Maandag 28
October 1895.
No. 4505,
45e Jaargang
Binnenland.
Er in geloopen.
A. H. VAN CLE FFF
te Amersfoort
Verschijnt Maandag- en Dondurdagnamiddag met gratis Zondagsblad. Abonuement per 3 maanden ƒ1.Franco
per po.-t ƒ1.15. Abonnement alleen op het Zondagsblad voor Amersfoort 40 ct, voor het binnenland 50 ct. per
3 maanden. Advorlentiën 10 regels 60 ct.; elke regel meer 10 ct.' Groote letters naar plaatsruimte. Legale-,
ollieieële- en ontoigoniugsadvert. per regel 15 ct. Reclames per-regel 25 ct. Afzonderlijke nummers 10 emit:
Dienstaanbiedingen en aanvragen, uitsluitend voor- en betreffende den werkenden stand, van minstens 5 regels, in het
Zondagsblad, per regel5 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten ia rekening gebracht.
Bureau
KOETEGRACHT 50
Teleplioon 19.
KENNISGEVING.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van AMERSFOORT,
Gezien art. 8 der wet van den 2. Juni 1875
(Staatsblad No. 95),
Brengen kennis van het publiek, dat door hen
aan C. REGTIEN, en zijne rechtverkrijgenden,
vergunning is verleendoiu eene varkensslachterij
opterichten in hot perceel, gelegen aan de Krom-
meatruut wijk F. No. 271, kadastraal bekend
onder sectio E. No. 8935.
en dat door hun auu J. de WIT, en zijne
rechtverkrijgenden, vergunning is verleend om
ecne rundslachterij opterichten in het perceel,
alhier gelogen aan de Koestraat, wijk A. No.
249, kadastraal bekend onder sectie E. No. 3237.
Amersfoort, don 2(j. October 1895.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Burgemeester.
F. D. SC1IIMMELPENNINCK.
I)e Secretaris.
W. L. SCHELTUS.
In een vorig nummer deelden we reeds
iets mede aangaande het bij do Tvvee.de
Kamer ingekomen ontwerp van wet tot instel
ling van Kamers van Arbeid.
Om de belangrijkheid yitn dit onderwerp
willen wij thans de hoofdpunten van liet
voorstel vermelden.
Bij do samenstelling van dit ontwerp is rekoning
gehouden zoowel met de beide wetsvoorstellen, vroe
ger door de hooien Scliiiumclpenuinck van der Oye
Pyi
fokken,
de
lerkingcn, waartoe het onderzoek
afdielingen der Kaniers aanleiding heelt gegeven.
Op de vraag of de nprieliting van Kamers van
Arbeid van overheidswege wcnschclijk is, antwoorden
de Ministers van Justitie en van Waterstaat, dat wat
zicti reeds in ons eigen land heeft geopenbaard,
Voldoende is om naar middelen om te zien, ten
eimlo to trachten, voor zoover do Regeering icn dezen
opzichte bij nmchie is. een goede verstandhouding
ttisschen patroons on werklieden te bevorderen, mis
verstand te voorkomen, voortwoekerend wantrouwen
togen te gaan, verbitterende geschillen op telossen,
voor beide partgen noodlottige werkstakingen le
verhoeden en de overtuiging te vestigen, dat de be
langen van beide partijen niet onverzoenlijk tegen
elkander overstaan, maar dat door onderling overleg
en samenwerking maatregelen in beider belang ge
troffen kunnen worden.
Een dezer middelen acht de Regccrtng gelegen
in de Kamer van Arbeid, een instelling, die in na
burige Rijken, waar zij werd ingevoerd, reeds goede
vruchten heeft afgeworpen.
De Rogooring vermeldt vooral, dat indertijd de
meerderheid der toenmalige Tweede Kamer bij
verschil van gevoelen omtrent de samenstelling,
inrichting on taak dier lichamen het instellen
van Kamers van Arbeid wenschelijk achtte.
l)e instelling van Staatswege in het leven le roe
pen, is het doel van dit ontwerp.
Na de redenen tc hebben aangegeven die aan eon
Feuilleton.
