Donderdag 27 Augustus 1896. No. 4592, 45e Jaargang. Binnenland. Een noodlottig geheim. Dit gave A. H. VAN CLEEFF te Amersfoort. Verschijnt Maandag- en Douderdagnamidday met gratis Zondagsblad. Abo: l>er post ƒ1.15. Abonnement alleen op het Zondagsblad voor Amersfoort 40 c 3 maanden. Adveitentiöu 10 regels 60 et.; elke regel meer 10 et. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, oflicieële- en onteigeningsadvert. per regel 15 et. Reclames per regel 25 cl. Afzonderlijke nummers 10 cent. Dienstaanbiedingen en aanvragen, uitsluitend voor- en betreffende den werkenden stand, van minstens 5 regels, in het Zondagsblad, per regel5 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de Incosseerkosten in rekening gebracht. Bureau KORTEGRACHT 50 Telephoon 19. KENN ISO E V I N (i. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT, Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer gemeente, dat het door den Directeur van ;s Rijks directe belastingen, enz. te Amsterdam exeeutoor verklaard kohier no. 2 van de personeels belasting over het dienstjaar 1896/97 aan den Ontvanger van 's Rijks directe belastingen alhier is ter hand gesteld, aan wien ieder verplicht is zijnen aan slag op den bij den wet bepaalden voet te vol doen. Gedaan en opde daarvoor gebruikelijke plaatsen aangeplakt te Amersfoort, den 24. Augustus 1896. De Burgemeester voornoemd. GROENEBOOM. Weth., 1®. Br. ATIEII. Gelijk we Maandag reeds meedeelden, rukten Zondag 4 bataljons naar het Noord-oostelijk gedeeltelijk der XXII Moekims. het gebied van Toekoe Baid. Vroeger berichtten we, «lat men tot dien tocht besloten was om hem, die steeds een zeer dubbelzinnige rol speelde, te dwingen kleur te bekennen, vooral nadat hij te kennen had gegeven zich te willen onderwerpen. Onder dagteekening van Maandag seint nu iie correspondent van het Handelsblad: «Gisteren zijn vier bataljons infanterie en maréchaussee door de XXII Moekims ten zuidoosten van onze stelling opgerukt naar Indra-Poeri. De excursie zal vermoedelijk zes dagen duren." Dinsdagavond vei-spreidde het Handelsblad het volgende telegram«Toekoe Baid heeft zich overgegeven aan kolonel Stemfoort" de Staatscourant meldde 'savonds: «Zondag naar Tjot Basatoel, waar een bivak werd opgeslagen; gesneuveld een, gewond twaalf mindere militairen. De vijand liet tien dooden achter." Een Woensdag ontvangen officieel Atjeh- lelegram meldt «Eergisteren opgetrokken naar Mesdjidln- drapoeri, de woonplaats van Panglima Polim, waarheen, volgens telegram 6 dezer, ile pre tendent-sultan gevlucht was. Aan onze zijde zijn twee dooden gevallen. Panglima Polim is naar Moeroe gevlucht. «Toekoe Baid heeft zich aangemeld in het bivak, en is opgezonden naar Kota Radja." Onder het opschrift «Dommelen we weer in vraagt de Haagsche Courant Kort nadat bekend was geworden, dat Toeicoe Djonhan weder Toekoe Oemar was Feuilleton. 76) Ik zal vanavond nog aan hem schrijven. Telegrafeer hem, liever zeide ladv Edith. Haar stem beefde en zij zag er zoo ontsteld uit, dat Keunctli. ongerust vroeg: Wat. deert ti moeder? Kenneth zeide zij, ik ben een oude vrouw; ik kan de toestanden uict zon helder meer inzien als vroeger, maar ik vrees, dat er met inr. Monkton iets vreeselijks gebeurd is. Kenneth reed aanstonds naar het telegraafkan toor en Het daar het volgende telegram overseinen „Paul Verity, Streetham, Londen. Uw zuster zeer wel varend, maar ik heb uw raad noodig als rechtsge leerde. kom zoo mogelijk terstond naar Saltou." Hij bleef op het telegraafkantoor liet antwoord wachtendit kwam dan ook heel spoedig en luidde „Kom Dinsdag 9 uur 25 voormiddag." Toen de trein tien volgenden dag het station van Salton binnestoonnle, was Kenneth op het perron. Paul Verity stapte uit en wisselde een krach- tigen handdruk met hom. Toen ik uw telegram ontving, mr. Ford, was ik buitendien reeds voornemens naar Chatterly te gaan, zeide Paul ernstig. Ik verkeer in groote on gerustheid over mijn cliënt mr. March. Hij is mijn beste vriend, zeide Kenneth, ik wil zijn vertrouwen niet schenden, maar ik geloor, dat de omstandigheden mij nu wel