Maandag 17
Februari 1896.
No. 4537,
45e Jaargang
De Paduaan.
Een noodlottig geheim.
Binnenland.
üitgave
firma A. H. VAN CL EE FF
te Amersfoort.
Verschijnt Maandag- en Don der dag n mn i ddag met gratis Zondagsblad. Abonnement per 3 maanden 1.Franco
per po.-t ƒ1.15. Abonnement alleen op het Zondagsblad voor Amersfoort 40 ct., voor het binnenland 50 ct. per
3 maanden. Advertentiën 16 regels 60 ct.elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-,
officieële- en onteigeningsadvert. per regel 15 ct. Reclames per regel 25 ct. Afzonderlijke nummers 10 rent,
Dienstaanbiedingen en aanvragen, uitsluitend voor- en betreffende den werkenden stand, van minstens 5 regels, In het
Zondagsblad, per regel5 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
Bureau
KORTEGEACHT56
Teiephoon 19.
NOTIFICATIE.
Gezien het besluit van Heereu Gedeputeerde Sta
ten der provincie Utrecht, dd. 6 Februari 1896, no. 40
Gelet op art. 11 der wet van 13 Juni 1857 (Staats-
no. 87),
Brengt bij deze ter kennis van belanghebbenden
1. Dat de Visseherij in de binnenwateren waar
onder ook worden verstaan rivieren, door sluizen
afgesloten, binnen deze provincie wordt geslo
ten van Zaterdag 7 Maart aanstaand" met zonson
dergang tot en met 30 Mei daaraanvolgende, met
uitzondering
a. van de Visseherij door middel van palingfuiken,
aalkorven en aaldobbers, van dio met het schepnet
of de gebbo, om kleine vischjes te vangen tot aas
voor de aaldobbers
b. van de Visseherij op spiering met het kruisnet,
welke geoorloofd blijft tot en met don 25 April
aanslaande, doch slechts zal mogen worden uitge
oefend: le Utrecht buiten de Weerdbarikre, tusschen
de Groute s'uis c.n de Jloodebrugte Amersfoort
van de Kop/eipoort tot aan het gebouw, genaamd
„de Spijker", en te Vreeswijk tusschen tie groote
sluizen, van des middags 12 tot des avonds 10 ure.
2. Dat de jacht op eenden voor dit jaar zal worden
gesloten op Woensdag 26 Februari e.k. met zons
ondergang, na wolken tijd ook hut kooien niet
moer zal mogen worden uitgeoefend, terwijl de
kooieenden opgesloten of gehokt moeten zijn tot
1 Mei aanstaande.
3. Dat 4o jacht op ander waterwild, zoomede op
houtsnippen, in de provincie Utrecht zal worden
gesloten Zaterdag 11 April 1896, met zonsondergang.
4. Dat het weispel van kwartelen met steekgaren of
vliegnet zal mogen worden uitgeoefend van 1 Mei
e.k. tot 29 Juni daaraanvolgende.
En ten einde niemand eenige onwetendheid hier
van voorwende, zal deze worden afgekondigd en
aangeplakt, waar zulks te doen gebruikelijk is.
De Commissaris der Koningin voornoemd,
SCHIM MELPENNINCK v. i>. OYE
v. NIJENBEEK.
Utrecht, den 8 Februari 1896.
Juist op don 102iieri gedenkdag der ge
boorte van Willem George Frederik, Prins
van Orarije-Nassau, den tweeden zoon van
Stadhouder Willem V, is het Museum van
de Oudheidkundige vereeniging Flehilé in
het bezit gekomen van twee gegraveer.de
portretten van den Paduaan, die ondanks
zijn jeugd hij stierf op nog geen 25-jari-
gen leeftijd, den 6 Januari 1790 groote
vermaardheid verwierf als veldheer.
Voor hen, die in liet Museum de portretjes
eens willen gaan zien en ook in anderen
opzichte kunnen we niet genoeg tot een
bezoek aanraden volge hier een korte
levensbeschrijving.
