Donderdag 1
Maart. 1894.
No. 4323.
38e Jaargang.
FLEHITÉ.
IN EEN VALSTRIK.
Binnenland.
AlIERSFOORTSCHE COURANT.
Uitgave
FIRMA A. H. VAN CLEEFF
te Amersfoort.
Dit blad verschijnt Maandag- en Donderdagnamiddag. Abonnement per 3 maanden ƒ4.
Franco per post f 1.1b. Advertentiën1—6 regels 60 Cents.; elke regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, officieële- en onteigeningsadvert. per regel
15 Cents. Reclames per regel 25 Cents. Afzonderlijke nummers 10 Cents.
Bij advertentiën buiten dc atad worden de ineaaaeeringakoaten in rekening gebracht.
Bureau MUURHUIZEN
hoek Kortegracht, Wijk B. 60
Telephoonnummer 19.
HULPBANK TE AMERSFOORT.
Tot liet geven van gelden ter leen zal
eene Commissie uit het bestuur op MAAN
DAG den 5 MAART aanstaande, 'snamid.
van hale twee tot uai.f drie, zitting houden
in een der lokalen van het Raadhuis, alwaar
de belanghebbenden zich kunnen aanmelden
ook voor het teruggever van gelden.
HERM. 1'. VAN HASF.LEN,
Secretaris-Penningmeester.
Met verslag over 1893 van deze in 1878
opgerichte vereeniging is verschenen.
Voor de niet-ledon willen we daaruit
een en ander meedeelen èn omdat hetgeen
daarin vermeld wordt zeer belangrijk is èn
om de vereeniging, die uit den aard der zasik
bij liet. groote publiek tc weinig bekend is,
eenigszins meer te helpen bekend maken.
Dat nog niet iedereen weetwat liet
groote gebouw aan de Breedestraat bevat
bleek, sedert meer bekendheid werd gegeven
aan de gelegenheid om liet. Museum te be
zichtigen; niet minder dan 400 personen
maakten in 1893 van die gelegenheid ge
bruik, terwijl 0 Juni een groot aantal leer-
linden der Lagere scholen met hun onder
wijzers een bezoek brachten aan deze echt
Aiiiersfoortsehe verzamelingen.
Behalve liet bestuur telde de vereeniging
in liet vorige jaar 47 leden en 1 buitengewoon
lid; in den loop van het jaar traden 5 nieuwe
leden toe, terwijl 1 lid bedankte.
De verzamelingen zijn aanzienlijk uitge
breid, zoo door aankoop als door schenking,
terwijl verscheidene zeer belangrijke voor
werpen in bruikleen werden al gestaan; hoe
keurig alle voorwerpen, meest in zeer fraaie
vitrines, zijn tentoongesteld ga men zelf
eens zien.
En wat zeer zeker vermelding verdient
en een bezoek overwaard mag geacht worden,
is de keuken, aan welke nog wel een paar
kleinigheden ontbreken die het Museum
bestuur door schenking of bruikleen hmipt
te verkrijgen doch die overigens een ge
trouw beeld biedt van een hollandscbe keu
ken uit de 17e eeuw. In geen enkele ver
zameling van oudheden in ons vaderland
treft men zulk een geheel naar den eisch
De jiiarlijksche contributie bedraagt f5.per
sonen beneden de twintig jaren kunnen buitenge
woon lid worden, tegen betaling van f2.— per jaar.
I)e* vereeniging heeft ten doel: a. de uitbreiding
en instandhouding van haar Museum vau oud
heden; b. instandhouding en restauratie van oude
gehouwen, historische monumenten, enz.;c. bespre
king van oudheidkundige onderwerpen tot bevor
dering der kennis van geschiedenis en kunst.
Feuilleton
Naar het EngeUch.
8).
Klaarblijkelijk was zij zeer aan hem gehecht,
en toch had hij haar niet mooi behandeld. Zijn
gedrag om haar, hoeveel pijn hij ook geleden
mocht hebben, alleen in den schouwburg te laten
zitten, was niet iets, dat uien van een vader
tegenover een zóo lief meisje zou verwacht
hebben. Hij had zijn kind aan de kans bloot
gesteld om door den een of ander beleedigd te
worden. Waa-nn had hij dat gedaan? En
waarom had hij bewusteloosheid •"•orgewend
Hoe vreemd, ont nog maar het minste woord te
gebruiken, was deze manier geweest ora zijn
kind te behandelen? Hij had haar te verstaan
gegeven, dat hij aan epileptische toevallen leed,
maar in werkelijkheid was zijn kwaal angina
pectoris.
