Donderdag 27
Juni 1895.
No. 4470,
44e Jaa.
QAKUNTALA.
Firma A. H. VAN CLEEPF
te Amersfoort.
Verschijnt Maandag- en Donderdagnamiddag met gratis Zondagsblad, Abonnement per 3 maanden 1,,Franco
per post ƒ1.15. Abonnement alleen op het Zondagsblad voor Amersfoort 40 et., voor binnenland 50 ct. per
3 maanden. Adverteuticn 1—li regels 60 et., elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-,
officieële- en onteigeningsadvert. per regel 15 ct. Reclame! per regel 25 et. AJtovdnliilce minimam 10 ami.
Dienstaanbiedingen en aanvragen, uitsluitend voor- en betreffende den werkenden stand, van minstens 5 regels, in het
Zondagsblad, per regel5 cent.
By advertentiën van buiten tlo stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
Bureau MUURHUIZEN
hoek Kortegracht, Wijk B. 60
Telephoonpumnier 19.
Reis-abonnementen.
Wij zijn gaarne bereid om, tegen
vergoeding van porto, aan geabon-
neerden. die voor korten of langen
tijd op reis gaan, de Amersfoortsehe
Courant en de bladen, welke zij door
onze tusselienkomst ontvangen, na
te zenden.
Opgave van duidelijk adres is vol
doende.
Algemeen verslag van de werkzaam
heden van de Vereniging Liefdadigheid
over hel tweede werkjaar 1894195. uitge-
braeht in de Algemene vergadering van
'26 Juni 1895.
liet was als of aan onze vereniging een «ware
slag werd toegebracht, toen het waarheid bleek dat
de medeoprichter en eerste voorzitter, tans erelid
van hot bestuur van Liefdadigheid, ons moest ver
laten. (leen wonder dut de bijeenkomst waarin de
werkende leden afscheid van hem namen, zich ken
merkte door een wenioedige innigheid, die uitdruk
king gaf aan do nlgemeenc overtuiging, dat onze
jeugdige vereniging aan de belangstelling, de ijver
en het beleid van de 11.E.G. heer Schluitcr biezon-
der grote ver),lichting heeft. Zijn flink optredeu
werkt tot lieden gunstig na. De stoot die hij heeft
helpen geven aan de richting die we te volgen heb
ben. is krachtig genoeg geweest om onze vereniging
in 't spoor te houden, dat vooraf na grondig overleg
was aangewezen.
Het werkjaar 1894,95 heeft onder de leiding van
onze nieuwe voorzitter, de II.E.G. heer Tromp van
Holst, in veel opzichten stof tot dankbaarheid opge
leverd.
De Vereniging Liefdadigheid heeft zich mogen
verheugen in de steun van veel ingezetenen. Met
loff'elike-yver hebben de werkende leden de vrijwil
lig op zich genomen zware taak vervuld om behoef-
tigen te bezoeken en te trachten bij stotïolike onder
stand zedelike verbetering aan te brengen, terwijl
een groot aantal ingezetenen bereid was de Vereni
ging met de onmisbare gelden te steunen.
Al mogen we met gerustheid zeggen, dat dc Ver
eniging met vrucht in de gemeente Amersfoort
werkzaam is geweest door bedelarij en dronkenschap
enigzins te weren, het is ons niet gelukt die ondeug
den binnen de kleinst mogeliko grenzen terug te
dringen. En dat zal ook niet gelukken, zolang een
betrekkelik aanzienlijk getal ingezetenen de aandrang
van hun goedhartigheid, buiten het gezond verstand
om. volgen: zolang zij iemand die hun modelijden
heeft opgewekt wat toestoppen, zonder zich om de
Vereniging Liefdadigheid te bekreunen.
De bedoeling is niet om aan een arm gezin nu
en dan een buitengewone versnapering te onthou
den maar wie aandrang gevoelt zulk een gezin te
onthalen, hy doe liet in overleg met hot betrokken
departementshoofd of met het bestuur, anders loopt
hij in menig geval kans meer kwaad dan goed te
doen.
