Donderdag 23
Januari 1896.
No. 4530,
45e Jaargang
Stadsnieuws.
Uitgave
firma A. H. VAN CLEEFF
te Amersfoort.
Verschijnt Maandag- en Donderdaynmiiddag niet gratis Zondagsblad. Abonnement per 3 maanden ƒ1.—Franco
per post ƒ1.15. Abonnement alleen op het Zondagsblad voor Amersfoort 40 ct, voor het binnenland 50 et. per
3 maanden. Advertentiën 16 regels 60 ct.elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-,
officieële- en onteigeningsadvert. per regel 15 et. Reclames per regel 25 ct. Afzonderlijke nummers 10 cent.
Dienstaanbiedingen en aanvragen, uitsluitend voor- en betreffende den werkenden stand, van minstens 5 regels, in het
Zondagsblad, per regel5 cent.
Bij advertentiën van buiten de stnd worden de incasseerlcosten in rekening gebracht.
Bureau
KOK.TEGRACHT 56
Teleplioon 19.
KENNISGEVINGEN.
Do BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van AMERSFOORT,
Gezien art. der wet tot regeling van den
kleinhandel in sterken drank en tot beteugeling
van openbare dronkenschap
Brengen ter openbare kennis, dat een verzoek
schrift om vergunning tot verkoop van sterken
drank in het klein bij hen is ingekomen van
het bestuur van den Amersfoortschen Roomsch-
Katlioliekcn Volksbond in de achterzaal en den
tuin van het perceel aan de Langestraat B. 19
te Amersfoort, bewoond door C. Steen beek.
Amersfoort, den 22. Januari 1800.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
F. D. SCHIMMELT'jfiXNIXCK.
De Secretaris,
W. T,. SCIIELTUS.
Het is onzen lezers niet onbekend, dat er
verschil van meening is ontslaan tnssclien
de commissie der Spaarbank, opgericht door
het Departement der Maatschappij tot Nut
van 't Algemeen te Amersfoort, en het Depar
tement zelf. Hoe die quaestie ontstond en
welk verloop zij had, doet op 't. nogenblik
minder ter zakegenoeg zij bet, mede te
deelen, dat de Spaarbank ais zelfstandig
lichaam wil optreden, welk plan dejilgemeene
goedkeuring van liet Departement niet weg-
nrüayt.
Dinsdagavond werd weder een Departe-
mentS"vergadering over deze zaak gehouden
waarin, op voorstel des heeren .Van den
Wall Hake, een commissie van 1 leden is
benoemd, welke zal trachten bet verschil
van meening op te hellen. De commissie zal
bestaan uit '2 leden van iiet Bestuur des
Departement», 2 leden van de Commissie dei-
Spaarbank en 3 leden uit liet Departement:
alleen de laatsten zijn Dinsdag aangewezen,
nl. de heeren Van den Wall Hake. Spaanstra
en inr. Brikken.
Vooraf zij gezegd, dat de eerste twee
punten der agenda de druk bezochte verga
dering, welke om half acht aanving, bezig
hielden (ot. uur, toen de lieer Spaaustra
het woord kreeg, en de volgende rede hield
Door omstandigheden buiten mijn wil ben
ik eerst thans in staat, u nierledeeling te
doen van mijn oordeel omtrent de Nutsspaar-
bank, waartoe mij, in de Oetobervergadering,
op verzoek van een lid der Commissie van
die onder-instelling van ons Departement,
de gelegenheid werd benomen door den pre
sident van 't Nut, als zijnde niet aan de orde.
Het is geenzins mijn doel, een kind van
hel. »Nut." te vermoorden, gelijk een geacht
lid van liet Departement, zich in een vorige
vergadering uitdrukte, maar om de bakens
te verzetten, want bet getij is verloopen.
Daartoe verzoek ik beleefdelijk uw aller steuu.
Mijn doel is volkomen tot nut van 't alge
meen, zonder eenige nevenbedoeling.
