Gemengd Nieuws.
deed zij de boodschappen en rekende zij mol,
de leveranciers af. De/.e voor haar leeftijd
niet ten volle geëigende arbeid schijnt «ie
geestvermogens van lietrkind sterk ontwikkeld
te hebbenhet meisje heeft althans een
Sroote mate van scherpzinnigheid ontwikkeld,
ie haar echter op den duur op het kwade
pad heeft gebracht,
In het werk bijna een volwassene geworden,
was baar niettemin de snoeplust van bet kind
bijgebleven, en «loze snoeplust, iu gewo.ie
gevallen licht te onderdrukken, beeft nu een
opzending naar een Rijksopvoedingsgesticht
ten gevolge. De gelegenheid maakte haar
tot dievegge; kameraadjes profileerden mede
van de achtergehouden centen, waarvoor
snoeperijen gekoeld werden de kameraadjes
wilden allengs meer en meer prolijl en zotten
dus liet meisje tot erger diefstal aan de
centen werden dubbeltjes, de dubbeltjes wer
den kwartjes. Van dit achterhouden van
enkele centen geraakte het kind tot bedrog
met rekeningen en quitanties, totdat bet
eindelijk uitkwam, dat zij haar mevrouw
sinds langen tijd, week op week, bestolen
had.
Iu de bank der beklaagden gedroeg bet
kind zich, als begreep zij geen tittel of jota
van wat er met haar voorviel. De officier
van Justitie achtte bet oordeel des onderscheids
dan ook afwezig en vroeg opzending naar
een Rijksopvoedinggestichtde verdediger,
mr. Boissevain, vereenigde zich met het
requisitoir en na alloop der zitting bleek,
dat, noch aan de moeder, noch aan liet kind
de beteekenis «Ier goëisclite straf ook maar
eenigszins duidelijk was.
Zou zoo'n «mevrouw" óok niet eens eenigen
tijd naar een opvoedingsgesticht moeten ge
zonden worden
Een kind van 13 jaar, dat reeds anderhalf
jaar meid-alleen is!
Een van de lezers der Telegraaf die een
jongsten bediende voor zijn handelskantoor
zocht, ontving o. ra. den volgenden sollici
tatiebrief:
«Als opmerking in het advertentie in de
Courant
Stel ik mij gaarne in de vrijwilligheid om
mij in uwe ten dienste te zijn.
Zoo u s. v. p. mij de vrijwilligheid wilt
verleenen.
Dan verlang ik de prijs van Salarus liefst
Kost en inwoning.
Deze brief zelfstandig geschreven Oud 22
jaar.
Na een vriendelijk groete," enz.
Eu nu zijn er nog die beweren, dat het
onderwijs in de Nedet'landsche taal op onze
Lagere scholen geen goede resultaten op
levert
Te Nichtevecht hebben een paar grappen-
makkers Maandagnacht een schoenmakers-
uithangbord afgehaakt, dit vervangen door
een ander, met een opschrift dat nu niet
bepaald betrekking heelt op bet vervaardigen
van laarzen, en bet eerste bevestigd om
den nek van bet baantje van den toren.
Zulke kunstenaars moesten voor straf
worden ingedeeld als pijpleiders bij de brand
weer te Amsterdam.
In de Verzekeringshode leest men«Iets
nieuws onder de zon! Het Gemeentebestuur
van Kaïnpeu heeft aanbesteding uitgeschreven
voor de verzekering van bet gemeenteamb
tenaars- en bedienden personeel tegen onge
lukken."
Dat is weer een echte Kampei-streek.
De Maatschappij tot Exploitatie van Staats
Spoorwegen beeft bet voornemen, met in
gang van I Maart kilometerboekjes der 2e
klasse in te Voeren van 500 K.M. De waar
borgsom voor de nieuwe boekjes zal de helft
zijn van de thans bestaande, dus f2.50. De
geldigheidsduur van de boekjes is eveneens
zes maanden.
