Maandag 27 Nov. 1893. No. 4305. 38e Jaargang. Binnenland. Uitgave Dit blad verschijnt Maandag- en Donderdagnamiddag. Abonnement per 3 maanden M. s1 T "r ivr a Franco per post f\Ab. Advertentiën1O regels ÓO Cents.; elke regel meer 40 Cents. -1KMA A. H. VAN CLEEPF Grooce lettere naar plaatsruimte. Legale-officieële- en onteigeningsadvert. per regel te Amersfoort. 15 Cents. Reclames per regel 25 Cents. Afzonderlijke nummers 10 Cents. Bjj advertentiën buiten dc stad worden de incassecringskosten in rekening gebracht. Bureau MU URflUIZEN hoek Kortegraoht, Wijk B. Mot beleefden aandrang verzoeken wij H.H. advertenten, ons hunne annonces TIJDIG zoo mogelijk vóór 2 uur des middags te doen tookomen, opdat de uitgave van ons blad niet te zeer vertraagd worde. Wij herinneren er tevens aan, dat ons blad omstreeks half zes van de pers komt en in gewone gevallen te ZEVEN UUR door de geheelo stad verspreid is. II.H. M.M. de Koninginnen zullen Woens dagnamiddag van Hot Loo te's-Gravenbage terugkeeren. Door leden der Tweede Kamer is de aan dacht der Regeering gevestigd op het groote aantal oninbare posten, die bij de Personeele belasting voorkomen, Tegenwoordig is het. vooral in de groote steden, niet meer bij enkelen onmacht, doch, bij bewoners van gehcele straten of wijken onwil om te be talen. Het is zelfs zóo ver gekomen, dat zij die hun aanslag voldoen, zich het ongenoegen op den hals halen van hun buurtgenooten Er zijn voorbeelden, dat personen met f2000, zelfs met f4000 inkomen, betaling hebben geweigerd. Men meende te weten, dat het aantal oninbare posten van de per soneele belasting alleen te Rotterdam 10000 bedraagt, terwijl ook in bet noorden des lands het weigeren van belastingbetalenden hand over hand toeneemt. Niet zelden gaat, evenals onlangs bij de tiendweigering in Noord-Brabant, het verzet tegen betaling gepaard met woelingen van opruienden aara. Mij de Pereoneele belasting schijnt de onge lijkmatigheid der schattingen in verschillende gemeenten het. kwaad in de hand te werken; maar men meende de oorzaak in de eerste plaats hierin te moeten zoeken, dat de admi nistratie zeer spoedig tot oninbaar verklaring overgaat, in plaats van in rechten betaling te vorderen. Men drong er op aan, dat de Minister hierin verandering zou brengen Niet zelden echter ook staat de fiscus machteloos tegenover het verzetzoo in gevallen, waarin de weigmehtigon bij ande ren inwonen en voorgeven, dat hun geen stuk van liet meubilair behoort. Bovendien komt het echter, meest in liet noordendeslands, Feuilleton. herhaaldelijk voor, dat een openbare verkoop op zoodanige wijze door het publiek wordt bemoeilijkt, dat hij moet worden gestaakt. Dit alles leidt noodwendig tot ondermijning van het gezag. Men meende dan ook krachtig te moeten aandringen op verscherping van de dwangmiddelen. Door den deurwaarder, in navolging van Pruisen bijv., de bevoegd heid te vorleenen een stuk huisraad van den weigerachtige in beslag te nemen, zou men waarschijnlijk reeds in veel gevallen de wan betaling doen ophouden. Waar het kwaad zóo ernstig toeneemt mag dit middel zeker wel eens worden beproefd. In het thans verschenen Regeerings-ant- woord op de Slaatshegrooting deelt de Mi nister van Financiën aangaande de opbrengst der Vermogensbelasting mede, dat het totale bedrag der aanslr gen was 1687601.685; de op brengst is derhalve fl 7231185,31s beneden de raming gebleven. Over de oorzaken daarvan zal eerst eenig licht kunnen opgaan, wanneer de statistieken zijn verzameld, die in het Voorloopig verslag worden aangevraagd, benevens andere, tot welker samenstelling last is gegeven. Reeds zijn stappen