Dit te bewijzen, zal mijn streven zijn.
Onder de beste philantropisebe instellingen,
die ooit zijn tot stand gekomen, zal een
spaarbank ongetwijfeld bet recht hebben,
een eereplaats te bekleeden. Iedere aanmoe
diging of ondersteuning tot sparen is een
weldaad, zoowel aan liet individu, als aan
het geheele Nederlandsche volk bewezen.
Immers, door sparen wordt de individueele
waarde, moreel zoowel als financieel, verhoogd,
en daarom vermeerdert sparen ook den natio-
nalen rijkdom.
De beste spaarbank is die. welke aan de
inleggers den ineesteri waarborg voor kapi
taal en rente geelt en liet meest gelegen
heid aanbiedt tot. inlage en ui!name.
Die onovertroffen spaarbank is in Neder
land ongetwijfeld de Rijkspostspaarbank.
De wet van 25 Mei 1880, waarbij de Rijks
postspaarbank in het leven is geroepen, mag
vrijelijk genoemd worden een kostbare parel
aan den kroon van wijlen onzen geëerbie
digde!) Koning Willem III.
Aan de toepassing dier wet is en wordt,
voortdurend veel zorg besteed, getuige de
talrijke wijzigingen en verbeteringen, alle
in overeenstemming gebracht met de be
hoeften die de practijk leerde kennen, en
in het belang en gemak van de inleggers.
Spr. vergeleek vervolgens artikelsgewijze
het Reglement der Nutsspaarbank met de
Voorschriften der Rijkspostspaarbank. De
eerstbedoelde artikelen volgen hierin kleiner
lettors.
Art. I van eerstgenoemde nu luidt:
Op eiken Maandag, des namiddags van 12 tot 1
uur, wordt door ten minste twee Commisarissen zit
ting gehouden tot het ontvangen en uitbetalen van
gelden.
De zittingen van den laatsten Maandag der maan
den April, Augustus en December en van den eersten
Maandag der maanden Januari, Mei en September,
even als die welke zouden vullen op Pasehen, Pink
steren (sic!) of Kerstmis worden niet gehouden.
Op den tweeden Maandag der maanden Januari,
Mei en September zal de zitting gehouden worden
van 12 tot 2 uren, en kan voor een deel der deel
hebbers verdaagd worden tot den volgenden of daar-
aanvolgenden dag.
.luist geteld is tie Nutsspaarbank nooit meer
geopend dan 47 uren in een geheel jaar.
De Rijkspostspaarbank is iederen dag open
van 8vóór- tot 8^ namiddags en des Zon
dags van Si 10 uur voormiddags en dus:
(0 X 12) +1J 73^ uur per week. De Rijks
postspaarbank is dus nog meer uren open
in een week, dan de Nutsspaarbank in ander
half jaar. Hij deze verhouding denke men
aan bet. spreekwoord: «gelegenheid wekt ge
negenheid." Verder commentaar is volkomen
overbodig.
Inlagen in «Ie Nutsspaarbank kunnen, even
als terugbetalingen, slechts plaats hebben te
Amersfoort, dus: plaatselijk.
Inlagen ol' terugbetalingen in de Rijks
postspaarbank kunnen, onverschillig waar liet
boekje in Nederland is uitgegeven, geschieden
op alle post-, bij-, of hulpkantoren in Neder
land 1 MO in getal) en óok in België,
waarmede een overeenkomst is getroll'eu
Art. 3. Elke inlage of terugvordering moet ten
minste 25 cents bedragen.
In geld laat de Rijkspostspaarbank óok
geen inlagen minder dan 25 cent toe, maar
op ieder post-, bij-, of hulpkantoor, en ook
bij de depothouders, zijn kosteloos verkrijg
baar formulieren ter aanhechting van 20
frankeerzegels van 5 cent, en, op aanvrage
iler hoofden van scholen, voor de schoolpost-
spaarbanken formulieren ingericht ter aan
hechting van 100 frankeerzegels van een cent.