1)-
„Ik hoor u gaarne over uw triomfen spre
ken," zeide ik op een avond tot mijn vriend
De Wurre, den rechercheur, nadat hij mij een
aantal voorvallen uit zijn praktijk had verteld,
„maar is het u nooit overkomen, dat gij er in-
geloopen zijt?"
„O, dikwijls," zeide hij. „Wanneer een recher
cheur in zestig van de honderd gevallen slaagt,
is hij een bolleboos. Maar gewoonlijk zijn die
gevallen, waarin een rechercheur de verliezende
partij is geweest., niet bijzonder interessant
gewoonlijk betreft het een geduldige, maar vrij
vervelende vervolging. Toch weet ik een aardig
geval, dat wel de moeite waard is om te ver
tellen. Het is geen compliment voor mij, maar
ik ben er lang niet meer nijdig om. Tot mijn
verdediging moot ik zeggen, dat de man, die
mij om den tuin leidde, de meeste geslepen
schurk was, die ooit heeft bestaan. Gewoonlijk
laat een schavuit, wanneer hij wordt nagezet
een duidelijk spoor na, maar Dramond wasdaar
te slim voor."
„Wio was dat?"
„Herinnert ge u niet -meer do gescheidenis
van de „Blackett Bank Het was een gebeur
tenis van belang en alle bladen waren or vol
van. Komaan, ik zal u de geschiedenis in haar
geheel vertellen,
regeling bij tie wet de voorkeur doen geven, wordt
in du toelichting het volgende gezegd omtrent de
meest wenschelijke organisatie der Kamers van
Arbeid en omtrent de werkzaamheden welke aan
hun bemoeiing behooren te worden opgedragen.
De oprichting vau een Kamer van Arbeid geschiedt
bij Koninklijk besluit. Zij wordt opgericht voorden
gemeente of voor vcrschilleude gemeenten, waarde
behoefte daaraan is gebleken en haar oprichting
mogelijk blijkt te ziju.
liet doel hetwelk met de Kamers van Arbeid
wordt beoogd, is de bevorderingin onderlinge samen
werking van do belangen van patroons en werklie
den.
Tot de taak der Kamers zal behooren
lo. liet verzamelen van inlichtingen over arbcida-
aangelegenlieden. Is dit reeds noodig voor de ver
vulling van het tweede deel der aan de Kamers van
Arbeid opgedragen taak, niet minder zullen de
inlichtingen van nut zijn, indien geschillen over
arbeidsiuingclegenhèden dreigen, en moeten worden
voorkomen of reeds zijn ontstaan en de Kamer ge
roepen is, die te vereffenen
2o. hot dienen vau advies aan Regeering en regco-
ringscollegcs, zoowel als daarom gevraagd wordt als
uil eigen beweging.
8o. het voorkomen en vereffenen van geschillen
over arbeidsaangelegonheden lüsschen patroons en
werklieden
liet streven naar een hetere verstandhouding tus-
schen patroons en werklieden zal inzonderheid vrucht
kunnen dragen, indien liet aan de Kamers van
Arbeid gelukt, geschillen titsseheu ben te voorkomen
en de ontstane geschillen in der minne tc vereffe
nen. Een zeer belangrijk deel van de taak welke de
Kamers vau Arbeid hebben te vervullen, is het werk
van den Verzoeningsrand. Te dikwijls heerscht ttis
schen patroons en werklieden een onderling wan
trouwen, dat de berechting van geschillen in der
minne onmogelijk maakt.
De Verzoeningsrand nu heeft in de eerste plaats
ten doel het ontstaan van geschillen te voorkomen
en de ontstane geschillen te vereffen; aan do be
slissing van den Verzoeningsraad kan intusschen
geen dwingende kracht verleend worden. Deccnigc
maatregel die ten deze kan worden toegepast, is van
zeilolijken aard en bestaat in liet aangeven van de
middelen tot verzoening en bet bevorderen, indien
nog noodig, van een scheidsrechterlijke uitspraak
en in het openbaar maken van de verslagen van
den verzucuingsvaad. Stemt éen der partijen niet
toe in het uitlokken van een arbitrage, waar de
verzoeningsraad deze noodig oordeelde, of weigert,
na een zorgvuldig en onpartijdig onderzoek, de partij,
die blijkbaar ongelijk heeft., tot herstel van do goede
verstandhouding mede te werken, dan blijft alleen
bet beroep op de publieke opinie over, die Op deze
wijze voorgelicht, een niet te miskennen zedelijke
macht uitoefent.
