Maandag 19 Juli 1897. PHOENIX BROUWERIJ Specialiteit in Exportbier naar de Tropen. No. 4685, 46e Jaargang. Binnenland. VERGIFT. H. MEURSING Co. AMERSFOORT. Uitgave firma A. H. VAN CL E E FF te Amersfoort. Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.franco per post 1.15. Advertentiën 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, oiïicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Afzonderlijke nummers iü rent. Rij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. Bureau KORTEGRACHT56 Telepiioon 19. Wij zijn gaarne bereid om, tegen vergoe ding van het porto, aan geabonucerden, die voor korten of langen tijd op reis gaan, de Aniersfoortsclie Courant en de bladen welke zjj door onze tnssclienkoinst ontvangen, na te zenden. Opgave van duidelijk adres ia voldoende KENNISGEVINGEN. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT, Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer gemeente, dat het door den Directeur van 's Rijks directe belastingen enz, te Am sterdam executoor verklaard kohier No. 4 van de Persoueele belasting over het dienst jaar 1897 aan den Ontvanger van 's Rijks directe belastingen alhier is ter hand gesteld, aan wien ieder verplicht is zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen. Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaatsen aangeplakt te Amersfoort, den 17 Juli 1897. De Burgemeester voornoemd, F. D. SCH1MMELPENN1NCK. Verkiezing van ëen lid van den Gemeenteraad. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT brengen ter kennis van be langhebbenden, dat ingevolge art. 7 der Ge meentewet op den 28. Juli 1897, ten Raad- huize van des voormiddags 9 tot des namid dags 4 uren, opgaven van candidaten voor de verkiezing van een lid van den Gemeen teraad in het lilde kiesdistrict kunnen worden ingeleverd. Deze opgaven moeien inhouden den naam, de voorletters en de woonplaats van «le candi daten en onderteekend zijn door minstens elf kiezers, bevoegd tot deelneming aan de ver kiezing van een lid van den Raad in het IJlde district. Formulieren voor deze opgave zijn ter Secretarie alhier kosteloos verkrijgbaar ge durende IJ dagen vóór en op den dag der verkiezing. Zoo noodig is de stemming bepaald op Diusdag, den 10. Augustus 1897, en de herstemming op Dinsdag, den 21. Augustus 1897. Amersfoort, den 17. Juli 1897. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, F. D. SCHIMMELPENN1NCK. De Secretaris, W. L. SCHELTUS. In welingelichte kringen wordt, naar de llaagsche bladen melden, thans verzekerd, dat het tegenwoordige Kabinet, onder leiding van den heer Rüell, aan het bewind zal blijven, maar dat voor enkele portefeuilles andere titularissen worden gezocht. Men spreekt van de vervanging der ministers van Binnenlandsche zaken, van Justitie, van Marine en waarschijnlijk ook van Waterstaat. Art. 8 van de Wet regelende het genees kundig staatstoezicht, bepaalt, dat de Minis ter van Binnenlandsche zaken jaarlijks aan de Koningin verslag doet van de bevindingen en handelingen van bet geneeskundig staats toezicht, en dat dit verslag door den druk openbaar wordt gemaakt. Thans, Juli 1897, is aan dit voorschrift voldaan, wat betreft, het. verslag over 1893 j De Minister van Financiën heeft voorge- i steld om op het recht van overgang van onroerende goederen, nagelaten door niet- ingezetenen, geen opcenten te hellen en de invoering van de gewijzigde Successiewet uit te stellen, totdat bovengemelde beslissing omtrent de opcenten zal zijn genomen. De Minister herinnert dat, krachtens het bekende amendement-Kolkman, het recht van overgang van onroerende zaken, nage laten door niet-ingezetenen, werd bepaald op S'/2 pet. Hij meent, dat die belasting hoog genoeg is om van de heffing van op centen af te zien. Zelfs zou hij bezwaar moeten maken, in de wet op de middelen voor 1898 die heffing op te nemen, omdat 't nu minder regelmatig zou zijn, gedurende enkele maanden op het verhoogde recht op centen te heffen en daarna de heffing te staken, en daar bovendien in de Eerste Ka mer zeer ernstige bezwaren werden ontwik keld tegen de heffing van 8!