Donderdag 20 Juni 1895. No. 4468, 44e Jaargang Binnenland. gAKUNTALA. Uitgave Firma A. H. VAN CLEEFF te Amersfoort, Verschijnt Maandag- en Dondmlugnamkldag met gratis TiondagtbUuL Abonnement per 3 maanden 1,Franco Ser post 1.15. Abonnement alleen <tf> bet Zondagsblad voor Amersfoort -10 et., voor binnenland 50 et. per maanden. Advertentiën 1—0 regels 60 et.; elke regel meer 10 et. Groote letters nnnr plaatsruimte. Legale-, oflieieële- en onteigeningsadvert. per regel 15 et. Reclame; per regel 25 et.AJzonderlijl.c mmmirrs 10 cent, Dienstaanbiedingen en aanvragen, uitsluitend voor- en betreffende den werkenden stand, van minstens 5 regels, in het Zondagsblad, per regel5 cent. Bij advertentiën vnn buiten do stad worden de incasseerkostori in rekeninm gebracht. Bureau MUURHUIZEN hoek Kortegracht, Wijk B. 60 THephoonnunmior 19. Professor Rudolf Falb. Dat we sedert eeuigeu tijd meegaan met de mode om de weervoorspellingen van prof. Falb op te nemen, ligt eenvou dig in liet verzoek van enkele lezers om zulks te doen. Wij voor ons hechten er even weinig aan alsFalb zelf, die wel degelijk telkenmale een beroep doet op het ge zond verstand. Op zijn voorspellingen, die langen tijd van te voren worden gedaan, kan men natuurlijk niet blinde lings afgaan die van het Kon. Meteoro logisch Instistuut te Utrecht, welke slechts éen dag te voren worden gedaan, komen zelfs meer dan eens falikant uit. Falb's grondslag is de theorie der „kri tieke dagen" d. i. die van eb- en vloed, die van de bewegingen van zou en maan, en hun invloed op den dampkring. Het uit deze gegevens saamgestelde mathematische schema behoeft echter nog heel wat correctieslechts jarenlange volgehouden waarnemingen kunnen daar toe leiden. Immers de invloed van een zelfden stand der bewegingen van lucht eu water op het weer, in verband met de jaargetijden, enz. enz. enz., is telkens zóo verschillend, dat men eerst na her haalde waarneming op een analoog geval kan wijzen en zieh aan een voorspelling wagen. Rudolf Falb dan werd 13 April 1838 geboren te Obdach, een vlek in Üpper- 8 tier marken. Zijn vader, een arme molenaar, kon hem geen beter onderwijs laten geven dan wat de dorpsschool toen aanbood. Zijn zwak gestel veroorzaakte, dat hij bij een kleermaker in de leer kwamdoch zijn krachtige, schoone stem vestigde de aandacht op hem en door bemiddeling van zijn zangonderwijzer kwam bij in het Benediktijner klooster St. Lambrecht in Opper-Stiermurken, om voor koorknaap te worden opgeleid. Eenmaal tot de studie gekomen, opende hij zichzelf spoedig den weg tot verdere ontwikkeling. Na eerst op de kloosterschool te St. Lambrecht en vervolgens op het katholieke gymnasium te Klagenfurt te zijn opgeleid, besloot hij, door in den priesterstand te gaan, zich een betere toekomst te openen. Zoo ontving Falb de wijdingen, die hem tot wereldlijk priester maakten, en werd hij als kapelaan geplaatst in het dorp Krai- nach. Naast zijn beroepsstudiën hield hij zich ijverig bezig met de natuurwetenschappen Het is bekend, dat de zucht om de na tuur te onderzoeken, hij geen volksstam zóo sterk is als bij de Kelten. De natuur waarin zij leven, waarvan zij genieten eu waartegen zij strijden, is hun alles. Bovenal trok de sterrenkunde, waarover hij reeds als gymnasiast populaire ver handelingen had geschreven, Falb sterk aan. Langzamerhand namen de weten schappen hem geheel in beslag en Falb besloot, den priesterstand vaarwel te zeg gen en zich aan 't onderwijs te wijden. Zoo werd hij eerst professor aan de han- delsakademie te Graz en vervolgens leer- aar bij een grafelijke familie. Sedert 1869 wijdde Falb zich uitslui tend aan de wetenschap en wel bovenal I aan het onderzoek der aardbevingen. In