Donderdag 27 Sept. 1894. No. 4392. 38e Jaargang. Het oorlam. Binnenland. Uitgave Firma A. H. VAN CLEEFF te Amersfoort. Verschijnt Maandag- en Donderdagnamiddag met gratie Zondagsblad. Abonnement per 3 maanden 1Franco per post ƒ1.15. Abonnement alleen op het Zondageblad voor Amersfoort 40 et», voor binnenland 60 et. per 8 "'i^ndenAdvertentiën 1—6 regels 60 ct.: elke regel meer 10 ct. Grooto letters naar plaatsruimte. Legale-, oibcieele- en onteigeningsadvert. per regel 15 ct. Reclames per regel 25 ct. A/ttmderliJk» nummers 10 cent. Dienstaanbiedingen en aanvragen, uitsluitend voor- en betreffende den werkenden stand, van minstens 5 regels, In het Zondagsblad, per regel5 cent. Rij advertentiën van buiten do stad worden de ineasseerkostsn in rekening gebracht. Bureau MUURBLU1ZEN hook Kortegraoht, Wijk B. 80 Tolephoonnummor 10. Bij (lit nummer behoort eeu BIJVOEGSEL. In De Wereldstrijd No. 37 schreef ds. C. S. Adama van Scheltema, nog wel onder den titel «Oorzaak en gevolg" „Juist toen de ramp van Lombok bekend werd, ontving ik eeu bericht omtrent het jenevergebruik van onze soldaten in de Oost, mijn aandacht vestigend op de volgende vertrouwbare cijfers. „Op éen dag werden door 300 soldaten 2200 borrels gedronken. Op een buitenpost van 35 Europeeschc hospitaal soldaten cn kauer, was in twee maanden voor een inkoopsprijs-bedrag van 830 gulden aan sterken drank gedronken. De cantine van éen garnizoen van 4 500 vaste en doortrekkende soldaten en kader incasseerde, in het derde kwartaal 1894, 28800 guldens aan drank, buiten hetgeen nog in dien tijd in het geheim gedronken is." „De regeering weet, beter dan iemand anders, hoe het met het drinken in de tropische gewesten staat Wat kunnen manschappen, in zulk een mate geal- koholiscerd, beteekencu in oogenblikkeu van ge vaar, als tot de minste man tegenwoordigheid van geest moet kennen en tooncn „Ook Engeland heeft niet te beschikken over eeu logor en vloot nnarmato van zijn grondgebied. Regeering en legerbestuur echter hebben uit het voorbeeld van generaal Havelock, die na den op stand der Sepoys de krijgskans keereu deed, ae waarde der geheelonthouding in de be taande toe standen begrepen. Hoe schitterend was de veldtocht van Lord Napier in Abyssiuië, die door het weren van drank en zorg voor water, geen man heeft ge kost. Hoe bewees generaal Wolsoley in Canada, in Guinea, en in Egypte de waarde van dit beginsel. Hoe onderscheidde Generaal Gordon zich per soonlijk en door zyn manschap. En thans ook generaals als Lord Roberts eu generaal White, opper-commandanten van het Engelsch Indisch leger, hebben de cantine gebannen en door recrea tiezalen van de baste soort vervangen, en zoodoende reeds '/j van het leger gewonnen. Devonport eu Portsmouth getuigen wat voor de vloot geschiedt. En wat geschiedt, hoeveel het zij, is nog niet meer dan wegwijzing wat de soldaat worden kan wanneer de officieren niet halfweg medegaan, maar vader landsliefde hen tot een volkomen offer dringt. „De Atjehers en (de) Baliueezen zijn het duide lijkst bewijs, dat voor het koloniaal stelsel de oude dagen voorbij zyn dat bij een andere oorlogstaktiek ook andere soldaten noodig zijn. De alkohol kost in de gevolgen millioenen aan noodeloos gerekt krijg voeren, waartoe een leger, gealkoholiseerd als het onze, moet leiden. Nog is het tijd Engelnud op een nieuwen, beteren weg te volgen. Maar zullen niet bedachtzaamheid eu wijsheid komen als het te laat en ons reeds onvoldoend leger geheel buiten verband tot zijn overzware taak is Dit stuk, in vele bladen overgenomen in éen zelfs met het opschrift «Lombok en de jenever" is een van die vele artikelen welke niet leiden tot het goede doel, dat er ontegenzeglijk mee beoogd is, maar integen deel veel lcwaad bloed zetten, vooral omdat er een beschuldiging in wordt geuit, die reeds bij een niet zeer ernstig onderzoek volkomen onwaar blijkt. De geleerde schrijver, die lange jaren ach tereen met zeldzame volharding de zaak dei- geheelonthouding heeft voorgestaan, wijstin het boven afgedrukt artikel op het misbruik van sterkedrank in ons