het recht geven om u zijn geheim inee te deelcn. March is slechts een aangenomen naamhij heet. in werkelijkheid geworden, was het zeer geruststellend, te zien hoe de autoriteiten kalm. maar Ilink maat regelen namen om «mannekens" naar Indië te zenden. Van de Koloniale Reserve ver trokken een paar llinke detachementen en van het Werfdepot een duizend man binnen een paar maanden. Maar sedert eenige weken is 't alsof er in Indië geen aanvulling van militairen meer noudig is. Van verdere uitzending van de tachementen door de Koloniale Reserve boort men niets, en van het Werfdepot gaan nu slechts zoo om de drie of vier weken de- tachementjes van een 40 a 50 rnan. Toch zou men uit de berichten uit Indië, dunkt ons, moeten besluiten, dat daar nog dagelijks heel wat soldaten, vooral tengevolge van vermoeienis en uitputting, buiten ge vecht worden gesteld. En niet alleen in Atjeh, maai* ook op Lombok worden zware diensten van de troepen gevergd. Bedenkt men bovendien, dat in October en November a. s. de detacheerings-termijn van twee jaren eindigt van het nog al aan zienlijke getal miliciens, die in 1894 (tijdens de affaires tegen Lombok) naar Indië ver trokken, en dus meerendeels binnekort zullen terugkeeren, dan vraagt meu zich werkelijk af: moet er niet wat meer, zelfs wat héél véél meer gedaan worden, om de werving te bevorderen en te zorgen, dat er héél véél meer aanvullingstroepen nog in deze maanden naar Indië vertrekken Het Haagsche Dagblad, getroffen door liet relaas van den strijd bij Anakgaloeng. her innert te rechter tijd welke verplichtingen men beeft aan het dappere korps, dat in den Atjeh-krijg reeds bij herhaling zooveel tast bare blijken gaf van dapperheid en trouw. Het blad denkt daarom aan de vorming van een commissie om hulde te brengen aan die braven. «Een hartelijke ovatie, b.v. in den vorm van een herinneringsteeken aan de officieren, eetservies en glaswerk aan de onder-officieren, waaraan, naar men aan het blad schrijft, groote behoefte bestaat, en gelden voor de «tapperen beneden dien rang, zou rle strijders daar ginds, die zooveel aan 't vaderlati«l «leu ken, meer verkwikken dan men vermoedt." Een particuliere brief, in hetzelfde blad meegedeeld, heeft aan bet slot de volgende regelen «Het korps maréchaussees, dat reeds zoo veel naam heeft gemaakt, heeft hiermede als bet ware de kroon op zijn werk gezet. Het is een heldenkorps, en door een aanhan kelijkheid aan zijn officieren gehecht, die eenig genoemd kan worden. Ik breng dan Cecil Monkton en is de broeder van lady Chat terly. Paul Verity zag hem met groote verbazing aan. Dan is mij eensklaps alles duidelijk', riep hij uitde zaken die hij mij opdroeg voor hem een te doen, zijn onweerstaanbaar verlangen om een huis in Nortshire te huren en het feit dat hoewel ik mij zijn naam niet kan herinneren zijn ge laat en zijn stem mij zoo bekend voorkwamen. Wanneer hebt u hem de laatste maal ge- Donderdagochtend is hij in Streetham hij mij geweest; hij zeide toen. dat hij een gevaarlijke onder neming «i))* touw gezet had en wanneer hij binnen een week mij niet geschreven had, of zelf aan mijn kautoor gekomen was, dan wenschte hij, dat ik naar Chatterly zou gaan, daar alles betalen wat hij nog schuldig "was en den sleutel van Copsleigh aan mr. Hurst zenden. Kenneth zag den jongen notaris vragend aan en Paul kon aan ziin bleek, onsteld gelaat zien, hoe na hem het lot van zijn vriend ter harte ging. Kenneth vroeg Heb u iets van hem gehoord Ik heb geen berichten van hem, maar vree», dat er een afschuwelijke aanslag Op zijn le\ is gedaan. De avondbladen van gisteren vermelden een bericht, dat zeer nauwkeurig op mijn clii past. Ik was daarom reeds voornemens naar Parijs, 'e gaan, maar ik meende toch dat het heter eerst hier m komen om te onderzoeken of men iets nadere omtrent zijn persoonlijke aangelegenheden wist. Wannneerik uw telegram niet had ontvangen, dan zou ik met den sneltrein van tien uur hierheen gereisd zijn. Kenneth nam den notaris mee naar zijn rijtuig en weldra zaten zij in de vriendelijke huiskamer van Lane-house, wnar een gezellig