De stam der Driehonderd pieken.
Stadsnieuws
Nuar aanleiding hiervan, maakt mevrouw
H. M. Ie Grand-Goudschaal bekend, dat zij
de commies is, die zoo behandeld wordt, en
doet een beroep op het rechtvaardigheids
gevoel der Neacrlandsche natie tegen een
ver strekkende willekeur van den tegen-
woordigen Minister van W. H. en N.
Staatsblad no. 55 bevat het Kon. besluit
van den 13 April 1894, tot vaststelling van
de formulieren der beschrijvingsbiljetten voor
de belasting op bedrijfs- en andere inkomsten.
De formulieren zijn afgedrukt in de Staats
courant van heden, welke dan ook niet minder
dan tien bijbladen heeft.
Bij Kon. besluit is bepaald, dat aan de
gezichtsscherpte van de candidaten voor het
Reservekader minder zware eischen kunnen
gesteld worden dan voor den milicien en den
vrijwilliger.
Door den Minister van Oorlog is bepaald,
dat de jongelieden, die zich bij het Reserve
kader wenschen te verbinden en zich in een
garnizoensplaats bevinden alsnog gedurende
de maanden Mei en Juni onderricht in den
wapenhandel kunnen bekomen. Zij kunnen
zich tot het ontvangen van dat onderricht
wenden tot den commandant van het korps
of tot den officier, in hun woonplaats, met
de leiding der vrijwillige oefeningen in den
wapenhandel belast.
Men zegt, dat het plan bestaat om de
Koloniale reserve van Nijmegen te verleggen
naar Grave, waar vele gebouwen, vroeger
door ile bezetting bewoond, ledig staan. De
oorzaak is gelegen in de vele gelegenheden
tot uitspattingen, welke Nijmegen biedt, en
de nabijheid der Duitsche grenzen, waardoor
de desertion vergemakkelijkt worden en her
haaldelijk voorkomen. Bovendien biedt Grave
schoone gelegenheid tot exercitie, zoowel te
land als te water.
Aangaande den estafette-rit Maastricht
Den Haag wordt gemeld, dat bij een volkomen
succes had.
De militaire wielrijders hadden soms duch
tig te kampen met den feilen Noordenwind
en deze, en een onweersbui, brachten bijna
anderhalf uur vertraging.
Couvee, die den heelen afstand reed en
Zaterdagochtend om half vier uit Maastricht
vertrok, kwam Zaterdagavond om 9 uur in
Den Haag.
De order, door Fe andere wielrijders over
genomen. werd door Netscher reeds te half
zeven ter hand gesteld aan den plaatselijken
commandant der Residentie.
De heer Th. C. M. Mensiug, kwam aan
het Vaderland de mededeeling doen, dat hij
het vraagstuk meent te hebben opgelost, om
schepen van hoog in laag water te doen
varen en omgekeerd, zonder dat het tijdroo-
vende «schutten" noodig is.
Meer wilde hij van zijn uitvinding niet
zeggenwat zijn recht is.
De bevolking van de provincie Utrecht
bedroeg op 1 Januari van dit jaar 224 007.
Donderdag was een talrijk publiek opge
komen om van de uitspraak inzake De Jong
voor diens oplichting getuige te zijn; de
publieke tribune der Amsterdamsche recht
bank was stampvol en ook vele gereserveerde
plaatsen in de audiëntie-zaal en de advoca-
tenbanken waren bezet.
De Jong werd tegelijk met een anderen
beklaagde door twee veldwachters binnen
geleid; hij was gekleed in een grijs fantasie
kostuum en had een hagelwit boord om.
Met veerkrachtigen tred stapte hij de ge
rechtszaal binnen; bij had den lachenden
Feuilleton
Naar het Engelteh,
van
CHARLES J. MANSFORD.
8b) SLOT.