I 1869 verscheen zijn eerste werk hierover. Een jaar vroeger richtte hij een popu- lair tijdschrift voor sterrenkunde op, dat j tot 1877 onder zijn redactie bleef Zijn werk „Gedachten en studiën over het Vulkanisme" verscheen in 1875. Ook is hij medewerker aan tal van tijdschriften, waarin zijn artikelen, om deu hoogst po- pulairen en duidelijker, toon dien hij weet aan te slaan, zeer gewild zijn. Toen hij in 1876 op reis door Duitsch- land in meer dan 100 plaatsen weten schappelijke voordrachten hield, werd zijn naam in geheel Europa bekeud. De fiuancieele gevolgen hiervan waren zóo schitterend, dat hij aan zijn lang gekoes- terden wensch om een wetenschappelijke reis te ondernemen, gevolg kon geven. Zuid-Amerika koos hij voor dat doel uit. Den lóden Juni 1177 scheepte hij zich te Hamburg in naar Valparaiso om in het grootste aardbevingseentrum der aar de, zijn onderzoekingen voort te zetten. Chili, Peru en Bolivia werden doorgereisd en de hooge kam der Andes vele malen overtrokken. Moeite en strijd hadden in- tusschen den zwakken knaap gehard en hem tot een krachtig man gevormd. Een rheumatische ziekte tastte den reiziger iu Amerika aan in het Hospitaal der Californische hoofdstad vond hij ech ter weder genezing. Daarna hield hij in Noord-Amerika tal van voordrachten, die met grooten bijval werden begroet. Rudolf Falb is later de tot de Protestan- sche kerk overgegaan en daarna Duitscb rijksburger geworden. Vroeger leefde hij stil in zijn geboor teplaats Obdach. Voor eenige jaren echter heeft hij deze plaats met Leipzig ver wisseld, waar hij hoogleeraar is aan de Universiteit en waar de denker zijn stu diën voortzet en zich sinds de laatste jaren wijdt aan het weer. In den eersten tijd van zijn optreden ais weerprofeet had hij niet veel succes zijn voorspellingen kwamen maar zelden uit en men lachte over den weerdes- kundige. Toen kwam er eeu tijd, waarin hij den spijker eenige nialen op den kop tikte, en Falb was plotseling iu hooge eer. In de laatste weken speelt het weer den weerprofeet leelijke parten, en even als voor eenige jaren lacht men uu om zijn voorspellingen. Toch is hij. Rudolf Falb, een merk waardig man. Feuilleton. 42). Naar hel Entjelsch. Hot pulcis ontwaakte uit zijn middagdutje en staarde hem met honderden oogen aan. Hij voelde de blikken, die hij niet zien kon, «n zij maakten hem woedend onbeweeglijk zat hij in den zadel, terwijl zijn paard met den staart de vliegen verdroef. Achter de blinden hoorde hij iemand gapen. Tarvin verkoos dit op te nemen als een persoonlijke beleediging. en besloot te blijven waar hij was, tot hij of zijn paard er bij neerviel. De zon begon te dalen, en hulde hein eindelijk in een verstikkende schaduw. In bet paleis ontstond nu een dof gemompel van stem men geheel verschillend van het zooeven gehoorde geritsel. Een met ivoor ingelegd deurtje ging open en de Maharajah wankelde naar buiten. Ilij was gehuld in 'een onderkleed van vuil neteldoek de kleine saftra'ankleurige Rajputsehe tulband zat hem scheef op het hoofd, zoodat de smaragden haarnaald, als dronken heen en weer zwaaide. Zijn oogen zagen rood van het opiumschuiven, en hij liep als een beer, die door de opgaande zon verraat is in het papaverveld, waar hij den heulen nacht heeft zitten smullen. Bij dien aanblik verduisterde Tarvin'sgelaat; de Maharajah zag uit, en wenkte zijn dienaren zieh wat te verwijderen.. Hebt gij lang gewacht, Tarvin Sahib? vroeg de Vorst met schorre stem. Gij weet, dat Een korte herinnering aan den gewichtigen strijd, die 18 Juni 1815 bij Quatre Bras en Waterloo gestreden werd, is bij den 80sten I herinneringsdag niet misplaatst. Bezweken voor de reusachtige macht zijner vijanden, wier