houtvuur in open haard brandde en liet ombijt gereed stond. Buiten bad men een killen, vochtige» njist, waar ook gaarne een eere-saluut aan ben allen, 1 en hoop, flat voor «Ie deelnemers aan dat Scbitlerenil wapenfeit een bijzondere herin- norings-inedaille of kruis zal worden uitge reikt." De Eerste Kamer zal in baar aanstaande verga«leringen de Kieswet het laatst behan delen van de drie nog bij haar aanhangige wetsontwerpen. De Haagsche briefschrijver der Zutph. Crt. meldt over wat ons in de naaste toekomst op politiek gebied te wachten staat bet volgemie Het blijft nog stil in de politiek. DeEerste Kamer is tegen 2 September bijeengeroepen en zal dan de Kieswet afdoen, zoodat die wet nog vóór het begin der nieuwe zitting in bet Staatsblad zal kunnen verschijnen. De Tweede Kamer zal bij haar terugkomst, op den derden Dinsdag van September, terstond veel werk vinden. Het ontwerp tot regeling «Ier Gemeente-financiën is sinds drie weken bij den Raad van State in onderzoek en zal waarschijnlijk nog voor 15 September bij «ie Tweede Kamer worden ingediend. Een van de eerste ontwerpen, die in open bare behandeling komt, zal wel zijn de Suikerwei, waarovei de gevoelens, blijkens liet Kamerverslag, zeer verdeeld zijn. Ook het ontwerp tot instelling van Kamers van Arbeid zal wel spoedig in staat van wijzen komen want, naar ik verneem, zal de Me morie van Antwoord met een gewijzigd ontwerp eerstdaags worden ingediend. Ben ik goed ingelicht, dan zal de Regeering, wat de organisatie der Arbeidskamers betreft, aan verschillende bedenkingen tegemoet komen. De conferentie van de Commissie van Rapporteurs met de betrokken Ministère moet tot een bevredigend esultaat hebben geleid. De Minister van Financiën hoeft de aan dacht van ambtenaren der «lirecte belastin gen, invoerrechten en accijnzen gevestigd op het met 1 September 1891) in werking treilen «Ier nieuwe Wet op het Faillissement. Vooral voor de ontvangers, «lie in een faillissement van belastingschuldigen voor de belangen van 's Rijks schatkist moeten op treden, wordt gewezen op noodzakelijk- hciil, zich van de nieuwe bepalingen omtrent het faillissement op de hoogte te stellen. In de bestaande voorschriften omtrent het voorrecht van 'sRijks schatkist en de invor dering der belastingen is geen verandering gebracht. Inzonderheid zal, gelijk tot dusverre, bij 1"in een belastingplichtige, die faillissei de door hem verschuldigde directe belasting nog niet ten volle heeft voldaan, onverwijld tot den curator de vordering gericht moeten worden. Met liet oog op de art. 183 der Faillise- nientsvvet is liet echter noodzakelijk dat, indien wanneer «ie dag waarop de verifica tie-vergadering zal worden gehouden, in de nieuwsbladen is bekend gemaakt, de ontvan- ger zorgt, dat de belastingschuld worde geve- I rifieerd en het Rijk als bevoorrecht scnuld- eischer in het faillissement erkend. Overigens zullen de ontvangers, gelijk reeds i is voorgeschreven, zich bij voorduring op de I iioog'.e houden van den gang van zaken in het faillissement, ten einde naar de omstandig heden maatregelen te nemen ter verzekering I van 's Rijks rechten. j Voor "verschuldigde invoerrechten en ac cijnzen blijft het doen uener vordering, als voor de directe belastingen is voorgeschreven, I achterwege. Voorzooveel noodig wordt er nog de aan dacht op gevestigd, dat het faillissement voortaan niet meer tot kooplieden beperkt is. doch ook kan worden uitgesproken tegen ambtenaren, particulieren, enz. Onmiskenbaar is uit het jaarverslag om trent de Rijkspostspaarbank op goede gronden af te leiden ue conclusie, welke de directeur er uit trekt: dat de Rijkspostspaarbank bij voortduring aan haar eigenlijke roeping blijft beantwoorden, «lat zij een spaarinstelling blijft ten behoeve van den zoogenaamden «kleinen man". De directeur leidt dat meer bepaaldelijk af uit bet feit, dat gemiddeM iedere inlegger aan 't einde van '95 slechts te vorderen had Ï88.371l.2 als zijn te goed op de spaarbank, hetgeen ook nog wat meer is dan het jaar te voren toen het f'83.92*/2 bedroeg. Met die gemiddelden moet men echter