Maandag 8 Juni 1896. No. 4569, 45e Jaargang. 'n Pleidooi. Een noodlottig geheim. Binnenland. Ditgave firma A. H. VAN CLEEFF te Amersfoort. Verschijnt Maandag- en Dmiderdagnamiddug niet gratis Zm gsblnd. Abonnement per 3 maanden ƒ1,—Franco per post ƒ1.15. Abonnement alleen op hel Zondagsblad voor mersfoort 40 et., voor het binnenland 50 ct. per 3 maanden. Advertentiën 16 regels 00 et.; elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, ofncieële- en onteigeningsadvert. per regel 15 ct. Reclames per regel 25 ct, Afzonderlijke nummers 10 cent. Dienstaanbiedingen en aanvragen, uitsluitend voor- en betreffende den werkenden stand, van minstens 5 regels, in het Zondagsblad, per regel5 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de ineasseerkosten in rekening gebracht. Bureau KORTEGRACHT 56 Tolephoon 19. KENNISGEVINGEN. KOSTELOOZE INENTING. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, Gelet op artikel 18 der wet van den 4. Decem ber 1872 (Staatsblad no. 134), brengen ter alge- meene kennis, dat voor een ieder de gelegenheid tot kostelooze inenting wordt gegeven op Maan dag 15 en 22 Juni 1896, telkens des namiddags te drie ure, in de daartoe bestemde lokaliteit gelegen aan de Breedestraat wijk F. No. 133. Amersfoort, 4 Juni 1896. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Do Burgemeester, F. D. SCHIM M ELl'ENN I NOK. De Secretaris, W. L. SCHELTUS. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT. Gelet op art. (5 der wet van den 2 Juni 1.875 (Staatsblad No. 95), brengen ter kennis van het. publiek, dat een door de firma II. Meursing Co. ingediend verzoek, met bijlagen, om vergunning tot het plaatsen van eenen Cornwall-stoornketel, lang 9.10. Meter diameter 2.30 Meter, met twee vuurkanalen, ver warmd oppervlak 86 vierkante Meters, in het perceel alhier gelegen aan den Stationsweg Wijk G. No. 275, bij het Kadaster bekend onder Sectie I). No 1982, op de Secretarie der gemeente ter visie ligt, en dat op Zaterdag, den 20. Juni aunstaande, des voormiddags te elf uren, gelegen heid ten raadhuize wordt gegeven om, ten over staan van het gemeentebestuur of van een of meer zijner leden, bezwaren tegen hef. oprichten van de inrichting in te brengen. Amersfoort, den 6 Juni. 1896. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, F. D. SCHIMMELPENNINCK. De Secretaris, W. L. SCHELTUS. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, Gezien art. 8 der wet van den 2 Juni 1875 (Staatsblad no. 95), brengen ter kennis van het publiek, dat door hen aan R. du Haas en zijne rechtverkrijgenden vergunning is verleend om eene banketbakkerij opterichten in het per ceel, alhier gelegen aan deStoovestraat wijk B. No. 134, kadastraal bekend onder sectie E. No. 1972. Amersfoort, den 6. Juni 1890. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester F. D. SCHIMMELPENNINCK. De Secretaris, W. L. SCHELTUS. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT, Gezien artikel 41 der Gemeentewet, Brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de Raad dezer gemeente zal vergaderen op Woensdag, den 10. Juni aanstaande, des namiddags te half twee. Amersfoort, den 6 Juni 1896. De Burgemeester voornoemd, F. D. SCHIMMELPENNINCK. 