Prins George gelijk hij gewoonlijk ge
noemd wordt werd geboren te 's-Graven-
hage 15 Februari 1774. Wat zijn karakter
Feuilleton.
Luister eens, Gertrude, zeide lady Edith, ik heb
meer geld dan ik uit kan geven en mijn zoon stelt
zjjn geheele vermogen te mijner beschikking; voor
mijzelf heb ik bovendien nog de rente van een
legaat dat mijn broeder mij heeft nagelaten. Mijn
geheele leven heb ik van zjjn edelmoedigheid ge
noten, laat mij daarom, in naam van haar groot
vader, ook iets voor Phillis en voor jou doen.
Gertrude schudde droevig hot hoofd, waarop lady
Edith vervolgde:
Ik had zoo gaarne gewild dat je mijn broeder
gekend hadthij was zoo edel, zoo mild en zoo goed
hij zou jou en Phillis zeker hebben liefgehad.
En waren de andere zoons ook zooals Ro-
ginald
In het minst niet; Thorn, do oudste, was een
edel jongmenseh met oen mooi gelaat en oen zacht
karakter, maar hij was bijna nooit thuis, hij hield
niot van de jacht en de andere genoegens van liet
buitenleven, ging dikwijls op reis, maar toch hield
iedere
hier
■el v
hem
- En Donald, de
Donald was het evenbeeld van zijn vader, de
beste schutter, de stoutmoedigste ruiter uit het ge
heele graafschap. Hij stierf aan een kwaadaardige
koorts. Men telegrafeerde aan Thorn, die altijd zoo
innig veel van zijn broeder had gehoudenThorn
kwam dan ook terstond, maar helaas dezelfde koorts
tastte hem ook .aan en hij stierf nog in dezelfde
weck. UI dat was oen droevige tijd. (lion ik nooit
zal kunnen vergeten, want mijn eenige dochter was
mot Thorn verloofd en zijn dood heeft ook haar
betreft, vertoonde hij zeer-veel overeenkomst
met zijn vader en had hij van dezen dat gulle,
dikwijls overmoedige, dat den laatsten Stad
houder zoo kenmerkte het openhartige van
zijn moeder Prinses Willetnijntje maakte
hem vele vrienden.
In 1793 en 1794 streed hij mede in liet.
vereenigd Nederlandsch-üostenrijksche leger
tegen de Fransehen en onderscheidde zich
door buitengewonen persoonlijken moed en
verrassend beleid. Toen de Franschen zich
in Rijsel hadden genesteld, beschermde hij,
in vereeniging met zijn broeder, den lateren
Koning Willem 1, Vlaanderen tegen den op-
dringenden vijand.
Bij Werwick, aan de Leye, werd hij door
een geweerkogel aan den schouder getrolfen,
van welke verwonding hij slechts zeer lang
zaam genas, zoodat hij vourloopig geen deel
kon nemen aan de krijgsverrichtingen.
In 1795 wist hij te Osnabrück een leger
van omstreeks 8000 man te verzamelen, waar
mee hij zijn vader te hulp wilde komen. De
vrede van Bazel maakte echter den tegen
stand van Willem V nutteloos en op last van
den Koning van Pruisen werd het legertje
ontbonden.
In 1796 was hij als generaal-majoor in
dienst van keizer Frans II en had in die
functie een belangrijk aandeel aan de over
winningen tier Oostenrijkers hij Amberg en
Wiirtzenberg. Volgens een ooggetuige kwam
hij 42 maal in 't vuur. Het ridderkruis van
van de Maria Theresia-orde was zijn loon.
Kort daarop zou hij met verlof naar Kn-
geland vertrekken. Te Frankfort werd hij
echter door een renbode achterhaald en dooi
den Keizer belast met de verdrijving der
Franschen, die in Tyrol waren doorgedrongen.
Alweer beschaamde hij de verwachting
niet, maar door den vrede van Campo-Formio,
waai-hij België door Oostenrijk werd afgestaan
in ruil voor Venetië, werd een einde gemaakt
aan zijn krijgsbedrijven.
