Maandag 9 Augustus 1897. No. 4691, 46e Jaargang. VERGIFT. Binnenland. PHO EN IX BRO W E RIJ H. MEURSING Co. AMERSFOORT. Specialiteit in Exportbier naar de Tropen. Uitgave Firma A. H. VAN CL E E FF te Amersfoort. Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.franco per post f 1.1.0. Advertentie!) 16 regels CO cent; elke regel meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Ijegale-, oflicieële- en onteigeningsadvertenliën per regel 15 cent. Afzonderlijke nummers 10 cent. Bij adverlentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. Bureau KORTEGRACHT 56 Telcphoon 19. Wij zijn gaarne bereid om, tegen vergoe ding van liet porto, aan geabonneerden, die voor korten of langen tijd op reis gaan, de Amorsfoortscke Courant en de bladen welke zij door onze tussch en komst ontvangen, na te zenden. Opgave van duidelijk adres is voldoende. De Latijnsehe School te AMERSFOORT. (SEPT. 1619—NOV. 1623) II. Geen van allen werd echter om zijn geloof lastig gevallen, daar de Regeering overtuigd was, het best de belangen der burgers te behartigen door zooveel mogelijk de ver draagzaamheid te betrachten. Toen men echter zag, dat de Schole, voor welke Amers foort van oudsher steeds veel heeft gevoeld en gedaan, merkbaar achteruitging, dacht men de buitenwereld te moeten toonen, dat godsdienstzin ook hier voorzat en dat rneu er opstond, dat de Gereformeerde Religie de jeugd werd ingeprent. De geconcipieerde artikelen tot redres moesten dit aan belang hebbenden duidelijk makenwie weet of men de gerezen ergernis dan nog niet kon be zweren. In deze artikelen werd bepaald: »ln den eersten, dat de rector ende d'hypo- didascali, tegenwoordig in dienste ende nyet van de Gereformeerde Religie zijnde, gehou den worden, hare. kinderen die zij leeren, noch in de lessen in der schole, noch in de camerlessen nyet in te planten die l'auselicke Superstitiën ende tgene strijdich zij met die Gereformeerde Christelijke Religie. »Dat het morgen- ende middach gebedt, daervsin aucteur es Erasmus, enije het avont- gebed ingestelt bij de voorz. Gecommitteer den in de schole des morgens, middachs ende avonts respectivelyck bij een van de disci pulen bij gebeurte zullen gelesen ende met behoorlicke eerbiedinghe opgeseyt worden in yedere classe. «Dat die Rector ende ondermeesteren ge houden zullen zijn hare discipulen ende commensalen (welcker ouders van de Religie zijn ende tzelve begeren) te gebyeden dat ze des Sonnendaechs in de schole commen daer men gewoonlyck is den Catechismum te leeren. «Dat de Praeceptor nullanorum gehouden zal wesen zijne jongens van buy ton te doen leeren ende alle Saterdagen op'te laten seg- gen die tyen geboden, twaalf!" artikelen des Feuilleton. 33). Er had zich namelijk een onbedwingbaar verlangen van mij meester gemaakt om de comcdianten na te reizen en mij bij hem aan te sluiten. De dagelijk- sclic omgang met mijn krankzinnigen vader was mij onverdraaglijk geworden en daarom besloot ik, aan dat verlangen te voldoen. Voor liet eerst van mijn leven werd ik toen een huichelaar; ik veinsde vroo- lijkbcid en tevredenheid, alleen om bij u geen ach terdocht op te wekken. Hoe hoog ik de kunst ook schat om zijn gelaat, zijn spraak en zijn gebaren dienstbaar te maken aan den dichter en diens ver heven gedachten aanschouwelijk voor te stellen, even diep veracht ik het komedie-spelen in het. dage- lijksch leven ik had daarom in die dagen een af schuw van mijzelvcn, maar ik moest huichelen, wilde ik mijn plan doen slagen. Mijn hooggeachte leermeester, wees zoo goed, aan mama de beweegredenen tot mijn vlucht mee te deelen en haar te zeggen, dat het mijn vaste voor nemen is, mij moedig