legers door liemzel ven geoefend waren, bezweek de kolos eu werd hij naar Elba verbannen. Vandaar wist bij te ontvluchten en weidra stond hij weder aan liet hoofd van 200 000 inan, waarna hij met eeu leger van 120000 man naar .le Nederlanden oprukte. Tegenover zich had hij een Pruisisch leger, onder Blii- cher, van 117 000 man, en een Engelsch- Nederlnndsch leger, onder Wellington enden Prins van Oranje, van ruim 90000 man. De uitslag van den strijd is bekend. Na een langdurig en lievig gevecht moesten de Fran- schen op alle punten wijkenzij verloren de helft aan dooden gewonden en gevangenen al hun geschut en ook liet rijtuig van Napoleon vielen in handen der overwinnaars. Groot is de roem onzer bondgenooten, maar ook aan ik op dit uur niemand ontvang, en men heeft mij niet gezegd, dat gij er waart. Ik heb leeren wachten, zeide Tarvin be daard. De koning zette zich neer op een gebroken Windsor stoel, en zag Tarvin wantrouwend aan. Hebben zij u niet genoeg veroordeelden uit de gevangenis gegeven Waarom zijt gij dan niet op den dam, in plaats van hier mijn rust te verstoren Bij Harben ik een koning, eu zal ik dan geen rust hebben Tarvin bekommerde zieh niet over dezen uitval. Ik ben gekomen om met u te spreken over den Maharajah Kun war, zeide hij kalm. Wat is er dan met hem'? vroeg de Maha rajah snel. Ik ik heb hem in een paar dagen niet gezien. Waarom niet? vroeg Tarvin kortaf. Zaken, dringende regceringszaken, mompelde de Maharajah, terwijl hij het fonkelend oog van Tarvin ontweek. Waarom valt gij mij lastig met zulke woorden Ik weet toch, dat den knaap niets kwaads kan overkomen Niets kwaads? Wat dan Bijna klagend vervolgde hij Gij zelf hebt beloofd hem eeu trouw vriend te zijn, Tarvin Sahib. Het was op den dag. waarop gij zoo goed gereden hebt en zoo dapper stand hield tegenover mijn lijfwacht. Nooit zag ik zulk een rijden; waarom kwelt gij mij met die dingen Laten wij drinken. Hij wenkte zijn dienaren. Eén van hen haalde een grooten zilveren beker uit de plooien van zijn ruim gewaad, en goot er zulk een hoeveel heid brandewijn in, dat Tarvin, die toch veel verdragen kon, groote oogen opzette. Een andere haalde toen een fleseh champagne te voorschijn, trok haar open, met een handigheid die slechts door lange oefening verkregen kon zijn, en vulde den beker tot den rand met schuimenden wijn. De Maharajah nam een lange, lange teug, en wischte zieh het schuim van den baardtoen zeide hij verontschuldigend Zulke dingen mogen de agenten der regeering niet zien, maar gij Sahib zijt een waar vriend van het Kijkdaarom laat ik het u zien. Wilt gij ook zulk een dronk? Neen. Ik hen niet gekomen, om te drinken, ii mar om u te zeggen, dat de Maharajah ernstig ziek ia geweest. Ik heb gehoord, dat hij wat koortsachtig was, zeide de koning, achterover leunend in zijn stoel. Maar hij is bij miss Sheriff en dh zal hern wel heter maken. Alleen wat koortsachtig, Tarvin Sahib. Kom, drink met. mij. Wat koortsachtig Een helsch vuur woedde in zijn bloed. Kunt gij begrijpen, wat ik zeg De knaap was vergiftigd. Dat kwam dan zeker van de Engelsche medicijnen, zeide de Maharajah met een zoeten glimlach. Ik ben er ook eens heel ziek van geweest, en sinds dien tijd gebruik ik de inland- sche weer. Gij doet altijd zulke grappige ver halen, Tarvin Sahib. Met inspanning van alle krachten, bedwong Tarvin zijn woede; hij tikte met zijn rijzweep op de punt van zijn schoen, en zeide zeer lang zaam en duidelijkIk hen vandaag niet bier gekomen om grappige verhalen te doen. Het- kind is nu bij miss Sheriff. Hij'werd er met deu wagen heen gebrachtiemand in het paleis had getracht hem met hennep te vergiftigen. lie Nederlanders komt de eer der zege toe ook zij