Donderdag 30 Mei 1895. No. 4462, 44e Jaargang EEN LESJE. '■«JS'ïlk,'1'' is»; QAKUNTALA. Binnenland. Uitgave Firma A. H. V A N CLEEFF te Amersfoort. Verschijnt Maandag- per post ƒ1.15. Alioni 8 ninandcn. Ad verten tien 1— ofRcieiile- en ontuigenlngsodvert. por regel 15 et. Recliunot per regel 25 et. AJitnidrrlijlcr Dienstaanbiedingen en aanvragen, uitsluitend voor- en betreffende den werkenden stand, van minstens 5 regels, in het Zondagsblad, per regel5 oent. Bü advertentien van buiten do stad worden de ineassvorkostcn in rekening gebracht. Dondrrdagnamiddag met gratis '/<mdagn/>lad, Abonnement pnr 3 maanden 1,Franc t alleen op liet Zondagsblad voor Amersfoort 4" et., voor binnenland 50 et. lie .'gels 60 et.elke regel meer 10 ct. (irootc letters naar plaatsruimte. Legale Bureau MUURHUIZBN hoek Kortogracht. Wijk B. 80 Telephoonnmnnier 19. K F N NISGE VING. De BURGEMEESTER kn WETHOUDERS van AMERSFOORT doen te welen, dat de pro cessen-verbaal van inlevering en opening der stembriefjes ter verkiezing van éen lid voor de Provinciale Staten van Utrecht in afschrift aan het Raadhuis zijn aangeplakt en gedurende veertien dagen op tic Secretarie voor een ieder ter inzage liggen, alle werkdagen van 's voormiddags 10 tot 1 uur des namiddags. Amersfoort, Jen 2!). Mei 1895. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester. F. D. SCH1MMELPEN NINCK. De Secretaris, W. L. SCHELTUS. Do heer A. Prell, een Duitscher van geboorte, die geruimen tijd in onze kolo niën en .sedert in ons land vertoefde en ziju oogen goed de kost gaf, bespreekt in bet jongste nummer van de door hem gere digeerde Denlschp Woclienzcituny in dm Nia Ier landen de positie dei' Üuitsohers in ons land. Ofschoon bet er verre van is, dat wij alle zijn beschouwingen tot de onze zouden willen maken, komt bet ons toch voor, dat zijn goed geschreven artikel wel eens onder de aandacht mag worden gebracht van onze jongelingschap Immers, het gaat niet aan te ontken nen, dat het verwerven van tal van aan zienlijke positiën door Duitsche jongelieden zeer vergemakkelijkt wordt door gebrek aan energie van onze jonge landgenooten. Tot hun leering vooral, laten wij het artikel hier nagenoeg in zijn geheel volgen, leder neme er het zijne van. 1 lel is een onloochenbaar l'cit, dat nel beschaafde deel van de in het buitenland wonende Diiitsohcrs hel met pijnlijke zorgvuldigheid vermijdt in woord en schrift, of door een persoonlijk optreden hij de bevolking van een lan welks gastvrijheid hut ge niet, voor zijn vaderland sympathie te wekken maar door deze bescheidenheid worden wij Duitsohcrs dikwijls verkeerd beoordeeld. Ook in Nederland heeft op die wijze een verkeerde mooning over ons post gevat. Men houdt daar du bescheidenheid, waar mede zelfs invloedrijke DuiWchors zich in het otioti- bare loven bewegen, voor een stilzwijgende beken tenis van zekere minderheidmen duldt ons in die kringen, zoo ongeveer als men vroeger in zekere kringen de liugeuootun en later de Joden duldde. Die kringen worden nog te veel behcorscht door het groote verleden, toen hot kleine Brandenburg kracht zocht bij het machtige Nederland. In hot licht der nieuwe geschiedenis, schijnt Duitsehland welke met het oog op een groot verleden, cigeulyk aan Nederland toekwam. Daarbij vergeten zij echter, dat de nakomelingen der mannen, die dit groote verleden hebben geschapen, opgehouden hebben voort te bouwen in den zin hunner groote voor- 5angers. De onmetelijke rijkdommen, welke uit die agun van familie op familie xjjn overgeërfd, hebben in vele dier nakomelingen een on vork laar bare over schatting hunner eigenwaarde tengevolge gehad ou do energie verdrongen, die de voorouders groot maakte. De ondernemingsgeest doofde uliungs uit. Veel. helaas al te veel dragers vnu beroemde namen uit de tijden der Oost-Indische Compagnie hebben zich verlaagd (ot beursspeculanten. De Duitsche koopman, wieu deze verandering niet ontging, heeft daaruit nut getrokken. Ondernemende jonge mannen, die erkend hebben, dal alleen oen