1 Warm, lekker zomerweer, de atmos- pheer zachtkens in de verte trillend en bezwangerd met balsamieke geuren, ge gons van insecten 0111 ons heen, heerlijk koe' is 't in de bosschen. Wat zou men, vooral hier in Amers foort, dat op heerlijk natuurschoon bogen kan, nu nog meer verlangen Regen" zegt Nurks; ja dat is goed, en als 't regent en de wind weder uit I 't noorden blaast, zegt hij „Zon", j Ik ben het met hem in zooverre eens, dat we hier gebrek aan water hebben, niet om te drinken of om in de melk te doen, maarom in dit warme. weer een bad te nemen. „Zwemmen" zegt Nurks, „pas maar op, dat je niet verdrinkt" (het laatste woord zeide hij wel op andere wijze, doch hij bedoelde hetzelfde). Enfin hij had gelijk, want een goede, veilige ge legenheid tot het nemen van een ver- frisschend en verkwikkend bad is hier niet. De bestaande badinrichting is m. i. ondoelmatig en bovendien te klein. St room op een leerlooierij en een gas fabriek en daaronder de zwemschool, waarvan het water door bovengenoemde inrichtingen een twijfelachtige helder heid heeft. Teer, aftreksel van huiden enz vormen een verontreinigende macht die meenigeen weerhoudt: „er eens in te springen." „Mischien goed voor lijders aan huidziekten," zegt Nurks, 't Kan zijn. Maar nu ik er toch zoo over spreek, zou de Gemeenteraad „er eens niet in- I springen" voor een nieuwe zweminrich- ting Er zijn hier mannen met goed klinkende namen, die, dunkt me, wel een duitje vóór willen schieten. Een terrein1? jongens wat zou je denken van dat bochtje vóór Mouikkendam, op het wei land 1 Met het oog op de volksgezondheid, Feuilleton. 37). Gerlrmie wenschlo in den grond van haar hart, dat dit nooit gebeuren zou. Nu zij wist aan welke ondeugd haar echtgenoot leed, zou zij de geboorte van een zoon als eeu groote ramp beschouwen Lord Chatterly sloeg geen acht op haar plotse ling stilzwijgen. Hij was juist bezig met liet opma ken van een lijst der gasten, die hij op de Kerstviering in het kasteel wilde noodigen. Ik geloof, dat wij de Fords, den prediker en zijn vrouw eenmaal te diueeren moeten vragen, zeide hij. Mr. Cartwright is een Verity en de Verity's zijn van goede familie. En mr. March ook, stelde Gertrude voor. Hij is eeu huisvriend op Lane-house en nu zou het een belediging voor hem zijn, wanneer wij de Ford's noodigtleu en hem niet. Volstrekt niet! riep de graaf driftig uit. Ik heb dien man nooit bezocht en ben ik ook niet voornemens hem een voet over den drempel te laten zettenwees zoo goed dat in 't vervolg te onthouden, lady Chatterly. Maar Reginald, zeide zij schuchter, hij is toch een achtenswaardig man on zeer rijk. Zij meende, dat dit een aanbeveling bij haar echt genoot zou zijn, muur zij vergiste zich, want lord Chatterly vroeg op bitsen toon Waar iiebd ge hem dan ontmoet als ik vra gen rnng? Op Lane-house, tijdens uw ziekte, antwoordde ze. Zoo waarlijk hernam hy lmonend. Je bent een model van vrouwelijke deugd, dat je uit kon gaan om je wat te verstoeien, terwijl ik doodziek lag. Nu, wanneer wo thuis komen, dan zal ik mijn tante wel eens duidelyk aan het verstand brengen, dat ik niet verkies dat mijn vronw in aanraking komt met een gelukzoeker zooals die March en dat wanneer zij prijs op zijn gezelschap stelt, zij zich het uwe zal moeten ontzeggen. Maar Voor den duivel, Gertrude, ik meng mij niet dikwijls in de keuze van je gezelschap, maar wan neer ik liet doe, dan wil ik gehoorzaamd worden. Maar Reginald, hij gelijkt zoo sprekend op Cecil. De waarheid, dat hij niemand anders was dan haar zoolang doodgewaande broeder, lag haar op de lippen, maar zij hield die wijsselijk nog in tijds terug. Zoowel Cecil zelf als Kenneth hadden haar ge waarschuwd, bet geheim vooral niet aan haar echt genoot te verraden ou inderdaad, de arme Gertrude leed reeds genoeg door den haat dien haar echtge noot aan Phillis toedroeg om te weten dat hij woe dend zou zijn, bij het vernemen dat de broeder, dien zij zoo boven alles had liet' gehad, niet alleen nog in leven, maar zelfs dicht in liaar nabijheid Op minachtenden toon herbaalde de graaf Hij gelijkt zoo spokend op Cecil! Heeft men nu ooit zulk een sentinienteelc nonsens geboord? Hij gelijkt even sprekend op Cecil als ik. Vooreerst is March veel ouder en bovendieu is jou kostbare broeder Cecil nooit in staat geweest een vermogen te