Maandag 26 April 1897. No. 4661, 46e Jaargang. Binnenland. VERGIFT. PHOENIX BROUWERIJ H. MEURSING Co. AMERSFOORT. Specialiteit in Exportbier naar de Tropen. Uitgave Firma A. H. VAN CL E E FF te Amersfoort. 'Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden f 4.franco per post \.\b. Ad verten tiën 46 regels 60 cent; elke regel meer 40 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, ofiicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 45 cent. Afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. Bureau KORTEGRACHT 56 Telephoon 19. KENNISGEVINGEN. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, Gezien art. 5 der Wet tot regeling van den kleinhandel in sterken drank en tot beteugeling van openbare dronkenschap Brengen ter openbare kennis, dat een verzoek schrift om vergunning tot verkoop van sterken drank in het klein bi', hen is ingekomen van JOHANNES HEEZEMANS, te Haastrecht, in het perceel wijk G. no. 277 alhier. Amersfoort, den 22 April 1897. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, F. D. SCHIMMELPENNINCK. De Secretaris, W. L. SCHELTUS. MOND- EN KLAUWZEER. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT, Brengt ter kennis van belanghebbenden dat, behalve in de gemeente Soest, gevallen van mond- en klauwzeer in den loop dezer maand zijn voorgekomen in de gemeenten Kamerik, Driebergen, Zeist, Kinschoten. Montfoort, Bun schoten en Wijk-bij-Duurstede. Amersfoort, 23 April 1897. De Burgemeester voornoemd, F. D. SCHIMMELPENNINCK. HH. MM. de Koninginnen zullen 30 dezer van Amsterdam rechtstreeks naar het bui tenland vertrekken. Na een oponthoud van twee dagen te Stuttgart, waar HH. MM. incognito familiebezoek brengen, en een ver blijf van 10 a 12 dagen te Weenen, zullen HH. MM. sejour maken te Altensee in het Salz. Kamrnergüt en omstreeks half Juni in het vaderland terugkeeren. In de Staatscourant is opgenomen de vol gende kennisgeving van het Ministerie van Buitenlandsehe zaken Bij bet uitbreken van den oorlog tusschen Turkije eu Griekenland herinnert de Neder- landsche regeering allen Nederlanders, en in het bijzonder hun die in de Levant gevestigd zijn, dat zij zich behooren te onthouden van elke handeling die geacht zoude kunnen worden in strijd te zijn met de strenge onzijdig heid van Nederland tegenover (le oorlog voerende mogendheden. Het is hun aanbevolen, werkelijke blok kades en andere, overeenkomstig het volken recht gebruikelijke, maatregelen der oorlog voerende mogendheden te eerbiedigen. De Regeering waarschuwt ben, dat zij slechts Feuilleton. 4). Mijn liefde voor u is echter een gevaarlijke en kan ous buiden in het verderf storten, klonk het van ouder hot masker. Wij moeten elkaar in het geheim liefhebben en in het geheim gelukkig zijn. Dat kunnen wij zijn, wauneer gij du zelfbe- heersching bezit u alles te ontzeggen en m\j alleen toe te behooren. O, ik volg u tot aan het einde der wereld zwoer Benodiet. De domino drukte hartstochtelijk den arm van den jongen man en voerde hem buiten het gewoel van de wandelende maskers. Stel hot u echter niet te gemakkelijk voor, het voorwerp mijner liefde te zijn, ging de dame voort. Wanneer gij ooit mijn ijverzucht opwekt, dan zal ik u dooden. Ujj kunt de kracht mijner liefde tot u niet afmeten, omdat gij niet weet, wat ik voor u waag. Wee u, wanneer go ooit uw hart aan mij wilt onttrekken. Zij waren in een afgelegeu hoek van de balzaal gekomen, die geheel met planten bezet