Donderdag 8 October 1896. No. 4604, 46e Jaargang. DE lUlilillt WIIMISIIIIHIL. Wantrouwen. Binnenland. Uitgave firma A. H. VAN CLE E PP te Amerstoort. Verschijnt Maandag- en Dondvrdagnamiddag met gratis Zondagsblad. Abonnement perii maandenFranco nor post ƒ1.15. Abonnement alleen op het Zon<laK»blml voor Amersfoort 40 et., voor hot binnenland 60 et. pei 3 maanden. Advertentiën 1—6 regels 60 et.; elke regel meer 10 ct. Grooto lettors naar plaatsruimte. Legale-, olheieële- cn onleigeningsndvert. per regel 15 et. Roolamos per regel 25 ct. Afzonderlijke nummers 10 cent. Dienstaanbiedingen on aanvragen, uitsluitend voor- on betreffende don workonden stand, van riilnstons 5 regels, In hot Zondagsblad, per regel5 cent. By advertentiën van buiten de stad worden de inunsseorkoaten in rekening gebracht, Bureau KORTEGRACHT66 Tolcphoon 19. Bij dit uuminer behoort oen bijvoegsel.! KENNI SUE VING. Koninklijke Nedorlandsehe Marino-Reserve. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, Gelet op eene missive van tien Commissaris dor Koningin in de provincie Utrecht dd. 5. October 1896, Vestigen de aandacht van belanghebbenden op de bij Koninklijk besluit van 7. September 1896 no. 45, vastgestelde regeling van het. per soneel der Koninklijke Ncderlandsche Marine- Reserve, welke voor een ieder dagelijks van 10 uur voormiddags tot 1 uur namiddags ter Secretarie ter inzage ligt. Noodigen voorts belanghebbenden uit van den belangrijken inhoud daarvan, n.l. de regeling van het korps officieren, van het personeel matrozen en torpedisl n en van het personeel der Reserve voor 's Rijks stoomvaartdienst kennis te nemen. Gedaan te Amersfoort, 7. October 1896. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, F. 1). SCHIMMELl'ENNINOK. De Secretaris, W. L. SOHËLTUS. Kon de samensteller van het «Gedenkboek der Uoogere Burgerschool met vijfjarigen cursus en der Burgeravondschool te Amers foort gedurende de eerste kwart-eeuw van haar bestaan" van eerstgenoemde inrichting getuigen, dat zij uitstekende resultaten heeft afgeworpen, van laatstgenoemde was hij ver plicht te schrijven, dat haar geschiedenis weinig belangrijks bevat. Morgen zal liet 25 jaar geleden zijn, dat de Burgeravondschool geopend werd en 25 jaar lang heelt zij met groote moeite haar gedwongen bestaan voortgesleept; gedwon gen, omdat ze er komen moest toen, bij Raadsbesluit van 7 Juli '1869, de Hoogere Burgerschool in het leven was geroepen, en omdat ze een gevolg was van een minder gelukkig artikel van de Wet op het Middel baar onderwijs, waardoor ze. zoomin alséen haar zusterinrichtingen in den lande, ooit aan haar doel heelt kunnen beantwoorden. Opmerkelijk mag liet dan ook heeten, dat alle pogingen welke men in het werk heeft gesteld om haar meer nut te doen afwerpen, juist bestonden in afwijken van haar oor spronkelijk doel, om ze op die wijze «meer uitsluitend dienstbaar te maken aan de be langen van den te Amersfoort zoo weinig tulrijk vertegenwoordigden ambachts-stami, in plaats van te trachten baar meer te doen aanpassen aan de behoeften van het volk Feuilleton. Vrij naar het Duitscli. 6) Zoodra Templin hiervan een en ander had vernomen, trachtte hij zijn netten ook naar (lien kant uit te werpen. Op zekeren dag ontving Asta van do „gar- derobière" een prachtige doos met bonbons. De afzender had zijn naam niet genoemd, maar alleen laten zeggen, dat hij „een oprecht be schermer" was van jonge talenten. Asta zond het geschenk niet terug; zij at de pralines op en zette het doosje op haar kast. Anders ver telde zij alles aan Nelly, maar over die bon- bonnièro zweeg zij. Zij had hot bestemde voorge voel, dat haar vriendin haar misschien den raad zou geven om dergelijke geschenken niet aan te nemen. En zij was er zoo blij mee geweest Een paar dagen later kwam er weer van den „beschermer van jonge talenten" een nieuw cadeaueen