Maandag 6
April 1896.
No. 45
45e Jaargang
Paascgedachten.
Een roodlottig geheim.
Binnenland.
fitgave
firma AL. VAN CLEEFF
Verschijnt Maandag- en Donderdagnamiddag met gratis Zondagsblad. Abonnement per 3 maanden ƒ1.Franco
per post ƒ1.15. Abonnement alleen op het Zondagsblad voor Amersfoort 40 ct,, voor het binnenland 50 et. per
3 maanden. Advertentiën 16 regels 60 ct.elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-,
offieieële- en onteigeningsadvert. per regel 15 ct. Reclames per regel 25 ct. AJzonderlijke nummers 10 cent.
Dienstaanbiedingen en aanvragen, uitsluitend vcor- en betreffende den werkenden stand, van minstens 5 regels, in het
Zondagsblad, per regel5 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
Bureau
KORTEGKACHT 56
Teleplioon 19.
In een zijnetterarische Fantasiën schrijft
Busken Huefe volgende voor onzen tijd
gedenkwaardi woorden »De Christenwe
reld stoat tli, uit zedelijk oogpunt, niet
lager dan voaenzij is alleen ongelukki
ger gewordede aard der bijzondere per
sonen heeften verandering ondergaan,
maar uit hoamenstel van liet geheel is
een bint wonomen. wier ontbreken al
het o'vergebloe doet waggelen. Een alge
meen gevoel "van zekerheid, van vertrou
wen, van toorzicht is verloren gegaan
de bloemholïs levens is tijdelijk van een
zijner begeekste sieraden beroofd de
heilige vreug'.
Toen hij schreef, had hij liet oog op
den strijd tchen geloof en wetenschap
de laatste ll't daarin naar zijn gevoelen
de overwinn; behaald.
De idealeder Christenheid zijn in de
retorten enmeltkroezen der wetenschap
oingesmoltei.n ijzeren natuurwetten het
hlij gelui d Paaschklokken wordt over
stemd door t dreunen der machine. Men
hoopt niet nv men wil weten, tasten en
voelen, vraa naar mathematische bewij
zen anders, weg met die onprae-
tiscbe idealeiwaarvoor de moderne mensch
de schouder^ihaalt.
Erasmus ijong den »lof der zotheid"
onze eeuw iet Ernest Renan aan de spits
is in zijn ».enir de la science" niet uitge-
sproken ovden »lof der wijsheid"een
wijsheid allo van deze aarde.
Maar hoode Paaschklokken luiden;zelfs
Faust-natur blikken op en spitsen de ooren
zij hooren »1, maar wat kan een modern
mensch hoon in den jaarlijks terugkeeren
den jubelza; van herleving uit den winter
slaap, van standing uit schijnbaren dood
De oudetetscbe mensch kan alleen voor
zichzelf spfeen, op hem oefenen zij nog
altijd de me bekoring uit; die welluiden
de tooncn irelcen hern van een hoogere
orde dan d wetenschap kent, van duizend
mysteriën, lor de wetenschap niet op te
lossen, maa door het het geloof als mys
terie aanva'dzij, lenteboden, evenals de
ontluikende doemen wereld, spreken tot hem
van geloof 1 hoop.
Wie metziju tijd meeleeft, ziet overal
teekenen, it de wetenschap de denkende
en voelend" menscbheid niet meer geheel
bevredigt, a wat meer zegt, schrijvers van
naam sprefcn het luide uit De wetenschap
Feuilleton.
19.)
Op zekere voormiddag in October zat hij alleen
in zijn oil tuigkamer, toen John Crew, zijn klerk,
binnentrad n tot hem zeide.
- Mijnlicr. er is een lieer om u te spreken.
Laat binenkonieii.
De klerk opende de deur voor een jougineusch,
van oogensounlijk vijf-eu-twintig jaar met een ern
stig, rogeluitig gelaat, dat op dit oogeublik zeer
bedroefd stad.
