Donderdag 7
Dec. 1893.
VIJFTIG JAREN.
Uit het dagboek tod eeo dokter.
No. 4308.
38e Jaargang.
Uitgave
fUKA A. H. VAN CLEEPF
te Amersfoort.
Dit blad verschijnt Maandag- en Donderdagnamiddag. Abonnement per 3 maanden 1.
Franco per post f\Ab, Advertentiën1B regels 60 Cents.; elke regel meer 10 Cents.
Gj'oote lettera naar plaatsruimte. Legale-, oflicieële- en 'jnteigeningsadvert. per regel
15 Cents. Reclames per regel 25 Cents. Afzonderlijke nummers 10 Cents.
Bij advertentiën buiten do stad worden de incasseeringskosten iu rekening gebracht.
Bureau
MUURHUIZEN
hoek Kortegracht, Wijk B. 60
Mat beleefden, aandrang verzoeken
wij H.H. advertenten, ons hunne
annonces TIJDIG zoo mogelijk
voor 2 uur des middags te doen
toekomen, opdat de uitgave van ons
blad niet to zeer vertraagd worde.
Wij herinneren er tevens aan, dat
ons blad omstreeks half zes van de
pers komt en in gewone gevallen te
ZEVEN UUR door de geheele stad
verspreid is.
kennisgevingen.
Op BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van AMERSFOORT.
Golft o[) art. 2<'4 der gemeentewet, gewijzigd
bij <io wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No.
1D2
Doen te weten, dat het '2e aanvullings-kohier
der plaatselijke directe belasting over het dienst
jaar 181):;, godL'ckftii'd door Gedeputeerde Staten
van Utrecht. in afschrift gedurende vijf maan
den op «do Secretarie dor gemeente voor een
ieder ter lezing ligt.
Amersfoort, «len 6. December 1893.
burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester.
F. 1). SCHIMMELDENNINOK.
De Secretaris,
W. L. SriIELTDS. -
Bijna zesduizend mochten hier reeds
Spelend loeren
Aldus een vers uit de Hulde en toespraak
door <le Directrice der ANNA PAULOWN A
15 W A A LtSC 110 0 L gisterochtend aau bet
Bestuur gebracht.
Welk een verbazend groot cijferwelk
een diepe zin ligt. in dat vers opgesloten;
welk een zegeningen heeft die school over
Amersfoort gebracht
Ter herinnering aan het 25-jarig be
staan van het Departement „Amersfoort"
der Maatschappij tot Nut van' t Algemeen
werd besloten een Bewaarschool te stich
ten „voor kinderen van den meer be-
hoeftigen stand, ten einde deze te ont-
Feuilleton.
5).
„Ik kan het mij niet goed meer herinneren,
maar ik geloof, dat U gisterenavond erg goed
voor mij is geweest, niet waar?" vroeg zij ter
wij! haar droeve oogon mij angstig aanstaarden.
„Natuurlijk deed ik voor u wat ik kon," ant
woordde ik. „liet was heel moedig var. u om
den brand te blussehen; gij hebt ons allen gered,
lfct was mijn plicht u te helpen."
„Nu herinner ik mij Tommy" zeide zij, met
een lichte huivering. „Tommy was van nacht
verschrikkelijk. Ik zal zijn gelaat niet spoedig
vergeten."
„Tracht daar maar niet aan te denken, zoide
ik. „Sluit uw oogon en laat uw geest zich met
aangenamer dingen bezighouden."
Zij huiverde.
„Wat zijn er dan voor aangename dingen in
dit gesticht?" antwoordde zij. „En, zooals gij
weet, lien ik hier levenslang opgesloten. Ik ben
pas dric-en-twintig jaar en hier voor mijn ge
heele loven
Er was niet de minste opwinding in haar
waar te nomen. Zelfs verhief zij haar stem geen
enkele maal, maar de diepe wanhoop, die uit
baar woorden sprak, deed mij een rilling door
de ziel gaan.
wikkelen en vatbaar te maken voor het
Lager onderwijs". De heeren H. E. van
Hoorn, P. A. ltomijn, L. Bousquet en H.
