BEDRIJFSBELASTING. De RURGEMEESTER der GEMEENTE AMERSFOORT. Gezien het besluit van den Heer Commis saris der Koningin in de provincie Utrecht van den 22. April 1807, no. 1 AZ.. (Provin- riaalblad no. 49V1)oudende bepaling van den tijd en de wijze der beschrijving voor de belasting op Itedrijfs- en andere inkomsten voor het dienstjaar 1807 08: Brengt bij deze ter kennis van de inge zetenen. dat de uitreiking der beschrijvings biljetten een aanvang zal nemen op Maandag, den 3. Mei eerstkomende en de wederinza- meling na twintig dagen, gerekend van den dag der uitreiking. Wordende de belastingplichtigen opmerk zaam gemaakt op de bepalingen van art. 12 2, 2de lid. 1" d. en 3. art. 14. 1. 2, 3 en 4, art. 15. 1 en 5 2. art. 1G. art. 34. lste lid. art. 45 en art. 47 5, 6 en 7 «Ier Wet van 2 October 1803 (Staatsblad no. 140), luidende Artikel 12. S; 2, 2de lid 1° d. Biljet B wordt uitgereikt: Aan alle in het Rijk wonenden aan wie biljet /I wordt uitgereikt, voor zooverre zij den ontvanger der directe belastingen uiter lijk op 15 Mei hunnen wensch om een biljet B te ontvangen, schriftelijk hebben kenbaar gemaakt. 3. Iéder, aan wien een beschrijvings biljet is uitgereikt, hetzij voor hein persoon lijk of als belastingplichtig voor anderen, is gehouden de daarin gestelde vragen dui delijk, stellig en zonder voorbehoud naar waarheid te beantwoorden en het met zijne naamteekening te bekrachtigen. Hij, aan wien een biljet is gezonden, en die over het loopend belastingjaar in eene andere gemeente van het Rijk is aangeslagen of daar reeds aangifte heeft gedaan, ver meldt dit on het biljet, met opgaaf van den naam dier gemeente, onverminderd zijne ver plichting tot aangifte in het geval, bedoeld bij art. 14 S; 4. De aangifte voor hier te lande gevestigde naamlonze vennootschappen, commanditaire vennootschappen op aandeelen, coöperatieve of andere vereenigingen, onderlinge ver zekeringsmaatschappijen, sociëteiten en stich tingen. geschiedt door de hier te lande ge vestigde bestuurders of beheerende vennooten die van spoorwegondernemingen bedoeld bij art. 1 f, door haren vertegenwoordiger, bij de Nederlandsche Regeering. Artikel 14. 1. Allen die op 1 Mei uit eigen hoofde ol als gemachtigde, vertegenwoordiger of tusschenpersoon belastingplichtig zijn, zijn ehouden uiterlijk binnen twee maanden na en dag, door den Commissaris der Koningin in de provincie voor het begin van de uit reiking der beschrijvingsbiljetten bepaald, hunne aangifte in den voorgeschreven vorm op biljet .4 in te dienen, bijaldien zij dit biljet A niet hebben ontvangen of bet niet is teruggehaald. Dit voorschrift is niet van toepassing op hen die een Nederlandsch Staatsambt uit oefenen buiten het Rijk. op de spoorweg- wegondcrnemingen bedoeld bij art. 1 op dezulken die alleen belastingplichtig zijn naar uitkeeringen en uitdeelingen, noch op hen voor wie ingevolge art. 7 3, 4 en 5 de belasting verschuldigd is in de persoon van een ander. De indiening geschiedt ten kantore van den ontvanger der directe belastingen, ter plaatse waar zij ingevolge art. 17 moeten worden aangeslagen of indien aldaar geen zoodanig ontvanger gevestigd is. bij het be stuur der gemeente. Het gemeentebestuur zendt de aangiften on verwijld aan den ontvanger der directe be lastingen tot wiens kantoor «Ie gemeente behoort. 2. De hiervorenbedoelde termijn kan door den hoofdambtenaar der directe be lastingen, bedoeld bij art. 19. worden verlengd. 3. Belastingplichtigen, wier winstaan gifte afhangt van de nog vast te stellen balans der onderneming, kunnen veorloopig volstaan met de beantwoording van het be schrijvingsbiljet .4. en biljet B. indien hun dit is uitgereikt, voor memorie invullen. In dit geval zal echter die aangifte moeten volgen binnen acht dagen na den termijn voor die vaststelling bepaald, waartoe hun desverlangend de vereischte formulieren koste loos worden, verstrekt. 