Maandag 1 SS Februari 1897. No. 4637, fer^ffiÉ 46e J; 46e Jaargang. H M. SCHERMER. Wantrouwen. Ditgave firma A. H. VAN CLEEPF te Amersfoort. Verschijnt Maandag- en Donderdagnamiddag met gratis Zondagsblad. Abonnement por 8 maanden 1.— Franco rr post/1.15. Abonnement alleen op het Zondagsblad voor Amersfoort 40 ct., voor het binnenland 60 cL pei maanden. Ad verten tiën 16 regels 60 ct.elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, officieële- en onteigeniugsadvort. per regel 16 ct. Reclames per regel 26 ct. Afzonderlijke nummer» 10 cent. Dienstaanbiedingen en aanvragen, uitsluitend voor- on betreffende den werkenden stand, van minstens 5 regels, In het Zondagsblad, per regeloent. Bjj aavertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. Bureau KORTEORACHT5fl Telephoon 19. Bij dit nummer behoort een bijvoegsel. Als dit nummer onder de oogen van zjjn lezeressen eu lezers zal gekomen zijn, heeft „juffrouw'' Schermer haar laatste vergadering gehouden met het Bestuur der Anna Paulowna Bewaar school en afscheid genomen van haar school, die zij zoo innig liefhad en door welke zij zoo onnoemelijk veel goeds stichtte. Bijna vijfduizend kinderen uit het volk genoten hun eerste onderwijs van haar. Dat alles hier te schetsen, zou niet gaan en strikt genomen evenmin behoeven, want niet alleen is juffrouw Schermer geliefd en geëerd onder haar leerlingen en oud-leerlingen en wie van de kinderen des volks ontving niet zijn eerste ouderwijs van haar? —maarheel de stad acht haar met innige hoogach ting om wat zij sedert 2 Februari 1857 deed voor den kleinen man. Heden, dus juist 40 na jaren haar benoeming, nam zij rust en zij deed dit, omdat lichamelijk lijden haar daartoe verplichtte, omdat zij den moed had zichzelven te bekennen dat de zoo moeilijke taak der eerste opvoeding van de kindertjes niet langer haar vertrouwd was, wijl soms duldelooze pijnen haar beletten zich ge heel te wijden aan die vereerende taak. Juist dit besluit teekeut de edele vrouw of geheel haar plicht vervullen, öf af scheid nemen van haar school en haar kleinengeen half werk. Wie de Anna Paulowna School heeft bezocht, leerde haar kennen in haar arbeid die alle bezwaren en er waren dik wijls zeer groote wist te overwinnen. Wie gezien heeft hoe zij, van een karig inkomen, telkens en telkens voor haar kleuters verrassingen wist te bereiden of feestjes te organiseeren voor hen, die zoo weinig weten wateen feest is; wie heeft opgemerkt hoe zij, immer eigen belang verre achterstellend bij dat van haar school, ten zegen is geweest voor de „kleine jeugd van Amersfoort", wie dat alles weet, beseft ook hoeveel deze in haar verliest. Anderen, die haar kennen uit haar I haar groote verdiensten door haar de geschriften welke, opmerkelijk genoeg, alle in de laatste jaren verschenen zagen daarin niet alleen haar edel karak ter, maar ook haar groote vaardigheid en zeldzame tact om te wijzen op de tekortkomingen van en tegenover het Feuilleton. gouden medaille der Oranje Nassau-orde te verleenenhet Bestuur der school beloonde die door haar, met de gaarne verleende hulp van enkele vrienden en vereerders, een onbezorgdeu rusttijd te verzekeren. De kinderen schonken hun geliefde leermeesteres een aandenken dat ze „da gelijks moet gebruiken" en door hun „juf" met te meer waardeering werd aanvaard, omdat deze weet met. hoeveel moeite het geld daarvoor werd bijeenge bracht. Aanvankelijk wilde zjj dan ook niets weten van zulk een cadeau, doch men bad en smeekte haar het te willeu aannemen, en hiertegen was „moeder" Schermer niet bestand. Maar ook de oud-leerlingen hebben zich niet onbetuigd gelaten en haar een zeer passend huldeblijk geschonken, bijeenge bracht uit hun klein inkomen, van het met dikwyls zooveel moeite verdiend weekloon. Üoch