Donderdag 5
September 1895.
No. 4490,
44e jaargang
gAKUNTALA
Uitgave
Firraa A. H. VAN CLEEPF
te Amersfoort.
erschijnt Maumluj- en I)<mderdagn(umddwj met gratis Xtniiliii/Mid. Abonnement per 8 maanden/l.Franco
per post fl. 15. Abonnement alleen op het Zondagsblad voor Amersfoort 40 ct., voor liet binnenland 50 et. per
8 maanden. Advertentiën 16 regels 60 et.; elke regel meer 10 ct.. Grootc letters naar plaatsruimte. Legale-,
otlicicële- en onteigeniugsadvert. per regel 1.5 ct. Reclames per regel 25 ct. A[fzonderlij Ice nummers 10 cent.
Dienstaanbiedingen en aanvragen, uitsluitend voor- en betreffende den werkenden stand, van minstens 5 regels, in het
Zondagsblad, per regel5 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incusseerkosten in rekening gebracht.
Bureau
KORTEGR ACHT 50
Telephoon 19.
K E X N I S (i E V I X G.
I)e BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT,
Gelet op art. 18 der wet van den 4. December
1872 (Staatsblad no. 134).
Brengt ter algemeen kennis, dat gedurende bet
jaar 1895 als nog voor een ieder de gelegenheid
tot kosteluoüo inenting- wordt gegeven op Maan
dag, den 1(5. September rn Maandag, den 16. De
cember telkens des namiddags ten drie ure. in
de daartoe bestemde lokaliteit gelegen aan de
Breedeslraat wijk F. no. 133.
Amersfoort. 3 September 1895.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
F. D. SCIIIMMELI'E.XNINCK.
De Secretaris,
W. L. SCHEI,TUS.
Mie pest te Amersfoort.
in i6o:~>,
Wij vervolgen.
Uil pesthuizen mag geen goed of zui
vel verkocht worden, tot dat het huis
beun zal zijn. Deuren en vensters van
pesthuizen mogen, binnen vier weken
na den dood van tien pestzieke, over dag
niet geopend worden. Diezelfde termijn
geldt voor goederen van pesthuizen, die
men buitenshuis zal willen beunen.
De vrienden en de magen van de pest-
dooden zullen voortaan nergens anders
bijeenkomen, dan in de Groote kerk.
Er zullen personen worden aangewe
zen, om de pestdooden uit te brengen.
Een bepaald loon wordt voor die perso
nen vastgesteld. De stad zal aan iederen
drager betalen acht stuivers voor iemand,
die met de kleine klok, twaalf stuivers
die met de middelklok, een gulden voor
iemand, die met de groote klok begra
ven wordt. Als iemand in een overkapte
kist begraven wordt, dan zal de drager
dertig stuivers ontvangen.
Enkele andere bepalingen omtrent het
dragen der doodenkleine pestdooden,
die onder den arm gedragen worden
het gebruiken van de baarlakens van de
kerk of van de gilden, laten wij achter
wege. Opmerking verdient alleen de be
paling, dat in het begraven van de pest
dooden niet en sail worden geobsei veert
de ordinaris solemniteyt. van den kerk-
weg, iiemaer gebrniekt tie naeste, dogh
bcquaumste toegangh.
Feuilleton.
02). Naar het Engelsch.
Malligheid, riep Tarvin openhartig uit. Jij
gelooft toch niet aan dat sprookje, als zou er
goud in de rivier te vinden zijn, wel
Snel week zij een paar passen terug, en zag
hem verwijtend aan.
Bedoel je, dat je altijd geweten hebt, dat
er geen goud in was?
Hij zeide niets, maar zij las zijn antwoord uit
zijn oogen.
Ik zie, dat je het wist, zeide zij koud.
Mi.t veldheersblik overzag Tarvin het terrein
en het gevaar, dat hem dreigdedadelijk ver
anderde hij het plan tot den aanval en zag haar
glimlachend aan.
- Natuurlijk wist ik het, zeide hij; dat werk
mijn
i maar een voorwendsel, waarachti
werkelijke doel veihorg.
Wat was dan je werkelijke doel?
Jij zelf.
Wat meen je? vroeg zij met een blik. die
lu m niet op zijn gemak zette.