Van onze schuilplaats, in de schaduw van den
verwoesten paleismuur, zagen wjj een gedeelte van
den stain met hun gevangene langzaam over de brug
komen. Wij merkten op, dat zij een grooten voorraad
buit bij zich hadden. Geraasloos slopen zij op onze
tent aan en omsingelden die. Natuurlijk vonden zij
haar ledig. Klaarblijkelijk stonden zij nog in be
raad, wat nu te doen, toen éen hunner over het
lijk van den bergbewoner Btruikeldc, dien ik neer
had geschoten. Een woeste kreet riep de anderen
onmiddellijk om het lijk heen en gedurende eenige
oogenblikken hielden zij krijgsraad. Uit hun bewe
gingen meenden wij te kunnen opmaken, dat zij
het waarschijnlijk achtten, dat wjj ae vlakte in ge
vlucht waren, want zjj deden geen verdere pogingen
om ons op te sporen, maar besloten klaarblijkelijk,
den dood van hun kameraad te wreken door hun
gevangene te vermoorden. Terwjjl de rest van de
bende de vlakte opging, keerden er twee hunner
naar do kalksteenon brug terug, die de rivier over-
rnde. Hun plan doorziende, kropen Denviers en
door het hooge gras en onder beschurming van
de boomen aan den oever, behoedzaam naar hen toe.
Van boom tot boom slopen wy voort, met het
geweer in de hand, totdat wy op twintig meter
afstand vun hen atilhielden, verbaasd over het ge
drag der bergbewoners, die hun tegenstrevende ge
vangene naar den rand van de brug sleepten.
trek op zijn gelaat nog niet verloren; naar
zijn uiterlijk te oordeelen verwachtte hij of
een lichte straf bf vrijspraak. Gedurende de
voorlezing van het vonnis lachtte hij meer
malen schamper en toen hij den president,
mr. Wichers Hoeth, de woorden hoorde
uitspreken: »dat hij (De Jong) eenvoudig
als hoornblazer bij het Nederlandseh Indisch
leger heeft gediend en als zoodanig is ge-
pasporteerd geworden," schudde hij het hoofd
ten teeken van ontkenning.
Bij het hooren uitspreken van de straf (4
jaar, met aftrek van de 7 maanden in pre
ventive hechtenis doorgebracht), deed De
Jong moeite om de lachende uitdrukking op
zijn gelaat te bewaren. Weldra echter, terwijl
het veroordeelend vonnis van den volgenden
beklaagde werd voorgelezen, plooide een
ernstiger trek zijn gelaat. Als een laatste
poging om zijn brutale houding consequent
vol te houden, dekte hij, terwijl hij naar de
cel went teruggeleid, het hoofd, en nam den
hoogen hoed eerst af op herhaald bevel van
den president.
Bij al zijn brutaliteit maakte hij zich nog
aan woordbreuk schuldig. Immers hij beeft
vroeger beloofd om, als zijn zaak diende, de
verblijfplaats der beide verdwenen vrouwen
te zullen noemen, en hij deed het niet.
De verdediger, mr. Lamberts Hurrelbrinck,
heeft aanstonds appel aangeteekend.
De instructie in de zaak der valsche bank
biljetten is gesloten. De zaak zal in de
volgende maand, waarschijnlijk Dinsdag 14
Mei, voor de 4e kamer der arrondissements
rechtbank te Amsterdam in behandeling
komen.
Volgens de acte van beschuldiging zijn
aangemaakt 700 valsche bankbiljetten van
flOO,—ongeveer 470 van 1'200,— en ruim
300 van f300,—.
Wie als verdedigers zullen optreden, is
nog niet met zekerheid bepaald.
De »bom" in de gang der Hoogere Burger
school te Nijmegen is gebleken weinig meer
te zijn geweest dan een stuk bamboe waarin
eenig kruit.
De leerling der derde klasse, die de ove
rigens zeer afkeurenswaardige Aprilgrap
wilde uithalen, door in den corridor een
miniatuur-ontploffing te veroorzaken, is voor
veertien dagen van de school verwijderd.
