Donderdag 21 Maart 1895. No. 4442, 44e Jaargang De oude garde. QAKUNTALA. Binnenland. Uitgave Firma A. H. VAN CLEEFF te Amersfoort. Verschijnt Maandag- en Donderdagnamiddag met gratis Zondagsblad. Abonnement por 8 maanden 1,Franco por post ƒ1.15. Abonnement alleen op het Zondagsblad voor Amersfoort 40 et., voor binnenland 60 et. per !"'.ul.!"'u"Advertentien 16 regels 60 et.; elke regel meer 10 et. (Jroote letters naar plaatsruimte. Legale-, otlieieële- en onteigeningsadvert. per regel 15 et. Reclame! por regel 25 et. Afzonderlijk*- nummers 10 cmt. Dienstaanbiedingen en aanvragen, uitsluitend voor- en betreffende den werkenden stand, van minstens 5 regels, in het Zondagsblad, per regel5 cent. Bij advertentien van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. Bureau MUURHÜTZEN boek Kortegracht, Wijk B. 60 Telophoounumnier 19. Zij, die zich mat 1 April a.s. op dit blad abouneeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers gratis. bij den eersten oogopslag zegt Louise Stra- tenusin het jongste Zondagsblad van d eAtnuter- dantsche courant zal het wellicht vreemd schijnen, dat een vrouw de stem verheft voor de laatste overblijfselen van een leger, maar vooreerst voegt het haar beter dun den man een Ijelooning te vragen voor daden, die zoo gewoon moeten toeschijnen aan hem, die ieder oogenblik bereid zou zijn hetzelfde te doen, en ten tweede is de vrouw nooit on verschillig geweest voor den roem der vlag. Is zij liet niet, die huur uitreikt of ver vaardigt, als het land bedreigd wordt Werpt zij haar geen krausen en bloemen toe, als het vaandel, zwart van rook en doorboord van kogels, uit den strijd wederkeert? Aan du vrouwen van Nederland is hel dan ook, een smeekbede te richten lot de heide vorstelijke gebiedsters, ia wier bandon de scboone laak berust verdiensten te beloonon en lieden nog een lauwer uit de reiken, aan wie ze morgen niet meer kan aanschouwen. Deze lelie winter beeft vele oude eiken geveld, de reeds zoo klein geworden schare van Metalen-Kruisridders aanmerkelijk ge dund: tie jongste hunner telt thans tachtig jaren, zoo uien wacht, zal er spoedig geen enkele meer overblijven. België heelt dit be grepen, toen liet dezer dagen een plechtige begrafenis schonk aan een zijner strijders van 1830. Waarom zou ous land hot niet nog schooner voorbeeld gevenDe man was slechts een arme boer; hoe groot ware zijn vreugde niet geweest, indien men zich zijner ook tijdens zijn leven had herinnerd Aan ons, dat voor onze oude garde te doen, dat welbovenal voor diegenen ouder haar, die niet gedwongen, maar als Vrijwilligers mede uitrukten, aan hen, die i.et groene lint inet oranje dragen. De Jagers van Van Dam" en en zoovele andere studenten en gewone vrij willigers zijn te tellen. Uazebroek en Beets houden de banier van bun jeugdige geestdrift nog schitterend omhoogook enkelen, die zicfi daarna een eervolle plaats in het leger verwierven bleven nog staande maar hoevelen zijn er verder, die aan de oproeping zouden beantwoorden, als men beu tot een laatste wapenschouwing uitnoodigde? Hoevelener zouden over een jaar nog naar toe komen strompelen Feuilleton. 17). Naar hel Engelsch. Tarvin zette zich naast den kleine. Hij ver wonderde zich niethij was op de vreemdste dingen voorbereid. We zullen den grooten weg naar de spoor lijn rijden, zeide de knaap. Wie is a? vroeg hij, zacht zijn hand op die van Tarvin leggend. Keu heel gewone man, beste jongen. Ze zeggen, dat u hier is gekomen om alles te zien. Dat is waar, antwoordde Tarvin. Wanneer ik Koning ben, dan laat ik nie mand in mijn rijk toe, geen enkelen vreemdeling, zelfs geen vice-Koning. Dus mij ook niet? vroeg Tarvin. Jawel; U moogt komen, zeide het kind na oenig nadenken. Maar dan moet u mij laten lachen laat me nu lachen. Je verlangt veel. Welnu. Kr was eens Wat zou een kind van dit land kunnen doen lachen, dacht Tarvin. Ik heb nog geen enkel kind vroohjk gezien. Wat