De advociit wees naar een stoel naast zij" schrijf
bureau en zjde beleefd
Wees too goed plaats te nemen, mijnheer.
Waarmee km ik u van dienst zijn
De bozo<<er ging zitten, maar was zóu ontdaan,
dat bij eoifec oogenblikken uoodig had, alvorens
lui kou spaken.
De adviuiat wachtte geduldig en eensklaps, zon-
der eeiiigeInleiding, begon het jonge mensch:
Zoudi n mij het adres willen opgeven van mr,
Kenneth Ford
Wedgwood keek zijn cliënt eenigszins vcri\ nderd
"nu en deze ging voort
O! wanneer u slechts een weinig vatbaar is
modelijden, zeg mij dan waar ik hem kan vinden 1
O]; vasten toon klonk hot antwoord van den roohis-
geloerde
"nu. adres kan ik u met opgeven, mijnheer.
kan de tnensch niet voldoenzij is een ein- I
delooze teleurstelling. Haar belofte, de waar-
heid te openbaren, is zij niet nagekomen en j
kan zij niet nakomen want zij heeft, in haar j
trots, zich alleen willen bezighouden met de
stof en zij zal nooit licht, brengen in die ge-
heitnzinnige wereld van den geest, waarin
de oorsprongen liggen van alle aandoeningen
des menschen."
En Brunelière staat niet alleeneen wolk
van zoekende en strevende kunstenaars met
pen en penseel, oververzadigd van hel we
tenschappelijk realisme, dat bij voorkeur het i
dierlijke, net brutale, bet zieke als werke- j
lijk heid afschildert, vervallen nu in een ander 1
uiterste.
En hoog op bloeit de mystiek. Schilders
beelden om strijd af symbolische figuren,
geesten, engelen, schimmen, belichaamde ge
dachten en hartstochten, uitsprekende het
onuitsprekelijke. Dichters als Maeterlinck
richten uw gedachten naar het geheimzinnige, j
naar een onzichtbare wereld, achter de stof
felijke schrijvers als Couperus en Villiers de
1' lsle Adam laten het spoken en tuoveren
als in de oude dagen Van Eeden, de mysti
cus, theosooph, psycholoog, maar boven alles
de dichter, spreekt een hartig woord over
de exacte wetenschap, die zoo bekrompen is
geweest, welke hypothesen liet doorgaan voor
wetten, spot met het atheïsme, waarin de
goede Büchner zich nog steeds tusschen stof
en kracht zit te vervelen" en schildert (bij
voorbeeld in «Johannes Viator") de geschie
denis van de worstelende menschenziel, op
klimmende door loutering heen, naar de bron
van alle licht.
Wil dit nu zeggen, dat de nieuwere rich
ting vijandig staat tegenover de wetenschap
Volstrekt niet. Zij roept haar slechts toe
uWees bescheiden. Zoo lang er meer is tus
schen hemel en aarde dan waarvan uw phi-
losophie droomt, spreek dan niet alsof gij de
waarheid in pacht liadt. Naast de exacte
wetenschap is er en moet er plaats zijn voor
de uitingen van het gevoelsleven, van de
gezonde mystiek, van deu godsdienst"
»Er is herlevingzeggen wij professor
Van der Vlugt na, «er is frontverandering."
De toon der onaandoenlijk en klinkt minder
luid. De vragen naar het duel van het leven
naar den geest, die zich in de stof open
baart naar de wereldregeering, worden tel
kens weer opgeworpen. Te midden van de
woelingen van het maatschappelijk leven,
overstelpt door de bemoeiingen vanhetstol-
lelijk bestaan, oververzadigd van kennis en
zelfs door kunst niet geheel bevredigd, komt
een geslacht op, dat weer de handen gaat
uitstrekken naar de losgelaten goederen en
weer de oogen opheft naar vergeten idealen.