Jaarlijks worden in ons land gemiddeld
5000 meer jongens dan meisjes geboren.
Tegenover dit grootere geboorte-cijfer
staat echter weder een belangrijk grootere
sterfte bij de jonggeboren kinderen van het
mannelijk geslacht, en dit grootere levens
gevaar voor de jongens openbaart zich reeds
in het cijfer der kinderen, die als levenloos
geboren worden aangegeven.
Reeds herhaaldelijk is gewaarschuwd tegen
het lichtvaardig aangaan van verbintenissen
door Nederlandsche werklieden voor arbeid
buitenslands. Thans heeft de burgemeester
der gemeente Dinxperloo bij openbare afkon
diging bekend gemaakt:
dat 't herhaaldelijk voorkomt dat Neder
landsche werklieden door berichten in de
nieuwsbladen of door daartoe uitgezonden
agenten, soms met verstrekking van reisgeld
voor de heenreis naar Duitscbïand, ten be
hoeve vaniodustrieeleondernemingen worden
gelokt, terwijl bij hun aankomst ter plaatse
blijkt, dat zij daar niet gebruikt kunnen
worden
dat het daarom geraden voorkomt, dat die
werklieden, alvorens op zulke berichten en
voorspiegelingen der agenten af te gaan, óf
zelf of door tusschdhkomst van den burge
meester hunner woonplaats zich tot oen
Nederlandschen consul in die streek, waar
Wy keken naar de bruisende wateren van de
twintig voet lager gelegen rivier, die dagelijks lang
zaam steeg, want de tijd van overstrooming waa dicht
ophanden. Een oogenblik zagen wij het door augst
verwrongen gelaat eener vrouw in het maanlicht
en hoorden haar bloedverstyvenden noodkreet; toen
knalde Denvier's geweer en een der bergbewoners
liet zyn prooi los. Vóór Denviers een tweede schot
kon lossen, had de andere bergbewoner de vrouw
vastgegrepen en haar van de brug geworpen.
„Vlug! Naar de rivier!" schreeuwde Denviers,
toen wij haar lichaam in het water hoorde plompen.
Wij kropen den steilen oever af, ons vasthoudend
aan de knoestige boomen, die in de uithollingen
van den rotsigen grond groeiden. Wjj keken onder
zoekend over den ziedenden stroom en zagen in
het midden het gelaat en het hoofdhaar vau een
vrouw snel voortdrijven; te vergeefs trachtte zij zich
vast te klemmen aan de ruwe rotsblokken, die uit
het water oprezen.
„Spring in de boot en wacht tot ik bij je ben 1"
schreeuwde Denviers, en vóór ik goed begreep wat
hij van plan was, had hjj zyn geweer weggeworpen
en Bprong hals over kop in het schuimende water.
Ik zag hem uit alle macht tegen den sterken stroom
worstelen, want de rotsen in het water beletten,
dat de vrouw naar ons toedreef en dreigden haar
te dooden, daar zij er herhaaldelijk met kracht
tegen aan werd geworpen. Ik spoedde mij naar de
plaats, waar onze boot lag, en haar van wal duwende,
keek ik scherp uit, in de hoop Denviers nog levend
te zullen zien, als zijn lichaam naar mij toedreef.
Ik roeide uit alle macht tegen den stroom op en
slaagde er in te beletten, dat do boot door het
water werd raedegesleurd. Een paar minuten later
zag ik, dat mijn vriend do vrouw tussolien de rots
blokken uit had weten te trekken en nu naar de
plaats zwom, wnar ik hein mot zijn last in angstige
spanning verbeidde. Het water sloeg met ruw ge
weld tegen de boot nan, toen ik haar in het midden
van den bruisenden strooni bracht. Denviers kwam
de ondernemingen zich bevinden, wenden
omtrent de vooruitzichten in het bekomen
van werk, de loonen en de huurprijzen dei-
woningen aldaar.