verdienen or eeu te verkwisten, .ja, dat zou hem beter afgegaan zijn Hij zou altijd en eeuwig een vagebond zijn gebleven en daarom moet je bet als een geluk beschouwen, dat hij daarginds 111 de Afri- kaansche wildernis stierf, in plaats van naar huis te komen en ons schande aan te doen. Bij deze ruwe woorden kwamen Gertrude do tra nen in de oogen, muur toch wilde zij nog eenliinlste poging wagen. met het oog op het zeer groote garnizoen, met het oog op de zeer onvoldoende te genwoordige inrichting, met het oog op de uitbreiding der Gemeente, zou dunkt me een bad- en zweminrichting, beter dan de tegenwoordige, een hoogst nuttige instelling in Amersfoort zijn. En jij Nurks 1 Met het oog op den financieelen toe stand der Gemeente, met het oog op den on". Zeg eens, je bent een lamme vent belasting betalen we hier pleuty en er zijn gemeenten minder dan Amersfoort, die wèl een dergelijke inrichting bezitten; en onwilAls ze maar gelegenheid had den, dan zou je eens zien, hoeveel goede zwemmers Amersfoort nog telt. „Eu ik zeg je" Houdt als je belieft je mond, Nurks, een zwemschool is uoodig, geloof me nu, dat er op die inrichting aan den Soester- straatweg dan veel meer ruimte blijft, en deze niet zoo spo^ig „vol" zal zijn. „Nu zie jij dan, dat je het gedaan krijgt, ik bedank je." Nu Nurksie jou hulp heb ik niet noo- dig, kruip jij spoedig in het droge zand je aan den Soesterweg, daar lig je warm en verdrink je ook niet. Komt liefhebbers van zwemmen, den Gemeenteraad eens wakker gemaakt. A. V. M. AT1EH. Hij bet Ministerie van Koloniën is Donder dag bet volgende telegram uit Atjeh ont vangen «Opruiming van vijandelijke versterkingen benoorden Reradin eergisteren ongestoord beëindigd." Uit een telegram van liet Nieuws van den Day blijkt, dat de tocht der zes bataljons niet was gericht tegen de XXVI Moekiins gelijk de Telegraaf meldde, maar tegen de VI Moe- kiins, en wel meer in het bijzonder tegen de kuststrook ten Westen van Oleh-leh. al- zoo bet gebied van Toekoe-üemar. Bedoeld telegram luidt: «Tweeduizend man trokken naar Belang Kala, onderweg Lainpagar tuchtigend. «Andere colonnes trokken gisteravond naar De couranten kunnen ook wel eens onjuiste berichteu brengen, Reginald, hernam /.ij. Wanneer dat nu ook eens het geval was geweest met de doods tijding van Cecil, wanneer hij eons nog leefde Dan zou ik alleen hopen, dat liij vorstand ge- noeg had om te blijven waar hij is. Zie advertentie Almeloo, 4e pagina van dit nummer. Lamtengah. «De marine debarqueerde 400 man te Larnbaroe". Bij het Departement werd Vrijdag de vol gende depêche ontvangen «Gisteren werd een excursie gedaan in IV Moekims tot Lam Poesah aan zee. «Slechts enkele vijanden. Kleine afdeeling keerde door de bergpas van Glitaroen terug. Twee gewonden." Zaterdag ontving het Departement deze depêche «Colonne, in IV Moekim verbleven, werd gisteren terug verwacht, zond een afdeeling in Belang Kala, die gisteren afgedaald is tot Larn Badak, waar een colonne uit Larn Tih en de landingsdivisie der Marine aanwezig waren. «Nergens volk. Uit de heuvelen vielen en kele schoten. «Lepong is getuchtigd." Generaal-majoor Deykerhof, voormalig ci viel en militair gouverneur van Atjeh, is Vrijdagochtend door den Minister van Ko loniën ontvangen en heeft met Z.Exc. een onderhoud gehad, dat omstreeks drie uren duurde. De Standaard maakt zich ongerust over hetgeen generaal Vetter in de toekomst zal doen en vraagt: «Wat nu?" 't Is maar te ho pen, dat de generaal spoedig zijn plannen open legt aan de redactie}van dat blad of, wat mis schien nóg beter is, bij baar telegraphisch instructies vraagt. In de Juni-aflevering van het Engelsche tijdschriftWomen at home komt van de hand des heeren Arthur Warren een zeer symphatiek artikel voor over II. M. onze jonge Koningin. Het is met, niet tninder dan vijftien illus traties opgeluisterd, meestal portretten van H. M. op verschillenden leeftijd. 