4. Bij aanvang van belastingpligheid in den loop van het belastingjaar doet hij, die uit eigen hoofde of voor anderen belas tingplichtig is, binnen vier weken daarvan, onder vermelding van zijn adres en den grond zijner belastingplichtigheid. aangifte ten kantore van den ontvanger tier directe belastingen in «le gemeente, waar hij inge- gevolge artikel 17 zal worden aangeslagen, of, indien aldaar geen zoodanig ontvanger gevestigd is, bij het bestuur der gemeente. Het bestuur der gemeente zendt in het laatste geval die aangifte onverwijld aan den. ontvanger der directe belastingen, tot wiens kantoor de gemeente behoort. Daarop worden hem aangeteekend per post het biljet of de biljetten toegezonden, die hij ingevolge artikel 12 2 zou ontvan- vangen hebben, bijaldien zijn belasting reeds op 1 Mei had bestaan. Behoort hij tot de lastingplichtigen bedoeld bij artikel 1« of tot de gemachtigden van belastingplichtigen bedoeld bij art. 1/t, aan wie het biljet B niet wordt uitgereikt, doch wenscht hij dit biljet niettemin te ontvangen, zoo maakt hij dezen wensch schriftelijk kenbaar aan den ontvanger of het gemeentebestuur vermeld in de eerste lid dezer paragraaf, tegelijk met zijn «laarbedoelde aangifte. Hij bezorgt het biljet of de biljetten, des- gevorderd tegen ontvangsbewijs. binnendri«, weken na den dag «Ier toezending ter plaatse waar hij die aangifte, vermeldt in het eerste li-b heeft gedaan. Het gemeentebestuur, «lat het biljet of «Ie biljetten ontving, zendt deze onverwijld aan den ontvanger. Voorts is artikel 12 3 eerste en 4 laatste lid hier van toepassing. De in deze paragraaf genoemde termijnen kunnen door den hoofdambtenaar der di recte belastingen, bedoeld hij art. 19, verlengd worden. Artikel 15. 1. Bij verandering van de bijzonder heden in biljet A vermeld, binnen twee maanden nadat het biljet is ingeleverd, wordt daarvan binnen veertien «lagen «looi den aangever schriftelijk kennis gegeven aan den onvanger der directe belastingen in de gemeente waar de aanslag zal ge schieden, of, zoo daar geen zoodanig ont vanger gevestigd is. bij liet bestuur «Ier ge meente. Het gemeentebestuur zendt deze kennis geving on verwijk! aan «len ontvangerder direc te belastingen, tot wiens kantoor «Ie gemeente behoort. 2. Ieder «lie optreedt als bestuurder of beheerend vennoot van eene hier te lande gevestigde vennootschap, onderlinge ver zekeringmaatschappij. coöperatieve vereeni- ging of van eene vereenigingot'stichting «lie een bedrijf of beroep uitoefent, of alsboek- homler eener hier te lande gevestig«le reederij, is gehouden daarvan schriftelijk binnen éen maand kennis te geven bij het bestuur «lei- gemeente waar hij woont. Het gemeentebestuur handelt met deze kennisgeving op «ie wijze voorgeschreven in de laatste zinsnede «Ier vorige paragraaf. Artikel 16. Hier te lande wonende beheerende ven nooten van Nederlandsche vennootschappen en maatschappen, als bedoeld in art. 6 «5 2.| en van de in art. 1 b bedoelde commanditaire vennootschappen op aandeelen, bestuurders van hier te lan«le gevestigde naamlooze ven nootschappen. coöperatieve en an«lere ver eenigingen en onderlinge verzekeringmaat- schappijen, alsook boekhouilers van hier te lan«le gevestigde reederijen mogen niet tot het doen van uitdeelingen of uitkeeringen, waarover volgens art, 5 SS 1 en 2 en art. 6 2 belasting verschuldigd is, overgaan, alsvoren daarvan aangifte gedaan en de over vroegere uitdeelingen of uitkeeringen verschuldigde beiasting betaald te hebben. Bij liquidatie mogen de hier bedoelde uit deelingen of uitkeeringen niet geschieden, alvorens de daarover verschuldigde belasting is voldaan. Artikel 34. Handelsreizigers, kramers en alle venlere personen, «lie hun beilrijf ot beroep rond trekkend uitoefenen, voor zoover zij behooren tot de bedoeMen bij art. I a. h en k, zijn gehoinlen.on vermin«ler«l hunne verplichtingen omschreven bij artt. 12 en 14. zich ter plaatsebin'ien het Rijk. waar zij zich na het he- ginjvan het belastingjaar het eerst bevinden, bij het gemeentestnur s«-liriftelijk aan te melden, met opgaaf van hun naam. hunne woonplaats en hun bedrijf of beroep. Ten blijke «lat zij hieraan voldaan hebben, ont vangen zij kosteloos een «looi- of vanwege het hoofd van dat bestuur onderteekend bewijs, dat zij gehouden zijn me«le te on derteekenen en op aanvraag aan ambtenaren der directe belastingen te vertoonen. Artikel 45. BestuuiMers van «Ie bij art. I b en e be- doeMe naamlooze vennootschappen, coöpe ratieve vereenigingen. an«lere vereenigingen en stichtingen, «lie een bedrijf of beroep uitoefenen, onderlinge verzekeringsmaat schappijen en sociëteiten, alsook beheerende vennooten van hier te lamle gevestigde com manditaire vennootschappen op aandeelen en boekhouders van hier te lande gevestigde reederijen, zijn gehouden binnen veertien dagen na «1e vaststelling van ballans of re kening een zoodanig uittreksel als noodig is tot toelichting der winst, uitkeeringen of uitdeelingen, te doen toekomen aan «ten voorzitter «Ier commissie van aanslag, be- doeld bij art. 10 1 b of 2. die «len aan slag moet regelen. Artikel 47. 