is dat daar in de verte, mijn jongen vroeg hij. Aan het einde van den weg vertoonde zich een stofwolkje, liet werd opgejaagd door snel ronddraaiende wielen, en moest dus iets buiten gewoons zijn. Ik ben juist daarom uitgereden, antwoordde de prins. Zij zal mij gezond makenmijn vador, Laat ons voor een oogenblik bij dit tref fende beeld stilstaaneen jongste revue onzer vrijwilligers van '30, allen vergrijsd en door ouderdom gebogen. Zij bobben van de aarde niets meer te verwachten; de meesten wer den door ziekte gekweld, enkelen voelen reeds de nevelen der kindschheid hun geest verduisteren; maar allen herinneren zich nog dien veldtocht voor hun Koning; op aller lippen heelt nog dezelfde wapenkreet; en wij stellen ons voor hoe de laatste telg uit dat dierbare Vorstenhuis, dat zij ten strijde volgden, langs hun rijen zou gaan, elk hun ner een woord -- van afscheid, helaas! toevoegde, en hun een blijvend teeken schonk dut ook Zij onze-geschiedenis lief heeft en onze oude garde vereerde. Onder ben zijn offi cieren, sedert lang aan het leger ontrukt; hoe licht zou het Hare Majesteit niet vallen bun elk een hongeren rang te schenken f 's Lands schatkist werd daardoor niet be zwaard, want het ware slecht- een titel, meer niet, maar welk een zonnestraal voor die door alle eerbewijzen vergetenenZij zou gaan tot de burgers, die een liooge plaats in de maatschappij bekleedden, en bun een laatste ridderteekeii op de borst hechten; Zij zou den eenvoudigen van stand een ge schenk toereikeu, Haar beeltenis, ecu kleine som, of wat het dan ook zij. al naardat. hun liefst verlangen daardoor vervuld zou worden. Zou er niet bij zulk een echt koninklijke daad een kreet van onbeschrijflijke geest drift in het Lage land aan de wilde Noord- zeebaren opgaan Zou niet heel de natie de dochter onzer Vorsten van Oranje toe juichen zou Zij zelf niet een zoete berinne ring van dat oogenblik medenemen George van Griekenland, zoo verhaalde mij zijn hofmaarschalk, bezocht eens een kleine, afgelegen plaats van zijn rijkeen man zeide hem, dat aldaar een honderdja rige visscher woonde. De Koning wilde hem zien en begaf zicll zeil naar zijn hut, maar reeds op den drempel trad de grijs aard iicixi te gemoet, en ontblootte het lioold, zijn Vorst met tranen in de oogeti dankend voor do eer, welke Hij hem waardig keurde. Doch Zijne Majesteit legde hem liet zwijgen op en voor hem neerknielend zeide hij «Zegen mijgij zijt reeds zoo dicht bij den Hemel, dat het mij geluk zal aanbrengen." Hier zou niet een enkele, oud van dagen, hier zou al wat overblijft van ons roemrijk leger van weleer, onze Koningin zegenen, en wie zal tegenspreken dat bun bede Haar geluk zou aanbrengen Als een vaandel voorbij wordt gedragen, presenteert de troep liet geweer, groeten de ol'licieren liet niet de Maharajah, heeft het gezegd. Ik ben niet gezond. Kil zich tot den groom die achterop zat wen dend, zeide hij op gebiedenden toon. Soor Singh, hoe noemen ze het ook weer, wanneer ik bewusteloos ben Ik heb het Kn- gelseke woord vergeten. De groom boog zich voorover. Ik weet het ook niet meer, zeide hij op ungstigen toon. O ja, ik weet het al, riep de knaap uit. Mevrouw Kstes zegt, dat het toevallen zijn. Wat zijn toevallen Tarvin legde vriendelijk de hand op den schou der van den knaap, maar zijn blik bleef op de stofwolk gericht. Laat ons honen, dat ze je genezen zal. mijn jongen, hoe je ziekte ook heeten mag; maar wie is die sij? Ik weet haar naam niet, maar ze zal mij gezond maken. Ziel Mijn vader heeft haar een rijtuig tegemoet gezonden. Ken ledige barouchet hield stil naast den hobbeligen postwagen. In ieder geval een beter vervoermiddel dan een ossenwagen, dacht Tarvin zich van zijn zit plaats opheffend- De ontroering werd hom bijna te machtig. Zeg, mijn jongen, weet je niet wie het is? vroeg hij. Ze is naar ons toegezonden, antwoordde de Maharajah Kunwar. Ze heet Kate, zeide Tarvin met heosche j stem. Vergeet dien naam niet. I Kat», fluisterde hij hij zichzelf. 