was. Do domino nam het masker af en Benedict zag het heerlijk schonne, door den hartstocht nog meer betooverend geworden gelaat der aanzienlijke dame uit de equipage voor zich. Kus mij en noem mij Leontine, zeide zij, ter wijl zij hem den mond toestak. Een bedwelming van zinnen overviel Benedict, toen hij de voorname vrouw in de armen sloot en haar eeu vurigen kus op de lippen drukte. dan op hare bescherming of tusschenkomst te hunnen behoeve kunnen rekenen, wanneer zij zich zorgvuldig onthouden van elke schen ding der neutraliteitsplichten, terwijl zij zich, bij miskenning dier plichten, blootstellen aan schade, moeilijkheden en vervolgingen voor den Nederlandschen of den vreemden rechter. In hun antwoord op het sectieverslag der Eerste Kamer omtrent het wetsontwerp tot oprichting van Kamers van Arbeid, bestrijden de Ministers van en Justitie van Waterstaat, die zich dankbaar betoonen voor de krachtige verdediging welke de instelling van verschil lende zijden vond, tegenover hen, die daarvan een weinig gunstig resultaat voorspelden, dat er een principieel verschil zou bestaan tus schen net oorspronkelijk ontwerp en het wetsvoorstel dat ten slotte de Eerste Kamer heeft bereikt. Evenmin als de afdeelingen zijn thans de Kamers vakvereenigingenimmers in beide was en is plaats niet slechts voor een enkel bedrijf of een groep van verwante bedrijven, maar voor verschillende bedrijven, al zal bet ook raadzaam zijn, bij de oprich ting niet meer bedrijven in éen Kamer te vereenigen, dan van wier afgevaardigden een vruchtbaar onderling overleg mag ver wacht worden. De Regeering verklaart ten aanzien van de plaats in dit wetsontwerp aan de vrouw toegekend, aan de zijde te staan van de verdedigers. Zij komt met nadruk op tegen de bewering, dat vrouwen minder vatbaar zijn voor koele redeneering, in de goede be- teekenis dezer uitdrukking en ontkent dat bet gemis van rechtsbegrippen bij de vrouw in liet algemeen grooter zou zijn dan bij den man en dat dus tegen het zitting nemen van een vrouw als lid van een verzoenings- raad of als arbiter uit dien hoofde meer be zwaar zou bestaan dan tegen het optreden als zoodanig van eiken man. De »Ned. vrouwenbond tot verhooging van het zedelijk bewustzijn" heeft eeu mani fest tot de kiezers gericht, waarin het er op aandringt, dat vertegenwoordigers worden gekozen, die voorstanders zijn van de opheffing van de huizen van ontucht, het onderzoek naar het vaderschap, de vrije beschikking van de vrouw over haar vermogen en andere begin selen. opdat de vrouw de plaats zal kunnen inemen, haar van Godswege aangewezen. De Ned. Vrouwenbond verklaart buiten de politieke partijen te staan. Onder de leidsvrouwen dezer vereeniging vinden wij de meest bekende aristocratische namen. De dames verklaren tevens, niet dezelfde rechten als de mannen te verlangen. De Nederlandsc'ne afdeeling der algemeene wereld taalvereeniging »Ballif mekom valiïdi" zal haar 7e algemeene vergadering houden te Rotterdam, op Zondag 16 Mei. a. s. Onder de personen,aan wie verleden week te Leeuwarden een akte als onderwijzer is toe gekend, behoort iemand, die reeds 28 jaar is en nu toe dokterskoetsier was. Weder een bewijs van hetgeen een vaste wil vermag. Dat het vee goedkoop is tegenwoordig, weet haast iedereen, wel niet uit zijn slagers boekje maar door de nieuwsbladen, maar dat er een levende melkkoe verkocht wordt voor de som van aebt gulden, zooals te Klaaswaal de vorige