5. Hij, «lie daartoe gehouden, nalaat de verplichtingen na te komen bedoeld bij art. 15 t; 1 eerste lid, en art, 15 j; 2 eerste lid, wordt gestraft met een geldboete van ten hoogste f25.Gelijke straf wordt op- gelegil in geval van overtre«ling van art. 45. 6. Overtreding van art. 16 wordt ge straft met. een geldboete van ten hoogste f400.- 7. Personen, «lie van een bewijs voor zien moeten zijn als bedoeld in art. 34 en «lie in gebreke blijven «lit bewijs op aan vrage aanrbevoegde ambtenaren te vertoonen. worden gestraft met een geldboete van ten hoogste f25. Geven zij ter hekoming van dat bewijs aan het bevoegd gezag een valschen naam, woonplaats, bedrijf of beroep op. of maken zij gebruik van het aan een ander algegeven bewijs, dan worden zij gestraft met eene geldboete van ten hoogste f150. Amersfoort, den l Mei 1897. De Burgemeester voornoemd, F. D. SCHIM MELPENNINCK De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT. Gelet op art. 6 der Wet van den 2. Juni 1865 (Staatsblad No. 95), Brengen ter kennis van het publiek, dat een door 1. van VOLLEN HOVEN alhier ingediend verzoek, met bijlagen, om ver gunning tot het plaatsen van eene Dow- son-gas-machine in het perceel alhier gelegen buiten den ürooten Koppel Wijk H. No. bij het kadaster bekend onder Sectie A.No. 1352, op de Secretarie der gemeente ter visie ligt, en dat op Za terdag deu 15. Mei aanstaande,des voor middags te elf nreu, gelegenheid ten Raadhuizewordt gegeven om, ten overstaan van het Gemeentebestuur van éen of ineer zijner leden, bezwaren tegen het plaatsen der machine in te brengen. Amersfoort, deu 3. Mei 1897. Burgemeester ea Wethouders voornoemd, De Burgemeester, F. D. SCHIMMELPFiNNINCK. De Secretaris, W. L. 8CHELTUS. De BURGEMEESTER en WETHOU DERS van AMERSFOORT, Gezien art. 8 der Wet van den 2. Juni 1S75 (Staatsblad no. 95), Brengen ter kennis van het publiek, dat door hen aan Chr. PLEIN ES en zijne rechtverkrijgenden vergunning is verleend om zijne fabriek, alhier gelegen in «Ie Korte Bergstraat, wijk G. No. kada straal bekend onder Sectie D No. 2007, uit te breiden: en dat door hen aan I. van HOOGSTRATEN en J. S. J. i»k JONGH (handelende onder de tinna GREEVE Co) en hunne rechtverkrijgenden vergun ning is verleend oin een gasmotor van éen paardekracht te plaatsen iu het per ceel alhier gelegen iu «le Muurhuizen wijk B. no. 14, kadastraal bekend onder sectie E. uo. 3885. Amersfoort, den 4. Mei 1897. Burgemeester en Wethouders vooruoeind, De Burgemeester, F. D. SCHIMMELPENNINCK. De Secretaris, W. L. SCHELTUS. SGHOU W De BURGEMEESTER en WETHOU DERS van AMERSFOORT, Gezien art. 22 van het Reglement op het onderhoud en gebruik der wegen in de provincie Utrecht d.d. 8 November 1853 (Provinciaal blad No. 102), alsmede, art. 104 van het algemeen politie-regle- ment voor de gemeente Doen weten, dat de bij voormelde ar tikelen bedoelde v«x)ijaars-schouw over de wegen, slooten en waterleidingeu, aan hun toezicht of beheer onderworpen, zal gehouden worden op Donderdag, den 20. Mei aanstaande en volgende dagen. Wordende bij deze de bepalingen van bovengemelde reglementen aan de belang- hebbenden iu herinnering gebracht. Amersfoort den 4. Mei 1897: Burgemeester en Wethouders voornoemd De Burgemeester, F. D. SCHIMMELPENNINCK. De Secetaris, W. L. SCHELTUS. Stremming van het verkeer or* DKX H EI LIG ENB ERG ER )V EG De BURGEMEESTER en WETHOU DERS van AMERSFOORT, Brengen ter kennis van belanghebben den, dat van 17 Mei tot 12 Juni 1897 het verkeer op den Heiligenbergerweg over «le brug bij Bellevue zal zijn gesloten. Uitsluitend voor personen zal een nood- brugje worden gelegd. Gedaan te Amersfoort, den 4. Mei 1S97. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, F D. SCHIMMELPENNINCK. De Secretaris, W. L. SCHELTUS.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1897 | | pagina 5