Donderdag 13
Sept. 1894.
No. 4388.
38e Jaargang.
Binnenland.
Von BENDA Sr. en Jr.
Uitgave
A. H. VAN CLEEFP
te Amersfoort.
Verschijnt Maandag- en Donderdagnamiddag mcl gratis Zondagsblad. Abonnement per 3 maanden ƒ1,Franco
per post ƒ1.15. Abonnement alleen op liet Zondagsblad voor Amersfoort 40 et,, voor binnenland 60 et. per
Advertcntiën 1—0 regels 00 et.elke regel meer 10 et, Groote letters naar plaatsruimte. Legale-,
onieieelc- en onteigeningsadvert. per regel 15 et. Reclames per regel 25 et.Afzonderlijke, nummers 10 cent.
Dienstaanbiedingen en aanvragen, uitsluitend voor- en betreffende den werkenden stand, van minstens 5 regels, in het
Zondagsblad, per regel 5 cent.
Bij advertentien vnn buiten do stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
Bureau MUURHUIZEN
hook Kortegraclit, Wijk B. 60
Teloplioonnuinnicr 19.
HULPBANK TE AMERSFOORT.
Tot, het gevèn van gei.dkx teii i.ekx zal
eene Commissie uit het bestuur op MAAN
DAG den M SEPT. aanstaande, 's nam id.
van half twee tot half drie, zitting houden
in een der lokalen van het Raadhuis, alwaar
de belanghebbenden zich kunnen aanmelden
ook voor het teruggeven van gelden.
HERM. P. VAN HASELEN,
Secretaris-Penningmeester.
KENNISGEVINGEN.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van AMERSFOORT,
Gezien art. 8 der wet van den 2. Juni 1875
(Staatsblad no. 95),
Brengen tor kennis van het publiek, dat door
hen aan G. KORTUS en zijne rechtverkrijgenden
voorwaardelijk vergunning ia verleend om eene
broodbakkerij opterichten in het perceel alhier
gelegen aan de groote Sint-Jansstraat, wijk C,
no. 130, kadastraal bekend in sectie K, no. 14-10.
Amersfoort, den 11. September 1894.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
GROENEBOOM,
Woth. lo. Br.
De Sectaris,
W. L. SCHELTUS.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT
brengt, ton vervolge op zijne kennisgeving van
den 28. Augustus 1894, ter kennis van de be-
langnebbenden, dat ook in de gemeenten IJsd-
stein, Lopik, Sndrewaard, Vleuten. Willvjc-Langcrak,
Zegveld, Breukélen-Nijewode, TAnxchotenLooien en
Vreeland, gevallen van mond en klauwzeer zijn
voorgekomen.
Amersfoort, den 12 September 1894.
De Burgemeester voornoemd,
GROENEBOOM.
Weth. lo. Br.
De redactie van het Rottcrdamsch Nieuws
blad had Dinsdag het genoegen den heer
A. A. Iloos, die van 1882 tot 1885 resident,
was van Bali en Lombok en die thans te
Rotterdam woont, te interviewen over de
zaak, die thans de belangstelling gaande maakt
van geheel Nederland.
Over dit onderhoud zegt het blad:
Met bijzondere welwillendheid stond de
heer Hoos ons te woordhij gal' ons inzage
van oflicieele stukken, den toestand op Lombok
betredende, liet ons talrijke voorwerpen zien,
die van bet eigenaardige volksleven derSasaks
en der Balineezen getuigen, en vulde de
Feuilleton.
Naar het Duitsch.
6.)
Onder het rijden reeds begon hij zijn studie,
en hij vatte de zaak zeer ernstig opwant, of
schoon hij zichzelf moest bekennen, dat de eerste
hoofdstukken van hot boek handelend over
die moederplichten, welke in acht genomen moe
ten worden vóór het kind ter wereld komt
hom tot weinig nut konden strekken, meende
hij toch het best te doen, zoo systematisch moge
lijk te werk te gaan, opdat niets hein zou ont
snappen.
Zijn vertrouwen in het werk was zeer groot,
sedert hij in de voorrede had gelezen, dat de
schrijver „koninklijk lijfarts" was geweest en
tot de beroemde mannen in zijn vak behoorde.
Thuiskomend las hij voortden geheelèn avond
las hij zelfs, tot hij aan het zesde hoofdstuk
was gekomen. Dit zesde hoofdstuk was eigen-
lyk het voornaamste voor hom, want dat bad
tot opschrift„De voeding van het kind zonder
moeder- of minneborst." Hij besloot daarmede
tot den volgenden dag te wachten, wanneer hij
weer frissehe krachten en een helder hoofd zou
hebben. Want eigenlijk was hij van dio zoo
ongewone lectuur vroeselijk soezerig geworden,
zóo zelfs, dat hij zich nu in allen ernst afvroeg
of hij, daar hij de moederplichten eenmaal op
zich had genomen, nu ook niet het dieet moest
aaneengesloten reeks van bijzonderheden aan, j
inet een schat van persoonlijke herinneringen i
en ervaringen.