/2 pet. en 38 opcenten, acht de Minister aanneming van het nu gedane voorstel raadzaam. De Minister van Binnenlandsche zaken heeft nader op den loopenden dienst cange- vraagd een som van f78100, waarvan f27 500 ten behoeve voor den bouw van het pharmaceutisch laboratorium te Leiden f7500 voor ile nieuwe Hoogere Burgerschool en de Tuinbouwschool te Wageningen f8000 voor de hei-stelling en inrichting van het gebouw te Maastricht, hetwelk tot landbouw proefstation bestemd is; f5000 als eerste helft van een Rijkssubsidie ten behoeve van de Nationale tentoonstelling van vrouwen arbeid in Nederland, die in 18C8 ter gele genheid van de inhulding van H. M. de Koningin te 's-Gravenhage zal worden ge houdenen eindelijk f30 000 voor werken aan de gebouwen van 's Rijks-museum te Amsterdam, o. a. ter afwerking van het in wendige van het uit fragmenten van oude monumenten saamgestelde bijgebouw, waar van het wenschelijk is, de ingebruikstelling te bespoedigen, met het oog op een histo- l rische tentoonstelling betredende het Huis van Oranje-Nassau, welke men zich voorstelt I aldaar in 1898 te houden. Juni heeft ons een eindje voorwaarts ge- i bracht.. Voor het eerst in dit jaar is er ten i opzichte van de Rijksmiddelen een eenigs- zins belangrijke avatis te boeken. Hetgun- j stig verschil tusschen de opbrengst der mid- i delen in Juni 1896 en die van Juni 1897 bedraagt niet minder dan f694 971 ten voordeele van de nu afgeloopen maand, zoo- dat wij over het eerste halfjaar den achter- I stand, die in Mei nog uit de vijf maanden I des jaars bestond, thans hebben bijgewerkt op f2 680172 na. Het nadeelig verschil I tusschen de raming over vijf maanden en en de opbrengst tot en met Mei bedroeg f4 135 080; thans, over zes maanden, be loopt dit tekort f 4 057 422, hetgeen een betrekkelijke vooruitgang is (immers slinking van het tekort) maar waarvan 't nochtans te hopen is, dat het geen half beeld moge zijn van een eind-uitkomst over het volle jaar, omdat dan de misrekening al te groot zou wezen. Nu wij weer aan de winnende hand gekomen zijn, is 't echter te ver wachten, dat de tweede helft van 't jaar het beter zal maken dan de eerste. Tot den vooruitgang in Juni hebben zes hoofdgroepen medegewerkt en welde di recte belastingen met f511 757 de indirecte belastingen (met inbegrip van het successie recht) rnet f 397 866de domeinen met f15 640; de telegraphen met f5696 (waar toe de Kamer-verkiezingen wel hun aan deel zullen hebben bijgedragen)de Staats loterij (die ons de vorige maal gefopt en nu revanche genomen heeft) met f715 878 en de loodsgelden met f 12 175. Daartegen over staat een achterstand (altijd in verge lijking inet Juni 1896) op de invoerrechten van f 22 957; dat is de eerste teleurstelling sedert de invoering van de anti-smokkelaars-wet; maar wij hadden dan ook een mooi hoogte punt bereikt; op de accijnzen van niet minder dan f342 316; en op de posterijen van f20 909. Over het eerste halfjaar te samen geno- men is de achterstand over de verschillen I de middelen-groepen 12 346835; accijnzen f 1205 885; waarborg f2048; indirecte be lastingen f617 430. Dat zijn dus al de voor naamste inkomsten. De vermeerdering op de overige middelen beteekent weinig, hetzij wat het bedrag betreft, hetzij om den aard der middelen. Alleen de invoerrechten maken daarop een uitzondering. Zij gaven nu over het eei-ste half-jaar f207 753 méér dan in het eerste semester van '96. Voor 't overige is de belangrijkste toeneming f110996 over 6 maanden en wel hij de posterijen. Ook de telegraphen gaven iets meer (1 6801) en ook aan loodsgelden is f51 650 tot dusver meer ontvangen dan in '1896. Het verdem is van luttel belang. Het nu ingetreden half-jaar beter, zullen we maar hopen. Het verluidt, dat een van de laatste maat regelen van den tegenwoordigen Minister van Oorlog daarheen zou leiden, dat bij het wapen der infanterie liet aantal adjudanten- onaerofiicier weder met éen per bataljon Feuilleton. De Beaucourt nam weer plaats en ■/.eide: Komaan, lieve juffrouw Constance, nu zullen we weer eens vroolijk zijn. Ja, recht vroolijkriep de pBpa, en Constance herhaalde Recht vroolijk. Weer speelde die pijnlijke glimlach om haar lippen. Beauc beschouwde het ziekelijke meisje en nu kwam zij hem schoon voor, hoewel zij dat toch volstrekt niet was; maar de oogen, de oogen die hem zóo duidelijk de stervende Mariette voor den geest brachten, maakten haar in zijn oog tot een ware schoonheid. Het gesprek werd voor het grootste deel geleid door Lydia die pronkte met haar succes als „artiste" en door Hermann, die haar daarmee vleideDe Beaucourt sprak slechts nu en dan een enkel woord, Constance antwoordde alleen op hetgeen Beaucourt soms tot haar zeide en de man met de bakkebaar den lnchtt oni alles wat er gesproken werd en deed zich inmiddels aan alle gerechten en niet het minst nnn de champagne te goed. Toen na hel dessert een kistje havannah-sigaren op tafel lcwani, wist hij, met. ecu behendigheid die een goochelaar hem benijd zou hebben, daaruit een paar dozijnin de zakken van zijn jas tedoen verdwijnen. Constance zuchtte nu en dan, soms kuchte zij droog en drukte dan liaar zakdoek tegen den mond. Wanneer zij dieD dan weer wegnam, was er op het fijne battist een roode vlek waar te nerotn. Beaucourt