Maandag 28 Jan. 1895. No. 4427, 44e Jaargang. Nogmaals, Binnenland. gAKUNTALA. Uitgave Firma A. H. VAN CLEEFF te Amersfoort. Verschijnt Maandag- en Londerdagnamiddag met gratis Zondagsblad. Abonnement jier 3 maanden ƒ1.Franco per post ƒ1.15. Abonnement alleen op liet Zondagsblad voor Amersfoort 40 et., voor binnenland 50 ct. per 3 maanden. Advortentiën 1—6 regels 60 et.; elke regel meer 10 et. Groole letters naar plaatsruimte. Legale-, offieieële- en onteigeaingsadvert. per regel 15 ut. Roelemei. per regel 25 jU Afzonderlijke nummers 10 cent. Dienstaanbiedingen en aanvragen, uitsluitend voor- en betreffende den werkenden stand, van minstens 5 regels, In het Zondagsblad, per regel5 cent Bij advertentiën van buiten dc stad worden de incasecerkosten' in rekening gebracht. Bureau MUURHUIZEN hoek Kortegracht, Wijk B. 60 Telephoonnummer 19. KENNISGEVING. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT, Brengt ter kennis van dc ingezetenen «lezer gemeente, dat het door den Directeur van 'srijks directe belastingen, enz., in Noord-Holland en Utrecht executoor verklaard kohier der grond belasting over het dienstjaar 1895 aan den Ont vanger van 's rijks directe belastingen alhier is ter hand gesteld, aan wien ieder verplicht is zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen. Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaat sen aangeplakt te Amersfoort, den 26. Januari 1895. De Burgemeester voornoemd, F. D. SCHIMM ELPENNINCK. ten derde male nu, vestigen wjj de aan dacht op de feiitooiistd'llliic welke zal worden gehouden door dn ver- eeniging Liefdadigheid in de lokalen vau de voormalige school aan de Koestraat van 21 tot en met 24 Februari aanstaande, de eerste drie dagen tegen betaling, den laatsten dag, een Zondag, kosteloos. Het bestuur der Vereeniging hoopt en vertrouwt, dat zeer velen voovwerpen zul len inzenden, en dat niet alleen de werklieden die in hun vrijen tijd, uit bijua waarde- looze grondstoffen knutselwerk hebben vervaardigd, dat zoo zij zulks goedvinden zal worden aaugekocht voor de verloting; terwijl de opbrengst aan de vervaardigers wordt ter hand gesteld, maar dat ook vele voorwerpen ter opluistering; zullen inzenden, betgeen geschieden moet uiterlijk 14 Februari. Er zijn reeds zeer mooie en aardige werkstukken ingezouden veel meer voor werpen zijn nog toegezegd, en ook van hen diu de tentoonstelling wilien opluis teren door practisohe dingen, die ieder kan vervaardigen ook uit onkostbaar materiaal, ook zonder voorafgaand vak onderwijs, ondervindt het bestuur veel medewerking. Moge de tentoonstelling slagen en zij door veel van dien aard gevolgd worden. Moge het bestuur van „Liefdadigheid" die medewerking vinden, welke het in deze zoo ten volle verdient.. Feuilleton. Naar het Etigelsch. Bi- Dat waren de eerste moeilijke oogenblikken er volgden meer. Het leven in het instituut was een wreede teleurstelling. Wel had ze niet ver wacht, dat het pad dat ze betreden ging slechts met rozen bestrooid zon zijn, maar aun bet einde der maand kwam ze tot. de overtuiging, dat er een groot verschil bestond tusschen de werke lijkheid en haar droomen. Ze had gehoopt aan stonds smart te lenigen, ellende te verlichten, wonden te helen, en haar werd niet anders opgedragen dan de melkflesschen van kleine kinderen schoon te maken. De overige plichten, welke men haar oplegde, hadden evenmin eenige overeenkomst met de voorstelling, die zij zich van de taak cener pleeg zuster had gemaakt, on toen ze om zich heen zag oin te onderzoeken hoe de andore meisjes, die ook zulk werk verrichtten, toch hun idealen behielden, ontdekte ze, dat. ze welgemoed bleven, omdat de meesten heelemaal geen idealen had den. Later mocht ze de kleine kinderen verzor gen en eindelijk ook moeders, en toen eerst