De Gemeenteraad van 's-Gravenbage heeft
met 29 tegen 0 stemmen gehandhaafd bet
besluit tot oprichtiug van noodklassen voor
openbare Lagere scholen, welk besluit, gelijk
we bereids meedeelden, «looi- den Minister
van Binnenlandscbe zaken strijdig met de
wet werd geoordeeld.
Dit jaar zullen 100 van de 130 voor de
veldartillerie benoodigde paarden in ons land
en dus slechts 30 in Ierland worden aange
kocht.
Een te Ginneken wonend dienstmeisje, dat
op baar gemak 14 boterhammetjes naar bin
nen speelde, zeide een half uur later baai-
dienst op omdat haar «volk" baarhonger
liet lijden
Te Winschoten zag men Zaterdagmiddag
iemand zijn hond, die voor een slede gespan
nen was, na het dier eerst barbaarsch ge
slagen en gestooten te heb! en, bij herhaling
in den snuit bijten om bet te dwingen de
veel te zware vracht te trekken.
Reigers worden beschouwd als weervoor-
spellers. Het zijn, zooals men weet, trekvogels
maar als ze geen strengen winter verwach
ten, blijven verscheidene hier, en meenen
de vertrokkene, dat liet barste weer achten
den rug is, dan komen zij hun oud jachtveld
weer opzoeken. Zoo werden reeds in de
vorige week in Zeeland reigers gezien die-
uil hei Zuiden kwamen aanzetten en dus
overtuigd schenen, dat het nu met de kou
zoo'n vaart niet meer zal loepen.
Te Vinnen doet zich een vreemd ziekte
geval voor. Een löjarig meisje aldaar is overdag
als een krankzinnigeze lacht, danst, praal
alles door elkander, of is zeer iu /.icli zelve
gekeerd en neemt van niets notitie. Tegen
9 uur 's avonds evenwel komt er verandering
in baar toestand; dan wrijft ze zich de oog
gen uit en zegt: «Hó, wat heb ik weer lang
geslapen". Hel verdere gedeelte van den dag
is zij volkomen helder van geest en ook
's nachts slaapt ze rustig. Onwaakt ze's mor
gens dan is ze weer als den vorigeu dag.
Deze treurige toestand duurt nu al 4 weken
de moeder is dood en de vader een arm dag-
loonei-, heeft nog 7 kleine kinderen te vezor-
In de onderaardsche gangen van den St..
Pietersberg bij Maastricht heef' sinds eenigen
tijd een zonderling zijn intrek genomen. Deze
holbewoner, zekere Louis Wijnands. een
dertiger, woont reeds sedert jaren in de ge
meente St. Pieter, ofschoon tot voor korten
tijd boven den grond. Verstandelijk abnormaal
en lijdende aan toevallen als hij is, werd hij
ongeschikt voor zijn werk bij den boer, zoodat
hij ontslagen werd. In een gedeelte van
den berg heeft, hij zich thans een bedstede
gemaakt en bij leeft daar nu rustig en on
gestoord.
Des daags gaat hij rond om voor eten te
zorgen, waaraan het hem dan ook niet ont
breekt. Indringers duldt hij niet in zijn ge
bied komen er vreemdelingen, dan weet hij
ze spoedig te verjageneen brandend bosje
sti-oo verspreidt zulk een verstik kenden rook,
dat de nieuwsgierige overhaast de vlucht
neemt.
Daar het gedeelte der gangen waar hij
verblijf houdt, privaat eigendom is van een
grondbezitter, die den zonderling zijn leven
niet misgunt, heeft men hier met een per
manenten hoi-bewoner te doen.
Dat de bestemming van bet hoofdhaar is
de hersenen tegen snelle afwisseling van
temperatuur te beschutten, is zeker een niet
onbekend feit, maar boe groot die werking
is, zal wel minder bekend zijn.