Het Indische gouvernement staat niemand
toe. zich zonder bepaald doel in het Rijk te ves
tigen. en ik kon aan .kolonel Nolan toch niet
zeggen, dat ik hier kwam om jou het hof te
maken, niet waar
Ik weet. het niet, maar jij hadt toeh het
geld van den Maharajah niet behot ven te gebrui
ken om je je doel te bereiken. Dat zou een
Verder werd bepaald, dat, noch voor
de sterfhuizen van de pest, noch om
trent de grafsteden in de kerk zich zul
len mogen bevinden eenige personen, die
de begrafenis niet convoy eerden. De deu
ren van de sterfhuizen moeten dadelijk
na liet uitbrengen van de lijken weder
gesloten worden. Geen kisten mogen wor
den afgeleverd, tenzij die waterdicht zijn
gemaakt door peck off andersints
Ten slotte volgt de bepaling, dat geen
gilden eenige knechten, van buiten in de
stad komende, mogen aannemen, tenzij
daartoe consent van de Burgemeesteren
gevraagd en verkregen te hebben.
Inmiddels bleef de pest haar offers
eischen. Onder dagteekening van den
29sten September vindt men vermeld,
dat Thonis Jan Plulipsen en zijn huis
vrouw aan de pest overleden waren.
Een zekere Catalijne meer dan den
voornaam vindt men van die vrouw niet
vermeld had die lieden in hun ziekte
opgepast. De Regeerders ordonneerden
dat diezelfde Catalijne zich aanstonds
uit de stad had te begeven, op startte
van uit de stad gezet en arbitralicken,
(dat is naar goedvinden) gestrak te wor
den.
Verder prohilieren (er staatordonee-
ren, zulks is uit hetgeen volgt, blijkbaar
een schrijffout) de Regeerders Anthoni
la Place, de voornoemde Catalijne in
zijn huis te logeren ofte te admitteren,
terwijl liet hem zei ven voorloopig ver
boden wordt zich met zijn kinderen bin
nen deze stad onder het volk te begeven,
op straffe van insgelijks buiten de stad
gezet te worden. Wat had die arme
Catalijne misdaan, dat zij. na twee pest
zieken met gevaar van haar eigen leven
opgepast en verzorgd te hebben, zonder
ommezien de stad had te verlaten De
zelfde vraag kan omtrent dien Anthoni
la. Place gedaan worden, bij wien voor
noemde Catalijne nog wel eens aan buis
scheen te komen. Vergeefs hebben wjj
naar eenige meerdere inlichting dienaan
gaande gezocht.
De bepalingen, door den Magistraat
gemaakt, werden niet nauwkeurig na
gekomen, zulks gebeurt wel meer. Voer
lieden, woonachtig te Maarden, wier hui
zen met de besmettelijke ziekte van de
pestilentie waren bezocht, onderstaan,
niet alleen volk van Naarden op hun
wagens naar deze stad te voeren, maar
ook in Amersfoort te verblijven en te
overnachten. Ten einde te voorkomen,
dat de ziekte verspreid werd, ver
boden de Regeerders op den 2en Octo
ber allo herbergen en ieder, binnen deze
stad en vrijheid wonende, zulke voerlie
den, «lie zich bewust waren met de voor-
zeide ziekte in hun huizen bezocht te
zijn, te logeeren, aan te houden of' op te
schrijven, op een straffe van vijf'en twin
tig gulden, telkens dat zulks gebeurt.
Die bepaling werd gemaakt den len Octo
ber. Zij schijnt niet zeer praetisch geweest
i te zijn. Welke voerman uit Kaarden, of
een andere plaats, die ziel1 met zijn wa-
j gen en bepakking en passagiers in de
j stad bevond, zou opgeven, dat zijn huis,
J bijvoorbeeld te Naarden, met de pesti
lentie bezocht was?
I Op den Oden October werden de drie
I Schepenen en de drie voorzittende Ra-
I den, of het meerendeel van dezen, gecom-
I mitteerd, om met Mr. Herman, scliool-
I meester en voorzanger, omtrent liet be-
dienen van het ambt van ziekentrooster
i bij de pestzieken gedurende deze ziekte,
te confereeren, en met hem omtrent het
j tractement gedurende deze ziekte te ac-
cordeeren.