Langs geen enkelen weg heelt, men het geluk
gevonden, geen enkel stelsel bleek ten slotte
te bevredigen en zóo doemden weer oude
herinneringen op en schijnt een licht van
verre, dat reeds lang scheen uitgebluscht.
Dit hooren wij als wij onze oogen langs
de velden hellen, nu de lente het aardrijk
gaat tooien en de vroolijke Paaschklok kiinkt
en in ons een geheime stem fluistert, dat
weldra Huet's somber woord zal zijn voor
bijgegaan en in onzen levenshof weer frisch
en boog en sierlijk zal opbloeiende heilige
vreugde.
Win
.,v„ rste plichten
dat hij do geheimen vim zijn cliënten eerbiedigt,
niaitr afgescheiden daarvan lijst hel ook niet m
mijn luncht om aan uw verzoek te voldoen, Gedu
rende achttien jaren heb ik af eu toe voor mr. Ken
neth Ford zaken behandeld, inaar zijn adres is mij
onbekend.
Er ontstond een pijnlijk stilzwijgen. De laatste
straal van hoop verdween van liet gelaat van den
jongen manhij keek wanhopig vóór zich.
Werkelijk scheen het alsof de advocaat medelij
den met hem kreeg.
Kan ik ook iets voor u doen vroeg bij eens
klaps.
Hij scheen door deze aanbieding zelf verrast te
zijn, want het was anders zijn gewoonte niet, iemand
zijn hulp aan te bieden.
U schijnt, vergeef mij, dat ik het zeg. het een
of ander verdriet te hebben ging, hij voort, Ik heb
tamelijk veel levenservaring en wanneer ik u daar
mee van dienst kan zijn, dan ben ik er gaarne toe
bereid.
Is u een vriend van Kenneth Ford
Ik heb hem slechts driemaal in mijn leven ge
zien en in zooverre ik heb hom leeren kennen, be
valt, hij mij niet bijzonder, maar toch is hij zij
bet dan ook slechts voor korten tijd nrjn cliënt
geweest en zelfs al was zijn adres mij bekend, dan
zou hel oneerlijk van mij zij 11, het u zonder zijn
toestemming te geven.
I)i* jonge man scheen in te zien. dat de advocaat
gelijk luid, want hij vroeg geen verdere inlichtingen,
maar zeide
Ik zou u gaarne mijn geschiedenis vertellen,
doeli ze is wat lang; wanneer tt alles wist, dan zoudt
u zich mijn ungst zeer goed kunnen voorstellen.
Mr. Wedgwood knikte even eu zeide:
Tot vanmiddag twee uur kan ik mijn tijd
te uwer beschikking steden uw vertrouwen
door mij worden geëerbiedigd, de wanden van
vertrok ziju dik, en geen woord, dat bier gesproken
De jonge man begon met de volgende raag
Herinnert ge u den naam van mevrouw
HH. MM. de Koninginnen zullen op 2
dezer het gewone bezoek aan de Hoofdstad
brengen. Vart Amsterdam vertrekken Zij op I
27 cl. a. v. naar Faulenseebad, in het Berner
Oberland, en Zij zullen na een kort verblijf
aldaar op 16 Mei in Nederland terugkeeren
en het paleis Eoestdijk betrekken.
De jonge Koningin zal in het najaar Haar
geloofsbelijdenis afleggenook in verband
daarmede zijn HH. MM. voornemens den
zomer rustig op Soestdijk door te brengen,
opdat, de Koningin zich onverdeeld aan H. D.
studiën zal kunnen wijden.
ATJEH.
Bij het Departement van Koloniën werd
het volgende van Donderdag gedagteekende
telegram van den Gouverneur-generaal van
Nederlandsch-lndië ontvangen
Generaal Deykerhofl' seint, dat niemand in
Atjeh kan gissen de reden van het gedrag
van Toekoe Djohan, die zelf in een brief op
geeft onheusehe bejegening van eenige zijner
lieden door twee ambtenaren. Voor zooverre
nategaan. is dit zeer gezocht. Toekoe Djohan
moest optreden tegen Lainrak op 29 Maart,
en onze troepen moesten dit den dertigsten
doen. Hij deed dit niet en schreef een brief.
