Maandag 11
Febr. 1895.
No. 4431,
44e Jaargang.
Binnenland.
s\
Uitgave
Firma A. H. VAN CL 1
te Amersfoort.
Verschijnt Maanday- en Dondtrdagiiumidday met oratie Zotwlagtblad. Abonnement per 8 rnaniulen/1,Franco
per post ƒ1.11). Ahonneniont alloon op het Zondagsblad voor Amersfoort 40 et., voor binnenland 00 et. nor
8 maanden. Adverientiön 1—0 regels 00 et.; elke regel meer 10 el. Grooto letters niuir plaatsruimte. Legule-,
offieieële- en onteigouingsndvert. per regel 15 et. Reclame! per regel -5 et. Afzonderlijke nummers 10 cent.
Dienstaanbiedingen en aanvraoen, uitsluitend voor- en betreffende den werkenden stand, van minstons 5 reflels, in hot
Zondagsblad, per regel5 cent
Bjj mlvertentiën van buiten dc stad worden do inensseerkosten in rekening gebruulit.
Bureau MUURHUIZEN
hoek Kortegracht, Wijk B.
Telophoonnuntmer 19.
KENNISGEVING F, N.
De voorzitter van den gemeenteraad van
Amersfoort,
Gelet op art 7 der wet, regelende hot kiesrecht,
gewijzigd bij de additioneele artikelen der grond
wet
N'oodlgt uit:
I. de mannelijke inwoners der gemeente, otu,
zoo zij in eene andere gemeente over het
laatst-,'erlooopen dienstjaar in do personeele
belasting, naar eene lioogere huurwaarde dan
die welke volgens art. 1, litt. a en b, van de
wet van '24 April 1848 {Staatsblad No. 15)
aanspraak geeft op vermindering tot een derde
of twee derde gedeelten der belasting naar
de drie eerste grondslagen, of in de grondbe
lasting, in eene andere gemeente of in meer
gemeenten te zamen tot een bedrag van ten
minste TIEN GULDEN zijn aangeslagen, daar
van door overlegging der voor voldaan ge-
teekende aanslagbiljetten noorden 15. Februari
e. k, te doen blijken. Deze aanslagbiljetten
worden na de vaststelling der kiezerslijsten
aan belanghebbenden teruggegeven.
De man wordt in de grondbelasting geacht
te betalen don aanslag zijner vrouw, de vader
dien zijner minderjarige kinderen, wegens de
goederen waarvan hij het vruchtgebruik heeft.
Aanslagen in de grondbelasting wegens on
verdeelde onroerende goederen geiden ook
voor den mede-eigenaar wien3 naam niet bij
den aanslag in het kobier is vermeld, mits
zijn aandeel in dien aanslag ten minste tien
gulden bedraagt.
II de mannelijke inwoners der gemeente, die op
grond van het bepaalde bij art. 1, sub e,
luidende: „hetzij, hoofden van gezinnen of
„alleen wonende personen zijnde, van den in-
„wonenden eigenaar of eersten huurder van
„een woonhuis of afgezonderd gedeelte van
„een woonhuis, waarvan de huurwaarde voor
„de personeele belasting ten minste op het
„dubbele gesteld is van het laagste in de
„gemeente voor den vollen aanslag vereisehte
„bedrag, gedurende negen maanden vooraf-
nde aan den 15. Februiiri dezes ju
„gaande
gedeelte in huur hebben gehad en be
loond, waarvoor geen afzonderlijke aanslag
„in de personeele belasting geschiedt, maar
„waarvan de janrlijksnhe huurwaarde, onge-
„atoffeerd, in verhouding tot de belastbare
„huurwaarde van het woonhuis of afgezonderd
„gedeelte van het woonhuis geschal, het
„sub a bedoelde bedrag van den vollen aan
slag bereikt"; of „krachtensaanslagen in de
„grondbelasting wegens onverdeelde onroeren
de goederen", aanspraak meencn te kunnen
maken om geplaatst te worden op de kiezers
lijsten, daarvan vóór 15 Februari e. k. aangifte
te doen.
De modellen dezer aaag-iften A en 1( zijn
kosteloos ter Secretarie der gemoeide ver
krijgbaar.
De bewijsstukken, bij zoodanige aangifte over
gelegd, waartoe, ingeval van aanslagen in de
grondbelasting wegens onverdeelde onroerende
goederen, moeten behooren liet aanslagbiljet ol'
authentiek afschrift daarvan, eene opgaaf van
het bedrag van het. aandeel in den aanslag en
de bescheiden betrekkelijk het gemeenschappe
lijk bezit, worden na de vaststelling der kie
zerslijsten aan belanghebbenden teruggegeven.