Wat de lieer Hoos ons van het ontstaan j
en het verloop der tegenwoordige gebeur- j
tenissen vertelde, kon uit den aard der zaak
niet meer zijn dan een bevestiging van het- j
geen te dien opzichte reeds werd medege
deeld. Enkele minder bekende leiten wensclien j
wij te releveeren
Goesti G'deh Karang-Asein, de tegen
woordige hoogbejaarde Vorst van Lombok, is J
de broeder van Goesti Njoerah K' toet Karang-
Asem, vorst van Mataram, dio in den strijd, j
tusschen de vier kleine Lomboksche rijkjes,
in 1824 uitgebroken, de overwinning behaalde j
en geheel Lombok aan zijn gezag onderwierp.
Dit was in 1839.
Den 7en Juni 1844 werd door onze re-
geering met liern hel eerste contract gesloten
door bemiddeling van den gouvernements-
commissaris II, J. Muskus Koopman, waarbij i
bij erkend werd als alleenheerscher van
«Selaparang (Lombok) enonderboorigheden".
De nu regeerende Vorst onderteekende dit i
contract mede. Nipt uit toegenegenhei'I j
liet zou dwaas zijn dit aan te nemenmaar
uit zuiver eigenbelang, steunde de oude Vorst
ons in onze drie Haliscn'e expedition. Hij wilde
namelijk den Staat die zijn oudsten voor-
vaderen behoorde, Karang-Asem op Bali, op j
nieuw aan zijn gezag onderwerpen en inder- I
daad stond het Noderlandsche gouvernement,
na het eindigen der vijandelijkheden in 1849,
hem dat rijkje toe. De Vorst kon nu zijn
doel, versterking van het. Bulineesche element
op Lombok, bereiken. Bij de geringste over-
treding verbande hij Balineezen van Karang-
Asem naar Lombok en Sitsaks van Lombok J
naar Karang-Asem. In 1870 stierf deze Vorst, j
bij werd opgevolgd door zijn thans regee- j
renden jongeren broeder.
Was er onder uw bestuur reeds onte- I
vredenheid onder de Sasaks merkbaar
O, zonder twijfel. Reeds lang voordien j
tijd, in December 1885, barstte er op Lombok
een opstand uit, gericht tegen de Balineesche
o verheerst hing; 5090 Sasaks verzamelden
zich ten oorlog, maar in een ongelooflijk I
korten tijd had de Vorst een leger van 30000
man op de been, en met zulk een enorme
overmacht kon de uitslag niet twijfelachtig
zijn. Toen ik resident van Bali en Lombok
was, verschenen er telkens gezantschappen
van Sasaks voor mij om zich te beklagen
over de zware belastingen, en om hulp te
vragen van het gouvernement tegen de Bali
neezen. Het waren eenvoudige, goede land-
houden, dat de doktoren zoo dringend aan jonge
moeders voorschrijven en of hij zijn Miska er
niet op moest wijzen, in deze omstandigheden
hot eten wat minder sterk te kruiden.
Maar er was nog iets dat hem bezwaarde. Op
zettelijk had hij reeds heden Miska zijn loon
uitbetaald. Hij had dat gedaan omdat het onheil,
dat hem daardoor dreigde, dan des te eerder
achter den rug zou wezen. Maar nu zou Miska
hedenavond on den geheelen nacht door zijn
roei gaan en den volgenden dag dus ongeschikt
zijn voor zijn taak.
Tot zijn verwondering vond hij Miska in de
slaapkamer naast den slapcnden zuigeling. Het
was dus waarschijnlijk nog te vroeg voor de
kroeg. De generaal ging in zijn leunstoel zitten,
vaat besloten om daar den nacht door te brengen.
Hij bleef geheel gekleed om onmiddelijk bij de
hand te zijn, wanneer de kleine jongen mocht
ontwaken.
Gcruimen tijd hadden zij zwijgend bij elkander
gezeten. Miska scheen geen plan te hebben van
zijn post te wijken, en de generaal begon zich
daardoor al minder en minder op zijn gemak
te voelen; het was zulk een allermerkwaardigst
geval, dat hij niet begreep hoe dat zou moeten
afloopen.