lange, smalle doos inet een beel dig mooien waaier. Dit verzweeg Asta weer. Toen zij evenwel na een paar dagen van hevigen innerlijken strijd de verleiding niet kon weer staan om den waaier aan haar vriendin te laten zien, zeido zij zelfs ccn onwaarheid. Zij ver telde, dat haar moeder dien waaier bij gelegen heid van haar benefice had gekregen en dat zij hem daarop aan haar had gegeven. Nauwelijks had zij dat aan haar vriendin in het algemeen." De geschiedenis der School heeft dan ook I alleen in dit opzicht eenige aanspraak op belangstelling. Reeds in bot eerste Jaarverslag aan den Gemeenteraad -- ovoi-1871 wordt de klacht geuit, dat bij vele leerlingen do vlijt en do belangstelling voor het onderwijs te wen- schen overlieten, terwijl in het verslag over 1872 die klacht onder scherper vorm voor komt, want men leest daarin o.a.«De ontwikkeling der leerlingen is zeer gering; zij komen meestal slaperig en vermoeid op de lessen, nadat zij den geheelen dag een voor hun leeftijd zwaren arbeid hebben verricht; men kan hun geen huiswerk medege ven, zoodat zij alles van de les moeten hebben. Bij vele ouders en werkbazen is slechts ge ringe belangstelling voor de school op te merken. De redenen, die de bazen voor de afwezigheid der leerlingen opgeven, zijn dik wijls onvoldoende. «De meeste belangstelling bestaat nog over liet algemeen voor de teekenlessen, in het bijzonder in Rechtlijnig teekenen. Niet zelden wordt door de leerlingen om vrij stelling van do andere vakken gevraagd. Was dit niet door het Reglement verboden, dan zou de Burgeravondschool spoedig in een Teekenschool ontaarden." Ook de volgende Jaarverslagen zijn louter klaagliederen en van lieverlede was de toe stand zóo geworden, dat bijna uitsluitend ambachtsjongens zich aanmeldden, dikwijls nadat zij reeds jaren geleden de Lagere school verlaten hadden. Dezen kwamen enkel om teeken-onderwijs te genieten, nadat zij in hun werkplaats do behoefte daaraan hadden leeren gevoelen. De vraag werd toen ook gedaan of een Ambachtsschool niet de voor keur zou verdienen boven de Burgeravond school en zoo ging het voort tot 15. Juni 1880 toon, op voorstel van den Directeur, besloten werd, het theoretisch onderwijs minder uit gebreid te doen zijn. Het ouderwijs werd verdeeld over 2 klassen, terwijl aan de leer lingen, welke dien cursus doorloopen zouden hebben, werd toegestaan gedurende nog 2 jaren het onderwijs in teekenen te blijven volgen. Zelfs de pogingen aangewend door do luge «Jacob van Campen", die jaarlijks prijzen beschikbaar stelde voor leerlingen, die uit muntten door vlijt en plichtsbetrachting, leden schipbreuk meermalen kon geen prijs worden toegekendhet bleef tobben. In 1885 werd een poging gedaan om de Burgeravondschool te vervormen in een wijs gemaakt, of zij kreeg een derde cadeau, een elegant gouden ceintuur, dat haar zeer goed te pas kwam voor de kleine rol, dio zij nu juist speelde. Nu kwam „do beschermer van jonge talenten" uit zijn schuilhoek te voorschijn. Templin schreef haar onder zijn waren naam, met opgave van zijn adreB, een zeer vriendelijken brief, waarin hij haar de verzekering gaf, dat hij met zijn attenties geen andere bedoeling had dan aan jonge talenten een klein genoegen te doentevens voegde hij er bij, dat juffrouw Asta misschien wel zoo goed zou willen zijn, hom i?n kleinen dienst te bewijzen. Hij vroeg haar of hij haar onder geleide van haar moeder niet hier of daar zou kunnen ontmoeten. Hiervan durfde zij ook niets aan Nolly te vertellen. Het argelooze kind was bang, dat er dan door een machtspreuk van haar vriendin een einde zou komen aan de aangename ver houding tot den heer Templin. Zij schreef hein daarom nog dienzolfden avo.al, dat zij den volgenden dag met haar oom in do restauratie van den Ijskelder zou komen. Met gevolg van deze samenkomst was, dat Nelly Sand op een avond als bij toeval do