Voor menigeen is het weldoen een particuliere
zaak. iets dat non ander niets aangaat, maar dat
daarom dan ook niet zelden uitloopt op kwaaddoen.
Mocht ieder die kan weldoen, leren inzien dat onver
standige goedhartigheid liet aantal bedelaars, luiaards
en dronkaards op onrustbarende wijze heeft doen
toenemen, en dat die afschuwelike maatschappelike
kwalen slechts te bestrijden zijn door algemene
Feuilleton.
44). Naar het Engelsch
Het maanlicht bescheen de stad en wierp fan
tastische schaduwen op de tempels en de wacht
torens der muren. Een hond. die voedsel zocht,
snuffelde bij den stoel van Tarvin en begon op
eenigen afstand te huilen. Het was een zeer
somber gehuil. Tarvin rookte tot de maan onder
ging in de dichte duisternis van een Indischen
nacht. Daar verrees plotseling iets, zwarter dan
de nacht, tusschen hem en den horizon.
Zijt gij het, Tarvin Sahib vroeg de stem
in gebroken Engelsch.
Tarvin sprong op eer hij antwoordde. Al deze
plotselinge verschijningen begonnen hem ver
dacht voor te komen. Hij greep naar zijn re
in dit land kon men alles ver wachten.
Neen, vrees niets, zeide de stem. Ik ben
het, Juggut Singh.
Tarvin deed een nijdigen trek aan zijn sigaar.
liet Rijk is vol Singhs, zeide hij. Welke
zijt gij
Ik? Juggut Singh, van het paleis van den
Maharajah.
Zoo. Wil de Koning mij spreken
De gedaante kwam eenige schreden nader.
Noen, Sahib, de Koningin.
Welke? herhaalde Tarvin.
Do gedaante kwam steeds naderbij en fluisterde
samenwerking.
We kunnen met. te meer aandrang daarop wijzen,
omdat over 't geheel de woningen voorzien van een
plaatje met de letter L van bedelarij verschoond zijn
gebleven, als de bewoners er zich maar streng nan
houden, geen aalmoezen aan tie deur te geven. De
bedelaars leren die huizen spoedig kennen, en als
ze mant- weten dut ze daar vruchteloos aankloppen,
gaan ze er ook stil voorbij.
Maar daarom behoeven zij .die geen werkende
leden zijn nog niet ongevoelig en werkeloos te
blijven, als zij ellende aantreffen. Het is niet alleen
hun recht, wij zouden mogen zeggen zelfs hun plicht,
er kennis van te geven aan een departementshoofd
of aan liet bestuur, en dan kunnen ze verzekerd
zijn, dat er onmiddellik een onderzoek wordt inge
steld en zo nodig geholpen.
Al zal het nog wel jaren duren eer hot grote
maatschappelik kwaad van op eigen hand aalmoe
zen te geven is uitgeroeid, toch werkt onze Ver
eniging reeds nuttig. Het ligt in de eerste plaats
op onze weg, armoede te voorkomen, en daarom
hebben de departementshoofden en het bestuur
steeds getracht om personen die door ziekte of ramp
op het punt stonden van armlastig te worden, zoda
nig te ondersteunen dat ze weer in eigen onderhoud
konden voorzien of voor goed tegen verder gebrek
werden behoed.