In navolging van de ontwerpen der hceren Pyt-
tersen en .Sehiiumelnonninck van der Ove zijn de
Kaïu'-rs samengesteld uit een gelijk getal vertegen
woordigers van patroons en werklieden. De vertegen
woordigers der patroons worden gekozen door de
kiesgerechtigde patroonsdie der werklieden door
ile kiesgerechtigde werklieden. Elke Kamer kan
worden verdeeld in zoovele aideelingen als er be
drijven of groepen van bedrijven een afzonderlijke
vertegenwoordiging behoeven en behoorlijk kunnen
worden vertegenwoordigd. De afdeeling wordt even
eens uit een gelijk aantal patroons en werklieden
samengesteld. Wordt een Kamer in afdeelingcn
verdeeld, dan vormt zij den band tusschen de ver-
Perey Dorman Dra mond was twintig jaar
geleden een der meest bekende inwoners van
Manchester". Hij stond aan het hoofd van de
„Blackett Bank," een instelling die even bekend
was als de Bank van Engeland. Zij deed zaken
met allerhande 'slag van tnenschen en had in
alle groote steden agentschappen. De bank was
opgericht in het einde der vorige eeuw en ge-
heele geslachten der Blackett's hadden er for
tuin mee gemaakt. De firma heette Blackett
Jepson en Royle. Dramont was een neef de
Royle'8. Hij kwam op jeugdigen leefiijd in de
zaak en toen hij meerderjarig was, wérd hij
mede-directeur. Toen de andere directeuren op
leeftijd kwamen, kreeg hij het beheer der zaak
geleidelijk, zoowat geheel alleen in handen,
llij was iemand van een deftig voorkomen
en altijd onberispelijk gekleed, zeer geestig en
gastvrij en maakte, op iedereen met wien hij
ill aanraking kwam een. zangenamen indruk.
De bank floreerde zeer onder zijn directie. Hij
was lid van do gemeenteraad en wethouder en
in 1874 werd hij lid van het Lagerhuis. De be
volking van Manchester volgde zijn loopbaan
als Parlementslid roet groote belangstelling en
tnen beweerde algemeen, dat zijn groote be
kwaamheden op financieel gebied en zijn helder
inzicht indruk maakten op de leiders der ver
schillende partijen,
l Maar nog geen jaar geleden had hij in het
I Parlement gezeten, of daar viel de slag. Als
gewoonlijk was bij naar het noorden van.het
land gegaan om le jagen; door de eene of andere
j gril.kreeg de ondc'Jepson het in zijn hoofd, om te
gelooven, dat het beheer der bank niet veilig was
I in handen J~~ --1-- *:-u -1—
ihillende afdeelingen.
Met het deukbeeld om de Kamer in te deelen in
afzonderlijke sectiën van patroons en van werklieden
kunnen de Ministers van Justilie en van Waterstaat
zich niet vereenigen. Zij zijn van meening dat, werden
dc Kamers van Arbeid volgens dat stelsel ingericht,
zij bezwaarlijk zouden beantwoorden aan het doel
waarmede zij worden ingesteldhet bevorderen van
de belangen van de patroons en de werklieden.
De Minister van Financiën heeft een nota
ingezonden ter beantwoording van liet ver
slag der commissie van rapporteurs nopens
het ontwerp van wel op de Personeele be
lasting.