verrassende mededeeling ontving, dat Asta haar opleiding te danken had aan een edelen kunst vriend en dat die belangloozeweldoener Reinhold Templin heette. Die mededeeling maakte blijkbaar een diepon indruk op Nelly. Dio mijnheer Templin moest toch wel een heel bijzonder mensen zijn, dat hij uit liefde voor de kunst zooveel gold uitgaf voor vriendelijke attenties en edele doeleinden en dat zonder eenige bijbedoeling I Het zenden van dc bloemen aan Nelly ging ook nog steeds geregeld voort, en de bekoor- imitatie-Ambuchtsschool, doch het voorstel werd door den Raad verworpen, in hoofd zaak omdat hier ter stede wat de ijve- raars voor een Ambachtsschool ook tnuns nog mogen aanvoeren niet in voldoende mate behoefte bestaat aan nmbachts-onder- wijs om ter wille van zeer enkelen (nimmer meer dan zes) het groote nut te doen ver loren gaan, dat door een volgens de bedoeling van den wetgever ingerichte Burgeravond school voor zestigtallen van jongelieden jaar lijks zou opgeleverd kunnen worden. «Niets belet immers", zoo zegt het «Gedenkboek" to dezer zake«om een afzonderlijken tee- kencursus in het leven te roepen voor hen, die na het doorloopen der Burgeravond school behoefte gevoelen aan onderwijs in Bouwkundig teekenen, en dien cursus zoo noodig ook met andere vakken (Technologie, Warenkennis, enz.) aan te vullen. Na deze verwerping werd door don Raad een uitbreiding van het teekenonderwijs vastgesteld met 2 lessen per week in Recht lijnig teekenen, terwijl, met ingang van 1 Januari 1891, ook het onderwijs in Hand- teekenen met 2 lessen vermeerderd werd. In de laatste jaren kan van do Burger avondschool niet anders meegedeeld worden dan dat zij in haar halfslacntigen toestand gaande gehouden werd en een lastpost is voor directeur en leeraren, dio dreigen den moed verliezen bij den aanblik van liet bedroevend geringe nut, dat door do inrich ting wordt opgeleverd. Reeds sedert een tiental jaren zijn de klachten in de Jaarverslagen verstomd-geen- zins omdat er geen redenen moer toe be stonden, doch louter omdat men het vruchte loos klagen moede is geworden. Nu echter schijnen er pogingen aangewend te zullen worden om de Burgeravondschool nieuw leven in te blazen. In het jongste Jaarverslag, dat van 1895, wordt daarop het uitzicht geopend in de volgende bewoordingen: «De Commissie van Toezicht is van gevoelen, dat do Burger avondschool, zooals zij thans is ingericht, niet beantwoordt aan het doel, dat er mede beoogd wordt. Deze school toch moet niet beschouwd worden als een Teekenschool voor ambachtslieden, zooals nu feitelijk het geval is, maar zij moet naar onze meening wil zij aan haar doel volkomen beant woorden bestemd zijn om bezocht te worden door leerlingen die de Lagere school verlieten, na met vrucht het Lager onderwijs gevolgd to hebben, en die behoefte gevoelen, 'Hch^vooi^nii^iracUscl^ lijke zangcros scheen het volstrekt niet te hin deren als do bloomen een enkelen keer wat laat gebracht werden, werd zij zelfs eenigszins ongerust. Zij ging onwillekeurig oen keer meer naar het raam en wachtte dan op deel cctrischo schel. De kleine /.sta moest haar veel van denbeer Templin vertellen meer dan zij zelf wist. Eindelijk bleek het, dat Templin nog een verre bloedverwant was van Asta en zij noemde hem toen ook maar „oom Reinhold". Do Beursman had goen geschikter boudgonooto kunnen kiezen. Asta maakte van hem een ideaal wezen, een fioren, edelen man, die van zijn onmetelijk ver vermogen een uitstekend gebruik maakte, voor alle armen cn die ongelukkige» een open beurs had en vooral jonge talenten op werkelijk edel moedige wijze ondersteunde. Eerst kort geleden had hij aan het Wannerrneer een looveruchtig mooie villa laten bouwen, niet zoozeer om voor zich zelf en zijn vrienden een aangenaam bui tenverblijf te bobben als wel om oen jongen genialen architect, den heer Martin Hellberg, gelegenheid