Een Duitsch hoogleeraar, Exner, gaf dit
in cijfers aan in een vi -rdracht over het
ineuschelijk haar in de Artsenvereeniging te
Weenen.
Hij nam proeven met een schedel, waar
van een gedeelte kaalgeschoren was, terwijl
op de andere helft het baar (matig dik en
enkele centimeters lang) was gelaten. Beur
telings wei-den beide helften verwarmd,
telkens 15 minuten achtereen, waarna 5
minuten rust, van 6 u. 10 tot 9 u. 25 en
wel van 18" 0. tot 39" 25. Welk resultaat
verkreeg hij toen 1 Gedurende de eerste twee
perioden, waarin de behaarde helft werd
verwarmd, steeg de temperatuur in deschedel-
holte resp. 2" 1 en 1", maar in de drie
anderedaalde zij 0.1, 0.37 en u.30
graad, terwijl zij daarentegen 'looi- de (gelijke)
verwarming van de kale hel ft steeg met 4° 5,
2° 54. 10 97, 1" 75 en 1° 65.
Van die matigende werking van het haai-
geel't de volgende berekening een verklaring.
Het met haar begroeide hoofdoppervlak is
gemiddeld ongeveer 700 vierk. centimeters
groot. Bij een meusch met een matigen
haargroei staan er op eiken vierk. centimeter
ongeveer 300 haren. Al kan men iemands
haren moeilijk teilen, hun getal vrij nauw
keurig schatten op ongeveer 228 000 kan men
dus wel. Een haar van 8 c.M. lang heelt, daal
de dikte ongeveer 0,06 rn.M. is, een opper
vlak van 15 vierk. millimeters. De gezamen
lijke oppervlakte haren is dus3i/2
vierk. Meter.
De slotsom is, dat de inensch, die een
matige portie haar op zijn hoofd heeft,
dat, daar de hoornstof waaruit het bestaat
de warmte zeer slecht geleidt, de huid tegen
zonnehitte beschut en die warmte weer uit
straalt in 45 maal gunstiger condit-e is
dan iemand met een kalen kruin.
Dat de haren op de huid overigens nog
andere function uitoefenen en o. a. gedeel
telijk dienen ais tastorganen, ten-einde ge
voelige lichaarasdeelen, zooals de oogen, te
beschermen tegen schadelijke aanrakingen,
wees de hoogleeraar verder uitvoerig aan.
a. leverde hij daarvan een bewijs met de
volgende proef: aan een ooghaartje kleefde
bij een stukje ijzervijlsel, en zoodra hij nu een
stroom liet gaan door een elektromagneet,
zóo zwak dat aan het haartje slechts een
nauwelijks merkbare beweging was waar te
nemen, kreeg de persoon, met wien de proel
werd genomen, reeds een gewaarwording
alsof de oogharen werden aangeraakt. Deze,
en daarna de haren der wenkbrauwen, zijn
dan ook de allergevoeligste.
Op weikon Imogen prijs men in Engeland
de werkzaamheid dei-Pers stelt, blijkt uit bet
feit, dat dagbladen in de openbare scholen
wo den gebruikt als leermiddelen. Zoo werd
do door de Dailg Chronicle gepubliceerde
reisbeschrijving van Kriljof Nansen door
verscheidene onderwijzers op school met
hun leerlingen gelezen en besproken. Uit
een niededeeling van andere onderwijzers
vernam men, dat de leerstof niet vuur de
eerste maal genomen werd uit couranten,
maar velen van ben «leze reeds langen tijd
bij hun onderwijs gebruiken. Vooral onder
wijzers in de Aardrijkskunde maken zich
de dagbladberichten over reizen naar on
bekende landen en de daaraan toegevoegde
kaarten ten nutte. Zij wachten niet eerst
tut een kaart van een nieuw onderzocht
land in den handel is verschenen, maar
nemen hun toevlucht tot de door de cou
ranten gepubliceerde schetskaartjes. Naar een
der onderwijzers meedeelt, vindt men in
enkele klassen borden met uitknipsels uit
de couranten, bijzonder geschikt ter onder
richting van de scholierenin zijn klasse
is een bord vol van alle door de bladen uitge
geven kaarten van Madagascar, Matabeleland,
China, die welke betrekking hebben op
Nansen's Noord poolreis, enz.