Versloot werden door het Departement,
aangewezen om zulk een school tot stand
te brengen. In Januari 1843 voor het
eerst saamgekomen, om te bespreken wat
hun te doen stond, konden zij reeds in
September daaraanvolgende verklaren,
dat de school kon worden opgericht.
Dit besluit werd genomen in het ver
trouwen op de toekomst maar zonder
veel zekerheid en de school zou dan ook
op kleine schaal beginnen. De commissie
kon aanvankelijk slechts rekenen op een
jaarlijksche bijdrage van f300, terwijl
de kosten f400 'sjaars beliepen.
In de eerste kosten was echter voor
zien door eenige giften, waaronder er
éen van Z. M. Willem I, groot 1100.
Den 6en December 1843 op den
jaardag van wijlen Z. M Willem II
werd de school geopend in het lokaal
aan de Muurlmizen B. 201. Aan haar
hoofd stond toen mej. Geertruida van
Eldik, het aantal leerlingen bedroeg 41,
19 jongens en 22 meisjes.
's Kouings Gemalin, wijlen H. M. Anna
Paulowna, beschikte goedgunstig op
het verzoek om de school naar Haar
te mogen noemen en zond bij het be
richt, dat Zij bet beschermvrouwschap
aanvaardde een gilt van f 100, met toe
zegging eener jaarlijksche toelage van ge
lijk bedrag.
De oprichters meenden hun mandaat
te mogen neerleggen, doch het Departe
ment benoemde hen tot vaste commissie.
Naarmate de school meer bekend
werd, nam het aantal leerlingen toe en
reeds 24 Juli 1844 wees li. M Anua
Paulowna bij H. D bezoek aan de
jeugdige inrichting op de geringe
ruimte welke het lokaal aanbood.
Eerst iu 1849 slaagde men er in een
geschikt gebouw te vindeu en aan te
koopen, dank vooral een gift van f'500
door de Koninklijke Beschermvrouw afge
staan; in November 1850 werd de
nieuwe school geopend. Het te kort op
de koopsom werd bovendien gedekt door
giften en door een rentelooze leening.
Het Nutsdepartenient maakte echter
„Vergeef mij, dat ik dat vergat," zeide ik.
„Te een of anderen tijd zult gij mij uw ge
schiedenis wel eens willer. vertellen. Intusschen
geef ik u de verzekering van mijn sympathie.
Doch nu moet ik weder op uw lichamelijken
toestand letten. Doen uw wonden u erge pijn?"
„Het laatste uur niet, maar ik gevoel mij erg
zwak en het is mij te moede, alsof ik ergens
heen drijf; het schijnt mij toe, alsof het met
mijn leven spoedig gedaan zal zijn."
„Zeg dat niet," hernam ik. „Op uw leeftijd is
het leven nog weinig meer dan een begin." En
door een opwelling gedreven, waaraan ik geen
weerstand vermocht te bieden, voegde ik erbij:
„Het is mijn erngstige wensch en wil om u te
helpen. Ik heb een gevoel, alsof er hier een
verschrikkelijke vergissing plaats heeft gehad.
Ik zou alles willen doen om uw onschuld te
bewijzen en uw ongekrenktheid van hersenen."
„Dank u," antwoordde zij. Haar oogen werden
een oogenblik vochtig zij wendde het hoofd af.
Juffrouw Hooper kwam nu de kamer weder
binnen en ik spoedde mij naar beneden.
Na het ontbijt sprak ik Jephson.
„Heeft u ooit gehoord van iemand, die Wal
ter Anderson heet?" vroeg ik hem. „Hij moet
dokter zijn."
„Alleen van juffrouw Whittaker," antwoordde
hij. „Wij weten allemaal dat hij haar grootste
vriend is."
„Ik zou wel eens wat meer van hem willen
weten", antwoordde ik.
Jephson richtte zijn oogen op mijn gelaat.
„Ik ben blij, dat gij zoo goecl voor dat arme
meisje wilt zijn," zeide hij.
„Ik wil niet alleen goed voor haar wezen
bezwaar om den aankoop te erkennen,
een tweeslachtige toestand ontstond tot
in 1861 de band tusscheu Departement
en School geheel verbroken werd en deze
laatste bij Kon. besluit van 14 Maart
1862 als rechtspersoon werd erkend.