Woendagavond om 9.49 stapten te Delden
in den trein naar Hengeloo een heer en dame.
Toen men te Hengeloo kwam, bleek dat hei
den zich vergiftigd hadden. De heer leefde
by aankomst nog even, doch gaf spoedig
den geest.
Men weet niet wie de ongelukkigen zijn,
noch waar zij thuis hooren.
In Escbaren (by Gennep) vond het vol
gende treurig voorval plaats. Een jongmensen
uit die gemeent zekere B., begaf zich met
zijn bruid naar het raadhuis om het voor
genomen huwelijk te doen voltrekken. Pas
waren de formaliteiten aangevangen of de
bruidegom zakte in elkander en klaagde over
hevige pijnen in de ingewanden, zoodat hel
zoo jammerlijk gestoorde huwelijk eerst kon
worden voltrokken, nadat de crisis tot be
daren was gekomen. Na sluiting van het
huwelijk kreeg de man een tweeden aanval,
zoodat men besloot hem in een naburig
huis onder dak te brengen en geneeskundige
hulp in te roepen. Het mocht echter niet
batennog dien zelfden middag overleed hij.
Te Alfen a/d Rijn weigerden dezer dagen
een boerenvrouw en haar zoons, nadat de
huur was verstreken, een 'boerenwoning te
ontruimen. Den eigenaar, die tegen de kosten
eener gerechtelijke ontruiming opzag, werd de
raad gegeven, zijn eigen rechter te zijn, en
wel in dier voege, dat hij gebruik zou maken
van debrandspuit. Spoedig werd deze
rand uitgevoerd, de spuitgasten togen aan
het werk, en de woning en haar bewoners
werden (link bespoten. Dezen, op zulk een
een koele bejegening van den eigenaar niet
geprepareerd, verlieten nu spoedig met hun
goed, het wederrechtelijk door hen bezeten
perceel.
Wij moge niet verhelen, zegt de Amst., dat
de bovenbeschreven practijk ons vrij be
denkelijk voorkomt.
Wanneer onze burgerlijke rechtsvordering
te kostbaar en te omslachtig is dan dient
daarin verandering te worden gebracht, maar
dit geeft nog aan niemand de vrijheid, zijn
eigen rechter te zijn.
Te bedenkelijker komt ons de zaak voor,
omdat tot dit eigenmachtig optreden in casu
de medewerking schijnt te zijn verleend van
het gemeentebestuur, want zonder zijn toe
stemming zal toch niet over de brandspuit
kunnen zijn beschikt.
Het schijnt dus niet overbodig, dat van
hoogerhand aan de betrokken gemeentelijke
autoriteit eens worde herinnerd, dat elk Ne
derlander volgens de Grondwet zijn rechter
heeft, waarvan hij niet mag worden afgetrok
ken, en dat de brandspuit in onze burgerlijke
procedure een onbekend element is en moet
blijven.
In verband met de Antwerpsche tentoon
stellingen worden aan jonge meisjes vele
aanbiedingen gedaan van verschillende voor
deel ige betrekkingen, dikwerf onder goed
klinkende namen, maar meestal met bedoe
lingen, die de meisjes kunnen schaden.
Men ga er niet te spoedig op in, doch vrage
inlichtingen.
Als een gevolg der invoering van den
rniddel-Europeeschen tijd in Duitschland
wordt gemeld, dat het gasverbruik aan de
gasfabrieken te Dortmund en te Hagen ruim
5 pet. verminderde.
Te Keulen heeft het minder verbruik van
gas de stad het voordeel opgelevex-d, dat de
bouw van een nieuwe gasfabriek geheel
overbodig wordt.
W. F. A. GROENHUIZEN,
Havik, hoek Lavendeltlraat.