week heeft plaats ge had. kan toch wel als een zeldzaamheid beschouwd worden. Den 29sten Maart was een schoenmaker uit Leiden, die Vrijdag in Den Haag terecht stond, uit Veenhuizen waar hij reeds 8 maal heengezonden wasteruggekeerd met een uitgaanskas van 1'46. en den Sisten Maart d. a. v. stal hij een jas en 2 vesten om weer aan jenevergeld te komen. In twee dagen was alles verdronken. Hij gaat nu weer voor 6 maanden naar de ge vangenis. In een tuin te Hansweert bevindt zich een volière, waarin verschillende vogel soorten hun verblijf houden, o. a. een meerl die verleden najaar werd gevangen en in de volière opgesloten. Het gezang van haar echtvriend is nu door het wijfje opgemerkt, en dit heeft een nest gebouwd in een boom in de onmiddellijke nabijheid van de volière. Het wijfje zit te broeden, doch verlaat sotns voor een korte poos het nest en gaat dan het mannetje door de traliën der volière heen voeden, terwijl het omgekeerd soms zelf door haar echtvriend gevoederd wordt. Er zijn wel raenschen, die een voorbeeld konden nemen aan dit vogelpaar. In het Haagsche Dagblad komt een hoofd artikel voor niet van de redactie echter waarin op een verandering van het leger bestuur wordt aangedrongen. Moet, vraagt de schrijver de deplorabele toestand waarin ons krijgswezen is gebracht, niet ten deele geweten worden aan het feitelijk te niet gaan van een krachtig, con stant, koninklijk oppergezag over zee- en landmacht Wat is thans feitelijk de leidende gedach te, die .bij de kwijting van den heiligen plicht der landsverdediging voorzit Waar is de forsehe hand, die als een tweede Stadhouder Willem III eens het roer zou kunnen omgooien, een vasten koers zou kunnen kiezen en leger en vloot weer met ontplooide vlag en vaandels uit het polder- moeras te voorschijn zou weten te brengen? Kan een ernstige hervorming wel ooit tot. stand komen als resultante van de tegen strijdige, elkaar vernietigende en verwate ren de beschouwingen van acht Ministers, hon derd Kamerleden, en een nog grooter aantal min of meer invloedrijke adviseurs huiten het Parlement En is het dan niet juist als we beweren, dat een van de groote oorzaken van den deplorabelen toestand, waarin ons krijswezen verkeert on waarin het gedoemd schijnt voor eerst te blijven, gelegen is in de feitelijk te geringe macht der Kroon, en in de onver- Toon hij tot ziclizelven kwain, zag Benedict, dat hij alleen was. Een krankzinnige smart greep hem aan. Heelt zij een wreed spel met mij gespeeld? steunde hij krampachtig. Odat zou vreeselijk zijn. Zij kan mij niet in onzekerheid laten zij moet nog hier zijn, ik zal haar vinden. Benedict wilde den wintertuin inloopeu om daar op alle paden de rood-en-zwarto domino te zoeken, maar een mannelijke domino hield hem tegen. Mijnheer, ik heb u belangrijke mcdedeelingen te doen, zeide de gemaskerde tot hem. Laat mij gaan ik heb geen minuut te ver liezen, antwoordde Benedict. U hebt den tijduw zoeken zou toch vruchte loos zijn, u zult Leontine niet meer hier vinden. Benedict staarde den domino verwonderd aan. - Kern 1 I.COI Ik kom namens haar. Hoe moet ik dat begrijpen Ik sprak toch zooeveu met de dame, die zich Leontine noemt Er zal u nog zooveel onbegrijpelijk toesehijneu, mijnheer, wanneer u het geluk of het ongeluk hebt, mot Leontine in aanraking te komen. Benedict fronste het voorhoofd en antwoordde daarop Voor een afgezant dor daine voert, u .tl een zeer eigonaavdigen toon, die mij