Maandag 15 April 1895. No. 4449, 44e Jaargang gAKUNTALA. Nieuw Leven. Binnenland. Dit gave Firma A. H. VAN CLEEFF te Amersfoort. Verschijnt Maandag- cn Drmdfrdagnarniddag met gratis Zondagsblad. Abonnement per 3 maandenƒ1,Franco per post ƒ1.15. Abonnement alleen op het Zondagsblad voor Amersfoort 40 ct., voor binnenland 50 et. per 3 maanden. Advertentie» 16 regels 60 ct.elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, ofiicieële- en onteigeningsadvcrt. per regel 15 et. Reclames, per regel 25 ct. Afzonderlijke nummers 10 cent. Dienstaanbiedingen en aanvragen, uitsluitend voor- en betreffende den werkenden stand, van minstens 5 regels, in het Zondagsblad, per regel 5 cent Bij advertentiün van buiten dc stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. Bureau MUURHUIZEN lioek Kortegracht, Wijk B. 60 Telephoonnummer 19. KENNISGEVINGEN. De Gedeputeerde Staten der Provincie Utrecht, Iri aanmerking nemende, dat op den eersten Dinsdag der maand Juli 1895, volgens den vast- gestelden rooster, zal aftreden de helft van de leden der Provinciale Staten van dit Gewest; Gelet op de betrekkelijke artikelen der Pro vinciale wet, de wet van 5 November 1852 (Staats blad no. 197), en op hun besluit van 12 April 1888," no. 19 (Provinciaal-blad no. 40); hebben goedgevonden I. 'Voor zóóveel noodig aan de gemeente-be sturen in herinnering te brengen 1°. Dat tot de in voege als boven aftredende helft der Provinciale Staten behooren In het hoofd-kiesdistrict Utrecht de heeren A. C. J. van Eelde, inr. C.' G. Berger van Hengst, J. C. van Eelde, jhr. mr. NV. H. de Beaufort, mr. W. J. Roijaards van den Ham, mr. G. H. Bolhuis, en mr. D. Ragav. In het hoofd-kicsdistriet Amersfoort de heeren mr. A. \V. van Beeck Cal koen, D. P. Hamers, en mr. A. J. de Beaufort. In het hoofd-kiesdistrict Amerongen de heeren H. G. van der Pool, G. J. Roghair, W. A. van Beeck Calkoen, en mr. M. I. ridder Pauw van Wieldrecht. In het hóofd-kiesdistrict IJselstein de heeren: jhr. J. J. van Aseh van Wijck, mr. C. M. Blankenhoijm, en mr. A. G. Wolf. In het hoofd-kiesdistrict Breukelen de heeren G. H. L. baron van Boetzelaer, J. van der Bijl, J. Bos J.Az., en J. N. Bastert. 2°. dat krachtens art. 5 der aangehaalde Pro vinciale wet, de verkiezing zal moeten plaats hebben op Dinsdag den 14. Mei aanstaande. II. Naar aanleiding vuil art. 14 der meergemelde wei te bepalen, dat voor deze verkiezingen, zoo noodig, de herstemming zal plaats hebben op Dinsdag den 28. Mei aanstaande, en daarvan bij deze mede kennis te geven aan de gemeente besturen. En worden de gemeente-besturen en voorzitters der gemeente-radeu, ieder voor zooveel bun aan gaat, verzocht, aan een en ander richtige uit voering te geven, waartoe deze in het Provinciaal blad zal worden geplaatst, zullende hut wijders ter algemeene kennis worden gebracht door op neming in het Utrechtsali l'rovineiaal en Stedelijk Dagblad en in de Amersfoortsche Courant. Utrecht, den 10. April 1895. De Gedeputeerde Staten voornoemd, SOHIMMELPENNINCK v. D. O. v. NIJENBEEK, voorzitter. C. R. MERKUS, griflier. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT brengt ter kennis van de belanghebbenden, dat de blanco verzoekschriften tot het bekomen van jachtacten, visohacten en kostelooze verghnningen om te visschen, benevens voor de regislratie van eendenkooien en duiventillen, alle werkdagen van 's voormiddags 10 tot 1 uur des namiddags, ter secretarie verkrijgbaar zijn, en maakt hen opmerkzaam op het belang dat er voor hen in gelegen is, de bedoelde verzoekschriften, behoor lijk ingevuld, vóór den 15. Mei aanstaande ter voormelde plaatse inteleveren, opdat men tijdig voorzien zij van eene acte of vergunning voor het seizoen 1895/96. Amersfoort, den 11. April 1895. De Burgemeester voornoemd, F. D. SCIIIMMELPENNINCK. Feuilleton. 