gedaan tot belangrijke versterking der inkomsten. Het is te ver wachten, zegt de Minister, dat daardoor een som zal worden verkregen, voldoende ter verzekering van het financieel evenwicht. De totale opbrengst in de provincie Utrecht bedraagt 1'G( >7 021,02. Te 's-Gravenhage is overleden jhr. W. J. A. Storm de Grave, adjudant i. b. d. van H. M. de Koningin, oud-generaal majoor-inspecteur der cavalerie. Het stoil'elijk hulsel van den zeer ver dienstelijken man, ook hier stede een goede bekende, werd hedenochtend in de Residentie ter aarde besteld. De lichting der nationale militie van 1894 bedraagt 11000 man, van wie 000 voorden dienst ter zee. Het contingent voor de pro vincie Utrecht is vastgesteld op 504 man. Vrijdag 24 dezer werd aan de Kon. Mili taire Academie te Breda het 65-jarig bestaan dier inrichting met een huishoudelijk feest herdacht, georganiseerd door de cadetten-ver- eenigiug «Vivat Crescat Floreat" en waaraan alle officieren en burgerleeraren alsgenoodig- den deelnamen. Blijkens de Berichten en Mededeelingen ,.lk zal doen voor u, wat ik kan, dokter Hali fax." wide hij. Us gij de eene of andere moei lijkheid hebt, komt ge maar bij mij. Dokter Poynter kan u zeggen, dat ik hier een zekeren invloed heb. Kr zijn er maar weinig onder de ongelukkige verpleegden, die niet bij mij om raad komen en .lie mij niet onder hun vrienden rekenen." Op dit oogenblik werd Poynter weggeroepen, omdat er iemand was, die hem wenschte te enreken. „Ja, ik zal doen wat ik kan om u het verblijf hier aangenaam te maken." vervolgde mijnheer Jophson. „Maar, mijn waarde heer, het is en het blijft hier een treurig leven en wie onder den invloed er van komt, moet van tijd tot tijd er wel eens melancholiek onder worden. Want wat zijn wij bii slot van reke ning anders, dokter Halifax, dan gevangenen? Verbannen van ben, die wij liefhebben en die ons beminnen. Als er éen soort menschcn is, waarmede ilc medelijden gevoel, clan zijn het de krankzinnigen." Mijnheer Jephson, zoudt u even hier willen komen om eens met juffrouw Whittaker te spre ken vroeg dc schelle stem van een net gekleede dame van wie ik naderhand hoorde, dut zij zich van de Vereenig'ng voor lijkverbranding telde deze vereeniging ten vorigen jare 1745 leden. Om de reeds in een vroeger jaarverslag vermelde redenen richtte liet Bestuur ook in dit jaar geen adres aan Regeeringof Stil ten-Generaal, om hun medewerking te ver krijgen van een wettelijke regeling der facultatieve lijkverbranding hier te lande. Dit belette echter niet, dat de crematie- quaestie opnieuw in de Tweede Kamer ter sprake kwam, waarbij bleek, dat bij de tegenwoordige Regeering' geen principieel bezwaar tegen het toelaten van lijkverbranding bestond, maar dat zij een undereoek van de rechterlijke ambtenaren en van de ambtenaren der medische politie noodig achtte, alvorens voorstellen tan de Staten-Generaal te kunnen aanbieden. Donderdagnamiddag heeft de rechtbank te Utrecht uitspraak geuaan in de zaak van de Bank van leening. De ontslagen directeur M. F. C. Koch is schuldig verklaard en veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf, met bepaling dat de tijd door hem in preventieve hechtenis doorge bracht, bij de ten uitvoerlegging in minde ring zal worden gebracht. De boekhouder is vrijgesproken met last tot invrijheidstelling. Een schijnbaar nietige, maar toch voor geheel Nederland zeer belangrijke zaak werd voor eenige dagen voor de arrondissements rechtbank te Zutphen bphandeld. Het betrof de vraag of het gras enz. dat in waterleidingen van polders groeit, toebe hoort aan de eigenaren van gronden waar door die waterleidingen