Zo zijn door de ijverige bemoeiingen
departementshoofd een grijsaard en zijn aan vallende
ziekte lijdende dochter, die vroeger in vrij goede
•eest, eerst aan voedsel en brandstof
lijdende dochter,
doen waren geweest, eer
geholpen en daarna voor hun verder lei
li. K. liefdehuis opgenomen. Een zestigjarige door
een borstziekte onbekwaam geworden om in zijn
onderhoud te voorzien, is door Liefdadigheid ge-
gedurende de afgelopen winter gesteund in 't betalen
van huishuur en 't aanschaffen van voedsel en brand
stof en nu opgenomen in het Hervormd Dieakonie
Mannen- en Vrouwenhuis. Deze man is dankbaar
dat hij voor goed geborgen is, We hebben echter
ook al de oudervinding opgedai
op een zelfde wijze hadden kunnen helpen, maar
uie van wege de lieve vrijheid de voorkeur gaven
aan bedelen boven de verpleging in een gesticht.
Veertien gezinnen die doorziekte stoffelik tc gronde
zouden zijn gegaan, hebben aan de steun van onze
Verenigiug te danken, dat ze er weer bovenop zijn
gekomen. Een tiental personen zijn aau een middel
van bestaan geholpen door van de Vereniging in
leen te krijgen, twee karren en een mangel, door
het lossen uit de bank van lening van een naai-
tnasjiene, het verstrekken van mest aan twee per
sonen en van louw aan een ander, en het doen
ouderwijs geven in mandeinakeu, boekbinden, en
metselen. Aon drie en dertig werklozen is tijdelijk
werk verschaft. Met geld en levensbehoeften zijn
ondersteund zogenaamde stille armenpersonen die
door raiupen stolielijk zijn achteruit gegaan en
ondanks hun ijverige pogingen omstaande tc blijven
in de levensstrijd, zich zonder hulp niet kunnen
handhaven. Uil eerbiediging van hun gevoel van
fatsoen worden huilen het betrokken departements
hoofd en het bestuur hun namen niet bekend ge
maakt. Een achttal personen dio wegens achter
stallige huishuur uit hun woning zouden worden
gezet en hulp verdienden, zijn door tusschenkoiust
van de Verenigiug in hun woning kunnen blijven,
Telkens is echter met de verhuurder in een schik
king getreden, opdat huisjesmelkers Liefdadigheid
niet zouden kunnen beschouwen, als een inrichting
om gemakkelik aan hun gold te komen. Drie per
sonen zijn bijgestaan in het betalen van hun land
pacht, éen daarvan met medewerking van zijn pas
bij na in zijn oor
Slechts éen ia or, die het wagen durft het
paleis na zonsondergang te verlatenhet is de
heidin.
Tarvin knipte met de vingers; een zegepralend
gevoel deed zijn hart sneller kloppen.
De datne kieBt nogal een vreemd uur,
zeide hij.
Hier is de plaats niet om te spreken, Sahib.
Ik moest zeggen: Kom, tenzij gij de duisternis
vreest.
Zoo, moest gij dat zeggen nu, luister dan
eens Juggut; ik wil uw vriendinSitabhiagraag
eens zien. Waar is zij? Waar moet ik heengaan?
Ik moest u zeggen: kom met mij. Zijt gij
bevreesd
Dezen keer sprak de man uit eigen aandrang.
Nog niet, zeide Tarvin kalm, terwijl hij
een rookwolk voor zich uitblies.
Er zijn paarden, goede paarden. De koningin
beveelt het. Volg mij.
Tarvin rookte bedaard door. Eindelijk stond
hij op, haalde zijn revolver uit den zak, onder
zocht de loopen éen voor éen, onder het oog
van Juggut Singh, en stak toen het wapen weder
weg, terwijl hij zijn metgezel veelbeteekenend
toeknikte.