voorzichtig zijn. Het totaal-bedrag der in lagen beliep in 1894 f20102 560, tegen t'23 219 972 in 1895. Het getal der inlagen en 1894 was 728 373, en 790 842 in 1895 en als men nu die cijfers deelt op de bedra gen, krijgt men het gemiddeld cijfer van elke inlage, maar nog niet eenige zekerheid om trent de verhouding van een zeker getal in leggers tot liet ingebrachte geld. Met andere woordenmen weet niet hoevelen van die 790 842 inleggers een zeker bedrag te goed hebben, dat in hooge mate of ook in minder hooge mate het gemiddeld van f 8S.37ll2 over schrijdt anders nog gezegdmen weet niet of zeker bedrag van het heele bespaarde ka- pitaa^r^enigtwri^nkei^iandm door de behaaglijkheid van dit vertrek zooveel te sterker uitkwam. Kenneth en zijn gast ontbeten samen. Paul Verin- verklaarde, dat hij in het minst niet vermoeid was en terstond aan hut werk kon gaan. Toen het ontbijt was gebruikt, haalde Paul Verity een nummer van de Evening Slantlard uitzijn jaszak en liet Kenneth een bericht lezen, dat getiteld „Poging tot moord op een Engelschinan gepleegd te Parijs, «loor een gewaanden geestelijke." liet beriuht was kort, maar niettemin gewichtig van inhoud. Er werd ecu nauwkeurig signalement, van Cecil Monkton in opgegeven, waarbij vermeld stond, dat hij zich iu het vrcemdclirigenboek van het hoiel had ingeschreven nis: „March, komende van Londen." Het slachtoffer was eerst drie uren na het plegen van den aanslag gevonden en de kellner had een nauwkeiu-ige beschrijving gegeven van den eerwaarden abt, die vloeiend Fransch sprak. Kenneth huiverde. Geen twijfel meerdie als geestelijke vermomde moordenaar was niemand anders geweest dan Chat terly, de man met den witten baard, den valschen Kenne'.h Ford. llij vertelde nan mr. Verity de gelieele geschie denis, waardoor zijn argwaan was opgewekt, van de belofte, tlir hij aan Cecil had gedaan, tot de poging tot vergiftiging van den vorigen Zondag. De notaris luisterde met veel belangstelling naar Gij verkeert in ecu pijnlijken toestand, zeide hij ernstig. Volgens mijn meening kati er geen oogen- blik langer aan de schuld van Chatterly getwijfeld En ik ben aangewezen om zijn schuld aan te tooneu en schande over zijn echtgenoote te brengen! riep Kenneth droevig int. Ik geloof, dat een van ons beiden terstond naar Frankrijk moet vertrekken, hernam mr. Verity Wij kunnen dun armen Monkton, die, zooals het bericht luidt, niet dood is en misschien nog ge red kan worden, gaan spreken en hem vragen of hij geen vermoeden omtrent zijn aanvaller heeft. Wanneer miss Charles verpleegd ward door uw moeder die van alles ingelicht is en ook de dokter weet wat er voorvalt, dan zijn er vooi haar geen onmid dellijke gevaren meer te vree zen. Het komt mij raadzaam voo. de bestraffing van Chatterly uit te stellen, tot n.'ss Charles en mr. Monkton als ge tuigen tegen hem kunnen optreden. Misschien hebt u gelijk, hernam Kenneth. Ik zou wel naar Parijs gaan, wanneer ik mijn moeder maar niet in deze omstandigheden alleen en zonder bij stand moest nehterlateu zij heeft niemand, die haar tegen Chatter) v besehermen kan. Zijn macht zal weldra vernietigd zijn. Zoodra miss Charles in staat is zich met zaken in te laten, moet er eed rechtsgeding begonnen worden om haar in het (echtmatig bezit van het vermogen en den naam hroars vaders te stellen en moet Chatterly vervolgd vorden wegens moord x" gepleegri, voegde Kenneth er ister Not op haar s treurig bjj. Zij zal er niet toe ovet te halen zjju, hem straffeloos te laten en et nik tevreden te stellen, dat hij onbekend in een ander werelddeel een schuilplaats zoekt, want zij schliut alleen met het doel om haar zuster te wreke», naar Engeland gekomen te zijn: van haar ree a ten op Chatterly weet zij zelf niets. Zij heeft haai grootmoeder op het sterfbed gezworen, dat zij niat rusten zou, al vorens de moordenaar van Nora gcjtrnft was. Een vreeselijke eed, zeide Verily plechtig. .In, en ik geloof, dat zij «licit ten koste van alles zal willen houden, voegde Kenteth er bij. H'oil rvolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1896 | | pagina 1