Als bestuurders werden benoemd de
heeren H. E. van Hoorn, H. Versloot,
mr. A. G. Wyers, J. P. Schluiter en
mr. J. van der Leeuw.
Mej. Van Eldik bleef aan het hoofd der
school tot haar overlijden op 7 Augustus
1856; den len Februari 1857 aanvaardde
mej. Hendrika Maria Schermer de leiding.
Den len Maart 1865 trof de school
een zware slag door het overlijden van
haar Hooge Beschermvrouwe 11. M. Anna
Paulowna, met Wier dood ook de jaar
lijksche bijdrage ophield.
Doch waar de nood hoog was, was
hulp nabij.
In 1871 behaagde het wijlen Z. K. H.
Prins Hendrik het nadeelig saldo op de
rekening aan te zuiveren en een jaar
lijksche bijdrage van f 100 te verleenen;
in 1875 betaalde een welwillend ingeze
tene de groote kosten van het herstel der
werfmuur; in 1878 stelde een ander wel
doener de commissie in staat den tuin
naast de school aan te koopen.
Zoo vloeiden de giften toe en werd
het bestaan der school meer en meer
verzekerd.
Bijzondere vermelding verdient wel het
legaat van vrouwe E. C. A. de Louter
waardoor in 1884 het zoo doelmatige
speellokaal vroeger een open, tochtige
loods kon worden gebouwd
Maar ook mag langs deze wijze een
woord van dank worden gebracht aan de
zeer velen, die voor „de kinderkens
van Amersfoort" zoo heel veel deden
niet alleen aan de tegenwoordige Bescherm
vrouwe, mevr. J. M. Seheltus van Leus
den-- Fenema, aan mr. Van der Leeuw,
sedert meer dan 32 jaren Thesaurier, en
aan de leden van het Bestuur, maar
vooral ook aan den „vriendelijken Dames-
krans",
Hier te verkouden wat zij allen, allen
om strijd, hebben gedaan ter wille van
school en kinderen, zou ons te ver leiden
en te zeer achterstaan bij de gevoelvolle
maar ik ben zelfs van plan, te trachten, haar
hier vandaan te krijgen," antwoordde ik.
Jephson lachte.
„Die manier van spreken is al dikwijls op
Norfolk House gehoord," zeide hij. „Want op
Norfolk House is voor niemand iets onmogelijk
geen plan is te vermetel, geen daad te stout.
Maar u moet me niet kwalijk nemen, dat ik lach,
want dit is de eerste maal, dat ik een dokter
van het gesticht zulke heldhaftigheden hoor
verkondigen. U weet natuurlijk, onder welke
omstandigheden juffrouw Whittaker hier geko
men is?"
„Gij kent haar geschiedenis, niet waar luidde
mijn wedervraag.
„Ja, die ken ik."
„Kunt ge mij die in weinig woorden vertel
len
„In zoo weinig of zoo veel als ge wilt."
„Hoe minder woorden, hoe beter. Ik wil alleen
de feiten weten."
„Die kan ik u heel kort mededeelen. Juffrouw
Whittaker is uit Londen hier gekomen. Zij was
een lief en zedig meisje, maar erg zenuwachtig
van aard. Op een dag begaf zij zich naar het
huis van een man, met wien zij weinig gemeen
had, die haar, voor zooverre wij hebben kunnen
nagaan, nooit op eenigerlei wijze had beleedigd,
van wien zij oogenschijnlijk geen afkeer had en
wien zij geen klaar blij kelen wrok toedroeg; zij
drong in zijn zitkamer binnen en vuurde cl bout
poiiant een pistool op hem af."
„Doodde zij hein?" riep ik uit.
„Zij schoot hem door net hoofd; hij was
middellijk dood en juffrouw Whitthaker is hier
voor haar geheele leven. Het is een korte ge-
woorden gisterochtend door mej. Scher
mer tot hen gericht, tot hen en hun
voorgangsters en voorgangers.