Militaire gemeenschap verbroken met Lam-
kroenjit, Biloel, Anak-Galoeng, Senelop,
Kroeng Gloempang en Tjot Rang, doch brie
ven van de commandanten ontvangen.
I)e posten zijn weinig beschoten, hebben
geen hulp noodig en zijn ruim voorzien van
vivres en ammunitie. Gemeenschap zou te
openen zijn. waren troepen niet noodig voor
observa tie. Toekoe Djohan pleegde, nog geen
vijandelijkheden, versterkte alleen Pak an Ba-
dak en Lampisang(waar hij woningen heeft.
Ik vermeen, dat Toekoe Djohan niet tegen het
eomtc, een weduwe, die te Parijs woonde
Wacht eens even. zeide mr. Wedgwood er
kan tijd uitgewonnen worden, wannee- ik u eerst
alles zeg wat ik omtrent die dam,, weet. Gedurende
zeven of acht jaren zond ik, in opdracht van mr.
Kenneth Ford, jaarlijks tachtig pond sterling aan
mevrouw de weduwe Lecomte te Parijs. Ik zond
haar het geld altijd in Augustus. Toen mijn cliënt
nu omstreeks tien jaren geleden van zijn reis in
het buitenland terugkeerde, zorgde hij zelf voor
de verdere geldzendingen, maar de berichten van
ontvangst der weduwe kwamen altijd hier. In Augus
tus van dit jaar schreef zij mij en vroeg, waarom
er geen geld gezonden was en ik verwees haar naar mr.
Ford waarop zeer kort na elkaar drie of vier brie
ven voor mr. Ford hier ontvangen werden. Hij zelf
vertoefde toen te Londen en haalde alle dogen zijn
brieven hier af.
En wanneer hebt u hem bet laatst gezien 1
Dat zal ik u dadelijk zeggen. Maandag vóór
drie weken, den lOen September, kwam hij zelf
hier en zeide. dat zijn zaak met, de weduwe Lecom
te nu geregeld was en hij daarom mijn diensten
verder niet noodig had. Hij betaalde mij wat mij
in toon wij scheidden, begreep ik w
toekwi
ir. Ken
had.
uth Ford
de
Was dat op den tienden September vroeg de
jonge man.
bijzondere beteekenis
voor u i
Ja. Ik ben Claude Disney, mr. Wedgwood, ik
ben assistent van mijn oom, dokter Bolton, tc Pa-
rjj». Vergeef mij, dat ik verzuimd heb u dat te
zeggen.
au een verzuim kan bier geen sprake zijn,
antwoordde de advocaat vriendelijk, maar het doet
mij toch genoegen, dat ik het weet, want nu go-
centrurn van het verzet wilde optreden, om
dat, hij daardoor met de hoofden van het
verzet zou breken.
Blijkens een door het Nieuws van den Dag
ontvangen telegram uit Atjeh, is een aanval
op Tjot Goëe, gelegen in 't zuiden buiten de
linie, afgeslagen. Onzerzijds werden daarbij
geen verliezen geleden. De meerderheid der
hoofden is naar Oemar overgeloopen. De
toestand is ongewijzigd.
Aan het Handelsblad werd onder dagtee-
kening van 2 April geseind
Al onze versterkingen (buiten de geconcen
treerde linie) zijn door den vijand omsingeld,
doch goed voorzien van ammunitie en le
vensmiddelen.
Toekoe Oemar heeft Oleh-leh (de haven
plaats van onze Atjehsche stelling) geheel
omsingeld met tweeduizend Pedireezen, in
loopgraven. Vier onzer oorlogsschepen be
schermen Oleh-leh, in afwachting van de
komst der versterking onder generaal Vetter.