William Pitt bewerkte in 1798 een ver
bond tusschen Engeland, Rusland en Oos
tenrijk.
Op dat oogenblik bevond zich de Prins in
Fngeland bij zijn ouders. Hij werd naar
Weenen ontboden en kreeg het opperbevel
over het leger, dat in Italië zou strijden. Voor
een Protestantseh vorst uit een vreemd
vorstenhuis en van nog zóo jeugdigen leef
tijd was dit zeker een ouderscheiding. In het
hoofdkwartier te Padua kreeg hij echter, door
liet bezoeken der hospitalen, een besmettelijke
ziekte, die 6 Januari 1799 een einde maakte
aan zijn leven.
Zijn stoffelijk hulsel we deelden het in
het leven gekost.
Arme tante Edith
Jij, die zelf moeder bent, zal jc het best in
mijn toestand kunnen verplaatsen, Maggie stierf op
haar zeventiende jaar, maar in mijn hart. leeft zij
nog altijd voort. Gertrude, begrijp je nu niet, dat ik
eenig recht heb je te helpenMijn 3igen moeder
droeg den titel, dien jij thans draagt, en die titel had
op mijn kind moeten overgaan.
Maar
Toen Maggie nog leefde, was ik niet rijk, zoo
als ik nu hen, en daarom kon ik haar jaarlijks
slechts vfjftig pond zakgeld toestaanik zou jou
met vreugde meer aanbieden, maar ik geloof wel
dat je aan deze kleine som genoeg zal hebben en
voor mij zal het zijn alsof ik nog altijd het zakgeld
aan Maggie uitbetaal.
Twee uur later ging Gertrude met haar dochtertje
aan de hand door het park naar het kasteel terug.
Dank zij de edelmoedigheid van lady Edith bezat
zij thans meer geld, dun waarover zij in jaren had
kunnen beschikken, miuir toch was zij buitengewoon
ernstig en somber gestemd. Het was alsof zij een
voorgevoel had, dat huur met onverbiddelijke snel
heid naderde.
De avond begon reeds te vallen, toen zij op het
kasteel terugkwam,
De intendant stond in de vestibule en toen zijn
meesteres binnenkwam, naderde hij haar en zeide
op eerbiedigen toon,
Mylady, mijnhoer «le graaf heeft mij opgedra
gen u te zeggen, dat hij naar Londen ia vertrokken.
Naar Londen vertrokken herhaalde de gravin.
Ja, mylady. Mylord is van hier naar het sta
tion gereden, waar 'hij den trein van vijf uur nog
wilde halen. Ik geloof, dat mylord met de middag
post oen brief ontvangen heeft, die met. zijn plotse
linge reis in verband staat, want vijf minuten nadat
ik iioiu zijn brieven had gebracht, belde hij en be
val dat men zijn handkoffer zou pukken.
een vorig nummer mede werd bijgezet
in de sacristie der Augustijnerkerk te Padua
l)e bronzen gedenkplaat, door den beroemden
Iialiaanschen beeldhouwer Canova uitgevoerd,
wordt, gelijk bekend is, in den loop der vol
gende maand overgebracht naar Nederland,
te gelijk met de kist, die te Delft zal worden
bijgezet.
Dr. G. A. Hulsebos, conrector te Utrecht,
heeft, na zijn herhaalde reizen naar Padua,
een voordracht over deze zaak gehouden in
de letterkundige afdeeling van het provinciaal
L'trechtsch genootschap en daardoor den stoot
gegeven tot de overbrenging der kist naar
het vaderland.
Wat het grootste dezer zeer up-to-date
portretten nog belangrijker maakt, is wel,
dat het in 1757 geteekend is door een stad
genoot, den leeraar aan de Militaire school
te La Fléehe. Seb. Greeve, van vvien het
Verslag van Flehité over 1895 menige bij
zonderheid vermeldt.
Het nieuwe jaar heeft zich, ook wat de Rijks
middelen betreft, goed ingezet.