hebben talrijke oilers daarvoor ge bracht. Van de 17784 Nederlanders, die aan den strijd hebben deelgenomen, vielen 3200 op het slagveld. Een landui'ige oorlog was door do over winning van Waterloo geëindigd de tweede troonsafstand van Napoleon, de onderwerping van Frankrijk, het herstel der Bourbons, maar inzonderheid het einde der Fransche over- beersching, de terugkeer van ons zelfstandig volksbestaan, het bestuur van een Vorst onzer keuze en de wedererkenning der Nederlanders als een vrij en onafhankelijk volk, zij zijn de rechtstreekschegevolgen geweest van de over winning hij Waterloo. Door de atdeelingen der Tweede Kamer zijn gekozen tot rapporteurs over het wets ontwerp tot herziening van de belasting op het Pei-soneel, en dat op het effecten zegel, de heeren Van Gijn, Van Belden, Rink, De Beaufort (Amst.) en De l*inge. In de laatste zitting der Tweede Kamer waren slechts twee leden meer dan de helft, zoodat zij maar juist bevoegd was om be sluiten te nemen. Acht-en-veertig leden ont braken. Daaronder zijn er zeker eenigen, die door ziekte of om wettige redenen afwezig kunnen geweest zijn, maar ruim een veertigtal verscheen uit vrijen wil niet in de vergade ring, die zij behoorden bij te wonen. Dit wegblijven is vooral te laken, nu de Kamer betrekkelijk weinig werk had en den lang- sten tijd vacantie kon nemen. Tegenover het feit, dat aangedrongen wordt op uitbreiding van Kiesrecht, terwijl zoovelen zich onthouden van dat recht gebruik te inaken, staat nu blijkbaar, dat velen van hen, voor wier verkiezing zoo sterk geijverd werd, hun mandaat slecht vervullen. Ook dit lean niet strekken om het prestige der Tweede Kamer te verhoogen, meent de Arnh. Ct. De Tweede Kamer blijft nog tot 28 Juni a.s. bijeen. Onmiddellijk nude intrede van het reces, zal een begin worden gemaakt met het stellen van den marmeren hoofdtrap in het gebouw dei- Kamer. Men bericht uit Den liaag, dat deze week liet on i werp-Kieswet de Tweede Kamer zal bereiken. Door Gedeputeerden van dat gewest wordt aan de Provinciale Staten van Limburg voor gesteld de invoering eener belasting op paar den en op van i en op rijwielen de laatste tot een bedrag vijf gulden per rijwiel. Bhang I riep de Maharajah uit. Ik weet niet, hoe gij dat goed noemt, maar hij is vergiftigd. Zonder miss Sheriff zou hij gestorven zijn. Uw eerste zoon zou gestorven zijn. Hij is vergiftigd hoort gij het, Maha rajah Sahib en door iemand uit het paleis. Hij heeft zeker iets gegeten, dat niet goed was, en is daarvan ziek geworden, bleef de koning volhouden. Jongens eten alles op wat zij vinden. Bij Harniet éen zou het wagen, de hand aan mijn zoon te slaan. Wat zoudt gij doen, om bette verhinderen? De Maharajah richtte zich halfop; zijn roode oogen schoten vlammen. Ik zou hem laten vast binden aan de voorpooten van mijn grootsten olifant en hem laten trappen tot hij dood was. En toen begon hij, schuimbekkend van woedde, in de landtaal een geheele reeks folteringen op te sommen, die hij wel wilde, maar niet kon toepassen. Dat alles zou ,k doen, met den man, die het waagt hem aan te raken, eindigde hij. Tarvin glimlachte ongeloovig. Ik weet wel wat gij denkt, brulde de koning; die geheel buiten zich zelf raakte door de ver- eenigde uitwerking van alkohol en opium. Gij denkt, dat ik, omdat er een Engelsch gouver nement, is, slechts recht kan spreken volgens de wutten en al dien onzin. Wat geef ik om wetten, die in boekeu geschreven 3taan Zullen de muren van mijn paleis zeggen wat ik doe? Neen, anders zouden zij u uu wellicht zeggen, dat er in het paieis een vrouw is, die in deze zaak de hand heeft gehad. Wordt vorvolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1895 | | pagina 1