al scheidde juffrouw Schermer van haar school, zjj blijft •wonen te Amers foort, dat haar lief geworden is, bjj haar vele vrieudiunen en vrienden, die haar zoo hartelijk liefhebben otn haarschoone gaven van geest en hart. Moge zij de welverdiende rust nog in lengte van jaren kunnen genieteu. volk. Noemen we slechts haar artikelen in de Holla/tidsche Lelie en De Hervorming onlangs verzameld in het bundeltje „Haar Geloof"herinneren we slechts aan De nieuwe gulden", aan haar „Kerstengel" en vooral aan haar „Jubeltonen" bjj het 50-jarig bestaan harer School en aan den Vrij naar het Duitsch. 37) Hoo kon zij nu daarover tobben? Hij wus zeker nog erg ziekhet schrijven kostte hem zeker nog veel moeite, en misschien was hij ook bevreesd, dat die brief zou gelezen worden door de doctoren en onthield hij zich daarom van lieve, teedere uitingen, waarvan zijn hart toch zeker overvloeide voor haar. Zij maakte er zich zelf een verwijt van, dat die koele brief haar zoozeer teleurstelde, maar in elk geval moest zij gevolg geven aan Martins verzook, niet meer zoo dikwijls naar hem te komen vragenhij mocht haar toch nog niet ontvangen en het gaf maar aanleiding tot spot ternijen onder het bedienend personeel, schreef Martin. Geen enkel vriendelijk, teeder woordjt aan het slot van den brief; niets dan de on- derteekening „Martin" Acht dagen lang wachtte Nelly tevergeefs op een tweeden brief, dien Martin haar beloofd had; zij wachtte nog een paar dagen en nog een eon paar dagen, toen hield zij het niet langer uit. Op een van de laatste dagen van October ging zij nog eens weer naar het ziekenhuis. De jonge assistent-arts ontving haar dezen keer met een zonderlingen glimlach en anders dan gewoonlijk, misschien wel even beleefd, maar zeker met veel tninder deelneminghet kwam haar voor, alsof.de dokter zich kwijten moest van een opdracht, die hem niet zeer aangenaam was. Hij gaf haar eerst zeer goede berichten om trent den toestand van den patiënt; Martin werd langzamerhand sterker, maar hij was nog onder den invloed van een zielelijden, dat dikwijls voorkomt bij zulk een hevige ziekte, liet was daarom noodzakelijk, dat hij nog een week of twee, drie in het ziekenhuis bleefbezoeken wilde hij nog niet ontvangen, daarvoor was hij te neerslachtig, daarom verzocht de dokter Nelly, maar kalm af te wachten, tot de heer Hellberg haar zelf zou verzoeken, eens bij hemtekornen. Treuriger nog dan ze gekomen was, verliet zij het hospitaal 1 Martin wilde haar niet zien daar was zij zeker van. Maar waarom wilde hij haar niet zien Dat was al heel zonderling I Het was onmogelijk 1 Hij moest zeker nog erg ziek zijn, en daarom moest zij hem ontzien ja, zij zou geduldig zijn Eindelijk, den 25sten November, ontving zij de volgende regelen Lieve Nelly, Morgen verlaat ik het ziekenhuis en kom dan in den loop van den dag bij u. Martin. De groote hitte in zijn bureau deed Godfried goed. Het was buiten bitter koud en Godfried was geheel verkleumd, toen hij uit het Grünewald in het gerechtshof tsrug kwam. Toen hij zich ontdaan had van zijn pels, ging hij met do handen op zijn rug bij ae kachel staan om zich tc warmen. De treurige heelden, die hij het zien van zijn huis en van de villa van Tcnfplin, in scherpe trekken voor hem opdoemden, schenen hem minder droevig toe, nu hij het vaste voornemen had opgevas om vrede te sluiten met Martin bovendien werden in zijn bureau, waar alles hem aan zijn beroepsbezigheden herinnerde, zijn ge dachten al zeer spoedig afgeleid van zijn porsoon- nu pas verschenen bundel „Diefde en Plicht" dien zjj, als afscheidsgroet schonk aan al haar oud-leerlingen, die ze nim mer uit het oog verloor, die ze troostte in hun leed, met wie zij verheugd was in hun blijdschap. H. M. de Koningin-Regentes erkende