Maandag 6 Juli 1896. No. 4577, 45e Jaargang. OP REIS. Amersfortiana. Een noodlottig geheim. Binnenland. Stadsnieuws. üitgave Firma A. H. VAN CLEEFF te Amersfoort. Verschijnt Mmndag- en DonderdagnaimMdag met gratis Zot gsbtad. Abonnement per 3 maanden ƒ1 Franco per post ƒ1.15. Abonnement alleen op het Zondagsblad voor mersfoort 40 ct., voor het binnenland 50 ct. pet 3 maanden. Advcrtentiën 16 regels 60 ct.elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, officieële- eu onkigeuingsadvert. per regel 15 ct. Reclames per regel 25 ct, Afzonderlijke nummers 10 cent. Dienstaanbiedingen en aanvragen, uitsluitend voor- en betreffende den werkenden stand, van minstens 5 regels, in het Zondagsblad, per regel5 cent. Bij advertentiën van buiten dc stad worden de incasseerkosten ia rekening gebracht. Bureau KORTEGRACHT 56 Telephoon 19. Wij zijn gaarne bereid om, tegen vergoeding van het porto, aan geab- bonneerden, die voorkorten of langen tijd op reis gaan. de Amersloortsohe Courant en de bladen welke zij door onze tussehenkomst ontvangen, na te zenden. Opgave van duidelijk adres is vol doende. KENNISGEVING De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMEUSFf >ORT, Brengen bij deze ter kennis van de belang hebbenden, dat de commissie bedoeld bij art. 15 der wet op de Schutterijen, van den 11. April 1827 (Staatsblad No. 17) tot het. onderzoeken van en beslissen omtrent ile redenen van vrijstelling en uitsluiting van den dienst bij de Schutterij, te dien einde zitting zal houden ten raad huize dezer gemeente, op Zaterdag den 11. Jnli aan staande. 's namiddags ten half twee. En dat zij die reeht vermennen te hebben op vrijstelling of uitsluiting van den schutterlijken dienst, op plaats en tijd voorschreven, in persoon voor gemelde Commissie moeten verschijnen onder overlegging van de bescheiden waarop zij hunne aanspraak gronden voorzoovecl het andere redenen hetreft dan lichamelijke ongeschiktheid. Amersfoort, den 4. Juli 181X5. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, GROENE BOOM, Weth., 1" Br. De Secretaris, W. L. S('11EI.TUS. Naar aanleiding van Arnersjortiana IV schrijft mij de Wel.Ed. heer A. J. de Beaufort, te Leusdeu - de Boom, 30 Juni 1896, dat uit de oude. eigendomsbewijzen van den Heiligenberg blijkt, dat genoemd goed, in 1645, door vrouwe Hillegonda Spiegels, ambachtsvrouw van Agtienho- ven, weduwe van wijlen de Heer Migiel Pauw, ambachtsheer van Agtienhoven en oud-Schepen van Amsterdam, verkocht is aan Carel Alexander van Berek. Door Mr. Egbert de Leeuw, advocaat en curator over den desolaten boedel van genoemden Jonker van Berck, werd het goed in 1678 overgedragen aan baron De Petersen Uit deze zéér gewaardeerde inlichting Feuilleton. 43) L moet vvcton, ging de gravin voort, dut zij tuijn eenige is en daarom is zij haart altijd bij mij. zoodat zij wel wat rijp voor haar leeftijd is geworden. Ik heb opgemerkt, dat zij eon edel karakter heeft, hernam Beatrix. Het is zoo mooi van haar, dat zij veel van mensehen houdt, die zij meent dut niet gelukkig zijn. Beatrix deed volstrekt geen vragen omtrent mr. March. Het'stond bij haar vast dut dograat'en de gra vin van Chatterly dezen man niet wilden kennen, om dat zjj vreesden dat er een vreeselijk geheim in zijn verleden stak. Alsof het noodlot had beslist, Beatrix in haar dwaling te doen volharden, kwam er den volgenden dag mot de tweede post een brief van Wedgwood. Hij had haar gezegd, dat hij haar schrijven zou. wanneer liij haar iets mee te deelen had en toen zij op het Kantoor was geweest, huil zij tot dal doel een couvert met haar adres achtergelaten. Zoodra zij haar eigen handschrift op het adres van den brief herkende, wist zij ook wie de afzender was. Met aostig kloppend hart opende zij den brief. De advocaat schreef: rk heb den man met het