persoonlijke blik op de zaken van den wereldhandel uon geest kun rijpen, zijn overal hoen gegaan, natuur lijk ook naar Nederland. Sedert liet ontstaan van het Duitsche K|jk, waarmede oen geweldige ontwik keling van den handel gepaard ging, heeft deze trek naar den vreemde een betrekkelijk groote uitbreiding aangenomen. Maar niet op (laiitolluls en met oen pakje in de hand zooals de Chauvinisten van Nederland ih ndo kwal hierheen Ai lierhuidsrlic kooplieden, die do - pelijke liaiidclsopieiding en de bei jongelieden op hun waarde weten deze streng wetenschappelijke t j Duitsehland met ijzeren /»- deze hrnchridt nlirid zijn liet, d Nederlandschc kringen ten geduid. lil de „vrije" Nederlanden ileu klank O jo jhranderi i de chauvinistische ecu pa: die i iclit heeft v ondergeschikte positie zijn licst doet, die voldoet aan al If eisehen, zelfs ten koste van zijn vrijen tijd, en die alle wenken van zijn superieur opvolgt, wordt j I een „kruiper" genoemd. Heelt hij zioli echter, door ijzeren vlijt en volharding, een plaats verworven, wiuiriu hij zelf de gehoorzaamheid kali eisehen, die I hij op zijn tijd getoond heeft, en ciseht hij die ook, dan „trapt" hij zjjn ondergeschikten. Deze opvatting is algemeen verspreid in Nederland I en wordt dikwijls als troef uitgespeeld tegen het i Duitsche element. Dok de bmclifidfnhcid der Duitsche jongelieden geeft aanleiding tot verkeerde opvattingen eigenlijk is het minder do bescheidenheid zelf dan haar oor- zaak, die onnadenkende Nederlanders legen haar in liet harnas jaagt. Deze oorzaak i*veel werk in verhouding tol een laag loon. Men beweert daarom, dat de Duitscber ondervraagt. Deze bewering is op zieb zelf waar, maar men vergeet naar de eigenlijke reden te vissollen, dal n.l. de aankomende Duitsche koopman, in zijn verlangen om de wereld te loeren kennen, zijn kennis to vermeerderen, zich een positie te verwerven, zijn behoeften tot een minimum be perkt. is zijn leus, grnitten een wissel, dien iiij op de toekomst trekt. Praetisclie, vaderlandslievende Nederlanders, aan wie de onverschillige traagheid van zoovolen hunner jonge landgenooten niet is ontgaan, hebben de juist heid dezer theorie reeds lang ingezien en daarom de verccniging „Het Buitenland" gesticht, waarvan de leden benogen, jonge, werkzame mannen betrek kingen iu hot buitenland te verschaffen. Daar zullen zij wel vele aangenaamheden van hier moeten missen, maar tevens in de toekomst vergoeding vinden, dio vuilr hen heel anders zal wezen, dan voor degenen, ÏÏ't i,rr t J''"CLLr kwf'f'«'Zn V*T: i"ï "wDi.it- H'ezeii V "'"K lit kr,t,,n. \Vmt"ktatö PI. ey«"-ian./sc/i0„ lel. Feuilleton. 38). Naar het Engelsch. Ik weet liet, en toch maar neen, gij zijt geen vrouw, gij zijt de blanke fee, die ver over het water gekomen is om mij en do mijnon te helpen, Ook hier stond Kate weer voor een raadsol. Behalve in do boodschap, overgebracht door den Maharajah Kunwar, had de Koningin-moeder nooit gezinspeeld op het gevaar, dat het levon van haar zoon bedreigde. Herhaaldelijk had Katc getracht het gesprek op dit onderwerp te brengen, om ten ininato ecnigztns op de hoogte te komen van den aard dor samenzwering. Ik weet niets, antwoordde do Koningin dan. Hier achter het gordijn weet niemand ooit iets. Miss Kate, indien mijn eigen vrouwen daar buiten dood neerlagen in de zon, zou ik er niets van weten. Ik weet niet wat ik gezegd hob; maar er steekt toch zeker geen kwaad inhier daalde haar stom dat een moeder een andere vrouw verzoekt, op haar kind to passen. Hij wordt zóo groot, dat hij zieli vooreen man houdt, en overal neen gaat, en hij is nog zoo jong, dat hij niet weet hoe slecht de wereld, is. Én hij is zoo wijs I Hij weet duizendmaal meer dan ik, en spreekt Engelsch ais een Engelsch man. Hoe kan ik het oog op hem houden, met het weinige dat ik weet en mijn groote liefde'/ Ik zeg tegen u: Wees goed voor mijn zoon. Dat kan ik hardop zeggen en desnoods op de muren schrijvendaar steekt geen kwaad in. Maar als ik meer zeido, zouden de steenen