leger, en stelt daar tegenover de enkele Engelseho korpsen waarin absoluut geen spiritualiën worden gebruikt. Zeer zeker zijn ook wij de vele artikelen in ons blad getuigen hiervoor tegen mis bruik van sterkedrank, doch we gaan veeleer mee met de stelling van den «Volksbond" een imperatief bevel tot geheel onthouding kan hier te lande niet gegeven Worden. Reeds van de vroegste tijden heeft de mensch naar een excitans, een opwekkend middel, gezocht. De een drinkt een glas champagne, de ander een borrel; dit hangt slechts af van de beurs, of wat óok wel het geval is van het credi.it van den gebruiker. Bij buitengewone omstandigheden is het helaasnu eenmaal gebruik zoo'n ge notmiddel te hebben. Wij voor ons vindt 't ijselijk, dat na de plechtige ter aarde bestelling van een geliefden doode een baclia- naal wordt gehoudendat een huwelijks voltrekking wordt ingezet met een smul- en drinkpartij, doch de te ijverigen in deze nemen de enkele gevallen waarvan ze afen toe kennis krijgen te veel als regel aan. De mensch is nu eenmaal zoo. Eerst n: lange jaren van maligheidsbcoeiening zal men kunnen geraken tot geheelonthouding, niet bij hoogst enkelen, doch hij allen. Doch ter zake. De schrijver brengt zoo maar klakkeloos het échec op Lombok in verband met het oorlam, dat aan onze soldaten wordt ver strekt. De anti-militair juicht en de albemoeier, die «de heele soldatenboel overbodig" acht, jubelt mee en formuleertsoldaat, koloniaal, dronkelap. Maar hij die met eenige kennis van zaken over ons Indisch leger kan oordeelen, zal een gevoel van afkeuring niet hebben kunm n onderdrukken toen hij de boven aangehaalde regelen las. Zij allen die dat leger kennen, en er lief en leed mee hebben gedeeld, zullen zich verblijd hebben over de geestdrift voor onze zaak en den steun daaraan verleend of toegezegd om het verraad op Lombok een bijna ongekend feit in de annalen onzer Indische krijgsgeschiedenis te slralfen. En alsof men met leede oogen die geest drift, welke onze natie eer aandoet, zag, verschijnt daar een artikel waarin geheel het Indisch leger gesmaad wordt. Ieder weldenkend mensch zal begrijpen, dat daartoe ook het oogenblik al zeer slecht gekozen is, en of ds. A. v. S., door op die wijze te schrijven, propaganda zal maken voor de zaak welke hij voorstaat, gelooven we ontkennend te mogen beantwoorden. De door hem ingeslagen weg leidt in verkeerde richtinghoe edel zijn streven overigens zijn moge, het middel is slecht, kwetst en maakt, door den vorm en de conclusiën, van het doel afkeorig. Eer we verder gaan, zij het nogmaals gezegd, dat een weerlegging van het ge schrevene niet ten doel heeft te ontkennen, dat drankbestrijding in het Indische leger nuttig is. Ieder Indisch officier heeft ge streden voor matigheid bij het gebruik van sterkedrank en doet dit nog, doch nimmer werd, bij de bestrijding van die kwaal, de duur verworven roem noodeloos gekwetst. Is het niet erg genoeg, dat in meni<r geval de jeugd van aen armen koloniaal dor en eenzaam was, dat hij geen voorganger vond, die zich om hem bekommerde en het goede dat in hem was, deed groeien hoven distelen en onkruid Den koloniaal kennen wij hier slechts van de ongunstigste zijde. Hij is niet aan geld ge woon en ontvangt, zoodra hij goedgekeurd en aangenomen is, veel te veel in eens om er eenig nuttig gebruik van te hunnen maken. Men helpt nem er bovendien wel van afden korten tijd welken hij nog in patria is, belaagt men hem en laat hem in éen roes voortleven. Hij mag toch vooral dat lieve handgeld niet buiten de grenzen brengen. Maar lees wat Bruinsma en Schoemakers en Van Rees van hem schreven, en hoor wat de Indische officieren van hem vertellen. De ondoordachte jongen, die hier velen ergerde, verdient onze sympathie. Hij stormt onder een kogelregen, doorstaat de grootste vermoeienissen en de gruwelijkste ontberin gen en gedraagt zich op een wijze die eerbied afdwingt. Allen? Zeker niet; maar moet niet het feit, dat 98% zich zoo kranig ge draagt, wat meer ontzag wekken voor de gesmade uniform Laat hem hier eens door zijn roer gaanals het