eerbiedwaardig voor komen weer gezien, ik kan mij niet in den per soon vergist hebben. Toch was het mij onmo gelijk. hem aan te spreken. Ik zat namelijk in een spoorwegcoupé aan het sintion Oharing-Cross, waar ik juist van een kleine reis was teruggekeerd. Toen ik uitstapte, zag ik den man zitten in een trein, die juist vertrok. Ik deel u dit mede: opdat gij eens zult onderzoeken van welk gezin in uw blijkt niet alleen, aan wien door de we duwe van Michiel Pauw Heiligenberg verkocht werd, maar ook, dat Michiel Pauw oud-Schepen van Amsterdam ge weest is. Verder onderzoek naar Michiel Pauw en diens familie blijft gewenseht, zoo ook het antwoord op de vraag, vau wien Michiel Pauw de bezitting gekocht heeft, of hoe hij in het bezit gekomen is In het Sted. Archief is omtrent Hei ligenberg, behalve het medegedeelde, niets te vinden. Naar het mij voorkomt ilc heb die meening reeds jaren lang gehad, maar geef die gaarne op voor elke andere, die op betere grouden steunt is liet vol gende daarvan de reden. Het is van algemeene bekendheid, dat de H. Ansfridus in 1006 te Heiligenberg een klooster van Benedictijner monniken gesticht heeft, welk klooster door den H. Bernulphus, ruim vijftig jaren later, naar Utrecht werd overgebracht en de zóo rijke eu machtige St. Paulus-Abdij geworden is. [Lu het voorbijgaan zij op gemerkt, dat toen reeds, zooals alle vol gende eeuwen en thaus nog, door Utrecht zooveel mogelijk voordeel getrokken is en wordt van Amersfoort]. Hef is meer dan waarschijnlijk, dat Heiligenberg in bezit is gebleven van de St. Paulus-Abdij. L)at valt op te maken uit het Register van de goederen dezer abdij. Zulk een Register is echter niette mijner beschik king. Een incompleet afschrift heb ik vele jaren geleden in handen gehad, maar toen, helaasnagelaten na te zien, of Heiligenberg tot de bezittingen behoorde. Het is mij niet bekend, dat dit hoogst belangrijke stuk in druk is uitgegeven. In de zoo goed als zekere onderstelling, dat Heiligenberg een deel is blijven uit maken van de goederen van de St Paulus- Abdij, is bet alleszins verklaarbaar, dat men van Heiligenberg niets meer vermeld vindt. De gedachte is mij niet vreemd, dat de inkomsten getrokken werden door de priesters (allerwaarschijnlijkst geduren de langen tijd Benedictijnen: de naam van het Monnikenpad, oudtijds de weg van de Parochie-kerk en pastorie te Leusden naar Amersfoort, wijst dat genoegzaam aan) die in de godsdienstige behoeften nieuwe woonplaats liet hoofd op het oogeiiblik af wezig is. Wanneer gij een brief ontvangt, waarin u verzocht wordt, Chatterly te verlaten geef, dan geen gevolg aan dat verzoek, maar zend terstond bericht aan uw vriend. P. W." Beatrix las dezen brief tweemaal door. Het leed voor haar geen twijfel, of „de man met het eerbiedwaardig voorkomen," waarvan mr. Peter Wedgwood schreef, kon geen ander zijn dan' mr. March en zij was het dan ook volkomen eens met het vermoeden van den advocaat, dat er nieuwe plannen tegen haar gesmeed werden. Ze verbrandde den brief en deed haar best tot kalmte te komen, maar dat gelukte haar zeer slecht; zij verkeerde iu een uiterst zeuuwachtigen en gespannen toe stand. lederen Maandagmiddag werd er in de kerk orgel concert gegeven, maar na afloop daarvan was Be atrix volkomen vrij, Den volgende dag kwam lady Phillis bij haar om de eerste Fransche leste nemen. De gravin had het namelijk zóo ingericht, dat haar dochtertje tweemaal per week eenige uren op Film- cottage zou komen eu van Beatrix onderrichtiu het Frausch en de muziek zou ontvangen tegen vijf pond per drie maanden. Deze betaling scheen miss Charles zeer ruim toe, maar zelfs voor minder zou zij Phillis tot haar leer linge hebben gewenscbt. Zij koesterde oprechte gene genheid voor het meisje en bovendien hoopte zij uit dien kindermond zooveel