25). Naar liel Engelscli. Elk raam, elke opening, waardoor frissche lucht had kunnen binnenstroomen was geslotenhet houtvuur in een der hoeken vlamde hoog op en de rook deed Kate, toen zij binnenkwam, bijna stikken. Wat er voorviel tusschen Kate en de zoo al gemeen geachte vrouw zal niemand ooit te weten komen. Het meisje kwam eerst na een halfuur weder te voorschijn, maar de vrouw verscheen veel eerder, verwilderd en bij ziohzelve prevelend. Nu was Kate op alles voorbereid, zelfs op den jammerlijken toestand der geneesmiddelen inde apotheek de vijzel werd nooit schoon gehaakt en bij elk recept kreeg de zieke veel meer drankjes dan waren voorgeschreven en op de morsige, nattige, nooit gereinigde kamers zonder lichten zonder lucht, die zij met een gevoel van wanhoop de eene na de andere binnentrad. De zieken mochten huu kennissen ontvangen zoo dikwijls zij slechts wilden en van hen aannemen al wat misplaatste goedheid hun deed geven. Als zij I stierven, kwamen de rouwdragers om het gebouw i in koor hun gehuil aanheffen en droegen het lijk over de binnenplaats onder het geschreeuw j van de krankzinnigen, om op die wijze in de i stad alle kiemen van besmetting te brengen. j Zij die door besmettelijke ziekte waren aangetast, werden niet gedurende de ontwikkeling der ziekte Daar vaart iets door de schepping, iets als de adem van het eeuwige, het eeuwig-willen, het eeuwig-kunnen, het eeuwig-zijn. En uit de schoot iler aarde, maandenlang zwar.t en doodsch, gaat er rijzen, bij het levenswek- kend strooinen van dien adem, al wat daar i sluimerde. Oprijzen gaat het, jong en frisch. Nieuw schijnt liet, geheel nieuw, en toch was liet reeds: een"spruitje, een sprankje van het eigen-eeuwige. Plet, springt uit. alle knoppen, liet ontwringt zich aari elke bedekking, het lacht en dartelt als een kind, pas uit diepe sluimering out- waakt. Geen enkel verschijnsel in de natuur dat op ons gemoed een krachtiger werking uit- oefent, een dieper indruk maakt dan de terugkeer der lente, de wedergeboorte der aarde. Zoo moede was zij, die aarde, zoo moe en zoo mat, en het was haar zoo drukkend. O, zij had willen scheiden van het leven, zoo doodsch en gevoelloos, maanden achter een. dat zijn golven ophiel' hoog vóór haar, om ze neer te ploffen en haar te bedelven onder haar tergend blank schuim, slechts een korte pooze, kort maar bang, on om ze dan weer te doen afvloeien, vriendelijk rim pelend die huichelende golven - haar in al haar leed achterlatend, doorweekt, ver stijfd, en bibberend van koude en van leed. O iiet beangstigde baar zoo, dat grillig baren- spel; en machteloos voelde zij zich, in-zwak on machteloos. Zoo moe was zij, zoo moe en zoo mat. Toen zij jong was, toen was het anders. Toen liet gouden zonlicht haar eiken dag afgezonderd, en kinderen die aan oogziekten leden speelden vroolijk met de kinderen van de bezoe kers of tusschen de bedden van de lijders aan diphtheritis. Op éen punt, en op dit puilt alleen, was de dokter streng. Hij was zeer gelukkig in dc behandeling van de vaak voorkomende gevallen, die op de registers werden ingeschreven als „lende- wonden." De houthakkers en kleine kooplieden, die vaak verplicht waren alleen de eenzame landwegen te bereizen, werden niet zelden aangevallen door tij gers, en in die gevallen zette de dokter de ge- heele Ëngelsche pharmacopea ter zijde en maakte gebruik van eenvoudige middelen die inde naburi ge dorpen worden toegepast, en wrocht' dan wonderen. Niettemin was net noodig hem te zeg gen, dal er in het vervolg slechts éen hoofd van het Rijks-Hospitiial zou zijn en welks orders onvoor waardelijk gehoorzaamd moesten worden en dat zijn naam was: miss Kate Sheriff'. De dokter, in aanmerking nemend, dat zij gadegeslagen werden door de vrouwen om hen heen, maakte geen tegenwerpinghij had al zoo menig periode van hervorming en reorgani satie medegemaakt cn wist, dat zijn eigen inertie en een fluweelen tong