loopen, dan welaan de aannemers met het scnoonhouden dier waterleidingen belast. Een huurder van een stuk weiland aldaar had zich het gras en verdere onkruid uit een door dat land loopende waterleiding toegeëigend en is daarvoor door de recht bank gestraft met geldboete of gevangenis straf. (Die sloot is het privaté eigendom van den verhuurder, maar als waterleiding door den polder overgenomen). Hoofdzakelijk op grond dat het onkruid steeds voor het meerendeel door de aanne mers werd weggehaald, moet dit vonnis zijn gewezen, hoewel daardoor niet is uitgemaakt wie de eigenlijke rechthebbende is. Nu doen zich de volgende vragen voor: 1. Hoe moet de aannemer met die ruigten wegkomen, tenzij hij ze kan laten drijven tot aan een publieken weg? verbeeldde Bathseba te zijn. Hij maakte een beleefde buigiug voor mij, waarna hij op de dame toetrad. Poynter kwam bij mij terug en nam uiy n arm. „Wel, wat zeg je wel van hem?" vroeg hij mij. Zonder «nrzeling luidde mijn antwoord „llij ie een van de prettigste en intelligenste mannen, die ik ooit gesproken heb. Hoe komt hij toch hier, Ppynter? Hij ia even gek als jij of ik." „In zeker opzicht heb je gelijk, maar er ia (Sen punt waarop hij krankzinnig is. Hij ver beeldt zich de rijkste man van de wereld to zijn. Volgens deze o- ertuiging handelende, heeft hij de meeat excentrieke dingen uitgehaald ehè- ques geschreven voor sommen, die nooit bestaan nebben, tal van mensehen misleid, totdat zijn vrienden het ten laatste noodig oordeelden, hom hier op tc bergen. Maar ik heb hoop, dat hij wel weer zal horstellen hij is al veel boter dan toen hij hier kwam. Laat ons dit pad in slaan, dan komen wij hem weer tegen. Ik zie, dat hij daar juist staat te praten met die arme juffrouw Whittaker. Breng het onderwerp van geld maar eens ter sprake bij hem, terwijl ik wat met juffrouw Whittaker praat, en let dan eens op zijn antwoord." Wij hadden spoedig het pratend tweetal be reikt. Mijnheer Jephson was in oen gesprek ge wikkeld mot een zeer schoon meisje van een droevig uiterlijk. Hij trachtte haar blijkbaar op te v rooi ijken en zijn fijnbesneden gelaat drukte de meeste symphatie uit. „Hoe vaart u, juflronw Whittaker?" zeide Poynter, terwijl wij op bon toetraden. „Hta mij toe. dat ik u mijn vriend dokter Halifax 2. Hoelang mag hij ze in de graslanden laten liggen eer hij het weghaalt, of moeten de eigenaren van uie gronden rnaar gedogen, dat het daar geruimen tijd blijft liggen en soms nimmer wordt weggehaald Deze vragen dienon volgens het O. M. door een polderbestuur te worden beant woord. De Jqstitia hoeft zich thans do zaak-Neer bosch aangetrokken. De heer G. van Deth is door den rechter commissaris te Arnhem tegen morgenochtend half elf gedagvaard, ten einde getuigenis der waarheid af te leggon in zake de Weesin richting te Neerboscn. In de Zaterdag gehouden- zitting der Pro vinciale Staten van Utrecht is o. a. behandeld de aanvrage van de Maatschappij tot Bevorde ring van Fabrieks- on Handwerksnij verheid, afdeoling Utrecht, om een subsidie uit de provinciale geldmiddelen groot f2000, ten behoeve der in liet volgena jaar te Utrecht te houden Nijverheidstentoonstelling. Het voorstel van Ged. Staten om het subsidie niet tc verleenen werd met 27 tegen 11 stemmen aangenomen. Vrijdag is te Barnevold een vergadering gehouden over de verdeoling van de Maat schap Garderen, waaronder ook liet kamp hij Millingen behoort. Ieder geërfde werd in de gelegenheid gesteld aan het bestuur, dat met den rechter-commissaris, daarvoor door de rechtbank te Utrecht was aangewezen, zitting hield zijn goed recht kenbaar te maken. Zij die tot heden niet van