Zijn die formulieren aldus van zegels voor
zien. dan kunnen ze in bet Rijkspostspaar
bankboekje worden ingeschreven voor de
waarde van óen gulden. Er kan dus in de
Rijkspostspaarbanken gespaard worden bij
stuivers en op de school postspaarbank zelfs
bij enkele centstukken.
Sommen van minder dan ƒ10 zijn iederen zitdag
o i)vorderbaardie vau ƒ10 tot 100 moeten veertien
dngeu, van ƒ100 tot ƒ500 eeue maand, en van i' 500
of moer, drie maundeu te voren opgevraagd worden.
De Rijkspostspaarbank geelt, zónder bet
minste uitstel, direct terug sommen van 1
tot 101» gulden; meerdere terugbetaling in
eens, wordt door tusscbenkomst van de post
aan den Directeur der Rijkspostspaarbank
aangevraagd.
Die uitbetalingen hebben in den regel
plaats vier of vijf dagen na de aanvrage.
Ook kan terugbetaling van sommen boven
de 100 gulden telegraphisch worden aange
vraagd dan heeft zij na eenige uren plaats.
Een Rijksposispaarbankboekje zal dus ook
goede diensten kunnen doen op reis, want
inlage of terugbetaling kan plaats hebben
in geheel Nederland en ook in België, bij
iedere postgelegenheid.
In eens gestorte sommen vnn 500 of meer kun
nen niet worden terug gevorderd vóór zij een jaar
in de Bank berust hebben.
Een bijna onoverkomelijke neiging om dit
artikel stilzwijgend voorbij te gaan, maakt
zich van mij meester. Dat artikel behoort
niet bij een spaarbankwel bij een depo
sito-bank, maar dan is het veel te bezwa
rend, want men moet gedurende een geheel
jaar, en daarenboven (volgens art. 5) nog
drie maanden, afstand doen van zijn geld,
en maakt ook nog veel minder rente in dien
tijd, dan in de Rijkspostspaarbank. Eenmaal
inlegger zijnde in de Nutsspaarbank houdt
men op oogenblikkelijk directe eigenaar te
zijn. Als. bij gelegenheid, de commissie eens
weer zitting houdt (nog niet éen enkel uur
per week) kan een inlegger zich beroepen
op art 8, maar de inwilliging daarvan hangt
af van de beoonleeling (goedgunstigheid of
willekeur) van die commissie.
En dat die commissie niet altijd volkomen
juist oordeelt en handelt en zich soms te
veel laat voorstaan op haar vermeend goed
recht, werd bewezen door het bestuur van
liet Departement en de vergadering op 17
November jl.f door liet aannemen van een
motie in dien geest, met bijna algemeene
stemmen. Bij die gelegenheid ontvielen een
lid der commissie de woorden »de spaarbank
zou wel eens op de llesch kunnen gaan."
Laat ons hopen, dat die woorden niets
anders zijn dan een kennelijke onvoorzich
tigheid (Art. 21).
De Commissie ia bevoegd in bijzondere gevallen
en uithoofde van gewichtige redenen, die geheel
te h-.rer beoordeeling staan, de termijnen in de ar
tikelen 5 en 6 vermeld, op bepaald verzoek te ver
vroegen,alsmede om in buitengewoneomstandigheden
(bijv. door te veel gelijktijdige opzeggingen! de ver
zochte terugbetalingen tot de volgende zitting uit
te stellen.
Dit artikel 8 nu, geeft de commisie
alle recht en staat den inlegger toe, een
beleefd verzoek te mogen doen orn een gunst
te mogen genieten, ten opzichte van
zijn persoonlijk eigendom.
Geheel anders bij de Rijkspostspaarbank.
Geen inlegger behoeft, daar gunsten te ge
nietenhij heeft rechten. Hij is te allen tijde
volkomen en onverkort eigenaar van zijn
bezit, al mocht het ook een enkelen keer
gebeuren, dat hij, ter zake controle, een paar
dagen geduld moest oefenenook hieraan
is evenwel gemakkelijk tegemoet te komen.