Plotseling sprong ik met een luiden uitroep op.
„Mijn God!" zeide ik tot mijzelf, „de man
kan niet aan angina pectoris lijden; daar wijzen
de verschijnselen niet op! Wat is er dan met
hem? Heeft hij dan die benauwdheid evenzeer
geveinsd als zijn bewusteloosheid? Hij heeft
ingericht vertrek.
Behalve de prentverzameling is ook de
bibliotheek zeer uitgebreid, zoowel wat boe
ken over Amersfoort en omstreken betreft
als werken over Oldenbarne/elt en van
Amersfoortsche schrijvers.
In de bijlagen het gedeelte van het
verslag, dat in tegenstelling met de dorre
opsomming van de verschillende faicts et ges
tes in het genootschappelijk jaar en de korte
aanduiding der aanwinsten zeer lezenswaar
dig is wordt in de eerste plaats het onder
zoek van de Pyramide van Austerlitz herdacht.
Doze herinnering sluit met de niet onduide
lijke verzuchting: »In het Rijks-Museum te
Amsterdam berusten thans de overblijfselen,
die zóo lang, haast in de onmiddellijke na-
hijheid van onze stad verborgen zijn geweest."
De volgende bijlage handelt over de ge
denkpenning van het korps Rijdende artil
lerie.
In een derde worden eenige nieuwe bijzon
derheden medegedeeld omtrent Godefridus
Versteegh, den Amerfoortschen upoeët en
eeraten Medicijn" wien we verleden jaar
eenige regelen wijdden.
Onder meer wordt daarin meegedeeld, dat
Versteegh na 7 Maart 1579 niet meer tot de
regeerderen der stad behoorde en 19 Decem
ber vergunning kreeg zich te Nijmegen te
vestigen; ook blijkt, dat, behalve Gillis
Sadeler, I van Leypolt zijn portret graveerde.
Dit laatste portret is thans in het Museum.
Dan volgen een beschrijving van den tocht
naar de tumuli te Putten; eenige hoogst
lezenswaardige aanteekeningen omtrent het
Sint Aagtenklooster, en de afdeeling «Amers
foort" van het Meialen kruis.
Van geheel anderen tijd spreekt de vol
gende bijlage, geheel gewijd aan den Slaper
dijk, terwijl daarna de Stads-tcekenscnool,
herinuerd wordt en de fraaie, zich in het
Museum bevindende, glazen bekers en de
stadszegels worden besproken.
Als aanhangsel eindelijk deelt de geleerde
voorzitter des genootschaps, eenige bijzonder
heden mede omtrent Kalckruyter.
Het verslag is dit jaar in grooter oplaag
gedrukt en zal ook onder niet-leden worden
verspreid.
Wie de geschiedenis van de stad zijner
inwoning ter harte gaat, zal weldoen het te
lezen. Moge die lezing er toe strekken de
kennismaking met Flehité te doen voortzetten
en moge daardoor het Museum worden wat
het, door veler medewerking zoo licht wor
den kan, het historisch beeld van onze goede
stad.
zeker een manie."
Maar ik kon zelf haast niet gelooven, dat dit
zoo was. Ik was er bijna zeker van, dat zijn
pijn niet voorgewend was. Dat kronkelen was
zóo natuurlijk en zulk een doodeljjke bleekheid
kon men toch ook maar niet aannemen, als men
wilde. Het geval begon mij al bijzonder te
interesseeren. Ik verlangde er hartelijk naar
dat de knecht mocht terugkomen; dan zou ik
mijn zonderlingen patiënt weer eens te zien
krijgen.
Na een poos begon ik in mijn rusteloosheid
door de kamer op en neer te loopen. Het was
een groote, ruime kamer, van den zolder tot den
grond van boekenkasten voorzien, die alle ge
vuld waren met prachtig gebonden boeken. Ge
woonlijk hebben boeken een prettig aanzien,
maar om een reden, die ik mij niet kon ver
klaren, hadden deze dat niet.