Nu, vooruit maar Juggut, zeide hij, en zij
gingen naar een plaats achter het rusthuis, waar
twee paarden stonden, de koppen bedekt met
dekens, om hun- het hinneken te beletten. De
tnan besteeg het eene, Tarvin het andere, nadat
hij er zich eerst van overtuigd had, dat de
zadelriem ditmaal niet los was. Stapvoets reden
zij langs een karrespoor, dat naar de heuvels
toor. Verder zijn verstrekt aan veertig personen
i levensmiddelen, aan zeven ieder een kachel, aan
vijf winkelwaren, aan tien een bed. aan dertig een
deken, terwijl nog zijn uitgereikt ongeveer 2000
j spijshrictjes. door "Ie Vereniging gedeeltelik gekregen,
gedeeltelik gekocht, 200 hossen stro, een geschenk
van de heer Gerritsen, en eindelik enig huisraad
De dniues van kleding hebben zieli met onvolprezen
I ijver van hun taak gekweten en aan ongeveer zestig
I personen kledingstukken uitgereikt, die ge- of ver
maakt waren door vrouwen die gebrek aan werk
hadden. Het kledingmagazijn van de Vereniging
1 kreeg een goede aanwinst, daar het bestuur erin
slaagde om voor Liefdadigheid de op het stadhuis
bewaarde klederen en bed benodigdheden in bezit te
j krijgen die jaren geleden door een tans ontbonden
kommissie tot bestrijding van besmettelike ziekten
waren aangekocht.
Ofschoon in deze gemeente een hulpbank bestaat,
heeft dc Vereniging toch enkele personen met een
voorschot in geld gesteund, want niet ieder kan
zich borgen verschaffen zooals dat by de hulpbank
1 wordt vereist. Die voorschotten, samen ten bedrage
i van ƒ50.hebben de personen aan wie ze verleend
j werden tegen volslagen armoede gevrijwaard, en ze
zijn, op een enkele uitzondering na, geregeld terug-
i betaald.
i Een groot aantal behoeftigen zijn door de wer-
I kende leden bezocht, en riet zelden gaven die be-
zoeken aanleiding, dat in menig armoedig gezin
l uieer werk werd gemaakt van reinheid op woning
j en lichaam, dat kindereu in plaats van uit bedelen,
naar school werden gezonden, dat drankmisbruik
en bedelarij verminderden en dat de werklust werd
I opgewekt. Menigmaal nok was alle aangewende
I "moeite om een gezin stoffelik en zedelik op te beu-
j ren vruchteloos. Een tiental personen.die ons be-
drogen hebben, moesten onwaardig gekeurd worden
om bijstand van onze Vereniging ie ontvangen.
Weekhartigheid mag geen factor van Liefdadigheid
zijn. De armen moeten leren, dat zij geen recht
1 hebben om onderstand van onze vereniging te eisen,
i maar verplicht zijn zich de steun van meer gegoeden
waardig te maken. Willen zc niet naar vermaningen
luisteren, dan moeten ze ondervinden dat honger
en kou lijden de natuurlike gevolgen van luiheid
en verkwisting zijn. Als meer gegoeden van hun
tijd en van hun door arbeid verkregen middelen
iets afzonderen om hun minder begunstigde mede
mensen tc ondersteunen, dan hebben zij het recht
medewerking van de ondersteunden te vorderen.
Biezonder groot is het aantal gezinnen ilie in de
vorige strenge winter niet steenkolen zijn onder
steund. Het bestuur meent dat hier en daar met
wal te milde hand brandstof is verstrekt, en wil
daaromtrent in een vergadering met werkende leden
een voorstel doen.
Zeker; als het hart, gelyk dat behoort, klopt voor
het welzijn van onze medemensen, stuit het- tegen
de horst, brandstof te weigeren als men zelf in een
lekker verwarmd vertrek zit en eraan denkt, hoe
een ander in zijn schamele woning zit te rillen van
kou. Maar onze Vereniging heeft niet uitsluitend
ten doel alle_ lijden te verzachten, Lijden is niet
zelden een uitstekend opvoedingsmiddel, en waar
we to doen hebben met onwil, zedeloosheid, luiheid,
drankzucht, daar zijn we verplicht de rede boven
het gevoel te gehoorzamen, en op verstandige wijze
het lijden als natuurlik gevolg van 't kwaad zijn
werk te laten doen.