voelde ze hoe alleen zo stond. De andereu be vonden zich in het hospitaal om geld te ver dienen ze leerden het verplegen, zooals zij hoedenmaken of naaien geleerd zouden hebben op enkele uitzonderingen na waren ze daar om te leeren hoe men twintig dollar in de maaiul De Atjeh-correspondent van de Jauabode verzekert, dat «ie tegenwoordige toestand op Atjeli zeer beslist gunstig is te noemen, gun stiger dan ooit te voren. Hij schrijft o. a.: Binnen de geconcentreerde linie hoort men geen schot vallen, terwijl daar buiten de zoogenaamde djahats (een rooverbende van 'plui. 100 man, die 'zich meestal in het ge- i bergte ophoudt) 'in de laatste weken ook al j niets van zich laten liooren. Pastoor V., «lie hier reeds20jaar vertoeft. vertelde mij. «lat hij nooit te vor.en zulk een rustigen tijd op Atjoh bad gekend, en dat de Atjehsche bevolking zich nooit zóo zeer op den rijstaanplant had toegeleg«l als dit jaar. De meesle kampongs zijn bewoondvrou wen en kinderen worden er in aangetroffen (vooral dit laatste is altijd een goeil teeken) en men ziet de bevolking overal «Iruk bezig met het bewerken «Ier sa wall's.- Kon men in 1878 en '7.9 (toen ik hier ook was) gerust ongpwapepff- van den eenen post naar den anderen loopen, thans kan men dit binnen de geconcentreerde linie ook doen. Toen ontmoette rnen geen enkelen Atjeher (vrouwen en kinderen heb ik nooit in de kampongs gezien), terwijl men thans eeu me nigte Atjehsche mannen en vrouwen tegen komt, die hun koopwaren naar den passer te Kota Radja brengen of van daar rnet in- koopen huiswaarts keeren. Niettegenstaande wij echter bijna hetzelfde terrein hebben bezet als onder generaal Van der Heiden, en men nogde lofti-rompet steekt over den gunstigen toestand, die hier toen werd aangetroffen, schijnt, men te Batavia, maar het idéé lixe te hebbèn, dat wij in Atjeh op een vulkaan huizen, hoewel de toe stand thans aanmerkelijk gunstiger is dan on der generaal Van der Heiden. Niemand beter dan de tegenwoordige le gercommandant zou dit kunnen bevestigen, daar het indertijd door hem, als chef van de» staf, ontworpen en uitgevoerd plan van de fensie, op enkele kleine uitzonderingen na, weder is aangenomen. Naar bet ooi-deel van deskundigen wordt de naald aan de Scheveningsche kust, opge richt ter herinnering aan de terugkomst van Willem I, bedreigd door het afnemen dei- duinen. Men wil haar in veiligheid brengen tot er een andere plaats voor is gekozen maar zou hét zoo noodig zijn, dat juist dit gedenk- teekén instahd gehouden wen! Zou de na- geilachtenis aan onzen eei-sten Koning niet op waardiger wijze kunnen vereerd worden Willem bad zeker, vooral getoetst aan de begrippen van onzen tijd, gebreken, die een halven eeuw gele«len zeer breed werden uitgemeteninaar langzamerhand is men onpartijdiger gaan oorileelen en bet tegen woordige geslacht waardeert beter wat Nederland aan zijn eersten Koning te danken heeft. In plaats van een merkteeken oji de plaats waar hij het eerst den voet op onzen bodem zette. zou een monument ter herinnering aan onzen eersten Koning een hulde zijn, ,die dezen Vorst toekwam. üil is, zooals bekend is. stee«ls de wensch gewéést Van Koning Willem III. van wien daartoe, uit den aan! der zaak, de aanstich ting echter niet kon uitgaan. Onze R?;~eenng heeft het voorbeeld dei- Belgische om, ter bevordering der ZoiMags- rust onder de postbeainhten. postzegels ver krijgbaar te stellen waarop staat «Zondags niet bezorgen'.' nog. niet nagevolgd. Er zijn «lan ook enkelen wien liet intiatief in deze te lang uitblijft, zoodat men reeds briefkaar ten in omlooo bracht waarop de woorden «Zondag niet bezorgen" geilruïct. staat. Ware 't niet beter, .dat. dergelijke ij veraars voor de goede zaiik wat minder aanstellerig deden en eenvouilig Zater«lag hun