Wederom verliep een half uur zonder dat Miska
een vin verroerde. De generaal begon nu zelf zóo
onrustig te worden, dal hij opstond en in de
kamer op en neer ging loopen. Het gevolg daar
van was, dat Miska ook opstond en zeer eerbiedig
vroeg of hij den generaal niet bij hot uitklceden
behulpzaam wilde zjjn.
Zeker omdat je dan onmiddellijk naar do
kroeg zou kunnen gaan, hè? gaf Von Benda
bouwers, de leden van deze deputation, maar
door jaren langen druk, heftig tegen de Bali- j
neezen ingenomen. Voor den Vorst gevoelden I
zij eerbied, want, luie gestreng hij regeerde,
men moet erkennen dat hij was een strikt-
rechtvaardig heerscherik vind hem den j
meest energieken vorst van onzen Archipel.
Ik wil u een enkel bewijs geven van deze i
energie, van zijn juisten blik in den toestand
bij vaardigde een wet uit, waarbij op straffe
des doods aan eiken landbouwer verboden
werd, rijst uit te voeren, zoolang hij niet 1
zelve voor twee jaren eigen gebruik in voor-
raad had. Dit is, als men de toestanden in
Indië kent en de zoo licht mogelijke en zoo
verschrikkelijke liongersnooden heeft meege
maakt, een maatregel, ilie van een groot
verstand getuigt. Ik geloof ook niet, dat de
Vorst do schuld is van de bestaande ver
houdingen; liet is veeleer zijn zoon, een
trotscli, wreed man. De Vorst, die nu diep
iu de tachtig jaren is, moet. volgens de ge
ruchten, suf en geheel ontoerekenbaar zijn.
Natuurlijk kon ik don gezantschappen geen
gunstig antwoord geven, ik kou beu slechts
wijzen op onze contracten met hun Vorst.
Alles hoopten de Sasaks van de Nederland-
sehe regeering: Toen ik eens mijn voor
nemen te kennen gaf Lombok te bezoeken,
werd mij onmiddellijk medegedeeld, dat men
in de komst van den Hollaudsehen toewan
liet teeken zou zien voor een opstand tegen
den Vorst. Ik ging toen natuurlijk niet.
Gelooft u, dat ooit de Lombokzaak een
tweede Atjehzaak worden kan
Onmogelijk, er bestaat voor de Bali
neezen geen uitkomst meer. Van het N.W.
rukken onze troepen, van liet Z. O. de Sasaks
toe, en de kusten zijn geblokkeerd. Zij zullen
zich moeten overgeven op genade of onge
nade. Het logisch einde van de Lombok
expeditie is, dat de oude Vorst aftreedt, dat
zijn zoon zich naar de gewoonte van zijn
volk zelfmoordt, dat de Balineezen verplicht
worden te blijven in liet kleine gedeelte van
Lombok, dat linn reeds oen eeuw toebehoort
en waaruit men hen dus liever niet verdrijven
moet en dat de Sasaks hun dorpen terug
krijgen en hun eigen velden mogen bebouwen,
liet Balineesche en Sasaksche gedeelte van
Lombok zullen onder onmiddellijk bestuur
van Europoüsclie controleurs komen en ik
ben vast overtuigd, dat beide gedeelten zich
met eigen hulpmiddelen zeer goed helpen
kunnen en dat er niet onaardige baten in
de kas van de Nederlandsch-lndische re-
geering zullen vloeien.
IV. F. A. GROENHUIZEN,
Havik, hoek Lavendeülraat.
HORLOGE- üu INSTRUMENTMAKER.
Maandag is aan het Departement van
Koloniën het volgende telegram ontvangen
van den Gouverneur-generaal
«Geen verdere Europeesche mindere mili
tairen van vermist terug.
Sidenring (evenals Goa, vroeger genoemd,
een «Ier bondgenootschappelijke landen op
Celebes) bood hulptroepen aan.
Drie compagnieën Barisan van Bangkalan
vertrekken naar Lombok om van onze troe
penmacht het meest partij te kunnen trekken.
In- en uitvoer ter Noord- en Westkust
van Lombok, behoudens licent-e, verboden,
Djilantik eergisteren (Zaterdag) met een ge
deelte van zijn volk van Telok Kornba naar
Karang Asem overgestoken, na aan bevolking
aldaar, die bezig was versterkingen op te
werpen, bevolen te hebben daarmede op te
houden en bij komst onzer troepen witte
vlag te iiijschen.
Na voltooiing der versterking te Aroeng
zijn Mataram en Tjakra Negara door zware
artillerie beschoten.
Vijand reageerde niet.
Baliërs zouden bij Poenikan slaags geweest
zijn met de Sasaks, die de streek bezuiden
Tjakra Negara en Mataram tot aan zee be
zet houden.
Toestand gewonden goed."