geld op eu de roes uit is, leert hij den ernst van zijn be roep kennen, een ernst die hem ieder oogen blik voor den dood kan stellen. Wanneer in 'tland der zrane de officier leert, dat in die arme menschenziel onder de welig opgegroeide en door de omstandig heden aangekweekte giftplant, nog kruidjes dreigen te verstikken, cfie hij de noodige zorg den distel verdrongen zouden hebben, en liet gelukt hem dan, liet goede den boven toon te doen krijgen, is het dan niet hard, te vernemen, dat men het bestaan van dat goede eenvoudig wil ontkennon Nu de door ds. A. van S. aangehaalde cijfers. „Op een dag worden dooi' 300 soldaten 2200 borrels gedronken." Eeu borrel kost D centvoor een bedrag van 11 000 eenten in 't geheel, of bijna 37 cent per man, werd dus op éen dag verdronken. Een soldaat van den minsten graad (wat toch wel de maatstaf zal zijn) geniet 33 cent soldij, waarvan 10 cent voor de menage en 4 cent voor andere doeleinden afgaat, en dus 13 cent overblijft. Post wisseltjes van huis krijgt de man niet, en bijverdiensten zijn, tot zulk een verhoogd bedrag althans, niet mogelijk. Aangenomen nu eens, dat die 13 cent aan jenever besteed wordt, dan kan een soldaat 2 borrel per dag gebruiken. „Op een buitenpost van 35 Europeescne hospitaal soldaten en kader, was in twee maanden voor 830 gulden aan sterkedrank gedronken." Onze eerste vraag is waar ter wereld ligt in onze bezittingen die post? Kent éen der officieren of minderen van het O. 1. leger haar De tweede vraag iswaar moet de soldaat het geld van daan halen om in 2 maanden voor f830, of per dag voor f14, of per man voor f 0.40 d. 8 borrels te kunnen koopen Dat werkelijk enkele «mennekes" op éen dag eens 8 borrels drinken, laten we daar; dat kan, bijvoorbeeld op Koninginsjaardag, of bij gevaarlijk, ongezond en afmattend werk dat in den kortst mogelijken tijd gereed moet zijn. Dan wordt wel eens een borrel gegeven en dat is soms gebiedend noodig. Als ze dan eens op zoo'n heelen dag, acht borrels gedronken hebben, dan is hun daarvan geen grooter verwijt te maken dan u, waarde lezer, die aan portjes en bittertjes en biertjes en wijntjes en grocjes heel wat meer drinkt, en dan niet er op uit zijt geweest als zij, van 's ochtends 5 uur, in de kou, door het water, onder de tropische zon, onder vuur van den vijand, tot s avonds 0 of 7. Maar dan nog kan men, tenzij er hoos opzet in 'tspel komt, dien éenen dag niet als norm aannemen. „Wat kunnen manschappen, in zulk een mate gealkiiholiseerd, beteekeneu in oogenbfikken van gevaar, als tot dc minste man tegenwoordigheid van geest moet kennen cn toonen Wel, dr. S, uw mate van alkoholisatie is onjuist aangegeven; ze valt niet uit uw cijfers te beoordeelen. Er zijn integendeel zeer vele soldaten, die zich volstrekt niet schuldig maken aan misbruik van sterkedrank; de anderen verdwijnen spoedig in de hospitalen of hij de troepen, die niet geschikt zijn voor den dienst te velde, en worden aangewezen voor benting-, hospitaal- of bureaudienst. Als de schrijver, in plaats van het even onbillijk als overbodig en zelfs schadelijk smalen op het Indische leger, het daarheen kon leiden, dat de verkoop van drank door Chi- neezen nog meer dan thans door zeer krasse politieverordeningen wei-d tegengegaan, en alzoo nergens een vuil mengsel, dat jenever moet heeten, meer te verkrijgen is, dan zullen de militaire autoriteiten het gebruik van sterkedrank in de cantines nog wel meer beperken. Bovendien, de gelegenheid om een borrel te drinken, is niet zoo groot als de schrijver het wel doet voorkomen. Slechts 3 maal daags kan aan eiken man éen borrel worden verstrektenkelen nemen er dan een, maai de meesten laten hun beurt voorbijgaande gelegenheid om een tweeden borrel te krijgen, bijvoorbeeld in de plaats van iemand die be dankte, is totaal onmogelijk. Waartoe al die verdachtmaking, dien on verdienden blaam Waarom niet eerst zich geïnformeerd bij de Indische officieren hoe dezen denken over het oorlam, en hun ge vraagd wat hun, op eigen aanschouwing eu rijpe ervaring steunende, meening is over den troep Eenstemmig