KENNISGEVINGEN. NOTIFICATIE De GEDEPUTEERDE STATEN der provincie UTRECHT, Voorzieningen willende nemen tot hot doen opmaken der lijst van «Ie tioogsiiuingexliiKenen In h UIJkH directe beluHtlngon, ter benoeming van leden voor de Eerste Kamer der Stuten-Gene raal Gelet op de 2de alinea van art. 102 dor Wet van 7 September 1896 (StuatBhlad no. 154), re gelende het kiesrecht, enz. Noodigen de inwoners vun dit gewest uit, om, bijaldien zij elders dun in deze Provincie in 's Rijks directe belustiugen zijn aangeslagen, daar- vun vóór den 15den Maart 1897 todoen blijken. lijke aangelegenheden. Stolpe had zulk een vreemd gezicht gezet. Wat zou hij hem te zeggen hebben Hij ver moedde, dat de veronderstelling van Stolpe ge wicht in de schaal zou leggen als hem maar een of ander spoor werd aangewezen, dat hij volgen kon; nu wist hij werkelijk niet, wat te doen. Wanneer het bericht, dat hij voor de couranten had opgesteld, maar zooveel gevolg had. dat men do indentiteit van het gevonden lijk met iemand, die vermist werd, kon vuststellen, dan kon men eerst beginnen met het zoeken naar den schuldige. Godfried keek op zijn horloge. Hij werd eenigs- zins ongednldig. Stolpe kon elk oogenblik bin nenkomen. Een paar minuten later werd deze dan ook aangediend. „Welnu, Stolpe," zei Godfried, nndut hij hem vriendelijk goeden dng had gezegd. „Hier kan niemand ons storen; wil je mij nu nog iets ver tellen Spreek maar gerust!" „U moet weten, mynheer, dat ik er het rayno van denk het is mnur een vermoeden God moge 't mij vergeven, als ik verkeerd doe ik zon het mij zelf nooit vergeven, als ik een on-' schuldigemaar het wil nu eenmaal niet uit mijn hoofd om kort te gaan, ik heb een neef 't is eigenlijk een neef van mijn vrouw hij is een slechte kerel, muur daarom behoeft hij nog niet Jozef Attonhofer heet, hij," „Attonhofer herhaalde Godfried, „dien kon ik immers ook! Nu wat wil ie van hem zeggen „Dat zal ik u verteller., mijnheerVerleden zomer heeft hij ons weer eens bezocht het ging hom al heel Biecht, en als hij heelemaal niots meer heeft dan ltebben wij altijd nog wel wat eten voor hem over" „Een borrel ook," zei Godfried ertusschenin „Je vrouw heeft wel dikwijls haar nood bij mij- geklaagd, oude zondaar!" „Dat was in 't begin van den zomer, mijnheer, maar luter niet meer, dat verzeker ik u ik heb mijn oudje beterschap beloofd en u kunt het haar vragen, of ik mijn woord heb gehouden." „Maar vertel nu verder 1" „Toen hij geen borrel meer kreeg, kwam hij ook bijna nooit meer bij ons. Ja, wat zal ik u zeggen op den avond na dien hovigon Btorm wij dachten, dat de wereld verging de zwaarste hoornen in het Grünewald vielen om." „Dat herinner ik mij, 't was den loden Sep tember." ,jJuist," zei Stolpe. ,,'t Was half September mijn vrouw en ik zaten rustig in onze kamer duar komt die Attenhofer aan hy zag er uit, alsof hij dronken waszijn kleeren zaten van boven tot onder vol modder; hy klappertandde en zijn knieën knikten, hij vertelde ons, dat hij juist de wolkbreuk getroffen hadhij was uit gegleden en de hemel mocht weten hoe lang hij in den regen was blijven liggen. En omdat hij zich ongesteld voelde, was hij bij ons geko men Wij hadden toon werkelyk medelijden met hem en mijn vrouw, die anders niets voor hom over heeft, zeide„Jozef, doe muur gauw die natte kleeren uit." Maar dat wilde hij niet. Hy wilde niets anders hebben dan sterke koffie en toon hij die gebruikt had, zeido hij„Misschien zal het my nu wel beter gaan, want ik heb eon hoor gevonden, die good bctualt; ik moot een groote reis voor hom doen en kom u nu moteen goeden dag zoggen." Daarop zei hy ons vuurwol on vertrok." Stolpe hield evon op, om wat te ruston na dit voor hem zoo ongewoon lange verhaal. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1897 | | pagina 1