmen.
Leiden schaart zich aan de zijde van Amsterdam,
zou hot betreuren, als het vele goede van 't voorstel
geheel van 't tapijt werd gebracht en dringt er op aan,
dat 't bestuur een volgend jaar met gewyzigd, min
der idealistisch programma komt.
Nadat Alkmaar en Dordrecht nog 't woord hebben
gevoerd, treedt de heer I)an. de Lange in een weer
legging en constateert een oppositie tegen 't prin
cipe en een tegen de wijze van inkleeding.
Feitelijke bezwaren heeft spr. niet hooren noemen.
Evenals oen kind eerst moet leeren lezen voor't gaat
declameeren, evenzoo moet het op muziek-gebied van
'1 begin af techniseh ontwikkeld worden.
Utrecht beroept zich op de ondervinding, dat de
jaren van 6 tot 9 de beste zijn voor de vorming der
handen en stelt dit gelijk met „loeren spreken", niet
met „declameeren".
Na een levendige discussie, waaraan verder de
voorzitter, de heer De Lange en tie afd. Leiden deel
nemen, stelt Alkmaar (ondersteund door 's-Graven-
hage en Haarlem) 't volgende amendement voor: „dat
op 1 Sept. 1897 alle scholen der maatschappij zoo
veel mogelijk volgens het door deze vergadering
vastgestelde programma zullen «ijn ingericht." Dit
amendement wordt met 30 tegen 24 stemmen ver
worpen.
Amersfoort dient nu als conciliant voorstel in, dat
ieder leerling die instrumentaal onderricht verlangt,
in de theoretische vakken moet les nemen. (Ver
worpen met 36 stemmen „tegen".)
Het geheele voorstel van het Hoofdbestuur wordt
nu in stemming gebracht en verworpen met 47 stem
men tegen 13.
Art. B. der bijzondere voorstellen wordt zonder
stemming aangenomen, terwijl de crediet-aanvraag
van f3000 der afdeeling Utrecht voor een twee-
daagsch muziekfeest by de algemeene vergadering
te Utrecht, na een uitgebreide discussie, waaraan
alle afdeelingen deelnemen, wordt aangenomen met
29 stemmen.
Hierna werd de vergadering gesloten.
Eer we een kort overzieht geven van het Muziekfeest,
vergunne men c
door de groote bladen eenstemmig wordt afgekeurd.
Voor de eerste maal en 't zal stellig niet zoo
spoedig andermaal geschieden - zong hier een koor
van honderd personen en werd dit begeleid door
een vrij zwaar orkest. De zaal zelf was bovendien
bijna geheel gevuld. Was 't wonder, dat de loon
ontwikkeling en accustiek te wenschen overlieten?
De zaal voldoet aan de dagelijksche behoeften eu dat
is waarlijk al veel. Ware zij inderdaad zooveel hoo-
ger als men zou wenschen, dan zouden we anders
steeds klagen over slechte geluidsleidingnog een
Nuts-redeuaar, noch een gewone muziekuziekuitvoe-
ring, noch een comedie-voorstelliug zou er succes
hebben. We kunnen inderdaad tevreden zijn met
hetgeen de bouwmeester leverde: een zaal die ge
heel voldoet aau de behoeften eener kleine stad.
Een bijzondere bespreking verdient het le nummer
van het programma: Het groote lied, gedicht van
Bernard ter Haar Bz. voor Sopraan-solo, gemengd
koor en orkest.
Dit 126e werk van onzen geniulen lundgenoot
Richard Hol werd hier voor de eerste maal uitge
voerd. De 30 maten van de inleiding klonken zeer
schoon cn leverden een voortreffelykeu gedachten-
gang tot het eerste gedeelte van het koorlied:
„Daar wordt op aard, van oord tot oord,
Een wonderheerlijk lied gehoord."
De sopranen en alten vervolgen: dat dit lied
tuist door de palmen van 't heerlijk Insulinde de te
noren en bassen zingen, dat het: dreunt langt tie
schotsen van 't kille Noorden. De sopranen en alten
vervolgen verderdat het trilt in 't wiek geklep van
't koozcntl lentekeeltjede tenoren en bassen wederom:
dat het bruistin 't stormgeloei der woeste donder stormen.