Inmiddels deed zich het volgende geval
voor. Een zekere Jacques J artier, ket-
tingspinder, had zich in den zomer in
alle stilte uit de stad verwijderd. Na
cenigen tijd had hij zich onderstaan, om
niet alleen buiten consent en tegen de
orde zich wederom metterwoon in de
stad te vestigen, nemaerook, om tien of
twaalt dagen later, eeno familie, van
buiten komende, bij zich in te nemen,
en dat was zeer erg. Want. die familie
werd bevonden met de pest geïnfecteerd
te zijn, en van die familie was reeds
een persoon aan de pest gestorven drie
anderen ivaren lijdende aan de pest. Het
gevaar was niet gering. Ten gevolge
eerlijk man niet gedaan hebben.
Dat is sterk, riep Tarvin uit.
Hoe kon jij den Koning bedriegen, door
hein te doen gelooven, dat je werk iets te be-
toekenen hadhoe kon jij de arbeidskrachten
van duizenden menseben, boe kon jij geld van
hem aannemen. O. Kiek. hoe is bet mogelijk
Een oogenblik stond hij als vernietigd voor
baar. toen riep hij uit: Maar Kate, begrijp je dan
niet, dat je hier te doen hebt n ct bet'grootste
kluchtspel, dat sinds mensehenheugenis in het
Indische Rijk is opgevoerd
Dat scheen in goede aarde te vallen, maar het
was nog niet genoegen hij waagde zich nog
verder, toen zij met iets moedeloos in haar stem
zeide
Zoo maakt je het. nog erger.
Ja jij hebt nooit veel zin voor liet humoris
tische gehad. Kate; dat weet ik wel, vervolgde
hij, terwijl hij zich naast haar neerzette. Vindt
je er nu werkelijk niets grappigs in, dat ik een
heel Rijk in rep en roer heb gebracht., alleen om bij
een meisje te zijn een lief, hijzonder lief
meisje, maar toeh hitter klein tegenover de
Amet.-vn.llei.
Heb je niet anders te zeggen? vroeg zij.
Tarvin verbleekte. 3lij kende dien toon barer
stem. den blik van minachting, die er mee ge
paard ging. en voelde- dat zijn vonnis geveld
werd. liij wist,kans dat hij voor de krisis van zijn
stond. Met bijna bovenmenscliclijke inspanning
dwong hij zich, met de grootste kalmte, ais gold
het de natuurlijkste zaak ter wereld, te zeggen
Je denkt toch niet, dat ik den Maharajah
een rekening zal inleveren?
Kate zag hem verbaasd aan. Zij kon Tarvin
niet volgen in zijn redeneeringen en de'zaak niet
daarvan gaven de Regeerders bevel, dat
de personen, die ziek waren, zouden ge
bracht worden in een van de Pothshnis-
jes, terwijl de leden van de familie van
Jacques Jartier, zoowel als van de andere
familie die gezond waren, zich aanstonds
hadden te begeven uit hun woning in
het andere Pothshnisje, en aldaar zou
den verblijven, buiten omgang met an
dere menscben, tot nader order. Het te
verlaten huis op de korte gracht, met
alle toegangen daartoe, zal door Henrick
Gerrits of' zijn zoon dichtgespijkerd wor
den en blijven, gedurende den tijd van
zes weken. Niemand mag daarin komen,
zonder consent van de burgemeesters
verkregen te hebben. In geval van wei
gering van de gezonde personen van de
familie van Jacques Jartier, of van an-
deren, om uit het voorzeide huis in het
j voorzeide Pothshuisje over te gaan, wordt
aan diezelfde familie door de Regeerders
bevolen, aanstonds uit de stad te ver
trekken, op poene van door de dienaars
uit de stad gezet te worden, terwjjl het
hun verboden wordt, om zonder consent
weder in de stad te komen. In het be
sluit van den Magistraat vindt men ver
der vernield, dat. tot insinuatie dezes
gcauthoriseerd zijn de respectieve deur
waarders Henrick Gerritsz, pestmeester,
en Baptistus Henricksen, zijn zoon, mits
gaders de dienaars van Justitie, geza
menlijk en ieder in het bijzonder. Van
een pestmeester hebben wij tot dusverre
niets vernomen. Het is de vraag, welke
j betrekking daarmee bedoeld wordt. Wij
zullen dat later vernemen.