Een ander onderwijzer verzekert, dat men
in alle goede scholen er op uit is de scho
lieren in nauwe voeling te brengen met de
gebeurtenissen van bun tijd: te dien einde
wordt een ruim gebruik gebruik gemaakt
van dagbladen en tijdschriften, een wijze
van onderrichten op de openbare school,
die voorzeker verre de voorkeur verdient
boven alle methodisch ouderwijs en pedante
boekenwijsheid.
In het British Medical Journal bespreekt
dr. YV. Pringle Morgan een eigenaardig ge
val van zoogenaamde woordblindheid. Het
betreft een gezonden knaap van 14 jaar,
den zoon van welgestelde en intelligente
ouders. Het is dezen knaap onmogelijk,
lezen te leeren, hoewel hij sedert zijn zevende
jaar uitstekende onderwijzers had. Geen
hunner kon hem echter doen begrijpen,
welke beteekenis de verschillende combi
naties der letters hebbenmet geen moge
lijkheid kon de knaap bet begrip eener
lettergreep vatten. Overigens is hij een op
gewekte jongen, vlug en bedreven in jon
gensspelen. Zelden gelukt bet hem, de vijf
letters van zijn naam Persy in be
hoorlijke volgorde te schikken. Vijf minu
ten later weet hij niet meer wat zij voor
stellen. In rekenkunde en algebra is hij
iets beter thuis. De onderwijzer, die hem
sedert eenige jaren onderricht geeft, zegt
dat de knaap een uitstekende leerling zou
zijn, wanneer het onderwijs geheel monde
ling kon worden gegeven. In een minder
verlichten tijd zou de arme jongen onge
twijfeld iederen dag op een aanzienlijk
quanturn slagen met de plak onthaald ge
worden zijnthans zoekt men naar mid
delen om hem te helpen,
Gelukkig komt woordblindhcid hoogstzel
den voor.
De grootste bijenkorf der wereld is gewis
die, welke zich iu Californiein de «Bee Rock"
bevindt.
De «Bee Rock" (bijenrost) is een rots, die
ongeveer 40 M. hoog is en zich steil verheit
aan de bedding van een zijtak der Avroyed
Alcade. Zij toont van achteren en van ter-
zijden diepe kloven, die door millioenen bijen
worden bewoond. Men kan de hoeveelheid
honig die er in is zelfs niet schatten, daar
men de diepte van deze kloven niet kent.
Men ziet vele honigraten, maar het is ze
ker dat er een nog veel grooter aantal
voor het oog verborgen zijn. Het is
ondoenlijk iu de kloven te dringen, want liet
kost al moeite de enkele raten aan den in
gang machtig te worden, waarvan de opbrengst
per jaar reeds honderden Kilogrammen be
draagt.
Een orgel uit een kerk stelen, is voorze
ker iets geheel nieuws; vreemd keken, de
geestelijke en de geloovigen van de Protes-
tantsche kerk te Pleasant-Wally, in den staat
Wisconsin, dan ook op, toen zij bemerkten,
dat het groote nieuwe orgel spoorloos ver
dwenen was. De tot nog toe niet ont
dekte dieven hadden zich kordaat laten in-
stuiten, het orgel heel netjes uit elkaar ge
nomen en stuk woor stuk weggedragen,
waartoe zij volop tijd en gelegenheid schrijven
gehad te hebben.