Ten aanzien van het denkbeeld van een
overgangsmaatregel, om gemeenten, die op
centen bellen op die belasting, te vrijwaren
voor moeilijkheid, welke het gevolg kan zijn
van wijziging der bedragen waarover de op
centen worden geheven, zegt de Minister,
dat de tijd van indiening van zoodanigen
wettelijken maatregel komt, zoodra de nieuwe"
regeling der Personeele belasting is tot stand
gebracht. Dan ook zal de Regeering, beter
dan vóór dien lijd, kunnen aanwijzen van
waar liet geld voor den overgangsmaatregel
komt, uit besparing door conversie, dan wel
op andere wijze. Het bedrag dat in't geheel
noodig zal zijn, ook na vaststelling der wet,
is niet dadelijk met juistheid te ramen. Wat
de grondslagen betreft naar welke en de
wijze waarop de vergoedingen zullen worden
berekend en uitgekeerd, doet de Minister
opmerken, dat de wet slechts de grondslagen
iler berekening kan aanwijzen en niet voor
iedere gemeente bet bedrag der vergoeding
behoeft te noemen. Hieruit volgt, dat zonder
bezwaar de wet kan worden vastgesteld voor
de aanslagen in iedere gemeente bekend zijn.
De wet die de regeling maakt, kan den Mi
nister opdragen voorloopige uit keeringen in
termijnen te doen, zoodra ten aanzien van
een gemeente gebleken is, dat tot uitkeering
aanleiding bestaat. De Minister meent dus,
dat een regeling als door hem in zijn Me
morie van Antwoord is aangegeven, zonder
bezwaar kan worden tot stand gebracht.
In eet) afzonderlijk stuk zijn de wijzigingen
aangegeven, welke in het oorspronkelijk
wetsontwerp werden aangebracht.
Het voorstel wordt 12 November door de
Tweede Kamer in behandeling genomen.
De beer Drijver, die vroeger reeds in de
bladen aandrong dat voor het lot van het
handjevol oud-strijders van 1830 beter zou
worden gezorgd, stelt thans een algemeene
adresbeweging te bunnen gunste voor.
Aan dit adres aan H.H. M.M. werisclit hij
nagenoegden volgenden inhoud te geven
i den eersten procuratiehouder.
«Onder de nog levende oud-strijders, dra
gers van het Metalen Kruis en de Citadel-
Medaille, zijn ér 'velen, die verkeeren in kom
mervolle omstandigheden.
»Op een leeftijd van tachtig jareri en daar
boven kunnen zij niets verdienen en zouden
zij schier van gebrek moeten omkomen,
indien niet van de Vereeniging «Trouw aan
Koning en Vaderland", van diaconie of'andere
liefdadige instellingen bun althans zóóveel ge
werd, dat zij bewaard blijven voor den hon
gerdood. Intusschen valt het aannemen van'
giften en al moezen zwaar voor oud-soldaten,
zoolang in hun hart liet laatste getoel van
eer notr niet is uitgedoofd.
«Het is daarom, dat ondergeteekenden met
den meesten eerbied zich tot U wenden met
het verzoek, dat het door Uwer Majesteits
steun daarheen geleid worde, dat in plaats
van het gedurende de laatste jaren aan de
Vereeniging «Trouw aan Koning en Va
derland" door het Ministerie van Oorlog toe
gekend subsidie van f20 000 aan de be
doelde 'oud-strijders, die zulks noodig heb
ben, en voor zoover zij dit verlangen, toe
gekend worde een pensioen.
«Wel is waar zal dit in de eerste jaren
een grooter offer van dé .Schatkist vragen,
rnaar tegelijk zal dit ollër jaarlijks kleiner
worden, naarmate het getal der grijsaards
afneemt, terwijl na luttel tal jaren deze post
geheel van de Begrooting zal wegvallen.
«Maar dan heeft toch de Staat tegenover
deze oud-soldaten, zij bet te elfder ure, een
eereschuld afgedaan, tot welker afdoening
wij inroepen Uwer Majesteits goedsvilligen
steun.
Met den meesten eerbied, enz."
"Waarlijk, indien dit adres eens steun vond,
steun niet alleen door handteekeningen maar
ook door geldelijke bijdragen.
Als men nu reeds aanstonds een»Williel-
mina-fonds" bijeenbracht en dat geld ook
dadelijk aan de gerechtigden uitdeelde.
Een schooner geschenk kan men voor de
Troonsbestijging van H. M. onze jeugdige
Koningin niet bedenken, een geschenk dat
Haar tevens meer welkom zal zijn dan een
der vele waarover nu geschreven en gespro
ken wordt.