HORLOGE- en INSTRUMENTMAKER
op mjj aandrijven. Ik strekte de armen buiten
boord om hem van zijn last te bevrjjdeu, en hoewel
Denviers bijna geheel was uitgeput, wendde hjj
toen nog een laatste krachtsinspanning aan en
duwde de vrouw naar my toe. Ik trok haar in de
boot, juist op hot oogenblik dat haar redder zonk.
Met een snellen, stevigen greep pakte ik mijn vriend
beet en trok hem eveneens in de boot, en het
duurde niet lang, of ik smaakte de voldoening, hen
beiden lot bewustzijn te zien terugkeeren.
Ik liet nu de boot met den strooni meedrijven
en stuurde haar op den rotsigen rivieroever aan;
toen ik op eenigen afstand oen gunstig lnndings-
plaatsje ontdekte, bracht ik haar met een paar riem-
slageu aan wal. Denviers bleef met de vrouw, die
hij gered had, in de boot zitten, en ik klont den
oever op en bevond, dat do bergbewoners gelukkig
niet waren teruggekeerd, hoewol wy dit nu den
knal van Denvier's geweer wol verwacht hadden.
Daarop gaf ik mjjn vriend een teeken. dat alles
veilig was, en hy klom, mot de vrouw in zyn armen,
den steilen oever op.
Wy spreidden haar een bed van huiden on lieten
haar in de tent achter, waar Denviers haar heen
had gebracht; daufbp spoedden wjj ons naar Hassan,
die nog altjjd do wacht hield bij de twee gevangenen.
Toon de Arabier het stoutmoedige waagstuk van
Denviers vernam, drong hij er sterk hij ons op aan,
dat wjj onze gevangenon tor dood zouden brengen,
als oen waarschuwing aan den stam, dat luin wan
daden niet nllijd ongestraft konden bljjven. Ten
antwoord nam Denviers den Arabier hot pistool uit
de hand, en daarop keerden wjj naar onze tont
terug, waarvoor wij ons tot het aanbreken van den
dag te slapen legden,
Toen de vrouw in de tont den volgenden ochtend
De Directeur van het Postkantoor alhier
maakt bekend, dat van 1 Mei e. k. de Bus-
lichtingen aim bet kantoor voor de verzen
ding der Spoortreinen zullen geschieden als
volgt
Spoortfid (20 minuten achter b\j den plaatse
lijken tijd).
Richting AMSTERDAM.
740 7.50, 40.20, 44.35, 4.25,4.50,5.20,7.—,
8.45] 9.45.
Richting ZUTPHEN.
7.10, 44.— 2.45, 0.30, 8.50.
Richting UTRECHT.
7.40, 10.20, 14.40, 1.50, 4.35, 7.30, 9.15.
Richting ZWOLLE.
7.30, 9.—, 14.—, 5.—, 0.30, 9.15.
Rictiting NIJMEGEN.
7.45, 42.20, 8.45.
Lichting der Buitenbussen.
0.30, 9.—, 12.55, 4.—, en 8.45.
(beide laatste op Zou- en Feestdagen niet.)
Op Zon- en Feestdagen is het Kantoor o.a.
geopend van 7.45—8 uur 'sav. uitsluitend tot
het afhalen van Brieven, enz.
De uitgifte der tijdsbepalingen zal spoedig
worden aangekondigd.
De Directeur
C. SM1TT.
Amersfoort, 30 April 4894.
LIEFDADIGHEID.
Tot het geven van inlichtingen aan Dep ar-
tementshoofden, Wij kbezoekers
en Belangstellenden zal bet Centraal-
bureau DINSDAG den 1 Mei 's middags
van hai.f vier tot half vijf uur zitting
houden in een der lokalen van het Raadhuis.
Zij, die op dat uur verhinderd zijn, kunnen
dagelijks tot 12 uür inlichtingen bekomen bij
den Secretaris-Boekhouder
G. F. MEZGER.
Zuidsingel, 273.