1 Het kind wuifde met de hand en liet escorte den sabelbier is meer dan de vlag, hier is de oude vaandelwacht. Haar laatste veld slag breekt aan deze enkele wakkeren heb ben een tachtigjarigen oorlog gevoerd met beproevingen, ziekte, ontmoediging, teleur stellingen, rampen; zij bebberigezegepraald, waar zoovelen bezweken, en als zij om zich heen blikken, vinden zij geen hunner tijd- genooten, die vrienden van weleer, terug. Maar thans is hun kracht ten einde, hun laatste veldslag breekt aanmen handele spoedig, zoo men hun een jongste vreugde wil scheukenweldra zal de laatste hunner voor altijd ingeslapen zijn. In bet museum van 1830, dat in bet ge bouw der Militaire Academie ie Breda wordt bewaard, nadat, vroeger een stationschef te Amsterdam al die herinneringen bijeenver zamelde, vindt men de sjako van den vrij williger Beekman, den jongen student, die gedurende don Tiendaagsclien veldtocht sneu velde. lu die sjako ,;it nog het. verdroogde booquetje, vijf en zestig jaar geleden door Beek man's bruid daarin bevestigd, toen hij hoopvol en blijgemoed ten strijde trok. Die lang verwelkte bloempjes hebben ons veel te zeggen. Zij fluisteren ons heden toe: zoo oo jonge held. wien wij toebehoorden, aan alle hulde ontrukt werd, Heukman's laatste wapen broeders zijn nog in leven, en uw groot moeders en overgrootmoeders hebben ook voor hen eenmaal ten afscheid de eene of andere roos of wellicht slechts eon nederig veld klokje geplukt: aan u een nieuwe bloem, een allerlaatsten krans voor hen te vragen. Hare Majesteit de Koningin-Regontes be wijst in elk Harer daden, hoe Zij éen is geworden met ons volk indien mv/e vrouwen en meisjes haar onze oude garde in de ge dachte roepen, zal Haar edele ziel daarop aanstonds het antwoord vinden, en zal Zijzelve liet Kind der Nederlanden vergezellen, als onze jeugdige Vorstin tot de Oud-strijders gaat. Kn van al die bevende lippen zal vol geestdrift een ander, een schooner: «Ave, Caesar, Imperator." weerklinken, dan ooit binnen Rome's kampperk vernomen werd: «Gegroet, Neèrlaud's Koninginzij.diesterven gaan, zegenen uI" Il.il. M.M. de Koninginnen hebben het voornemen, in de laatste helft van de maand April, na het gewone bezoek aan Amsterdam, een bezoek van tien a veertien dagen te bren gen aan Londen, ter bezichting van deze wereldstad. schaarde zich langs de beide zijden van den weg. De postkoets hield stil en Kate steeg uit, bleek, bestuifd. afgemat van de lange reis, met roode oogen door gebrek aan slaap, half versuft, wezen loos. Haar vermoeide ledematen zouden haar hebben doen in elkaar zakken, ware Tarvin niet uit zijn rijtuig gesprongen om haar in zijn armen op te vangen, en ten aanscbouwe van het militair geleide en het donkeroogige kind, dat uit al zijn macht „Kate, Kate" riep, sloot hij haar in zijn armen. Ziezoo, rijd nu naar huis, mijn jongen, zeide Tarvin. Kate ben jij hot housen Maar Kate had slechts tranon voor hora en bracht stamelend uit: Jij» JU, iv' De tranen stroomden Kate weder over de wangen, terwijl ze in het vertrekje, voor haar door mevrouw Kstes in orde gebracht, voorden spiegel stond en heur haar in orde bracht tranen van ergernis. Toen ze to Bombay aan land stapte, had ze gedacht, vrij te zijn en onge hinderd een aanvang te kunnen maken met haar taak. Kn daar was nu Nick weer. Gedurende de reis van Topaz had ze in een zekeren staat van opgewondenheid verkeerd. De vermoeinissen luidden haar bedwelmd, haar in een toestand van extase gebrachtzo verkeerde in den staat van opgewondenheid, waarin de jongeling verkeert, die voor het eerst de genoe gens van het leven van den man leert kennen. Kindelijk vrijNiemand kon haar thans nog terughouden van de taak, welke zij op zich ge nomen had. Nog eonigc dagen en da» zou zij van aangezicht tot aangezicht staan tegenover Hr. Ms. schip Valk wordt gereed ge maakt