briefkaar ten in hun zak hielden Nu verzwaren zij den arbeid der postman- -neii noodeloos, tenzij wat ook zoo on waarschijnlijk niet is ze het »ni«-t bezorgen' eenvoudig niet opmerken. Volgens liet jongste jaarverslag van het Leger des Ileils zijn nu ruim I J 000 officie ren over de gcheele aarde verspreid. Het afgeloppen jaar sloten zich 250000 mensclien bij het leger aan; minstens 10 000 van dezen waren vroeger dronkaards. kan verdienen, en dat bewustzijn ontmoedigde haar meer dan het geringe werk, dat ze moest doen, eer ze haar roeping kon volgen. De praatjes van het meisje uit Arkansas, dat de g- woonte had op de tafel te gaan zitten, haa- boenen heen on weer te slingeren en te vertellen van haar fiirtatios met de jonge dokters in het hospitaal, stuitten haar meer dau iets anders tegen de borst. Daarbij het slechte voedsel, weinig slaap, onvoldoende gelegenheid tot ont spanning. «ie lauge arbeidstijd, evenwel middelen om een veel krachtiger natuur dan de hareten gronde te richten. Behalve het werk aan het instituut, nam ze geregeld lessen in het Uindoesoh en zo dankte bijna dagelijks voor de gezonde jeugd, die ze gehad had, die haar zoo krachtig had doen wor- deu. Ware dat niet het geval goweest, dan zou ze zeker dikwijls bezweken zijn, en welra werd het plicht niet te bezwijken, daar ze gelegenheid kreeg de zieken te helpen. Het afschuwwekkende, dat dikwijls het ver plegen van zieken met zich brengt, deed haar niet terugdeinzen. Integendeel, juist dat raoe- digde haar aan, en toen ze bij het einde van het eerste jaar geplaatst werd in een der zalen van de vronwen-afdeeling, gevoelde ze, dat ze op den rechten weg was. Ze was vol vuur, vol belangstelling, zelfs de operaties woonde ze gaarne bij, omdat men haar toestond te helpen. Zij werkte nu harder dan ooit. Men stelde haar spoedig aan als hoofdverpleegster in een zaal, cn in die groote kale ruimte, waar zij zoo veel lijders troostte en voorbereidde op de laatste oogenblikken, wuar ze dag aan dag den dood zag, waar ze onhoorbaar bezig was, onduldbare pijnen lenigde, slochts monschelijko cllondozag, SY. F. A. GROENHUIZEN, Havik, hoek Lavendelstraat. HORLOGE- en INSTRUMENTMAKER. niets hoorde dan het zachte kennen of een dank bare zucht van verlichting, pij 1de ze op een nacht haar ziel, en ontving opnieuw de overtuiging van haar roeping. Vol innige vreugde zette ze haar taak voort. En iederen avond om half negen hing Tar- vin's hoed aan de standaard in de gang van het ouderlijk huistegen elf uur, of iets later, nam hij hem weder verdrietig op, na intusschen onafgebroken haar gesmeekt, bevolen, gebeden te hebben, haar voornemen te laten varen. De verontwaardiging, die 'hij dikwijls niet bedwin gen kon, gold haar plan, maar soms vergat hij dat en richtte ze tegen Kate zelve. Ze was in staat niet alleen haar plan, maar ook zichzelve te verdedigen zonder heftig te worden, en daar Nick die kunst niet verstond, kwam herhaal delijk plotseling een einde aan het bezoek. Den volgemlen avond verscheen hij echter weer en zat berouwvol vóór haar. met de ellebogen op de knieën en het hoofd in de handen, en smeekte haar nogmaals te luisteren naar hem die het zoo goed met haar meende. Lang duurde deze omlerworpenheid niet, en in den regel eindigde Nick met zijn armstoel de kracht zijner vuisten te doen gevoelen. Kate hield van den openhartigen jongen man, zijn woorden deden hem nog rijzen in haar uchting. Soms, als zij zoo tegenover elkaar zaten liet zij haar verbeelding den vrijen loop en dacht aan haar schooljeugd toon ze zich een toekomst ann zijn zijde had gedroomd. Maar zc verweet zioh dergelijke zwakke oogenblikker Met ingang van den diig waarop de ver eeniging van Rotterdam, Kralingen en Charlois zal tot stand komen, is eervol ontslag ver leend aan de heeren F. B. s' Jacob, als bur gemeester van Rotterdam, G. H. Lambert, als burgemeester van Kralingen, en aan mr. J. D. A. van Blommestein, als burgemeester -• van Charlois.en is benoein«1 tot burgemeester der nieuwe gemeente Rotterdam de heer F. B. 