Toch wilde ik. om den tijd te dooden, er wel
eens een inzien en ik trad op een uitgave van
do werken van Dickons toe, met hot plan om er
Marten (huzzleuitz uit te nemen. Ik pakte het
boek beet en wilde het uit dekast nemen. Maar
tot mijn verbazing zag ik, dat dit boek, en al de
andere ook, slechts looze banden waren. De
kamer, die er uitzag alsof zij met de beste litte
ratuur gevuld was, bevatte geen letter druks.
Ik ging weer zitten. Het souper op de tafel
prikkelde niet in het minst mijn eetlust de
champagne kon mij niet hekoren. Op den
schoorsteenmantel stond een verleidelijk kistje
De Minister van Marine brengt ter ken
nis, dat in dit jaar hij het Koninklijk Insti
tuut voor de Marine te Willemsoord, na ver
gelijkend examen, achttien jongelingen kunnen
worden geplaatst als adelborst voor den
zeedienst.
Tot bedoeld examen kunnen worden toe
gelaten jongelieden, Nederlanders zijnde,
geboren tusscben 1 September 4877 en 1
September 4880.
Het examen wordt afgenomen te 's-Gra-
venhago: het schriftelijke gedeelte op 48 en
49 Mei, liet mondelinge op 41 Juni en
volgende dagen.
De Minister brengt tevens ter kennis, dat
in dit jaar vijf jongelieden kunnen geplaatst
worden als adspirant-administrateur bij de
Koninklijke Nederlandsche zeemacht.
Tot het vergelijkend examen worden toe
gelaten jongelieden, Nederlander zijnde, die
geboren zijn tusschen 4 September 4876 en
1 September 1878.
Ook dit examen wordt afgenomen te
's-Gravenhagehet schriftelijke gedeelte op
20 en 21 Juli. het mondelinge op 27 Juli en
volgende dagen.
Zie voorts Staatscourant no. 49.
Het komt meermalen voor, dat uit het
buitenland, met verzoek om opgave van
meer volledig adres worden terug ontvangen
brieven en andere stukken voor niat alge-
meene bekende plaatsen waarop nevens den
naam van den geadresseei-de, alleen de plaats
van bestemming is vermeld, zonder aandui
ding in welk land, welke provincie of land
streek die plaats gelegen is. De overkomst
dier brieven en stukken wordt daardoor zeer
vertraagd.
Aan het publiek wordt daarom door den
Directeur-generaal der posterijen dringend
aanbevolen om op brieven en andere stukken
voor kleine plaatsen in bet buitenland ot
voor plaatsen, waarvan er meer denzelfden
naam dragen, bij den plaatsnaam steeds aan
te wijzen in welk land, welke provincie of
landstreek de plaats gelegen is.
Overigens is bet zeer wenscbelijk om de
plaatsnamen op brieven voor bet buitenland
bestemd te schrijven zooals zij in bet land
van bestemming geschreven worden, bij
voorbeeld Wien en niet Weenen.
Wenscbelijk is het: doch mogelijl
't is toch niet van iedereen te vorderen
dat bij de talen kent van de landen waar
mede bij correspondeert; Hongaarsch en
Russisch bijvoorbeeld.
W. F. A. GROENHUIZEN,
Havik, hoek Lavmdelttraal.
HORLOGE- eu INSTRUMENTMAKER.
sigaren, maar ik was niet gestemd tot rooken.
Ik nam het besluit, dat ik, als de knecht nu
nog veel langer wegbleef, de deur zou openen,
Miss Whitby roepen en haar zeggen, dat ikzelf
naar den apotheker zou gaan om de medicijn
te halen, die noodig was om mijn patiënt te
verlichten. Ik gevoelde, dat beweging onont
beerlijk voor mij begon te worden, want de
doodschheid van het huis en het zonderlinge
van dit heele avontuur begonnen op mijn zenu
wen te werken.
Plotseling werd ik, terwijl ik in mijn luien
stoel zat, een zonderlingen, eigenaardigen reuk
gewaar. Ontsteld sprong ik op, snelde naar het
venster en trachtte dat open te schuiven. Maar
ik ontdekte, dat het van boven tot onder een
stevig raam was en dat er geen beweging in te
krijgen was. In 't kort, het was een venster,
dat niet open ging. Ik probeerde een ander
raam met hetzelfde succes." Intusschen werd de
reuk steeds sterker het steeg mij naar het
hoofd en maakte mij duizelig.