De pogingen van Liefdadigheid om de armoede
te bestrijden, moeten vruchteloos blijven hij zulke
dronkaards, luiaards en bedelaars, die een voldoend
aantal weekhartige, goedgeefse,, al te lichtgelovige
voerde.
Nu kunnen wij harder rijden, zeide Juggut
Singh, nadat zij ongeveer een kwart mijl op
deze wijze afgelegd hadden.
Hij boog zich voorover en legde do zweep over
zijn ros. Het moest wel doodsangst zijp. die den
verwijfden eunttk van het paleis zóo voortdreef.
Tarvin zag hem wankelen in den zadel, lachte
in zichzelf en volgde hem.
Gij zou toch niet deugen voor cow-boy
Juggutdenk je wel
Rij door! hijgde Juggut Singh. Voort, naar
.de kloof tusscben de twee heuvels; rq door!
Het droge zand vloog op onder de hoeven der
paarden en de verzengende wind floot hen om
de ooren, terwijl zij de zachte helling opklommen,
naar de heuvels, drie mijlen van het paleis.
Iti vroeger tijd, eer de telegraaf was ingevoerd,
seinden de opiumhandelaars der woestijn, elkan
der de rijzing en daling ven dit artikel toe, van
uit kleine wachttorens op de heuvels. Juggut
Singh wendde de paarden naar een dezer verlaten
posten. Naarmate de weg steiler werd, liepen de
paarden langzamer, en de omtrekken van een
vierkanten toren begonnen zich scherp af te
teekenen tegen den hemel.
Eenige oogenblikken later hoorde Tarvin.de
hoeven der paarden op marmer klinken, en hij
zag, dat hij langs een groot reservoir reed, dat
tot den rand gevuld was met water.
Oostwaarts wezen een paar flikkerende licht
punten in de vlakte de ligging van Jtbatore
aan dit herinnerde Tarvin aan den nacht, waarin
hij Topaz vaarwel had gezegd, van uit een Pull-
inan-waggon. Nachtvogels riepen uit het riet
personen kennen bij wie ze, door zich als ziek of
rampspoedig voor te doen, genoeg aan aalmoezen
weten op te lopen om hun verkeerde levenswijze
te kunnen voortzetten.
Het denkbeeld om de handwerkslieden aau te
wakkoren om hun winteravonden en andere vrije
uren op een nuttige wjjzc te besteden, is verwezen-
likt geworden door de tentoonstelling die van 21
tot -4 Februarie werd gehouden. Door de goede
zorgen van onze ijverige 2de secretaris, de heer
Mezger, en het departementshoofd, de heer Peerl-
kamp, is de onderneming uitstekend-geslaagd. Ge
heel belangeloos hebben de behanger, de heer Van
Ach terborgh, en de bloemist, de heer Kortbeek, nette
versieringen aangebracht in de tentoonstellingsloka
len, die voor dat doel door het dageliks bestuur
kosteloos ten gebruike waren afgestaan, terwijl de
huisvlytschool, in 't biezonder de daaraan verbon
den verdienstelike onderwijzer Van Gelder en de
dames Verwey en Van Beck, met nog enige par-
tiekulieren, voorwerpen in bruikleen hadden afge
staan, niet alleen tot opluistering, maar ook om de
handwerksman tot voorbeeld te strekken. De toe
gangsbewijzen brachten gedurende de drie eerste
dagen 39.75 op. Do vierde dag, toen de toegang
vrij was, werd de tentoonstelling dóór ongeveer 1100
personen bezocht, waarvan een groot aantal aan de
heren Mezger en Peerlkamp over het vervaardigen
van sommige voorwerpen inlichtingen vroegen, die
met de meeste bereidwilligheid gegeven, endoor de
belangstellenden met veel aandacht aangehoord
werden.