's Jacob'voornoemd. Door «Ie directie der «Nederl. Bell Telephoon- Maatscbappij" te Amsterdam, is het oordeel van de belanghebbenden bij den tabakshandel in Ne'lerland gevraagd over de wenschclijk- lieid eener teiephonisehe gemeenschap met Bremen. De meerderheid van den tabaks- handel heeft groote instemming met dit plan betuigd. Met de betrokken autoriteiten in Neder land en Duitschland zijn reeds briefwisselin gen geopend, evenzoo met de betrokken Kamers van Koophandel. Deze internationale telephoonlijn zal van het centraal-bureau te Groningen, via OM en burg, de verbiuding met Bremen tot stand bren gen. Groningen is door een telephoonlijn van 180 Kilometer met Amsterdam verbon den. De vraag, door bezitters van door zeewater ovei-strooinde bouwlanden gedaan: «wat zullen wij in 1895 op onze landen telen?" wordt door de Veldpost beantwoord als volgt: In de eei-ste plaats zullen zij, die in de gelegenheid zijn «lie overstroomde gronden in 1895 braak te doen liggen wel het meest afdoende handelen; de ondervinding beeft geleerd, dat alle schadelijke zouten op die wijze door weer en wind volkomen worden uitgeloogd. Niet ieder is echter daartoe in de gelegen heid; de mogelijkheid bestaat, dat van éen landbouwer - bijv. 20 Hectaren zijn over stroom, terwijl zijn krachten slechts vol- «iocn«le zijn voor hoogstens 4 a 5 Hectaren braakland. Hij is dus vetylicht een gedeelte van het land te bezaaien. Alweer de ondervinding heeft geleerd, dat dan in aanmerking komen: vlas, rogge en suikerbieten. Wat de twee eerstgenoemde gewassen betreft, op wetenschappelijke gron den zou ik ze iedereen durven aanbevelen. 't ls algemeen bekend, dat het kaïniet nooit een nadeeligen invloed heeft uitgeoefend «»p het vlas, al ware het ook even voor den uitzaai in den grondgebracht. ze moest nu aan andere dingen denken maar toch voelde Ze voor Tarvin, wat ze voor geen anderen man voelde. Ze hadden in hetzelfde huis gewoond op de prairie, hetzelfde eenzame leven leidend van den morgen tot den avond; 's win ters hadden ze water moeten halen uit de troebele rivier, te zamen hadden ze het ijs stuk geslagen en Tarvin had haar emmer gedragen. Nog een twaalftal andere mannen woonden onder hetzelfde dak, maar Tarvin was de vriendelijkste. De ove rigen weigerden wel nooit haar een dienst te bewijzen, ja zij vlogen op haar wenken, maar Tarvin deed wat haar aangenaam kon zijn, zon der dat zij er hem om vroeg, en terwijl zij sliep. Er was veel te doen. Haar moeder had voor vijf-en-twintig personen te zorgen, twintig daar van waren commensalen, mannen die direct onder Sheriff stonden. De gewone spoorwegar beiders woonden in groote barakken in de on middellijke nabijheid, of in tenten en hutten. De familie Sheriff alleen had een huis, dat wil "'zeggen, ze leefde in een gebouw met uitgebouwde vensters, waarvan de ramen op en neer geschoven konden worden, en ze hadden ook een verandu. Dat waren de eenige gemakken. Moeder en doch ter verrichtten al den arbeid, bijgestaan door twee meiden, die wel veel lichaamskracht, maar wei nig verstand van koken hadden. Tarvin hielp Kat,e waar hij kon en zij ge wende zich aan zijn steun; ze liet zich door hein helpen en hij was haar daarvoor dankbaar. De gezamenlijke arbeid, de wederkeerige afhanke lijkheid, de gedeelde eenzaamheid bracht hen na der tot elkaar, en toen Kate naar de kostschool vertrok, begrepen beiden, dat een band tusschen hen bestond, ofschoon zij er niet over spraken. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1895 | | pagina 1