Het schijnt echter te bljjken, dat de
I besluiten van den Magistraat omtrent
J liet weren en voorkomen van de pest
niet veel ingang bij de burgers gevonden
hebben. Ziehier daarvan enkele voor
heelden
j Onder dagteekening van den 5den No
vember vindt men het volgende vermeld:
Daar was aan de pest een kind over-
leden van zekeren Herman Bortz. Dat
kind zou in den voormiddag begraven
I worden. Te dien einde was de verga-
dering van deu rouw aanbestemt ten
liuyse van denzelfden Herman Bortz.
beschouwen uit. hetzelfde oogpunt als hij zijn
wisseling van standpunt, zijn behendigheid om
als een vogel op te vliegen, onverwacht 1i i'm
ken, en een cirkel te beschrijven cm tot zijn
eerste plaats terug te keeren, wat. om eenzelfdc-
doel geschiedde, zou zij nooit hebben kunnen
begrijpen. Maar zij geloofde aan zijn eerlijke be
doelingen en dacht, dat hij het goede wel wilde
doen, als hij maar eerst wist waarin dit bestond,
en haar geloof in zijn braaf karakter belette
haar te zien. dat zij alleen voor hem ile maat
staf was van hei waarlijk goede, dat hij altijd
alleen datgene als zedelijk zou beschouwen, wat
Kate behaagde. Andere vrouwen hielden van
zoetigheden. Kate hield van zedelijkheidnu
goed, hij zou haar die ruimschoots er schaften,
al moest hij dc ïcst der wereld van dat artikel
bcrooven.
Daeht je dan, dat. ik niets betaalde voor
die hecle vertooning? ging hij bedaard voort.
Maar bij zichzelf zeide hij Zij haat en veracht
in ij. Waarom heb ik dat alles niet. eerder be
dacht? Luid vervolgde hij: Eerst heb ik plei-
zier gehad nu heb ik jou. Beide zaken heb ik
i il le duur gikocht, en nu ik weg ga, betaal
ik alles. Dat begrijp je toch wel?
Miliar zij beantwoordde zijn glimlach niet. Hij
wisehtc zacht het angstzweet van het voorhoofd
en zag haar aan. Wat zou zij nu zeggen? Zij
zeide niets, en terwijl zijn hart samenkneep,
ging hij wanhopig voort:
Ja .het is wel juist iets voor mij, om den ouden
Rajali zoo beet te nemen, niet waar Kate? Het
is juist iets voor den bezitter van een mijn, die
maandelijks een waarde van tweeduizend pond
sterling oplevert om naar deze woestenij te ko
men. ten einde een lichtgeloovig Indisch vorst
van een paar duizend ropijen te berooven, niet
Welke mijn? vroeg zij met schorre stem.
Lingering Lode, natuurlijk; daar heb je
mij toch wel over hooren spreken,
Ja, maar ik wist
Dat de zaken zoo goed gingen Nu het is
toch zoo. Wil je het- rapport zien?
Neen antwoordde zij maar Nick, dan ben je,
dan hen je
Rijk Nu ja, het gaat nog al, ten minste te
rijk voor zulk een lage afzetterij.
Hij schertste om zijn leven te redden. Zijn
hoofd brandde; de vreeselijke onzekerheid maakte
hem bijna waanzinnig. Én met het woord „af
zetterij" ging er eeusklaps een nieuw, ontzettend
licht voor hem op. Hij was verloren.
Als zij deze éene zaak reeds zoo vreesolijk
vond, wat zou zij dan wel zeggen van de andere?
Hij beschouwde alles als een onschuldige, goed
geslaagde, aardige grap maar zij Alles werd
hem donker voor de oogen.
Kate of den ring Hij moest kiezen. Den ring
of Kate?
Neem het niet zoo licht op, zeide zij ern
stig. Je zoudt even eerlijk zijn als je arm was,
Nick. O, vervolgde zij, terwijl zij haar hand op
de zijne legde, als om hem vergiffenis te vragen,
dat zij nok maar éen oogenblik aan hem ge
twijfeld had, ik ken je veel te goed NickJij
wil je altijd slechter voordoen dan je bent, maar
in den grond is er niemand zoo eerlijk als jij.
O Nick, op wien zou ik vertrouwen, als ik het
niet meer op jou kon doen
Hij nam baar in zijn armen.
Wordt vervolgd