hun recht bobben doen blijken, zijn nu voorgoed daarvan uit gesloten, daar uit de laatste zitting was voor de verdeeling. Het aantal markgenooten was ditmaal zóo groot, dat do zitting duurde van 's ochtends 10 tot 's namiddags 4 uur. De Napelsche Mattino bespreekt het optre den van Von Plener in hot Oostenrijksche Kabinet en zegt, dat Europa thans twee buitengewoon bekwame Ministers van Finan ciën telt: Plener en Piereon. Van den laatsten zegt het blad: In Nederland leeft Piereon, de bekwame theoreticus, op wiens plannen van belasting hervorming de oogen van letterlijk alle econo misten gevestigd zijn. Als een bewijs hoe de liefhebberij in het verzamelen van postzegels toeneemt, kan voorstel. Mijnheer Jephson, het spijt mij, dat ik u in uw gesprek moet storen, maar daar ik van avond op reis ga, verlangde ik eerst een paar woordjes met juffrouw Whittaker te spreken. Wilt u een eindje met mij oploopen, juffrouw Whittaker? Ik zal u maar een oogcnblikje op houden." Do lokter en het jonge meisje sloegen een van de vele beschaduwde paden in. Mijnheer Jephson slaakte een zucht, terwijl hij hen nakeek. „Arm, arm meisje." zeide hij; „ditis een van dc treurigste gevallen op deze ongelukkige plaats." „Toch ziet zij er volkomen normaal uit" ant woordde ik. B „Zij is ook normaal, daar ben ik vast van overtuigd. Vraag doktor Poynter maar eensom u haar geschiedenis te vertollen. Ach, hoe gaarne zou ik willen, dat het in myn macht stond, haar te helpen!" Zijn oogen schitterden, terwijl hij dat zeide, en een trek van innig modelijden vertoonde zich op zijn gelaat, Ik was er bijna vast van overtuigd, dat de man zelf normaal was, maar om my volkomen zekerheid te verschaffen, moest ik mijn vinger op de tcere plek leggen. „Veroorloof mij de opmerking," zeide ik, „dat het voor iemand van uw rijkdom een groote ontbering moet zijn om hier verblijf te houden." Toen ik dit zeide, veranderde zijn geluat als met een tooverslag. Hy trad dicht op mij toe, zag mij vast in de oogen en zeide: „Mijn waarde heer, uw opmerking is meer dan juist. Een man van myn buitengewonen rijkdom moet deze afzondering zeer zwaar ge voelen. Ik gevoel die om meer dan den reden gij zult bcgrijpun wat ik zeg. als ik u ver tel. dat myn inkomen meer bedraagt dan een millioen per minuut. Dat is een feit, ik ver zeker het u. Dikwijls heb ik er ernstig over gedacht om heel Engeland te koopen." llij sprak met klem van overtuiging, maar toch volkomen kalm en zijn oogen stonden nog geheel normaal in zijn hoofd. Ik wist evenwel, dat Poynter gelijk had, en haastte mij, het onderwerp van hot gesprek te veranderen. Wij volgden juffrouw Whittaker en Poynter op grooton afstand. Zij waren nu in een gedeelte van den tuin gekomen, rnarop verschillende paden uitliepen. Hier hieven zij staan om op ons te wachten. Juffrouw Whittaker sloeg haar oogen op, toon wy naderden, en richtte zo met een smeekenden blik op myn gelaat. Toen ik don blitc barer oogen ontmoette, ge voelde ik een levendige sympathie voor haar. Zy was oen zoor schoon meisje en hnar donker grijze oogen, die op den gewonen afstand van elkander verwilderd stonden, hadden de smee- kendo uitdrukking, die ik tot nogtoo alleen in do oogen van een hond had gezien. Haar lip- Ken waren prachtig gevormd en haar weelderig ruin haar omlijstte een zóo lief en zóo intelli gent geluat als ik ooit had gezien. In de oogen van (fo meeetc krankzinnigen ligt de eene of andere bijzondere uitdrukking, maar als ik ooit normale oogen gezien, dan waren het die van dezo ongelukkige, toen zy mij zoo smoekend aanzag." (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1893 | | pagina 1