De Nieuwe Rott. Ct. vernam nog, dat de
Gouverneur-generaal per telegram uitzending
heeft gevraagd van 30 luitenants der infan
terie en 12 onderol'licieren der bereden ar
tillerie.
Het Nieuws van den Dag ontving giste
ren het volgende telegram
Gedurende den nacht zijn de (suppletie-^
•roepen van Padang in siilte over de (posten)
linie ingedeeld."
Aangezien in verband met de ernstige ge
beurtenissen op Atjeh ook vermeerdering
van aanvulling van het leger in Oost-Indië
noodzakelijk is gebleken, is door den Minister
van Oorlog, in afwachting van nadere voor
ziening, nu reeds bepaald, dat de gelegenheid
voor sergeanten, korporaals en manschappen
der vier wapens om bij dat leger over te
gaan, of zich voor dat leger te verbinden, al
dadelijk weder onbeperkt wordt opengesteld.
Blijkens mededeeling in de Staats Ct. is
weder in werking gesteld het Kon. besluit
van 29 Juli 1873 zoodat thans weder gelegen
heid is voor ingelijfden bij de militie te land,
om, ouder behoud hunner positie als mili
cien, voor den tijd van ten minste twee ja
ren en onder het genot eener gratificatie
van f200, te worden gedetacheerd bij het
leger in Oost-Indië.
Uit de verschillende berichten blijkt, dat
alles wordt voorbereid tot een uiterste krachts
inspanning, en dit kan niet anders dan met
groote waardeering worden vernomen.
In de eerste telegrammen werd gesproken
van 9 bataljons (het 9e van Batavia en het
6c van Magelang). Nu de correspondent van
het Nieuws seint: «Three batallions more
loot ik, (kt u de zoon is van mijn ouden studiebroe
der Edgar Disney. Ik weet, dat hij een zoon heeft
achtergelaten, die bij een bloedverwant te Parijs
werd opgevoed.
Mijn vader heette inderdaad Edgar Disney.
Welnu, hy was miin boezemvriend en daarom
is zijn zoon mij dubbel welkom,
Ik dank u, mr. Wedgwood, zeide Claude, ter
wijl hij den advocaat hartelijk de hand drukte. Nu
moet ik nog zeggen, dat mijn oom, dokter Bol
ton, sedert vele jaren met mevrouw Lecomte be
vriend was en dat hij haar heeft aangeraden u te
schryven.
De tachtig pond per jaar waren, maar ik ge
loof, bestemd voor de opvoedingskosten van haar
kleindochter iniss Beatrix Charles?
Voor haar kleindochters, Nora eu Beatrix, want
zij waren tweelingszuslers, God geve, i'at ik niet had
moeten zeggen, zij „waren."
En was mr. Kenneth Ford familie van haar
Een neef van haar vader.
Daarop vertelde Claude aan mr. Wedgwood de
geheelc geschiedenis, van de betrekking bij mr. Mas-
terton en hoe Nora den lOen September vol hoop
was vertrokken.
Op lonzolfden dag, dat mr. Kenneth Ford u
gezegd heeft, dat zyn Zaak met de weduwe Lecom
te geregeld was, verliet Nora ons om zich naar En
geland te begeven. Hij zou haar den volgenden dag
aan Charing-Cross afhalen om haar naar het huis
van mr. Masterton te brengen en sedert het uur,
waarop \vy mm het station te Parijs van Nora af
scheid namen, mr. Wedgwood, hebben wij niets van
haar gehoord.
De advocaat keek hem ontsteld aan eu vroeg
Maar myn hemel, waarom hebt ge dan zoo
veel tijdverloren laten gaan? 7. ij moet nu dus reeds
drie weken in Engeland zijn. U had veel vroeger
ceu onderzoek moeten doen.
(Wordt vervolgd).