voor het overbrengen van de Vorst innen. De reis zou uit Den Helder worden onder nomen en gepaard gaan met eenig maritiem vertoon. H.II. M.M. zullen van deze reis naar «Ie Residentie terugkeoren on van daar in den namiddag van 14 Mei naar Nijmegen ver trekken, tot liet brengen van H. D. bezoek aan de provincie Noord-Brabant. Bij H.H. M.M. de Koninginnen bestaat het voornemen, aan de ol'licieren. onderofficieren en minderen, die, Imtzij op Lombok of in Atjeh, zoodanig zich hebben onderscheiden dat zij de Militaire Willemsorde hebben ver diend, en aan wien het ridderkruis daarvoor nog niet is uitgereikt, «lie ouderscheidings- teckenen zelf te overhandigen. Het tijdstip van ile uitreiking zal later wor den bepaald, waarmede vermoedelijk nog «enigen tijd zal verloopen, met het oog op »le afwezigheid van generaal Vetter en den terugkeer uit Oost-lndië van verschillende ol'licieren van het Nederlandse!) Indische leger, en andere omstandigheden, zoodat de plech tigheid eerst in liet laatst van Juni of het begin van Juli zal kunnen plaatshebben. De voordracht voor de belooningen, toe te kennen voor de op Lombok bewezen diensten, bestaat uit: 0 bevorderingen tot ridder dei- Be klasse, 70 benoemingen tot ridder der 4e klasse van de Militaire Willemsorde, en 8 tot. ridder van den Nedorlandschen Leeuw. Voor hel afleggen der eind-examens van du Gymnasia en daarmede gelijk gestelde exa mens moeten zij, die) hieraan wenschen deel to nemen, zich voor 1 April a.s. aanmelden bij den inspecteur der Gymnasia te 's Graven- hage. De Telegraaf geeft liet volgend droevig verslag van de audiëntie dor beuren Prinsen, 11. Vlasveld en I. W. A. C. Van Loenen, respectievelijk secretarissen der gemeenten Wormorveer, Luk huizen en Beverwijk, bij den Minister van Hinnenlandsche Zaken, ter aanbeveling van hut adres der gemeente secretarissen aan II.M. du Koningin-Regentes, om verbetering in hun positie te krijgen. De heer PrinsenExcellentie, wij voldoen aan oen opdracht van 353 gemeente-secre tarissen in ons Rijk, om het aan H.M. de Koningin-Regentes gericht request in zake verbetering van de positie van den gemeente secretaris bij Uwe Excellentie aan te bevelen. De Minister: /ijn in dat request du urgu- luiui' levensdoel, In haar verbeelding zag /.e vrouwen smeekend de armen naar baar uitstrek ken en van koorts glooiende handen werden in de hare gelegd. Het schip bewoog zich veel te langzaam. Ze telde do wentelingen van do schroef. Ze stond meestal op het achterdek, en staarde met schitterende oogen in «le richting van Indië, terwijl zij zich reeds in den geest verplaatste in het land, waarheen zij op weg was. Toen zij aan wal stapte, beefde ze over al haar leden. Haar arbeid lag voor haar, maar was zij er voor berekend Maar ze drong dien altijd weer terug keerenden twyfel terug. De Hemel zou haar in staat stellen datgene to doen, wat hy voor haar bestemd had. In dozen gemoedstoestand verkeerde ze, toen zij uit den reiswagen stapte en door Tarvin in de armen gesloten werd. Zo stolde de beweegredenen op prys, die hein de reis hadden doen ondernemen, maar ze wenschte van harte, dat hij in zyn land gebleven ware. Het bestaan van den inan, die naar beminde, maar wiens wenschen zij niet vervullen kon, was op veertiende izend tnylen afstands een feit dat droevig genoeg was; daar tegenover te staan in Indië, alleen, scheen haar een ondraaglijke last en een onoverkomelijke hinderpaal tusschen haar en de moderaanschen, die haar hulp behoefden. De liefde was voor haar op dat oogenblik niet het voornaamste in de wereld, maar Nick's ver driet ging haar daarom niet minder ter harte, en terwijl zo voor den spiegel hour haar vlocht, was zo geheel en al met hem vervuld. Den volgenden ochtend zou ze met haar werk aan vangen on daar zat ze nu »'ii ducht aan niets andon don uo Nicholas Tarvin. Wordt vSfrtoijW).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1895 | | pagina 1