11 et uitvoerige en zeer lezenswaardige artikel besluit met een aardige anecdote. Op zekeren keer, toen miss Winter, de Engelsche gouvernante, haar berispt bad over bet niet kennen van haar les, teekende zij 's middags op het schoolbord een krachtigen zeeman, die in een boot een rivier opvaart en de oevers met een hezem schoonveegt terwijl een aantal kleine menschjes als ver schrikt wegloopen. Onder die teekening, die miss Winter daar den volgenden ochtend zag, schreef H. M.«De Theems, de Engel- sclien en De Ruyter". Toen niet lane: daarna de Koningin in Vlissingen het standbeeld van De Ruyter opnieuw onthulde, wendde zij zich tot miss Maar wauneer hij eens geltl genoeg had ver diend 0111 in onbekrompen omstandigheden tekuu- leven, dan Reginald, dan zou hij je toch wel kom zijn? Lord Chatterly zag haar aan, zonder dat er een zweem van zachtzinnigheid op zijn stroef en ernstig gelaat kwam en autwoordde Je broeder is dood, Gertrude, daar valt geen oogenblik aan te twijfelen en dat is maargoed ook, want hij zou toch slechts twist en tweedracht tus- schen ons gezaaid hebben. Als bij teruggekeerd was dan zou itc hem toch nooit welkom geheeten heb ben, zelfs niet al was hij zoo rijk als Croesus. Jij bemint mij niet, je hebt mij nooit bemind, alleen om zijnentwille bob je je nan mij verkocht Vindt I je niet, dat dit voor mij al reden genoeg is om hem te haten? Tien jaar geleden heb je je koop gesloten en nu moot je je daaraan houden. Al 1 zou Cecil Monkton ook uit den dood verrijzen, dan zou dat voor iuij nog geen onderscheidmaken ik l zou je niet vergunnen hem te zien. i En denk je, dat ik ntij aan zulk een tyrannie I zou onderwerpen I Ja, dut denk ik. Je bentmijn echtgenootede En- I geische wet is op sommige punten wel zeer ondui- I delijk omtrent de rechten van den echtgenoot, en ik weet niet zeker of ik, zoo je mij ontvluchtte, I wel (le macht zou hebben je tot terugkeer te dwingen. 1 mant' op óou punt spreekt de wet duidelijk genoegik beu voogd over mijn dochter, ik geloof' niet dat je mij nu meer zult ontvluchten, Gertrude, wanneer je weet, dat je Phillis zoudt moeten achterlaten. Met een hoonenden lag ging hjj de kamer uit en Gertrude zonk op de knieën. Zij schreide. Die man was haar echtgenoot, hij beweerde haar te beminnen en toch scheen het alsof li ij geen grooter genoegen kende dan haar te kwellen Toen zij zich tien jaren geleden, terwille van Cecil, aan Chatterly had verkocht, begreep zij nog den graaf niet enkel als heer en gebieder aanvaard de maar hem óok de macht gaf over haar latere kinderen. Pe Hemel vergeve het mij, Phillis, mijn lieve ling, ik vermoedde niet, dat ik ook jou opofferde, snikte do arme moeder. Mijn kind, mijn alles, jij zult mij nooit eenig verwijt mogen doen. Langen tijd bleef zij daar geknield en weenend liggen. Zij had zich nog nooit zóo rampzalig gevoeld als op dit oogenblik. De ecnige, die Beatrix Charles gelijk gaf, dat zij de betrekking van organiste in de kerk te Chatter ly aannam, was Claude Disney. Zoowel dokter Bol ton als zijn vrouw liaddeu hun beschermelinge lie ver te Parijs gehouden. Zij huiverden hij de gedachte, dat Beatrix naar het land zou gaan, waar haar va der en haar zuster zoo noodlottig «ingekomen waren. De jonge dokter daarentegen begreep haar beter dan haar oude vriend. Afgescheiden nog van zijn eigen verlangen om zijn verloofde te wreken, was hjj overtuigd, dat Beatrix niet zou rusten en geen be zon stellen in alledaagsche aangelegenheden eer zij het geheim had doorgrond, dat aan haar zuster het leven kostte. Wordt t' m'M

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1896 | | pagina 1