Zij zijn voor 1896 geraamd op een eind
cijfer van 1130 858205, dat is dus voor éen
maand f 10 904 858, en reeds de eerste gaf
f 8 072 801.82^2, dat is wel ver onder de
raming, maar fl 358 551 meer dan Januari
1895 gaf. Hierbij valt echter op te merken,
dat verleden jaar het eindcijfer bedroeg in
raming f 117 034 245, waarvan 1/32 f 9 752 854,
terwijl toen de opbrengst was f7314 250.
De verhouding in dat opzicht verschilt dus
niet veel. De hoofdvraag is evenwel of in
deze eerste maand de zooveel hooger dan
voor 1895 gemaakte raming der ontvangsten
met de werkelijkheid overeenstemt, want het
papier óok dat van een Minister van
Financiën is geduldig doch er bestaat
in dit opzicht alle reden van tevredenheid.
Al de hoofdgroepen der middelen gingen
min of meer belangrijk vooruit, vergeleken
met Januari '95.
Meer gaven: de directe belastingen f153555,
de invoerrechten f122496, de accijnzen een
kleine 3 ton, de waarborg een kleine f 4000,
de indirecte belastingen (onder welke de
successierechten) ruitn 7 ton, de domeinen
f36269, de posterijen f66 000, de Rijkstele-
graphen f 7000, de loodsgelden f 17 0U0 meer.
Er is dus voorloopig reden van tevreden
heid. Wanneer de verschillende bronnen van
inkomst regelmatig en zelfs ruim vloeien, dan
is dat een bewijs, dat handel en bedrijf en
Het was een raadselachtig geval, maar toch voelde
de gravin zich eeuigszins verlicht door de afwezig
heid van haar gemaal.
De nrme Getrude vermoedde niet hoeveel rnmpen
en droefheid er voor haar uit die plotselinge reis
naar Londen zouden voortkomen.
Den volgenden ochtend bracht de eerste post geen
brief voor haar mee, maar Getrude had er ook geen
verwacht.
Hat kasteel Chatterly lag tamelijk ver van de
hoofdstad verwijderd en het moest omstreeks mid
dernacht geweest zjjn, toen de graaf daar aan
kwam.
Kort voor de lunch kreeg z\j bezoek, een bezoek
dat zeer zelden op het kasteel ontvangen weTd
Kenneth Ford vermeed zijn neef zooveel mogelijk.
Hij moest don graaf evenwel over dringende zaken
spreken en daarom wilde hij spoedig weten, wan
neer deze werd terugverwacht; hij liet zicli dus
door de kleine Phillis onaangediend naar de ont
vangkamer van haar moeder geleiden.
Het spjjt mij, (lat Reginald niet thuis is, zeide
Gertrude, die zich altijd eeuigszins verlegen gevoel
de tegenover Kenneth. Hij is gisteren nanr Lon
den vertrokken, terwijl Phil en ik op Latie-house
warenmen zeide mij, (Int hij met <le middagpost
een brief ontvangen heeft, die hem waarschijnlijk
tot (leze reis deed besluiten.
En weet n niet wanneer hij terugkomt?
Ik weet er niets van, maar ik denk wel, dat
ik vanmiddng een brief van hem zal ontvangen,
waarover gij hem wenscht te spreken.
Kenneth aarzelde.
Weet u, dat het predikantsambt van Chntterly
tot het patronaat van uw echtgenoot behoort.
Waarlyk Neen dat wist ik niet; ik zou zoo
gaarne weuscheu, dat dr. Arthur terugkeerde en
(lezen onaaiigenaineu geestelijke wegzond. Ik houd
vertier hun regelmatigen loop hebben en dat
ook de verschillende groepen van ingezetenen
het door hen verschuldigde aan de Schatkist
regelmatig aanzuiveren.
Op een eerste maand des jaars is overigens,
gelijk tnen weet, niet al te sterk peil te
trekken.
Het Paleis van wijlen Z. K. H. Prins
Hendrik der Nederlanden is met de aan-
hoorigheden door H. M. de Koningin-Regen
tes aangekocht van H. K. H. de Groother
togin van Saxen-Wei mar.