De door de handswerklieden ingezonden voorwer
pen werden voorde verloting aangekocht en daarvoor
aan de vervaardigers de door hen gestelek- prijzen,
gezamenlik ten bedrage van 80.—uitgekeerd. Wel
past het aan de.Verenigiug een woord van warme
dank toe te brengen, in de eerste plaats aan de heren
Mezger en Peerlkamp en verder aan alle, die tot het-
welslagen van de onderneming hebben bijgedragen.
Om gedurende het ingetreden werkjaar in de aan
gevangen richting voort te gaan, zijn op de laatst
gehouden vergadering van werkende leden twee
kommissies benoemd. De ene heeft tot opdracht,
te onderzoeken op welke wijze Liefdadigheid zich
kan bezighouden met werkverschaffing; de andere
zal trachten een plan te ontwerpen om aan behoef
tige zieken de door een geneesheernodiggeachte
spijzen door pariiekulieren te doen verstrekken.
In navolging van de .sterdamse vereniging
„Het urine schoolkind" zyn bij enige gegoede ge
zinnen bussen geplaatst om daarin ten bate van de
vereniging Liefdadigheid kleine giften of winst bij
enig spel te werpen. Enige da nes hebben devrien-
delikheid gehad zicli met het plaatsen en liet ledi
gen van die bussen te belasten. Daarvoor onze vrieu-
delike dank; in de eerste plaats aan haar die ons
liet denkbeeld aan de hand heeft gedaan.
Zooals uit de rekening zal blijken bedraagt de
som van de bijdragen bijna liet dubbele van de
contributies. Het bestuur nodigt daarom de leden
beleefd maar dringend uit, mede te werken om het
aantal leden, te doen toenemen, en niet het oog op
het boven gezegde aangaande de hinderpalen, die de
partiekuliere weldadigheid, hoe goed ook gemeend,
ons in de weg logt, uiede erop aan te dringen, dat
alle leden een plaatje met de letter L aan hun wo
ning doen bevestigen.
Ten slotte roept het bestuur de hulp van de leden
in om nienwe werkende leden aan te werven, daar
een getrouw huisbozoek zulk een vooruaam bestand
deel behoort te zijn van onze werkzaamheid.
ahn het einde van den vijver elkander toe en een
groote visch sprong op in hét water.
De wachttoren is aan het einde van den
dam, zeide Juggut Singh. Daar wacht de heidin.
Zal ik dien naam altijd behouden? klonk
een ongemeen W lidende stem uit de duisternfs.
Wel u, dat mijn hart zacht gestemd is, Juggut
Singh, of gij zoudt kennis maken met de visscnen.
Tarvin hield zijn paard met een rok in, want
vóór hem stond een gedaante in een gelen sluier
gehuld. Zij was te voorschijn gekomen van
achter het roodsteenen graf, van een vermaard
Rajputsch ridder, die iederen nacht over den
dam, dien hij gebouwd had, heette -te rijden.
Dit was een der redenen waarom de ruïne na
zonsondergang steeds eenzaam en verlaten was.
Stijg af, Tarvin Sahib, zeide de stem op
spottenden toon, in het Engelsch. Ik ben ten
minste geen grijze aap. En gij, Juggut Singh,
wacht met de. paarden op ons, aan den voet van.
den wachttoren.
Ja, en val niet in slaap, Juggut, zeide
Tarvin wij mochten u eens noodig hebben.
Hij steeg af en stond voor de gesluierde ge
stalte van Sitabhia.
Shake hands, zeide zij na een kleine pauze,
terwijl zij een aandje uitstrekte, nog kleiner dan
dut van Kate.
O. ik wist wel, dat gij komen zoudt; ik
wist, dat gij geen vrees kent.
Zij hield zijn hand vast en drukte dieteeder.
Het kleine handje verdween geheel in-Tarvin's
grove vuist; hij drukte het met een kracht die
haar een onwillekeurigen kreet deed slaken, en
schudde het hartelijk.
(Wordt vervolgd.)