zag het, en zijn hart kromp ineen. Dat arme meisje moest te bed liggen, onder be handeling van een bekwaam arts zijn, in plaats van eiken avond te moeten zingen in een met rook ge vuld lokaal. Ten slotte kou Constance het, ondanks de vrees voor haar vader, niet langer uithouden, Zjj sprong op en snakte Lucht, lucht moet ik hebben het is of ik stikken zal Aan haar gelaat was maar al te duidelijk te zien, hoeveel zij iuwendig moest lijden. Wanneer uw papa er niets tegen heeft, zeide de ridder snel, dan zal ik een rijtuig bestellen en een half uurtje met u gaan rijden. O dat. is zeer vriendelijk van u, mijnheer de baron, zeide de man met de bakkebaarden, en het zal Constance zeker goed doen. Constance sloeg linar versleten pelsmantel om en tegelijk nam haar vader Beaucourt ter zijde en fluis terde hem in het oor: Mijnheer de baron, ik ben voor het oogenblik in een kleine geldverlegenheid. Morgen moetik een wissel betalen en ik heb het geld niet voor het einde dezer week zoudt u mij met vijf-honderd mark willen bijstaan. Over een paar dagen zend ik ze u terug, geef mij uw adres maar op. De ridder haalde zijn portefeuille te voorschijn en gaf de gevraagde som aan den papa. Hier ziju vijf-honderd mark, zeide hij, mijn adres zal ik u later wel eens opgeven. Wanneer je mij toestaaat me een weinig voor je dochter te in- I terresseeren, dan zullen wij nog wel meer met el- l kaar in aanraking komen. Obaron, dat. zul best geschikt worden, zeide de man met de bakkeLaarden op gemeeuzamen Op die wijze liet hjj, met een schijn van voor naamheid, Beaucourt betalen voor het verlof om met Constance te gaan rijden. Weldra zat h\j met het meisje in een rijtuig en reed niet haar door de donkere straten. De regen had opgehouden en door het half geopende portier raampje woei een verkwikkende, frissche luchl naar binnen, die de zieke longen van Constance weldadig aandeed. Constance, begon Beaucourt, je bent niet ge lukkig. Angstig zeide het meisje Htb ik dan zooeven niet gelachen Ben ik niet vroolijk geweest? Constance, je zoudt mij beleedigen wauueer je meende, dat ik deze gewetenlooze comedie voor eclit gehouden had. Je kunt tegenover mij je hart gerust uitstorten en behoeft niet te vreezen, dat ik iets aan je vader verklappen zal. Constance drukte den ridder bedeesd tie hand. 01 u helit maar ai te zeer gelijk, mijnheer, stamelde zij, maar wat kan ik er tegen doen Ik weet zeer goed, dat het zingen in dat met tabaks rook gevulde lokaal mijn dood zal bespoedigen, maar dat is mij eigenlijk een troost, want de dood zal m(j van mijn lijden verlossen. Maar wanneer ik dat nu eens deed, door je aan de macht van je vader te onttrekken Dat zou een edele, menschlieveude daad zijn. mijnheer; maar het is reeds te laat; myn kwaal heeft te diep wortel geschoten om nog genezen te I kunnen worden. 1 Oje bent nog niet zoo ziek als je wel denkt en zoolang er leven is, is er hoop, troostte De Beau court, Constauce glimlachte droevig, maar sprak hem toch niet tegen. Beaucourt ging voort; Mag ik je eens het een en ander vragen, docli I wees vooraf verzekerd, dat geen nieuwsgierigheid Imiju drijfveer is, maar oprechte belangstelling. Zeker. Heb je je moeder nog Niet meer en de man, dien ik papa noem, is ook mijn vader niethij is mijn grootvader. Dus je bent de dochter van Mariette riep Beaucourt uit. Ja, antwoordde het meisje maar ik heb moeder nooit gekend, want reeds als klein kind werd ik bij vreemde menschen besteed. Grootvader heeft mij verteld, dat ik mij over mijn vader moet schamen, want dat hij in de gevangenis is gestorven. Toen hij daarin gebracht werd, bleef moeder met mij onverzorgd achter en grootvader bezorgde haar een engagement als chanteuse. Zjj kon zich daarom niet met mij bezighouden en dus werd ik toever trouwd aau een oude vrouw. Die was zeer goed voor mij en zij heeft mij dikwijls verteld, dat moeder zeer schoon, maar ook heel ongelukkig was. Ik heb je moeder gekend, zeide Beaucourt, en ik zal niet gedoogen, dat het kind van Marriette doodgemarteld wordt. Zijn stem trilde van geestdriftin dit oogenblik was hij niet alleen jong van uiterlijk, mnar ook I het bloed stroomde weer even snel door zijn aderen I als in de dagen zijner jeugd. I U hebt mijn moeder gekend herhaalde Con- De ridder drukte de teere haDden vau het bevende meisje en zeide op plechtigen toon Je hebt in mij een vriend. Constance, een op* i van ganscher harte. De Beaucourt kwam. eerst tegen den morgen thuis. Hoewel hij het nachtbraken geheel was afgoAvend, kon de oude heer toch den slaap niet vatten. De gedachte nan Mariette wilde hem maar niet verla- (ll'ordf vervolyd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1897 | | pagina 1