Mei ingang van 1 November wordt voor
het vervoer over de Nederlandsche spoor
wegen een nieuwe binnenlandse!) rechtstreeks
bestelgoederenlarief ingevoerd.
Met diep leedwezen vernemen wij, zegt het
Utrechtsch Dagbladdat onze Universiteit
heden (Vrijdag) een zware slag heeft getroffen.
Eiken morgen vroeg kwam hij aan de Bank
en hij bleef er tot 's avonds laat wat hij nog
nooit gedaan h '1 zoolang Dramond aan het
hoofd der zaak had gestaan. De oude man
stak, ik geloof uit pure nieuwsgierigheid, zijn
neus overal in, tot groote ontevredenheid van
alle beambten.
Maar tot zijn eigen groote verbazing kwam
hij al spoedig tot de ontdekking dat er iets
niet in de haak was. Er was een deficit van on
geveer zeven ton. Hij kon zijn eigen becijferingen'
niet gelooven, en begon weer opnieuw te rekenen
en te tellen, maar met hetzelfde resultaat. Toen
riep hij al de andere directeuren behalve Dra
mond, bij elkander, en deelde mede wat hij
ontdekt had. Samen gingen zij weer aan het
onderzoeken. De uitslag was dezelfde en aan
stonds zonden zij Dramond een telegram om
terug te komen,
Zooals ik reeds zei, de man was geen gewone
schavuit, en toen hij aangehoord had wat zij
hem te zeggen hadden, lachte hij hen in hun
gezicht uit en beklaagde zich er over, dat zij
hem zijn vacantie bedorven hadden door hun
foutieve berekeningen. Het was nu laat, maar
den volgenden morgen zouden zij weer bij el
kaar komen en dan zou het hem gemakkelijk
vallen aan te toonen, dat zij vergist baden. Zijn
manier van optreden imponeerde hen en zijn
voorslag werd aangenomen. Dienzelfden nvond
ging hij naar de Bank, vertelde den concierge,
dat hij voor dringende zaken terug was gekomen'
en stak heel kaltn een kleine vijfhonderd, dui-
zenk gulden in zijn zak. 'a Morgens was hij weg,
en do andere directeuren kregen een brief
hij hun mededeelde wat hij gedaan had.
De politie werd onmiddellijk in den arm ge
nomen en de Bank loofjfe een premie van tien
duizend guldén uit voor wie den voortvluchtigen
directeur aanhield. Drie of vier rechercheurs
werden met de zaak belast en wij rekenden al
uit, dat wij hem binnen een dag of vier, vijf
in handen zouden hebben, daar het onmogelijk
was, dat hij het land had verlaten. Hij had de
Bank ongeveer te middernacht verlaten en
den volgenden morgen om tien uur was de zaak
reeds bij de politie aangegeven. Hij kon nog niet
naar het vasteland zijn overgestoken en even
min passage hebben genomen op een transatlan
tische boot, en, daar alle havens werden bewaakt,
moest hij ons in handen vallen. Zijn arrestatie
was slechts een quaestie van tijd. Ik werd te
Liverpool op wacht gezet.
Er verliepen drie dagen en toen kwam er be
richt, dat hij te Folkestone door mijn collega
Cregson was aangehouden. Dat speet mij ver
schrikkelijk, maar het bleek alras, dat ik geen
reden had om jaloersch te zijn. De arrestant
werd naar Londen overgebracht, waar het bleek,
dat hij werkelijk was", wat hij beweerde te zyn
een Engelsch koopman, die te Parijs woonde.
Hoewel hij onmiddellijk werd in vrijheid ge
steld en de politie hem tal van verontschuldingan
aanbood, beklaagde hij zich bij de verslaggevers
van de bladen. Onmiddellijk werd er in de
pers een beweging tegen de politie op touw
gezet. Het gevolg hiervan was, dat wij ver
trouwelijke circulaires ontvingen, dat wij, zonder
onze waakzaamheid een oogenblik te laten ver
flauwen. niemand mochten arresteeren, als wij
niet zeker waren, dat wij Dramond te pakken
hadden. Wordt vervolgd.