Het zal vermoedelijk reeds Mei a. s. in
het bezit van II. M. overgaan, hoewel het
natuurlijk bestemd is om eerst over eenige
jaren door de Koningin-weduwe betrokken
te worden.
Aan het Departement van Waterstaat
heeft een conferentie plaats gehad van het
hoofd van dat Departement met de Com
missarissen der Koningin in de provinciën
Friesland en Groningen en commisiën uit
de Gedeputeerde staten dier provinciën over
het aanhangige plan van een afsluiting dei-
Lauwerzee.
Door den Minister van Oorlog is bepaald, dat
gedurende het loopende jaar door de remon
te-commissie 80 paarden, bestemd voor de
artillerie, in het binnenland zullen worden
aangekocht.
Door dr. H. J. A. M. Schaepman is, als
adviseur van den Bond der R. K. werklieden
verenigingen in het aartsbisdom Utrecht,
een beweging op touw gezet tot het rich
ten van een adres aan H. M. de Koningin-
Regentes, waarin betoogd wordt het nood
zakelijke, dat de werksmanswoningen zoo
veel mogelijk eigen woningen moeten zijn,
om redenen van zedelijkheid en hygiene en
verder om bij den werkman arbeidzaamheid,
matigheid eri orde aan to kweeken voorts
tot bevordering van de algemeene welvaart.
Overwegende, dat zonder hulp van over
heidswege de werkman zijn eigen woning
niet zal bekomen, kan die hulp van over
heidswege het best worden verleend door
de overschotten der Postspaarbank.
Om die redenen verzoeken adressanten
aan II. M. dringend te willen bevorderen,
dat de daartoe noodige voorstellen bij de
Staten-Generaal worden ingediend.
De oude quaestie of een gemeente ver
plicht is, met het oog op levensverzekerin
gen, een verklaring omtrent de oorzaken
van overlijden af le geven, heeft een lezer
van de Alkm. Cl. aanleiding gegeven zich
niet van mr. Jones.
Ik ook niot. Doctor Arthur betaalt hem het
volle bedrag voor zijn ambt en toch klaagt hij voort
durend, dat het te weinig is. Wij zijn met de familie
Arthur persoonlijk zeer bevriend en van ochtend
kreeg mama per telegraaf bericht, dat de vicaris
overleden is. Nu zal ik u zeggen waarom ik hier
kom. Wanneer Reginald de betrekking niet aan
een zijner kennissen heeft beloofd, dan zou ik ze
hem voor een oud vriend willen verzoeken.
Zoover ik weet, heeft Reginald niot niemand
over die betrekking gesproken.
Mnar heeft hij wellicht het patronaatsrecht
verkocht?
Lady Chartterly werd vuurrood van schaamte.
Zij wist zeer goed, dat haar echtgenoot alles ver
kocht, wat maar eeuigszins te verkoopen was.
Ik hoop het niet, stamelde zij.
Dat zou mij aangenaam zijn, hernam Kenneth,
want ik zou Reginald gaarne elk bedrag uitbetalen
dat hij er voor eiseht, wanneer hij die oetrekkinfj
aan mijn vriend wil toevertrouwen. Gij behoeft mij
zoo verschrikt niet aan te zien het is mij volle
ernst met hetgeen ik zeg.
Wie is uw vriend
Jim Cartwright. Wij hebben elkaar in Indië
leeren kennen, maar hij was niet sterk genoeg van
gestel om daar lang te blijvendaarom is hij met
verlof naar het moederland teruggekeerd en nu is
hg verloofd met een lief meisje, wier moeder even
wel niet wil toestaan, dat zij hel land verlaat. Zij
is bemiddeld en hij heeft ook een kleine rente
gij ziet dus, dat zij op die bescheiden betrekking
wel kunnen trouwon
Ik geloof wel, dat Reginald n hierin van dienst
zal willen zijn.
Nu moot ik wegik mag er dus op rekenen
dat gij zoo vriendelijk zult zijn, Reginald over deze
zaak te schrijven V
Wordt vervolgd