In nn. 2 treedt de solo-sopraan zelfstandig op, en
wel: waar het lied ruischt, het singt van leven in nieuwe
vormen opgestaan. Met afwisseling, ook in harmo
nische bewerking, was dit deel bijzonder aantrek
kelijk van vorm eu inhoud.
In het 3o deel is het de solo-sopraan met koor
die vermeldt, d it bot Soheppiiigali'.'J is zoowel stout
als teedrr, terwijl in een 2 stemmig Canon als slot
koor het „Eeuwig" Halleluja jubelend klinkt om
God „te loven want Hij is groot en eindloos goed".
Do uitwerking van dit pakkend slot vooral was
grootsch en sleepte allen mede.
De uitvoering was bijna vlekkeloos en getuigde
van do ernstige studie welke onze zangafdeeling er
van gemaakt heeft.
Zelden hoorden we zulk een goed geheel als op
deze twee dagen; nimmer haast zongen koren zóo
schoon.
Zoowel de uitvoering van het moeilijke Lobgesang
als van de psalmen van Sweelinek werd luid toege
juicht en niemand minder dan Daniel de Lange
verklaarde ons van de uitvoering der beide koren
van Verhuist, dat „deze juweeltjes van toonzetting
op onverbeterlijk wijze gezongen" waren.
Voorwaar een vleiend getuigenis voor zangeressen
en zangera, maar ook voor den heer M. W. Petri.
De krans, hem bij den afloop door den president
der afdeeling „Amersfoort", den heer H. W. A. van
der Wall Bako, ter hand gesteld en de vleiende
woorden hem toegesproken heeft hij dun ook in
ruime mate verdiend.
Stellig komt ook een woord van lof toe aan mo-
juffrouw M. E. van Driel, die zich belastte met de
moeilijke taak van accompaguatriee bij hot kunste
naars-concert.
Een enkel woord nog over het eigenlijke Kun
stenaars-concert, nadat we ter loops van de uitvoering
van De Rote, door Spoel gezongen en door De Lange
gedirigeerd, gezegd hebben, dat ze een storm van
toejuichingen voor zanger eu componist deed opgaan.
Na de Psalmen van Sweelinek zong Mei. Ivindré,
die zich bereid verklaard bad Mej. Redaingius tc
vervangen, Schirne Wiegr. van Schumann en iAistund
Leid van W. Landré. De zangeres beschikt over een
zuiver, gemakkelijk aansprekend orgaan, doch de uit
spraak der woorden liet af en toe veel te wenschen
over, hetgeen veel afbreuk deed aan haar succes.
Nicolai's Goeden nacht zong ze met meer warmte, doch
vooral in Gounod's Au printcnips toonde zy haar
prucdispositie voor de Fransclie school. Dit lied werd
uan ook flink toegejuicht.
Rogmans kon ons minder hekoren in Vervlogen
geluk en Uchtendgroet, beide van Schubert, dan in
Verliulst's Die* irae, dat voortreffelijk door hem werd
gezongen en veel bijval verwierf.
Niet minder werd Uw naam van Richard Hol toe
gejuicht, een lieflijk duet, door Mej. Betsy Hol (een
veelbelovende, jonge kunstenares, die aan een vol
geluid een frame uitspraak paart en zeer beschaafd
zingt) en den heer Spoel voorgedragen.
Het duet uit de Jahreitritm door mej. I vind ré en
den heer Rogmans gezongen, had minder succes, al
bleek ook hun groote techniek eruit, 't Pakte niet,
maakte niet warm.
De heer Spoel, die tengevolge eener nauw genezen
verkoudheid vibreerde en zelfs een paar malen de-
toncerdo, sleepte allen mede door de voordracht van
het Tannhüuserlied van Comélie van Oosterzee,
waarin h(j zyn machtig geluid ten volle kon ont
wikkelen; de wyze wuayop hij Van Riemsdyk's
Tranen/eruikje vertolkte, schonk heiu den bijval van
dezen anders niet zoo spoedig enthuslasten compo
nist; en De eerste kus, een innig en schoon lied van
den jeugdigen Jan W. F. Brandts Buys bczorgdo
ham eon daverend applaus.
Keu heerlijke afwisseling in deze zangnummers
bracht liet meesterlijke vioolspel van ilen Heer H.
Petri, die door de Schwedische Tante van Max Bruch
en het Adagio en de Finale uit het 7e vioolconcert
van Spohr allen in verrukking bracht.
de zaal, die