bijna doet vrcezen, dat u eeu vijand is van Leontine. De domino nam zijn masker af. Een bleek, slechts voor de helft met een donkeren haard bedekt, gelaat vertoonde zich. Veel vertrouwen boezemde dat gelaat niet in integendeel, een men- schenkenner zou daaruit gelezen hebben, dat de man zeer veel beleefd moest hebben en geen nieu weling op het gebied der salon-intriges moest ziju. Benedict maande zich dau ook iu stilte tot voor zichtigheid aan. Reeds het zonderlinge optreden en de hartstoch telijke woorden van Leontine hadden hem tot na- denkon gestemd, maar thans, in de nabijheid van dezen gezant van Leontine met zijn bleek, strak gelaat, voelde Benedict zich zeer onbehaaglijk. U wantrouwt mij, zeide de domino. Inderdaad, ik zou niet de waarheid spreken wanneer ik bet tegendeel beweerde, antwoordde Benedict. Hier hebt u een bewijs, dat ik in opdracht van Leontine bjj u kont. Welk bewijs dan U bezit een strookje papier, dat om de came lia's was gewikkeld. Hier is het overige van die strookde afgescheurde kanten moeten iu elkaar passen. Zie zelf maar. Het is zoo, zeide Benedict, ik moet u wel geloovcuwat hebt u mij namens Leotine te zeggen Ik moet u een geheel verhoor doen ondergaan, zeide de bleeke man met een glimlach. En wanneer ik zal antwoorden, mag ik dan daaraan de voorwaarde verbinden, dat ik ook iets over Leontine zal vernemen Leontine zal u zelf inlichtingen omtrent haar gevenmijn opdracht gaat niet zooverbovendien weet ik omtrent Leontine niet veel meer dan u. Het is goed, ik zal u gelooven,zeide Benedict. De ander veroorloofde zich, den arm van Bene dict te nemen en hem naar eeu sofa te voeren, waarop hij den jongen man uitnoodigde plaats te nemen en begon toen het aangekondigde verhoor. Uw naam? Wat doet mijn familienaam er toe? Ik heet even eenvoudig Benedict als zij Leontine heet. Goed, u is dus mijnheer Beuedict; noem mij Ajiatole, op die wijze kunnen wij gemakkelijker met elkaar spreken. Zooals u wilt. Is u onafhankelijk Tot zekere hoogte, ja. Hoe moet ik dat verstaan Ik wil daarmee zeggen, dat de vrijheid in mijn handelingen eenigzins beperkt is. Door een huwelijk? Benedict schrokzou die onbekende zijn geheim huwelijk met Roosje kennen Maar hij herstelde zich dadelijk eu hernam Waar denkt u aan? Neen tot heden ben ik nog niet gehuwd. Maar binnenkort? Benedict haalde de schouders op. Ik begrijp u, sprak de domino, u is verloofd, maar u bemint uw verloofde niet. Hoe zou ik dat kunnen Is Leontine voor mjj niet alles ter wereld riep Benedict uit. U is dus gedwongen tot een huwelijk uit be rekening Ja. Welnu, mijnheer Benedict, u zult niet trouwen. Mijnbeer u schrijft mij wel wat vermetel de Mijn waarde heer Beuedict, dat mag ik doen wanneer u Leontine bemint; ik heb er volstrekt geen recht toe als dit niet het geval is. De domino wilde opstaan om het gesprek af te breken. Denedict hield hem terug eu fluisterde opgewonden Ik hemin Leontine doe met mij wat gij wilt zeg wat ik doen moet en ik zal het doen. De bleeke man staarde doordriugend in de vol verwachting op hem gerichte oogen van Benedict en begon toen zijn mededeelingen. Terwül hij sprak, ging Benedict meermalen een rilling door de leden. n dien carnavalsnacht over- Mevrouw Keller n leden. De morgen was aangebroken, de geheele dag ver liep, maar de bedienden en de overige bewoners van het huis wachtten tevergeefs op Benedict. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1897 | | pagina 1