to geven, zijn groote talenten te toonen. „Die villa moot prachtig zijn," zei Asta met schitterende oogen. „Ik heb er nog niets van gezien, maar men heeft er mij zóóveel heerlijks van verteld, dat iker eens gauw hoon wil gaan, zoodra het weer maar wat beter wordt. En dan gn je toch mot mij mee, jij en je moeder niet waar Oom Reinhold gaat er toch nog lang niet wonen." Nelly zoide geen ja en geen neen, maar zy ducht meer aan den neer Templin, dan zy zich zelf wol hekennon wilde. En op den eersten warmen en zonnigen dag zeide Nelly onwillc- wikkelon. «Het komt ons dan ook wenschelyk voor, dat eon reorganisatie van genoemde school in liet, leven geroopen worde, opdat zij meer aan haar roeping zal beantwoorden, en de Commissie stelt zich voor, te zijner tyd,een met redeoen omkleed voorstel daartoe aan den Raad in te dienen." Mogen de bemoeiingen dor Commissie met goeden uitslag worden bokroond Het «Gedenkboek" is niet onder ieders bereikwe hebben gomeond geen geheel onnutten arbeid te verrichten door er hiel en daar uit te putton. Misschien stemt hot feit, dat van de ruim 800 leerlingen die godurende het 25-jarig bestaan de inrichting bezochten, slechte 120 zich de moeite hebben getroost om eind examen te doen, dc voorstanders van de stichting eener Ambachtsschool tot nadenken. ATJKH. By het Departement van Koloniën is ont vangen het volgende van 4 dezer gedag- teekende telegram van den Gouverneur- Generaal van Ned.-Indië betreffende de krijgsverrichtingen in Atjoh on Onderhoorig- lieden. «Uit Doknga bende uit vallei van Kroeng Lepong verdreven waarbij gesneuveld óen, gewond 3 militairen bonedon den rang van officier. «Uit TjotMantjang, bende uit Rlang Aroen- Loengkoc verjaagdkampong getuchtigd, zonder verliezen onzerzijds. «Uit Samahani bende te Anak-Gló be vochten, waarby gewond vyf militairen be nedon den rang van officier." LOMBOK. Do Bataviaanscho correspondent der N. Flott. Cl. seint aan zyn blad «liet stoomschip A tjeh hoeft honderd ma trozen aan land gezet. De kampongs Gondok en Kimbang werden verbrand; 40 oproer lingen wei-don gedood en 25 gevangen ge nomen. Do vijand vluchtte. Wij leden geen verliezen meer. Het is nu rustig." Aan een ingezonden artikel in het Bat. Nieuwsblad ontleonen wij het volgende Niet van den kant van tegenstanders alleen, niet enkel van hen, die door dik en dun smalen op de te en tegenover Atjeh gevolgde keurig bij zich zelf; Vandag zou het goed weer zijn om naar buiten te gaan bij voorbeeld nuar Wannsee Het kwam als het waro vanzelf, dat Nelly persoonlijk konnis maakte mot don heer Templiu. en om do waarheid te zeggen, verzette zij er zich volstrekt, niet legen veeleer verheugde zy er zich over. liet Duitscho Tooneelverbond hau ten voordcolc van behoeftige weezon en weduwen in do zaal van het Raadhuis een bazar opgericht en de mooiste vrouwelijke leden uitgenoodigd als vorkoopsters mode te werken. De tafel, waaraan Nolly on Asta stonden, be hoorde tot de meest bevoorrechte en reeds 's ochtends vroeg waren alle mogclykc kleinigheden, die niet do minste wnnrde hadden, voor onbe grijpelijk hooge prijzen aan don man gebracht. Toen Templin na afloop van du Bours verscheen, wus op Nolly's tafel alles uitverkocht en mei. een trotsch gevoel tolde zn do groote opbrengst. Zij was or zóo druk moe bozig, dut zy niet De- merkt had, dat een zeer elegant gokleed jong- monsch bij haar tafeltje was gekomen. „Hoe jammer! ko: it to laat, oom!" riep Asta met wezenlijken spijt uit. „Wij hebben niets moor." Toen keek Nelly op cn bloosde even bij de beleefde buiging, die Templin voor haar maakte. „Wees zoo goed, Asta. mij aan mejuffrouw Sand voor te stellen" „Wij zijn eigenlijk geen vreemden meer voor elkaar, zeide Nelly daarop. „Ik moet u nog voor zoo heel veel attenties «anken, mynnoor Templin". Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1896 | | pagina 1