Maandagavond ontvingen wij het volgende
bericht, dat aan de Tetegraaf wits geseind
en wij nog zooveel mogelijk verspreidden:
«Mataram en Tjakra Negara zijn beiden
platgeschoten door onze batterijen.
De Saksaks van Batoe Klian bevechtende
Baliërs benoorden Narmada (een der ver-
blij fplaatsen van den ouden Vorst, aan het
gelijknamige riviertje; het kan slechts een
optrekje worden genoemd. Batoe Klian ligt
aan de voortzetting van den weg van Tjakra
Negara naar Narmada). Eenige duizenden
Sasaks bezetten de streek zuidelijk van Ma
taram en Tjakra tot aan de zee.
Goesti Dji Lantik ontkwam naar Karang
*Asem, op Bali)."
Hot Nieuws van den Dag ontving gisteren
het volgeude telegram uit Batavia
«De kolonne, onder commando van den
tweedon bevelhebber, generaal Segov (den
opvolger van overste Lawick) trekt naar
Rem bega en beschiet den vijand, die daarna
witte vlaggen vertoont.
Te Mataram is het rustig.
Hevige branding maakt ontscheping ge
schut gevaarlijk."
De Auoiutyost deelt mede, dat volgens een
uit Soerabaja ontvangen particulier telegram,
de zwaargewonde luitenant-kolonel H. F. C.
even norsch als onverstandig ten antwoord. Ga
jij maar heen, ik ga niet naar bed, liet hij er
op volgen.
Generaal, ik ben zoo vrij u mee tedeelen,
dat ik niet naar du kroeg gavergun mij u er
op te wijzen, dat ik op den jongeheer moet
passen. Zoo lang de generaal geen zoon had,
was dat iets heel anders.
Jongeheer Zoon De generaal was er
diep door getroffen, dat zijn pleegkind onmid
dellijk werd erkend. Hij ging naar Miska toe
en hem de hand reikend, zeide hij hartelijk
Ik dank je, Miska
Sedert dat oogenblik is Miska nooit meer
dronken geweest, nooh op gewone, noch op be
taaldagen.
Dien nacht hadden de generaal en znn oppas
ser een zeer zware taak. De kleine schreeuwde
bijna onafgebroken voort, zoodat geen van zijn
beide verplegers een oog dicht deed. Zij wisten
letterlijk geen raad, vooral omdat ze volstrekt
niet begrepen wat de- reden van dat geschreeuw
kon zijnVon Benda word er ten slotte zenuw
achtig onder. Zóo iet.s had hij zich in het ge
heel niet voorgesteldWaarom sliep dat kind
's nachts niet? Alle mensehen slapen immers
'snachts; dat licht in de natuur. Zou een goed
pak slaag hier ook soms dienst kunnen doen
1 lij had zich zoo vast voorgenomen steeds met
I strengheid to werk te gaan cu misschien was
<lit nu de eerste gelegenheid om zijn systeem
I too te passen. Hij begon met den jongen zeer
barseh toe te spreken. Daar gaf deze in het
geheel niets om integendeel, hij gilde nog
een toontje hooger, zoodat de generaal reeds on
middellijk berouw over zijn strengheid bad.
Eindeloos duurde de nacht, en toen het lieve
zonlicht weer doorbrak, keken de generaal en
Miska elkander met bleeke, betrokken gezichten
en wauhopend vragende blikken aan.
Do generaal zeide eindelijk
Neen, dat kan zoo niet, dat kan zoo niet
blijven
Eenige oogenblikken bleef hij in gepeins ver
zonken en weder moed vattend, hernam hij
Maar zoo zal het ook niet blijvenIk
mag zoo gauw den moed niet laten zakken. Ik
heb mij ernstig voorgenomen deze taak te vol
brengen, en het zou mijner onwaardig zijn om
het reeds den tweeden dag op te geven. Misschien
staat er in mijn „Moederpliehtenboek" ook wel
een middeltje tegen het geheelc nachten door
schreeuwen van een kind Ik zal het eens
gauw nakijken. Maar, Miska, weet je wat ik
toch vrees dat wc zullen inocten eindigen
met een vrouw in den arm te nemen. Maar
wie?... Een boerin? Die heeft van kunstmatige
voeding geen oortje verstand. Als haar kind
schreeuwt, laat ze het maar schreeuwen, of ze
geeft hot dc borsten ik kan het een noch
het ander doenMaar wacht, daar bedenk ik
watMiska loop jij eens als de drommel
naar het dorp en vraag aan dc nieuwe school
juffrouw of zij niet zoo vriendelijk zou willen
zijn om, als het maar eenigzins mogelijk was,
dadelijk op het kasteel te komen.
{Wordt vervolgd.)