hem er nog meer konden .doen doorstaan. Hij boog, ten bewijze zijner on derwerping en liet de vermaningen van Kate het eene oor in en het andere uitgaan, terwijl hij alle vragen deed afstuiten op de verklaring „Dit Hospitaal ontvangt slechts honderdvijftig ropijen maandelijks uit de Staatskas. Hoe kan men voor die som alle dagen geneesmiddelen uit Calcutta bekomen Ik kan die recepten betalen, zeide Kate, een lijst van noodige geneesmiddelen schrijvende I nieuwe kracht schonk, toen was zij sterk en krachtig, sterk en moedigrondgedobberd had zij op'die golven. Niets angstigs was er iri dat opgaan, in dat neergaan, in datspat- tend klotsen; vroolijk, vroolijk wasdatkleu- j rengeflonker van liet brekend zonnelieht. I Toen zij jong was I Jong jong was zij dan oud geworden Ja oud voelde zij zich, oud deed zij, oud i moest zij wel wezen na zoo 'n' langen slaap moe en oud. Een grijze was ze, nu ze jong moest zijn, een jeugdige grijze, een najaars dag, kil en grauw in gouden zomer, i Ze sleepte zich voort. Een foltering leek het. Dreigend, drukte al wat haar omringde j naar omlaag, met iooden last. j Altijd meer, altijd verder nog verder. I Waarheen in dien langen, bangen win- j ternacht? Maar toch, het daagde. De zonne kwam, en rnet haar hoop en levenslust en levenskracht. Zij bracht ver nieuwing, herleving, verrijzenis uit schijn baren doodsslaap. Daar vaart iets door de schepping, iets als de adem van het eeuwigelevenwekkend, waar leven sluimerde. Moe was zij geweest, levensmoe. Geweest maar nu niet meer. Iets had zij gezien, een klein, klein stukje zonnegloed. Neen zij wilde niet meer laf zijn, maar dragen, sterk en moedig; zij wilde zich ont worstelen aan haar langen slaap, vol ver trouwen Daar is iets in haar gaan ontwaken, jong en frisch nieuw schijnt liet, nieuw, en toch was het reeds: een sprankje van het eigen-eeuwige. If. M. de Koningin-Regentes heeft bepaald, dat zij requesten, Haar op straat aangeboden, niet meer zal aannemen. Hare Majesteiten zullen, gelijk reeds werd gemeld, den 24 Mei van Maastricht vertrek ken naar Aken, doch van daar op 25 Mei de reis voortzetten naar IgeJs, hij Innsbrück, waar HU. MM. een séjour zullen maken van omstreeks vijf wekeii. Einde Juni of aanvang Juli zullen Zij hier te lande terugkeeren en zich begeven naar het Loo. op den lessenaar in de badkamer, die bestemd was om tot keuken te dienen, „en ik zal verder alles betalen wat ik noodig acht." Die recepten zullen toch wel officieel door mijn handen gaan vroeg Dhunpat Rai, zijn hoofd vragend terzijde buigend. Daar zij geen noodelooze moeilijkheden wilde scheppen, stemde Kate toe. Nu die arme schepsels in de zalen in haar nabijheid onverzorgd lagen en overgelaten waren aan de zorg van dezen man, was het geen tijd om over rechten te twisten. Ja, zeide zij op stelligen toon, dat zullen ze natuurlijk. En toen de dokter de hoeveelheid en bet gehalte van de recepten zag, besefte hij, dat hij nog wel meer van haar zou hebben te wachten. Na verloop van een uur of drie verliet Kate het gebouw, doodelijk vermoeid, flauw van den honger en met een hart vol droefheid. Tarvin vond den Maharajah, die zijn gewone hoeveelheid opium nog niet geschoven had en in een zeer droefgeestige stemming verkeerde. De man uit Topaz sloeg hem met scherpen blik gade en dacht aan zijn plan. De eerste woorden van den' Maharajah gaven hem gelegenheid zich te verklaren. „Wat komt gij hier eigenlijk doen vroeg de Vorst. Te Rhatorc zeide Tarvin vragend, terwijl zijn glimlach den gansc'nen horizon verlichtte. Ja, te .Rhatore, bromde do Maharajah. De l regent van den Sahib zegt, tlat gij tot geen enkel j lalul behoort en dat gij hier gekomen zijt om j alle dingen te zien en er leugens over te schrijven. Waarom zijt gij hier gekomen? Ik ben gekomen om een andere richting I aan uw rivier te geven. Daar zit goud in, zeide Door de Ministers