onder mjjn voeten zich openci om rayn woorden op to zuigen, en de wind zou ze meevoeren naar alle oorden des lands. Ik bon een vreemdeling hior een Kaputni, van Kulu, duizenden duizenden mijlen ver. Men bracht mij in een draagstoel hier vóór mijn huwelijk -— eon maand lang werd ik in de duisternis voortge dragen; hadden mijn vrouwen het my niet ge zegd, dan zou ik niet weten in welke richting de wind blaast, als hij naar Kulu gaat. Wal kan oen vreomdo eend doen in de bijt? Do goden zijn mijn getuigen, Maar zog mij dan wat gij denkt? Ik denk niets, antwoordde de Koningin knorrig. Vrouwen moeten niet denken zij moe ten lijden en beminnen. Miss Katc. eens zal u een zoon geboren worden zooals gij nu mijn zoon bohundclt, zullen de goden u behandelen, wanneer die tijd komt, en gij weet hoe vol het hurt is van liefde. Maar om hein te beschermen, moet ik alles weten zóo tast ik in het duister. Ik zelf verkeer in duisternis, en de duis ternis is vol gevaren. Tarvin verkeerde veel in het paleis, niet alleen omdat hij hier do meeste kans had, iets om trent den ring te hooren, maar ook omdat hij hier de gangen van Kate het best kon nagaan, ter wijl zijn hand stoeds gorucd was voor zijn re volver. Hij volgde haur ovenals altijd met den ver langenden blik van den minnaar, maar hij zeido niets en Kate was er hein dankbaar voor. liet gehoon hein nu weder tijd te zijn om de rol to Wij herhalen 't, het artikel is niet ge heel onpartijdig, maar er valt een les uit te putten, een harde les wellicht, maar een waarmee de vaderlandschejeugd zyn voordeel kan doen. llll. MM. do Koninginnen zijn Dinsdag in den besten welstand te Ischl aangekomen. De llangsche correspondent van do .V, Gron, Cel.. meent een en ander te kunnen mèe» ileolen omtrent hetgeen in het Kieswetontworp staat. Mij schrijft daaromtrent: Men hoort daarover van allerlei, en do ge ruchten bevestigen wat ik reeds vroeger mededeelde, dut van do nieuwe kiezers de leeftijd van 2.ri jaren zal worden gevorderd. Het ontwerp op het Personeel maakt liet ver band tiisschen die wet en de Kieswet, waar op minister Van Houten herhaald*'lijk heeft ge doeld, thans ook vrij duidelijk on men behoeft geen profeet tu zijn om te voorspellen, dat de laagste aanslag in dio belasting oen der teekenen van welvaart zal zjjn,door liet nieuwe ontwerp-kieswet gevorderd. Eón, want, men verzekert, dat ook hot spaarbankboekje met f 100" als maatstaf van wolstand gelden zalmaar aangezien do minister schijnt te voelen, dat door het vor deren van deze beide criteria bet overgroot deel dor arbeiders, ulllians in 'Ie groote centra, van kiesrecht zon zyn uitgesloten, schjint ook een soort van cupaciteitem-telsel vanaewet- Van Houten deel te zullen uitmakeneen stelsel, dat behoeft wel geen betoog, dat de meer vooruitstrevende liberalen al zeer weinig zal kunnen bevredigen. De kouter van de Middelburgsche crt. zegt dut 'hot advies van den Raad van State nogr niet bij II.M. de Regentes is ontvangen, maar wel in don Rtuid zelf is vastgesteld. Do uit gebreidheid daarvan eu de bijvoeging van afzonderlijke adviezen, o.a. van den staats raad Heemskerk, zullen daarvan de oorzaak zijn. Het advies moet do blijken dragen, dat de leden van da Raad van State in ver schillende groepen zijn verdeeld, die, wat de hoofdpunten betreft, sterk uiteenloopon. Des te geinakkelüker voor don Minister om zjjn oorspronkelijke denkbeelden to hand- haven, voegt de correspondent hieraan toe. Ue kans, dat onze rogeering bij gelegenheid nog eens iets togen Marokko (loot, schijnt nog niet geheel verkeken. L'it Den Haag althans werd gister gemeld De uorrespondontiën tusschen de betrokken autoriteiten iuzukö don zeeroof op het Neder- landsche schip Anna worden nog steeds voort- gezet. De quuestie zal weldra in den Minister raad een onderwerp van beraadslaging uit maken. Van andere zijde bericht men Naar men verneemt, moet de rogeering besloten hebben tot bet zenden van oorlogs schepen naar de kust van Marokko. Genoemd worden de oorlogsbodems Van Speyk