„Leeft!" zoo klonk haar slotwoord
„Leeft tot zegen van Amersfoort, maar
vooral voor deze inrichting, die haar ont
staan en bloei dankt aan reine menschen-
liefde, die reeds zoovele grootouders,
vaders en moeders in hunne prille jeugd
tot vreugde was, en waar dagelijks 225
kleinen blijmoedig samen zjjn.
„De God van liefde en vrede wone in
deze plaats. Hij blijve met u en ods. Zijn
zegen omstrale tot in lengte van dagen
U, U allen en
De Anna Paulowna-Bewaarschool."
Gisteren werd het gouden feest der school
gevierd. De kleinen waren reeds om 9 uur
in «feestkiel" en «feestjurkjes" een ge
schenk van den «Dameski ans" ter gelegen
heid van St. Nicolaas in éen lokaal
vereenigd, wachtende op de dingen die komen
zouden.
Aan den ingang hadden de oud-leerlingen
een zeer fraaie versiering aangebracht, welke
later in een der lokalen zal worden opgehan
gen als blijvende berinnering aan ait feest
en oin der jeugd te toonen, dat weldaden
niet altijd vergeten worden.
De beide schoollokalen waren kwistig ver
sierd met vlaggedoek, groen on .bloemen;
aan de wanden prijkten, behalve het portret
van onze gehelde Koningin, herinneringen
aan de viering van liet 25-jarig bestaan, por
tretten van de oprichters en eerste bestuur-
deren, van oud-leerlingen, van mej. Van Eldik,
van vrouwe Fockema-De Louter, enz. enz.
Tegen 10 uur verzamelden zich de genoo-
digden ter bijwoning van het feest, onder
wie we opmerkten den heer Burgemeester,
de beide Wethouders en den heer Secretaris
der Gemeente met hun echtgenooten, de
Beschermvrouw, de leden van het Bestuur
en van den Darneskrans, mevrouw Burkens
Van Hoorn en een deputatie uit de oud
leerlingen, bestaande uit de heeren L. van
Aehterbergh, H. Heilygers en R. Cirkel.
De voorzitter des Bestuurs, de heer P.
Methorst, schetste in korte trekken de wor
dingsgeschiedenis der school, aan welke zijn
naam thans reeds in liet derde geslacht
verbonden is en dankte in hoogst vleiende
bewoordingen mej. Schermer voor Raar ijver
en toewijding nu reeds bijna 36 jaren aan
de school betoond en deed voorlezing van
het volgende schrijven
schiedenis maar ook is er bijna geen droeviger."
„Gelooft gij, dat zij het gedaan heeft?" vroeg ik.
„Ja, ik geloof, dat zij het gedaan heeft
de couranten gaven er destijds een volledig
verslag van en er waren verklari.igen van ge
tuigen. Juffrouw Whittaker werd voor den rechter
gebracht. Daar er geen enkele aanleiding tot de
misdaad had bestaan, werd deze beschouwd als
het gevolg van gevaarlijken waanzin. Juffrouw
Whittaker werd eerst naar het misdadigersge-
sticht gebracht, maar later is zij, door invloed
van haar vrienden, hier gekomen."
„Ik kar er geen kop of staart aan vastma
ken," riep ik uit. „Gelooft gij, dat dit lieve,
zoo zachtaardig uitziende meisje schuldig kan
zijn aan een vreeselijke misdaad en houdt gij
haar toch niet voor krankzinnig?"
„Zij is zoo normaal als gij zijt, mijnheer, dat
geloof ik."
„En kunt gij dan, dit geloovende, haar dulden?
Een vriend van haar zijn?"
„Ik houd zelfs veel van haar. Het feit is,
dokter, dat do oplossing dezer geschiedenis nog
niet gekomen is. Ik ben vast overtuigd, dat die
oplossing, als zij komt, juffrouw Whittaker niet
alleen zal schoonwasschen van elke verantwoor
delijkheid voor de misdaad, dat zij heeft begaan,
maar ook baar gezondheid van geest aan het
licht zal brengen."
„Nonsens, nonsens," zeide ik. „Als zij demis
daad pleegde, is zij gek of slecht. Gij zegt, dat
gij er van overtuigd zijt, dat 'zij, op den man
vuurde?"
(Wordt vervolgd.)