zouden zij gezegd hebben Onze jongenr zijn geen alkoholisten, ons Indisch leger is geen bende lijders aan delirium tremensliet oorlam is, onder sommige omstandigheden en in enkele garnizoenen, dringend noodzakelijk, maar wordt niemand opgedrongen. Wat velen, die de fastes mili- tuires van ons Indisch leger boekstaafden, bezielde hij hol neerschrijven hunner schetsen, bezielt allen, die in Indië dienden. Ook zij hebben den tijd gekend, dat zij afkeer ge voelden voor den koloniaal, om hot gedrag van eenigen hunner, doch juist de deugden die ds. S. het Indisch leger ontzegt, hebben hen gebracht tot innige waardeei-ing. Hem zullen zij toejuichen, die het kwaad dat in dat leger schuilt uitroeit, doch nimmer zullen zij goedvinden, dat de daar gekweekte deugden gesmaad en ontkend worden. Een andere oorzaak, dataan den Indischen soldaat thans nog een oorlam gegeven moet worden, ligt dieper. In den regel wordt dn koloniaal gerecruteerd uit de arbeidersklasse. Zoodra bij, als leerjongen bfjv., wat geld in handen krijgt, wordt dit voor het grootste deel omgezet in draak bij elke buitengewone gelegenheid (loting, kormis, enz.) blykt dit ten duidelijkste. Waarom zou de van het kwaad slechts half bewuste de verfoeilijke gewoonte afleg gen tegelijk met zijn burgerpak? Neen, niet hem trefl'e het verwijt door den schrijver onzen troepen naar het hoofd ge slingerd, maar hun die hem ten goede moeten voorgaan, hem moeten raden. Dezen kunnen de drinkgewoonte doen op houden, althans doen verminderen. De «Volks bond" bracht reeds veel goeds tot stand, en door haar stellingen te verkondigen onder bet Volk, zal veel verkregen worden. Men bestrijde de oorzaak, niet het gevolg, gelijk men onkruid uittrekt, en niet snoeit. Eerst wanneer de voorgangers wat ern stiger hun roeping vervuld hebben, zullen ze bun leedwezen over drankmisbruik mogen te kennen geven. Maar ook dan zullen ze niet mogen be weren: «De Atjehers en de Balineezen zijn het duidelijkst bewijs, dat voor het koloniaal stelsel de oude dagen voorby zyndat by een andere oorlogstaktiekeen gealko holiseerd leger als het onzeniet berekend is op zijn overzware taak." In trouwe, van het gebeurde op Lombok weet men no<* niets (lat tot staving van dezen banvloek kan worden aangevoerd wat er werkelijk gebeurd is, zal eerst veel later, als meer bevoegden ons daaromtrent hebben ingelicht, blijken. Wat er geschied is, heeft voor zoover dit uit de hoogst spaarzame berichten is op te maken aan zaakkundigen de meening gegeven, dat er een verraderlijke aanval ge pleegd werd, waartegen elk krijgsbeleid mach teloos is. Een bekend Engelsch krijgskun dige schreef nog dezer dagen, dat net aan de waarde der troepen niets afdoet wanneer het der tegenpartij door een overvalling ge lukt, tijdelijk een paniek te doe;: ontstaan. Gelooft niet, oud-strijders en strijders van het Indisch leger, dat uw wezen door de natie zal veroordeeld worden naar den indruk die een enkclo uwor hier te wee® brachtmen zal het goede dat ge verwierft niet miskennen, door alleen te letten op do fouten die enkelen uwer aankleveQ of aange kleefd hebben. En gij Nederlanders, schaamt u niet over de geestdrift, die het ineerendeel thans aan den dag legtlaat af van litterige bemoei ingen vraagt niet of die geestui-ift wel te rijmen is met ons bekend phlegma. Die geestdrift komt voort uit een edel gevoel, dat zich niet kan vereenigen met een stuk als dezer dagen tot schande van ons leger werd geplaatst onder den titel «Lombok en de jenever." De gisteren ontvangen mail, loopende tot 28 Augustus, bevat de eerste berichten van den overval op Lombok. In hoofdzaak zyn het de telegrammen uie ook hier te lando omtrent het verraad ontvangen werden Opmerkelijk is hetgeen hot Bat. N1' van den28nschrijft.- »Z. E.deGouverneu. "ene- raal ontving heden morgen, bij aankomst uit Buitenzorg, aan het station Koningsplein het telegram bet rellende Lombok. Ooggetuigen doelen ons mede, dat E. bij liet lezen der tmling moeite had zijn zelfbeheersching te behouden"

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1894 | | pagina 1