Men verzoek ons de aandacht er op te
vestigen, dat de Minister van Oorlog een
schrijven gerichtlieefttotdeverschilendeauto-
riteiten van het leger, waarin wordt kennis
gegeven van en de aandacht gevestigd op
de aanbieding aan Z.E. door den heer H. A,
van Bekkutn, Kampstraat alhier, omtrent de
levering van naphtaline en vaseline aan het
leger, tegen den prijs van respectievelijk 1'0.25
en f0.325 per K.G.. bij levering te Amers
foort, en van f'0.26 en 10.34 per K.G., by
levering aan korpsen buiten Amersfoort.
Luitenant J. M. Benteyn, van het 2e
regiment huzaren, thans gedetacheerd by de
Rijschool alhier, wordt 4 October van die
detacheering ontheven en keert naar zijn
korps terug.
Aan het jongste examen voor sergeant-
majoor hebben voldaan de volgende onder
officieren van het 5o regiment infanterie:
sergeanten-majoor-titulair Van Schouwen
burg, Ozinga, Meijer, B. J. van Aken en C. J.
van Aken sergeauten-onderwijzer Schicken-
dantz en Kuijntjes; sergeanten Verschoor en
De Bruijn en fouriers Mostert en Castein,
allen hier in garnizoen.
Morgen worden 45 miliciens der liohfing
4894 van het 5e regiment infanterie over
geplaatst bij de 2e compagnie hospitaalsol
daten en voor hun verdere opleiding gedeta
cheerd bij de militaire hospitalen hier en te
Utrecht.
De milicien-nummerverwisselaar van het
depot-escadron van het 4e regiment huzaren,
ontwaakt was, kwam zij naar ons toe en betuigde
Denviers haar diepsten donk, dat hjj haar gered
had van den dood, die haar had aangegrijnsd, Zjj
vertelde ons, dat haar verloving met een naburigen
prins slechts eenige dagen te voren had plaats ge
had en dat het nieuws, hoewel men het strikt ge
heim had trachten te houden, door oen van de tal
rijke spionnen der bergbewoners tot dezen was
doorgedrongen, Daar zij een meisje van hooge ge
boorte was, had hun dit een goede gelegenheid
toegeschenen om schrik en ontsteltenis onder de
bewouers van de Menam-ocvers to verspreiden. Hun
plan was maar al te goed gelukt, want zij hadden
verscheidene van de rijkste burgers uitgeplunderd,
hen, die zich verzet hadden, gedood en toon het
meisje ontvoerd, om l et voortaan onder de vrou
wen van hun stam te laten leven. Gelukkig hadden
wjj haar gered.
Wij beloofden, haar naar de stad te zullen terug
brengen, vanwaar zjj ontvoerd was, maar gingen,
alvorens deze belofte te vervullen, uog eerst onze
govangeuen opzoeken.
„Hassan" zcide Denviers, „maak do kerels van de
iaiomcn los."
De Arabier deed dit mot grooten weerzinhjj be
weerde, dat nu Mahomed ons zóo wonderbaar had
terzijde gestaan, wjj er wijzer aan zouden doen, hen
aan de boomen vnstgebonden te laten, totdat iemand
hen ontdekte en met onze gevangenen deed wat hjj
wilde.
De touwen, wnarmede zij aan de boomen vastge
bonden waren, werden losgemaakt. Daarop wees
Denviers naar den keten in do verte 011 zei do den
mannen, dat zjj konden gaan. Do twee bergbewo
ners zetten liet, op oen leopen, niel weinig verbaasd
over onze hun totaal onbegrijpelijke lankmoedigheid,
Toen zy uit het gezieht verdwenen waren, maakten
wy ons 011 weg naar de stad, om de prinses, die door
onze LusKchonkomstunn do macht van uestam dor Drie
honderd Pieken was ontkomen, aan haar volk terug to
geven.