mogelijk over mr. March te vernemen. Het kind hield veel van den vreemden man en daarom zou het haar niet moei lijk vallen, Phillis over mr. March aan het pra ten te krijgen. In de beginne zag zij zich in deze verwachting bedrogen. Of Phillis door haar moeder gewaarschuwd was, niet zooveel ie babbelen dan wel dat zij aan geheel andere dingen dacht. zooveel is zeke*. dat zij geen gij toonde zich een oplettende leerlinge en eerst van de omwonenden, die van Hoevelaken*) ingesloten, voorzien hebben. En in die zéér waarschijnlijke onderstelling komt het al zeer verklaarbaar voor, dat ons van Heiligenberg zóo weinig bekend is. Heiligenberg schijnt eigendom gebleven 'e zijn van de St. Paulus-Abdij, totdat in 1580 de Abdij, overvallen door de beeldst ormers, geplunderd en gedeeltelijk verwoest werd. De kloosterlingen werden verdreven, uiteeugejaaagd genoten mis schien tot aan hun dood een alimentatie uit de goederen (te veel om te sterven, te weinig oui te leven) en er was een einde aan de glorie en macht van de St. Paulus-Abdij. Allerwaarschijnlijkst is Hei ligenberg gelaïeiseerd (d.i. in leeken-han- tlen gevallen) zoodat het al spoedig parti culier eigendom geheeten en door den een aan den ander verkocht werd. Wie is, indien deze onderstelling waar heid mocht bevatten, de eerste bezitter geweest Wel vindt men voor het eerst den heer van Rijnswoude genoemd, maar daaruit volgt geenszins, dat hij ook de eerste bezitter geweest is. W. F. N. van RuOTSELAAR. Amirsfooht, 2 Juli 1896. Hoe en wanneer is Hoevelaken, geparochiëerd, onder Leusden (het Sticht), Gelderse!i geworden veertig volgelingen van den pretendent- sultan." De plechtige bijzetting in den Konink lijken grafkelder te Delft van het op verlan gen van H. M. de Koningin-Regentes uit Italië op vaderlandschen bodem overgebrach te stollelijk hulsel vau Willem George Fre- dredik van Oranje-Nassau, heeft Vrijdag met groote plechtigheid plaats gehad. Het mag zeker wei vermeld worden, dat bet Donderdag 2 Juli in de buurt van Twel- loo (Japper heeft gesneeuwd. De Minister van Oorlog heeft de bestaande gunstige bepalingen voor het aangaan van een huwelijk door onderofficieren en minde ren, bij sommige inrichtingen van de land macht geplaatst, ingetrokken, zoodat de be palingen tot het verleenen van toestemming tot het aangaan van eu de voorrechten ver bonden aan het huwelijk, thans voor alle korpsen en inrichtingen dezelfde zijn. ATJEH Het Xieuws v. d. Dag meldde Donderdag »Uit een particulier telegram is nader be richt ontvangen, dat de Je luitenant H. J. Rijnen althans niet levensgevaarlijk is ge wand." Bij de krijgsverrichtingen op Tweeden Pink sterdag (25 Mei) werd sergeant D. P. Bootsma, van de Koloniale reserve, zóo zwaar gewond, dat hij daaraan den volgenden dag overleed. Eerst 30 Juni moesten de ouders te Nij megen, door een schrijven van pastoor Ver braak, in Atjeh, die treurige tijding verne men. zoadat men van Regeeringswege weer in gebreke is gebleven, daarvan bericht te zenden. Aan het Handelsblad werd geseind Bij de inneming van Anakgaloeng zijn aan de zijde van den vijand o.a. gesneuveld Toekoe Bassin, Toekoe Nja Amin, zoon van het vroegere hoofd Teugkoe di Tiroe, en ij reeds gekleed op i zij naar het kasteel r den bewoner van die sel toen de les geëindigd den pony wagen wachtte, Copsleigh te spreken. Mr. March heeft mij beloofd, dat hij een mooie, groote pop voor mij zal meebrengen, zeide zij. Vindt u dat niet lief vau hem, miss Charles? Zeker, zeide Beatrix, maar zal uw moeder u toestaan een geschenk aan te nemen van iemand, dien zij noch u uw vader kent? Phillis trok een bedenkelijk gezicht en zeide ver legen Ikik geloof het wel, miss Charles. Neef Kenneth is een goed vriend van mr. March en moeder zegt, dat hij het beste weet wat goed en wat verkeerd is. Je