Amersfoort, den 9. Februari 1S9Ö.
De Voorzitter van den Gemeenteraad
voornoemd,
F. D. SCHIMMELPEN N1N0K.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT,
Gelet op art. G der wet van den 2. Juni 1875
(Staatsblad No. 95),
Brengen ter kennis van het publ -k. dat een
door G. C. SMIT1I ingediend verzoek, met bij
lagen, om vergunning tot het plaatsen van eene
machine tot bereiding van minerale wateren, in
het perceel alhier gelegen aan de Kroramestraat,
wijk F. No. 280, bij het kadaster bekend onder
Sectie E. No. 3100, op de Secretarie der ge
meente ter visie ligt, en dat op Zaterdag den
23. Februari aanstaande, des voormiddags te
elf uren, gelegenheid ten raadhuize wordt gege
ven om, ten overstaan van het gemeentebestuur
of van oen of meer zijner leden, bezwaren tegen
het plaatsen van de machine intebrengen.
Amersfoort, den 9. Februari 1895.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
F. D. SCHIMMELPENNINCK
De Secretaris,
W. L. SCHELTUS.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT,
Gezien art. 5 dor wet tot regeling van don
kleinhandel in sterken drank en tot beteugeling
van openbare dronkenschap
Brengen ter openbare kennis, dat een verzoek
schrift, om vergunning lot verkoop vau sterken
drank in het klein bij hen is ingekomen van
R. RIKSEN, in het perceel wijk F. no. 321,
laatstelijk bewoond door J, STORK.
Amersfoort, den 9, Februari 1895.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Burgemeester,
F. D. SCHIMMKLPENNINCK.
De Secretaris,
W. L. SCHELTU8.
Oorzaak en gevolg.
Lombok en de jenever.
Wij moeten
oordeelvelling
uiet
11.
zorgen, dat zulk een
leer mogelijk is. Lie
staatjes gunnen ons een blik in liet Indische
soldatenleven, en wat wij zien, L niet erg
opwekkend. Laten wij daarom strijden teg n
liet drankmisbruik dat feitelijk in het leger
heerscht en aanleiding geelt tot gevolg-
(rekkingen zooalsdie in «Oorzaak en gevolg".
«Lombok en de jenever" werden neerge-
i rij ver te velde ge-
ride kapitien overtuigd
Dat die stukjes tegenspraak, of liever uit
ingen van verontwaardiging Zouden op
wekken, liet zich van te voren zien en raden.
Voor mij liggen de Nos. 3789, 3790 en
3794 van De Amsterdammer. Ad '23,25 en '29
September 1894. In het eerste en het laatste
nummer wordt door
kapitein der artilleri
tegen het stuk en dei
trokken.
Ik hoop, dat genoe
zal zijn, dat ik. met den verschuldigdeh
eerbied voor zijn rang, het waag een oogen-
blik bij zijti heide stukjes stil te staan. De
zaak is' publiek, de betrokken personen zijn
burgers en militaren, en beiden hebben het
recht hun zaak te bepleiten, zoo ook ik.
Licht in de aanhangige zaak te verspreiden
is plicht. Daarom waag ik het ook mijn kaars
aan te steken en daarmede bij te lichten.
Dat mijn licht ook plaatsen uit het duister
te voorschijn zal roepen, die door hun vuil
heid weerzin wekken, is buiten mijn schuld
en heelt misschien deze goede zijde, dat men
zich zal beijveren hol vuil op te ruimen.
Ook laat mijn licht niet cue, alles te ver
lichten; daarom is er licht meer licht
noodig. want er blijft t veel vuil verborgen.
Hoe ik t.ver beide stukjes denk, weet men
reeds. Dat echter een persoon als ds. A. v S.
bokken schiet, is hein, onbekend met het
Indische soldatenleven, wat indeeling, sterkte
enz. betreft, zoo erg euvel uiet te duiden.
Wanneer hij een post van 35 Europeesche
hospitaal-soldaten en kader ten tooneele
voert, moet dit waarschijnlijk alseeu schrijf
fout worden opgevat.
Had hij geschreven: een post sterk 3.»
Europeesche soldaten, hospitaal-personeel en
kader, men had naar zulk een post niet be
hoeven te zoeken, daar men die genoeg vindt.
Dat Z. Eerw de plaatsen niet noemde van
waar hij de gegevens had, acht ik óok een
fout. Ais men op het vuil wil wijzen, doe
men tiet op zulk een wijze, «lat anderen ge
dwongen worden liet te zien, opdat zij hot
niet kunnen loochenen.
Kapitein Sohns heeft evenzeer een
kleine vergissing begaan door te schrijven:
«Neemt men in aanmerking, dat het zakgeld
van den lulandschen soldaat hoogstens G.—
per maand bed raag»".