Wat beteekende dat? Was ik hier in een
val gelokt. Was mijn leven in gevaar? Stond
er misschien een van de kamers beneden in
brand? Ja, dat was waarschijnlijk de oplossing
van het raadsel een kamer van het oude
huis was in brand geraakt en Leonora Whitby
Een inzender schrijft aan De Amsterdam'
„De gevangenissen zijn propvol. Ver
scheidene geronnisten loopen vrij rond,
wachtend tot anderen ruimte voor hen maken.
Men denkt er reeds over, de bestaande ge
vangenissen te vergroot en of' er nieuwe bij
te Bouwen, alles om hen, die zich aan de
wet vergrepen, tot doodeters te maken, die
bovendien aoor hun goedkoopen arbeid, den
nijveren handelsstand zware comcurrentie
aandoen.
Is er dan geen beter weg Zou Nederland,
de tweede koloniale mogendheid, daar niets
anders op kunnen vinden
Frankrijk, Engeland en Rusland hebben
hun strafkolonies; waarom kan Nederland ze
niet hebben? De wet voorziet er niet in;
welnu, dan een wet er voor gemaakt!
I-aat de regeering een verlaten, geïsoleerd
liggende plantage feu die zijn er genoeg) in
Suriname koopen, en daar door de gedepor-
reerden land bouw-arbeid laten verrichten
onder toezicht van een bekwamen directeur,
flinke opzichtei's en een detachement mare
chaussee.
Allen, die thans drie of meer jaren moeten
„zitten," worden alsdan gedeporteerd. Levens
lang gestraften zouden, wanneer ze goed op
passen, iu de nabijheid der plantage een
stukje «rond met woning kunnen betrekken,
en (lit later in zekeren zin als hun eigendom
beschouwen (natuurlijk steeds onder politie
toezicht.)
Op deze of dergelijke manier zou er in de
eerste plaats een aébouché komen voor wat
we thans aan veroordeelden te veel hebben
(le gestraften zouden nuttig werk verrichten
en niet zooals nu, als concurrenten optreden
voor hen, die huri den kost geven (de be-
lastingbetalenden) en last not least, de schat
kist zon er niet weinig mee gebaat zijn.
Oorlogsbodems die voor „vlagvertoon"
een reis maken, zouden allicht voor het
transport der gedeporteerden zeer geschikt
zijn. Dat is een goedkoope en secure manier
van reizen voor die heeren."
Het plan is zeker zeer goed; doch de uit
voering zal nog wel eentgen tijd op zich
laten wachten.
De arrondissements rechtbank te Araster
dam deed Dinsdag uitspraak in de zaak van
hen die beschuldigd waren op den Tweeden
Keratdag 11. met vereenigde krachten open
baar geweld te hebben gepleegd tegen de
politie.
In haar vonnis deed de rechtbank uitko
men, dat het optreden der politie bij de
bekende botsing met de werkloozen ongemo
tiveerd en, daar de charge niet werd voor-
en haar vader wisten er niets van. Ik had een
voorbijgaand gevoel van verlichting, terwyldeze
gedachte bij trui opkwam, en waggelde toen
meer naar de deur dan dat ik liep. De reuk,
die mij in den neus drong, geleek op brand
lucht, maar toch was er iets bijzonders aan.
Het werd niet door gewoon vuur veroorzaakt.
Ik bereikte de deur en draaide de kruk om.
Ik snakte naar mijn adem en gevoelde, dat ik
geen ooger.blik moest laten verloren gaan om
in de frissche lucht te komen. Flink draaide
ik den ivoren knop om. Hij draaide rond, heele-
maal rond, maar de deur ging niet open.
Ik was opgesloten ik werd bedwelmd. Ik
voelde mijn hart slaan en mijn slapen als mokers
kloppen.
In dit wanhopig oogenblik zag ik tot mijn
verlichting een onverwachten uitweg. Er was
nog. een andere deur in de kamer. Deze deur
was er klaarblijkelijk niet op ingericht om ge
zien te worden, want zij bestond geheel uit
valsche boeken en als zij gesloten was, kon men
haar niet zien. Ik zag haar nu, omdat ze heel
eventjes aan stond. Ik snelde er heen, trapte
haar open en trad een andere kamer binnen.
Daar bereikte mijn angst zijn hoogtepunt. Op
den grond lag een man in avondtoilet uitge
strekt, volkomen bewusteloos en waarschijnlijk
dood. Ik waggelde naar hem toe
van hetgeen daarna gebeurde, herinner ik roij
niets meer.
(Slof volgt).