houdt zeker ook heel veel van mr. Kenneth Ford O! erg, heel erg veel, zeide Phillis op hartelij ken toon, maar toch geloof ik, dat ik van mr. March houd. Ziet u, bij heeft niemand anders, neef Kenneth heeft vel vrienden heb- dan neef Kenneth, en ir kort. Vroeger heelt hij wr hij heeft kwaad ge- hem houdt, tante Ffdith nog. Maar mr. March zal ben? Geen mensch ande dien kent hij ook nog mi veel meer vrienden gehad, zegt hij, hen allen verloren. Hij heeft et daan en sedert heeft niemand zich meer om hem bekommerd wat dat voor kwaad geweest is, kan ik mij niet goed begrijpen, want hij is zoo goed! Ik zie wel, dat je veel van hem houdt. Ja. stemde de kleine Phillis toe, ja ik houd veel van hein. Ziet u, hij en ik zijn zoo eender, niet van uiterlijk, maar mr. March is vroeger doodarm geweest en toen dacht hij, dat hij wel gelukkig zou worden wanneer hij maar rijk was en ik dacht vroeger ook altijd, dat ik wel gelukkig zou wezeu wanneer moeder veel mooie, nieuwe kleedeien eu Verneemt men van elders de weinige be langstelling voor het kiesrecht voor de Kamer vau Koophandel en Fabrieken, ook hier ter stede kan daarover niet veel verheffends worden medegedeeld. Het aantal van hen, die thans volgens de nieuwe bepalingen zich voor dat kiesrecht konden aanmelden, is na de herhaalde oproe pingen niet hooger dan 4 (zegge vier) ge worden. wat zeker gering te noemen is in vergelijking van het groot aantal, die aan spraak op dat recht konden doen gelden. Hierdoor en ook omdat verschillende vroe gere kiezers thans niet meer daartoe gere kend kunnen worden te behooren, zal het kiezerskorps voor de Kamer van Koophandel en Fabrieken een beduidende vermindering ondergaan. Klagen mogen we echter niet. Te Am sterdam, »de eerste koopstad des Rijks", meldden zich slechts 43 kiezers aante Roermond echter 109. Tot kantonrechter-plaatsvervanger hier is bij Kon. besluit benoemd mr. J. C. H. Prikken, advocaat en procureur hier. Bij het eind-examen van het Gymnasium hier zijn geslaagd, voor getuigschrift A de heeren: L. L. F. André de la Porte, D. Hor- seliog en H. H. Schipper. De beide andere candidaten werden afge wezen met éen wordt het examen voort- ge/i'l. veel geld had. Nu zien mr. March en ik beiden onze wenschen bevredigd en kort geleden waren wij hetmetelkaar eens, «lat wij heiden toch veel geluxkiger waren in den tijd van onze armoede. Ben je dan arm geweest Ik geloof het wel. Wij hebben wel altjjd op het kasteel gewoond, maar vroeger had moeder nooit geld en droeg zij een jaar lang dezelfde japon. Dan moet men toch arm zijn. De poneywagen van het kasteel reed het erf van Elm-Cottage op en daardoor werd aan het gebabbel van Phillis een einde gemaakt. Beatrix bleef peinzend zitten staren en dacht er over na, of zij den brief van mr. Wedgwood zou beantwoorden, toen eenklaps vrouw Kemp, haar huishoudster, binnentrad en haar een telegram bracht. Er moet twee schilling bodeloon voor betaald worden, miss, zeide zij. Wij zijn hier vijftien mijlen van het telegraafkantoor verwijderd en ik hoop maar miss, dat dit telegram u geen slecht nieuws brengt. Het zien van zoo'n ding alleen jaagt mij al een schrik op het lijf. Dank zij de waarschuwing van mr. Wedgwood was Beatrix op de ontvangst van eenig bericht voor beried. Zij gaf vrouw Kemp de twee shilling en zeide Neen. ik was bericht wachtend van vrienden uit Parijs; maak je maar niet bezorgd. De goede vrouw verwijderde zich met een verlicht hart. Toen zij alleen was, voelde de arme Beatrix, dat haar de moed ontzonk; haar handen beefden zóo, dat zij liet telegram slechts met moeite kon openen. Het was in het Franseh gesteld eu luidde als volgt „F dreigt gevaar Wanneer gij het lot uwer zus ter niet wilt deelen, kom dan Woensdag terug. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1896 | | pagina 1