Een fuselier hooit hier 0.17 zakgeld per
dag /'0.17 X 30 I»01' heelt
hij echter verhoogde soldij, dan wordt zijn
zakgeld f 0.17 -|- 0.12 /'O '29 per dag;
/"0 20 X 39 8.70 per maand. Is lnj er
le klasse bij dan wor.lt dit 0.17 -f- /Ü.12
4- ƒ0104 0.33 per dag; ƒ0.33 X 80==
9.90 per maand ou dit is zijn hoogste soldij.
Ook waar kapitein Sohns in zijn tweede
artikel. No. 3794 Amstwd., bel over de oppas- wordt,
sers heeft, is zijn voorstelling niet juist, 't Is
waar, dat bij officieren zelden soldaten als
oppassers voorkomen, daaronte en loopt de
kapitein wel wat luchtig hoen over ile
oppassers niet alleen bij de onderofficieren,
waar zij regel zijn, maar ook by de korpo
raals, waar zij zoo nu en dan voorkomen,
ja zelfs bij de soldaten, die door eigen geld
of by verdiensten er een op kunnen nahou
den. Nu zijri er bij een bataljon 39 onder
officieren waarvan men gerust kan aanne
men dat er 30 een Europeescben oppasser
hebben, en rekent tnen daarbij nu een
10 tal per bataljon voor dc -verigen,
dan komt men tot een getal van 40 man,
die een bijverdienste van 4.50 a ƒ3.por
maand hebben. Bij de ravnlbrie en de artil
lerie bedraagt dat oppussorsgeld /6.it
ƒ10.per maand.
In No, 3790 van De Amsterdammer, komt
een oiigeteekend stuk'voor van iemand, die
beweert als sergeant in liet Indische leger
ge liend te hebben. (Waarom zijn nautn niet
Van Atjfth schrijft hij ade stroom drank
daar gebruikt, gaat alle perken te bui
ten". enz. Hij noemt eenige bronnen van
inkomsten, waaruit de soldaat zijn jenever-
geld haalt. Eén van die bronnen kan ik
niet beoordeelen daar zij niet meer bestaat,
n. I. hot hulzen-geld. Dit echter weet ik wél,
bestond het nog. onder gelijke omstandig
heden als .Ie scaryver aangeeft, n.l. »dat
men soms 20 maal in éon maand uitrukte,"
dan zou er een aardig sommetje aan hulzen-
geld uitbetaald moeten worden. Dat door
zulk een bepaling munitie-verspilling zal
plaats vinden, is te begrijpen want hoe
meer ik verschiet, hoe mee1' geld is een
te groot lokaas voor den soldaat om, waar
ij de gelegenheid schoon ziet, daarvan ge
bruik te maken. Bun ik juist ingelicht, door
hen die deze toestanden gekend hebben, dan
is juist tengevolge der grooto munitie-ver
spilling die bepaling ingetrokken.
Doch waarom nog langer naar inkomsten
van den soldaat gezocht Laten wy de cijfers
van den verbruikten drank nemen en niet
vragen op welke wijze dat geld is verkregen.
Vele vuile bronnen brengen dat grootendeels
I voort.
I Dat er nu nog kwistig, al is het dan ook
al veel verminderd, met het oorlam wordt
omgesprongen, is een feit.
Toestanden zooals de zich niet noemende
j schrijver uit de can tine in de morgenuren
beschrijft, kent kapitein Sohns niet. Gaarne
I wil ik dit gelooven. daar ik wel kan nagaan
dat ZEdGestr. n oit 's morgens op dat uur
de cantine bezocht hoeft.
I Ik echter ben in mijn betrekking dikwijls
als sergeant plunton-cantine opgetreden en
meermalen in de gelegen!) lid geweest zulke
personen, als mijn ongenoemde collega be-
I schrijft, gade te slaan. Nu zelfs, op do bui-
1 ten posten, kan men liet zoo nu en dan zien
dat er personen zijn die vragen om hun
oorlam in tweeën te krijgen, daar zy anders
te veel morsen, terwijl' zij niet gaarne iets
er van missen. Wat zulke lieden met een
geweer in de hand waard zijn, laat zich wel
begrijpen, 't Is waar, het zijn er maar enke
len, doch drukken die onkelen niot liet. stem
pel van dronkenschap op het geheel» leger?.