van Buitenlandsche zaken en van Waterstaat, eenerzijds, en den Bel- - gischen gezant bij ons Hof, ®raaf de Grelle Rogier, anderzijds, heeft Donderdag aan het Departement van Buitenlandsche zaken de onderteekening plaats gehad van de overeen komst betreffende de telephonische verbinding tusschen Nederland en Belgie, door aansluiting van het Nederlandsch telephoonnet aan Ant- werpen. Toen de patent-belasting was afgeschaft en de bedrijfsbelasting, die een paar millioen minder opbrengt, nochtans zwaarderen druk op velen legde, heette het, dat de wijziging der personeele belasting dit voor velen goed zou maken. Dit wetsontwerp is nog niet open baar gemaakt, maar de bladen konden er echter reeds de hoofdbepalingen van mede- deelen. Op grond van die medeelingen maakten deskundigen in de Haagsche Courant en in het Centrum becijferingen, die aantoonen, dat juist de onbemiddelde burgerij, die toch het eerst in aanmerking moe^t komea voor onthef fing door deze verande. ingen wederhetzwaarst getroffen wordt. Zij die een huis bewonen van f 450, zullen omstreeks f30 meer betalen, en zij die te Amsterdam voor f100 wonen, zouden, in plaats van f29.71, te betalen hebben f71.175. De wijziging bewijst dus weer, dat alle verandering geen verbetering is. Men schrijft uit Dinxperloo aan de Arn- hemscbe courant: Voor eenigen tijd maakten wij melding van een fabrikant alhier, tegen wien proces-verbaal was opgemaaktomdat hij verzuimd zou hebben een dienstbode voor de personeele belasting te hebben aangegeven. Zooals destijds uitvoe rig werd gemeld, was deze dienstbode slechts een werkvrouw die een half uur per dag het kantoor in orde had te houden, maar, daar zij gehuwd is, natuurlijk geheel zel'standig woont. Toch heeft bedoelde fabrikant een boete van f80 moeten betalen. Daar zijn kantoor toch moetschoongehouden worden, laat hij nu zijn kantoor beurtelings door twee vrouwen elk eenige dagen per week schoonhouden, wijl voor de personeele belas- tingslechts dan een vrouw als dienstbode wordt gerekend, wanneer zij per week minstens drie dagen bij iemand werkzaam is. Deliibrikant kan nu zeker zijn, dat hij voor processen-ver baal als bovengenoemd gevrijwaard blijft, hoe onaangenaam het ook moet ziju voor de vrouw, die vroeger alléén aan dit werkje een bescheiden broodje kon verdienen. hij op stelligen toon. De rajah antwoordde hem kortaf en gemelijk: Ga naar het gouvernement. De rivier behoort aan u, naar ik meen. Aan mij Niet3 in het gansche land behoort aan mij. Die handelsreizigers liggen dag en nacht voor de poort; de agent van den Sahib wil niet, dat ik belastingen hef, zooals mijn voorvade ren ik heb geen leger. Dat is volkomen waar, bromde Tarvin tus schen de tanden. Ik loop er op een mooiendag mee weg. En als ik er een had, ging de Maharajah voort, zou er geen vijand zijn om tegen te vechten. Ik ben niets anders dan een oude wolf, die zijn tanden verloren heeft. Ga nu maar heen. Dit gesprek werd gevoerd in het met tegels bedekte gedeelte van den tuin onmiddellijk achter den vleugel van het paleis, dat door Sitabbör werd bewoond. De Maharajah zat op een gebroken gemakkelijken stoel, terwijl zijn stalknechts achtereenvolgens geheele rijen paarden brachten, gezadeld en getoomd, in de hoop dat een "der paarden door Zijn Majesteit zou worden gekozen voor zijn morgenrit. De vunzige, benauwde lucht van het paleis werd door de morgenwind voort- gedragen naar de ruimte met de marmeren tegels 't was een zeer ongezonde lucht. Tarvin, die te paard op het binnenplein was gekomen en niet was afgestegen, legde zijn rechterbeen over dc magere lenden van den pony en bleef rustig zitten. Ilij had iets bespeurd van de uitwerking die de opium op den Maharajah maakte. Een bediende naderde met een klein koperen bakje, gevuld met opium en water. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1895 | | pagina 1