De Archives de la Médicine navale hebben
de sterftecijfers van den veldtocht in Mada
gascar nu definitief medegedeeld. Deze ge
tallen zijn vaneen treurige welsprekendheid
van de 22 850 man, die in 't geheel tot tuch-
tiging van de Hova's naar het groote Afri-
kaansche eiland gezonden werden, zijn 7498
gestorven, dus juist een derde. Het meest
hebben de genietroepen geleden, die bij het
aanleggen van wegen en bruggen moesten
wei-ken twee derden van deze mannen heb
ben den dood gevonden in liet ongezonde
klimaat. Na hen wijst het bataljon jagers
het grootste verliescijfer aan (63,2 pet), hoofd
zakelijk ten gevolge van den marsen naar Tsa-
rasotra. De inlandsche troepen, die onder
Europeesche kaders waren ingedeeld, toon
den veel meer weerstandsvermogen, maar
de hulptroepen, zooals de Sakalawen, als
de uit Noord- en West-Afrika gezondenen,
zooals de Kabylen en de Senegaleezen, zijn
zwaar geteisterdop 8000 man kwamen
3000 sterfgevallen onder hen voor.
Hoe een vrouw' uit de groote wereld in
't begin dezer eeuw, liever iu 1805, gewoon
was den dag te besteden.
Hoofdzakelijk wordt liet grootste deel van
den dag door een «madame" uit den aan
zienlijken stand aan duizenden kleine zor
gen voor haar toilet gewijd. Niet zoodra is
zij uit baar bed gestapt, of zij neemt een
Chineescb bad, geparfumeerd met welrie
kende amandelzeep. Een paar kameniers, die
groote vaardigheid in haar» vak" gekregen
hebben, wrijven haar in met allerlei parfums,
en bewerken de nagels van handen en voeten
op de meest zorgvuldige wijze. Daarna wik
kelen zij hun meesteres, nadat deze zich de
moeite gegeven heeft om het linnengoed aan
te trekken, in een elegante peignoir, waarna
de dame dejeuneert, terwijl zij allerlei koop
lieden, modisten, en naasters onvangt en met
deze de noodige besprekingen houdt. Niet zoo
dra zijn dezen vertrokken, of monsieur Cour-
bette, de «professeur" der etiquette, treedt
binnen om haar te onderrichten, hoe zij het
bevalligst buigen en groeten moet; hij leert
baar boe zij met den waaier baar gedachten
uiten kan, in éen woord, hoe zij zich naar
de regelen der etiquette gedragen moet.
Als de «les" afgeloopen is, laat zij haar
secretaris ontbieden, die een paar briefjes,
welke zij hem dicteert, voor baar te schrij
ven heeft. Nauwelijks is dit afgeloopen, of
zij keert tot haar reeds wachtende kameniers
terug om zich te kleeden voor een rit te
paard.
Na een paar uur komt ze thuis. Eerst past
zij bet een of armer nieuw kleedingstnk voor
de groote spiegels, daarna wordt haar de
kapmantel omgeslagen en thans stelt zij zich
onder de handen van haar kaper, want voor
het kapsel onder den hoed zijn kameniers
bekwaam genoeg, maar de coiffure voor het
diner en den avond moet een kunstuk, en
eiken dag liefst anders, gearrangeerd zijn.
Die «haarkunstenaar" brengt allerlei teeke-
ningen van door hem ontworpen coiffures
mee en, als de dame gekozen heeft, gaat hij
volgens zijn model aan liet werk, waarbij hij
allerlei onderhoudende verhalen heeft te ver
tellen.
's Avonds zit zij, prachtig gekleed, in de
loge van het eene of andere thé&tre, dat in
de mode is. Na afloop wacht haar een fijn
souper, waaraan gewoonlijk eenige vriendin
nen en vrienden mee aanzitten, die zich la
ter vermaken tot laat in den nacht met eenige
gezelschapspelen. De morgen breekt menigmaal
reeds aan, als de vrouw des huizes zich door
haar kameniers laat ontkleeden om zich
daarna neer te vlijen op de fijne lakens van
Hollandsch linnen.