Dat die. toestanden ook wel eens dcor de
buitenwereld worden waargenomen ou stol'
leveren om aan de verhalen iets pikants
te geven, kan een ieder zelf nagaan, die
eenigzins «net onze Ind. litteratuur op de
hoogte is. In de Ind. Gids (1802?) komt
o.a. een stukje voor getiteld «No. van
de Algemeen» rekenkamer", waarin eenige
drankzuchtige soldaten bij het openen van
do cantine worden neschroven. Men loze
ook «Mevr. L. van Velten vau der Linde",
oorspronkelijk roman van Mauritz.
In het Duitsche talschrift Globus komt
een artikel voor van dr. Gerhard Schott,
waarin hy zijn kortstondig bezoek aan Atjeh
beschrijft en besluit met «Ie opmerking, «lat
daar oen grooto stropm drank verzwolgen
Mij dunkt, dat «lie
not die van den andoren zich niet noen
deelvelling vrijwel
ch niet noemenden
schrijver overeenkomt, en volgens mij
de toestand naar waarheid toekent.
Ook ik beu het met iedereen eens, «lie
beweert, dat de geschetste toestand niet op
het ge.he.de leger moet verhaald worden,
maar wel op «Ite enkelen «li» zich aan mis
bruik schuldig makenmaar «lie enkelen
komen mij wel wat voel voor. (Zie staatjes
«Ier gestraften.)
Laten wij or voor zorgen, «lat vreemden
zulk een oordeel niet meer kunnen vellen,
«lat het buitenland niet langer kennis kan
nemen van «jen toestand, die <>p hetgeheele
leger een blaam werpt.
Wordt vervolgd.)
Uit Batr via verneemt «Ie Locomotief
In antwoord op een schrijven van Z.K den
Gouverneur-Generaal aan Goesti Djilantik,
waarin nadruk wordt gelegd op het feit, «lat
thans, nu zijn leenheer. «Ie radja van Lom-
hok. vervallen verklaard is van alle waardig
heid hy als vazal ouder de onmiddellijke be
velen staal van de Neilerlamlsche Regeering,
kwam het bericht uit Karang-Asem, dat men
den nieuwen toestand daar volkomen beseft.
Goesti Djilantik beloofde voorts zorg te
zullen «1 ragen voor de rust en de orde in zijn
gebied, maar hij schijnt verzuimd te hebben,
zijn nmlergoschikte hoofden met «Ie bood
schap van het gouvernement in kennis te
stellen.
Intusschen moet ook zijn invloed, volgens
Balineesche begrippen, gelednn hebben als
bloedverwant van een Vorst die zich levend
aan zijn vijanden overgaf.
Uit zeer betrouwbare bron deelt do Soer-
Crt. mode, dat «le expeditie naar KarangAsem,
indien «lie noodig mocht blijken, in geen ge-
zal doorgaan vóór het einde van den West
moesson.
De Regeering in Nederland is hiermede
bereids in kennis gesteld.
Dc Nederlandsche Kamer van Koophandel te
London ontving begin december 189-4 bericht,
dat «le Britscho postmaster general voorne
mens was. met ingang van «Ion Ion Januari
jl. «Ie brieven voor eenige steden in Neder
land niet langer over Vlissingen, maar over
den Hoek-van-llolland te verzenden.
Naar aanleiding daarvan schreef de Kamer
December aan den postmaster general,
haar meening te kennen gevend, dat deze
verandering niet in het belang van den han
del zou zijn. Deze meening was gegrond op
inlichtingen, die de Kamer had ingewonnen.
Daaruit was gebleke.i, «lat «le voorgenomen
verandering niet zou leiden tot een vroegere
bestelling «Ier brieven in de meeste plaatsen,
en tevens «lat dc mailroutc over Vlissingen na
tuurlijke voordeelen bezit' «li«i een groot», u
regelmatigheid waarborgen dan «Ie route via
den lloek-van-Holland, terwijl du nieuwe boo
ten, die op 1 October in de vaart zullen ko
men, den dienst over Vlissingen nog belang
rijk zullen versnellen en «lus een verande
ring volkomen overbodig scheen.
Op 15 en 27 December kwam de Kamer
nogmaals op «Ie zaak terug en vestigde zij
«ie aandacht van den postmaster-general op
hol feit, «lat de dienst over «Ion Hoek bij on
gunstig weder of misl te wenschen liet, en
de stoomvaart- Maatschappij «Zeeland" ook
onder die omstandigheden luiar booten re
gelmatig kon doen aankomen.
Blijkens een sch'-ijven van 29Januari heeft
nu «te postmaster-generdl «lat alles aandach
tig overwogen, en die overweging heeft ge-
loiil tut het besluit om «le zaak voorloopig
te laten rusten, en intusschen den dienst langs
beitic routes zurgvuldig gade te saan.
Bij deze strenge kon mag wel eens her
innerd worden aan «le beschermende kracht
van papier tusschen dekens of kleuren.