Dc R;jk*postspaarbank beijvert zich voort
durend op medewerking en inschikkelijkheid.
Laat ons nu eens zien hoe het met de
rente staat. Art. 14, luidt:
I Van gelden, die gedurende minstens vier maanden
in de Bank gestaan hebben, wordt den daarop recht-
..ebbende, rente toegekend, berekend tegen drie
ti-u honderd 's jaars.
Van de veronderstelling uitgaande, dat de
spaarders 't meest gevonden worden onder
de minst financieel begunstigde klassen der
maatschappij, mag worden aangenomen, dat
vele kleine sommen worden gespaard om
te komen tot een betrekkelijk groote som
(voor turf, aardappelen ofandere winterpro
visie) die dan in eens moet worden gebruikt.
Zelfs indien voor deze categorie de rente
verdubheid werd, zouden de inleggers nog in
hun rechten verkort worden.
Ik laat daarvan óeu voorbeeld volgen Een
werkman spaart van zijii zomerverdiensten
iedere week iets hij is in den winter ge
woonlijk ten achter gekomen, betaalt dat
't eerst, als eerlijk man, en kan daarom
niet eerder met sparen beginnen dan in
de maanden April of Mei.
Nu zegt art. 15:
De renten gaan iu op 1° Januari, l1 Mei en 1*
September van ieder jaar. met dien verstande, dat
geiden op de eerstvolgende zitdagen ingebracht, wor
den gerekend op die datums in de Bank aanwezig
te zijn geweest.
Zjj worden ten behoeve van den rechthebbende
bij zijn kapitaal ingeschreven, zoodra zij zijn ver
schenen, doch slechts over den vollen gulden bere
kend en eventueel zonder halve '-enten.
De rente begint dus in te gaan met 1
September. De man spaart tot November of
December en wenscht nu zijn spaarpennin
gen terug, benevens de rente. Hij vraagt,
overeenkomstig de bezwarende bepalingen
van art 5, zijn geld. Zijn spaargeld wordt
hem uitgekeerd maar rente
De spaarbank is. met beroep op artt. 14 en
15. gerechtigd den inlegger niets uit te keeren
want voor 1 September was nog niets van
zijn inlagen rentegevend, omdat er geen
enkel bedrag vier maanden in de Spaar
bank was, en eerst 1 Januari rente-bijschrij
ving plaats gehad zou hebben.
Misschien mag hij zich beroepen op de
welwillendheid van de commissie, maar recht
op rente heeft hij niet.
Artt. 29 en 30, luiden
Bij eventuëelen achteruitgang van den koers der
effecten, waardoor de Bank ten aanzien dor terug
gave van gelden in ongelegenheid zoude kunnen
gerakeu, kan de Commissie, iu overleg met het Be
stuur des Departement», zoodanige maatregelen ne
men als zij naar omstandigheden meest dienstig
ml oordeelen.
Iu zoodanig geval kan zij door voormeld Bestuur
wordeu gemachtigd, om, naarmate van de daling
der effecten, op de uitbetalingen óen of meer ten
honderd te korten, al ware het ook, dat er door
deelhebbers vooraf reeds gelden waren opgevraagd.
Wanneer de omstandigheden daartoe aauleiding
geven, kan do Comissie aan het Departement voor
stellen, en door hetzelve worden gemachtigd, om de
Bank voor zekeren tijd te sluiten.
Ook deze artikelen zijn den inleggers niet
gunstig. Behalve de kans van geen rente t.e be
komen. is 't zelfs mogelijk, op het kapitaal
éen of meer ten honderd te verliezen, bf
sluiting van de spaarbank.
Art. 34 zegt
Geen deelhebber kan zich in geval van verschil
met Commisarissen over de toepassing van dit Regle
ment op den Rechter beroepen.