en Johan Willem Frinu, die op de thuisreis van Inilië zijn, on voorts, na de opening van bot Noord-Oostzeekunaul de Aljeh en do Alkmaar. De Amsterdamscbo commissie voor de ontvangst van generaal Vetter en zijn mede strijders verzoekt ons te berichten, dat het haar zoor aangenaam zal zijn, wanneer heeren officieren van hot Indische leger, met verlof hier te lande, tyj die ontvangst tegenwoordig zijn. en aan de verdere feestelijkheden deel nomen. Do aankomst van don generoul tuin het Contraal-station in do Hooidstad is be paald op Donderdag (i Juni 's middags 1.18. De Indische officieren die bij deze feestelijk heden wenschen tegenwoordig te zijn, worden spelen van een Tarvin, die jaren geleden water voor haar had aangedragen liet was nu do tijd om zich op don achtergrond to houden, haar tu bewaken, maar niet om haar lustig to vallen. Den Maharajah Kunwar zag hij dikwijls, en hij bedacht allerhande verstrooiingen oiu dezen, van Sitabhia's voorplein af te houden; maar somtijds ontsnapte do knaap, en dan was liet Tarvin's taak hem achterna te gaan, om toe te zien, dat hom geen leod overkwam. Op oen namiddag, nadat luj te vergeefs getracht had, don jongen prins mot zacht heid to overreden mot hem moe te gaan en einde lijk tot diens groote verontwaardiging geweld ge bruikt bad, viel er een zware houten balk vlak voor Fibby neer, terwijl hij onder oen boog door ging, die hersteld werd. Het paard steigerde achteruit, en achter de blinden hoorde Tarvin liet geritsel van vrouweklecderen. Hij docht na over de ongeneeslijke zorgeloos heid vun dit volk, vloekte tegen de werklieden op den stoigor on ging verder. Gp don dam ging het ovonzoo hij dacht dat liet hun waarschijn lijk aangeboren was de opzichter van oen ploeg koelies, die do Amot zeker wol twintig kuorovor- gestöken had, wees hem oen nieuwe doorwaad bare plaats, die eindigde in drijfzand, en toen Tarvin er zich eindelijk uit bevrijd had, haddon de werklieden wel een halven dag noodig otn er Fibby met touwen uit te trokken, '/ij konden zelfs geon noodbrug bouwen zonder do planken zóo los te leggen, dat do hooven van eon paard er ttiBBohon bleven zitten, en zij hadden een bijzonder talent om ossonkarron langs steile hellingen naar beneden to laten rijden, juist tegen den rug van Tarvin aan, wanneer hij hun, zooals dikwijls go- beurde, dit lichaamsdeel toewendde, Tarvin vatte grooten eerbied op voor hot Britsche gouverne ment, dal mot deze materialen nioost werken by begon liet oordeel van zendeling Estoa omtrent do inlandscho bevolking tu begrijpen, tcrwylhy tegelijker tijd moor sympathie dan ooit vouldo voor Kilte. Hij hoorde mot ontzetting, dat dit zonderlinge volk de maat zijner dwaasheden vol zou moten, door don jongen Mahariyuh Kunwar uit te huwe lijken aan een kind van driejaar, dut mot groote onkosten uit het land .ulu hierheen was ge bracht. Hij zocht Kutu op in hot huis van den zendeling; zy hiul hut nieuws juist gebeurden beefde van verontwaardiging. Het is juist iets voor hen, hun geld te ver spillen voor oen huwelijk, dat volstrekt niet noodig is, zeido Tarvin op sussenden toon, als Kate opgewonden was, werd hy kalm. Kom, breek er je hoofd maar niet over, Kate. Jy wilt te voel doen, en voolt te diep. Vóór jij net zelf weet, zal jo nog geheel uitgeput zyn. O, neen zeido Kate, ik hen sterk genoeg. Juist nu heb ik mijn krochten meer noodig dan ooit om ovor don Maharajah te waken. Hij hoeft mij gezegd, dat hij wol in geon drie dagen en nachtuu zal kunnen slapen, als de priesters voor hom zitten te bidden I Zy schijnen wol gek! Als zy zóo voortgaan, zal het voor Situbhiu niet eens noodig zijn, hom uit den weg te ruimen. Ik mag er niot aan denken. Laten wy ovor iets anders spreken. Heeft jo vader misschien ttog couranten gestuurd? Zij gaf hum oen pakket, dat juist aangekomen was, en hij begon te lozen, iuuar heel veel troont scheen hij er niet in te vindon. Hy fronste de wenkbrauwen. {Wordt renmlffdt).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1895 | | pagina 1