Zoo een gerezen geschil niet in der minne kan
worden vereffend, zullen drie scheidslieden be
noemd worden, éen door Commissarissen, éen door
den belanghebbende en éen door het Bestuur des
Depnrtements.
Aan dezer uitspraak zullen panijen zich zonder
honger beroep moeten onderwerpen.
Dit art. is den inleggers nog minder gunstig
en verwekt zelfs achterdocht. Zij mogen zich
immers niet eens op den Reenter beroepen
over de toepassing van een reglement dat
volgens mijne mceninig veel te weinig op
komt voor de rechten en belangen van de
inleggers.
Rij uitbetaling van rente dient de inlegger
wel rekening te houden met het rentever
lies.
Rij inlage wordt dus (volgens artt, 14 en
15) minstens 4 maanden rente verlorenhet
kan zelfs bijna 8 maanden zijn. Bij uitname
op 1 Januari. 1 Mei of 1 September beeft
geen renteverlies plaats, maar op iederen
anderen datum wél, en dit kan zelfs tot bijna
vier maanden stijgen.
Het renteverlies bij de Nutsspaarbank is
I dus, bij inlage en uitname te zatnen,
minstens4 maanden,
hoogstensbijna oen vol jaar.
Hierin zit de groote winst van de Nuts
spaarbank.
De Postspaarbank geeft rente voor iedere
halve maand en wel 11 cent per 100 gulden
of 2.64%, gerekend van den (sten of loden
der maand van inlage.
Het renteverlies der Rijkspostspaarbank,
bij inlage en uitname te zamen, is
minstens: niets
hoogstens: óen maand, bijna.
Ofschoon oogenschijnlijk de Postspaarbank,
minder rente geeft dan de Nutsspaarbank
is dus 't omgekeerde de waarheid.
Bovendien vertrouwt men als inlegger in
de Nutsspaarbank zonder don minsten meer
deren waarborg aan de commissie, of een lid
daarvan, dus aan oen particulier, het inge
legde kapitaal toe. Daarenboven is geen der
commissarissen ingeval van uitbetaling aan
sprakelijk voor dwaling; dwaling kan in dit
geval zijnhet in handen komen van een
Nutsspaarbankboekje aan een ander dan de
rechthebbende, of een dwaling van een der
commissarissen. Zij beroepen zich dan op
art. 12, luidende
Ingeval van twijfel of de vertoonder tot de ont
vangst der opgevraagde gelden gerechtigd is. hebben
Commissarissen het recht dit vooraf te onderzoeken
en zekerheidsstelling te vragen, zonder, ingeval van
uitbetaling, voor dwaling aansprakelijk ie zijn.
Bij iedere spaarbank behoort te worden voor
opgesteld: volkomen zekerheid van de terug
betaling van het ingebrachte kapitaal en ae
rente. Die zekerheid nu zal bij geen enkele
particuliere spaarbank ooit volkomen kunnen
zijn.
Op ieder Postspaarbankboekje leest men
met groote letters: »de Staat waarborgt, zon
der eenig voorbehoud, aan de inleggers de
teruggave hunner inlagen en de verschul
digde rente."
Een volkomen zekerheid geeft dan ook
alleen de Staat.
De zekerheid van een Nuts- of andere
particuliere spaarbank bestaat vooreerst in
effecten, hypotheken en vaste goederen, die
zij koopt voor de bij haar ingebrachte
gelden.
Ten tweede in haar reserve-kapitaal of
waarborgfonds, ontstaan uit de meerdere
gelden, welke de spaarbank als rente ont
vangt boven liet bedrag van den aan de inleg
gers uitgekeerdeu intrest. Zelden bedraagt
I het een hooger cijfer dan omstreeks 10 pro
cent. De vraag ontstaat nu of dat. voldoende
zou zijn om verliezen te dekken, voorname-
lijk die. welke geleden worden wanneer, in
I tijden van crisis, veel posten worden opge
vraagd, terwijl de te gelde gemaakte effecten
I zooveel niet meer opbrengen als er bij inkoop