een weg te banen op het hellend vlak der kunst. Vaarwel; wees verzekerd, dat ik steeds vol liefde en dankbaarheid aan u zal blijven denken al? een vader. Adrian". De Beaucourt liet dezen brief, na hem gelezen te hebben, aan zijn bevende hand ontvallen. Arme jongen, mompelde hij, hij heeft zich door het blinken van het klatergoud laten verblinden en vermoedt niet welke teleurstellingen hem wachten. Daarna stond hij met een zucht op en begaf zich naar de vertrekken van de gravin. Deze zat als uit Christelicken Gelooffs, Tvader onse ende die Gebeden voor ende na den eeten soo dzelve achter den Catechismum staen.*) «Dat de Rector ende Hypodidaseali ge houden worden hare discipulen en commen salen te belasten (te weten welcker ouders van de Religie siju) des Sonnendachs in de Predicatie te comen, derwaerts zij zullen wordei» geleyt door den Praeceptor sextae classis, die oock schuldieh zal zijn omtrent haer te zitten om gedurende die Predicatie opsicht. op haer te nemen ende in behoor licke stilte te houden. «Ende opdat te beter die ordre in de scholen eens wel gestelt gestadich mach- onderhouden worden, stelt de voors. magis- traet tot school arch en beyde d'Predicanten Henricum Joannis ende Arnoldum Oortcam- pium met den Secretaris deser stadl ten eynde d'zelve, te weten de voorsz. Henricus crnle Arnoldus elck oij beurten nelfeus den Secretaris sullen staen over die examina van de studenten, die exereitien ende orationes somwijlen visiteren ende letten dat alles naer behoren in de scholen mach toegaen". Zoo had men eene poging gedaan om den ouden bloei der school te herstellen. Of het goed heeft gedaan, vind ik nergens vermeld. Een goede waarborg moest althans de be reidwilligheid der Predikanten zijn om het toezicht op de school op zich te nemen, daar niemand hen van Arminiaansche of ICatho- Onze school was verdeeld in acht klasseu, waarvan de eerste en de tweede gewoonlijk onder den Rector stonden, de andere ouder den Conrector en de Praeceptores (ook hypodidaseali en school meesters). Deze inrichting komt volmaakt overeen met die van de Hieronyinus-school te Utrecht en andere scholen uit dien tijd. Behalve deze acht klassen vinden wij echter ooknogeeno classis iufimu of nulla, waarvan de leerlingen genoemd worden nullam. Dit schijnt eeue voorbereidende klasse ge weest te zijn, waarin reeds, zij het ook in geringe mate, kennis gemaakt werd met het Latijn. In cenc Series Lcclionwn van het midden der 17e eeuw lezen wij „in classe nvlla omnibus 'noris docetur Latine et belgice legere". Dit Latijn lezen zal daar wel lezen zonder begrip geweest zijn. Later, in 1600 ongeveer, heeft de in richting der school eene aanmerkelijke verandering ondergaan. lieke neigingen kon beschuldigen of ver denken. Maar de jaren 1618 en 1619 naderden. Allen is bekend hoe in dit laatste jaar de Arminiaansche partij werd onderdrukt op eene wijze, die in lijnrechten strijd was met het begrip van godsdienstvrijheid waarvoor de Calvinisten reeds zóo lang en met zóo veel vuur de wapenen hadden gevoerd. Nu zij op gewelddadige wijze en met goedvinden, ja door toedoen van Maurits werden bestre den, verloren de Remonstranten al hun in vloed en er werd voor gewaakt, dat in het vervolg slechts zij oflicieele posten zouden bekleeden, die het formulier van de Dord- sche Synode onderteekenden. Zoo kwamen i ook de Katholieken in een moeilijk parket j en in onze stad deed zich het geval voor, dat minstens twee van dezen liever hun ambt j wilden neerleggen, dan hun geloofsovertui- I ging geweld aandoen. Uitdrukkelijk schreef de Nationale Synode j van 1619 voor, dat «de particuliere Synoden I ende dassen belast werden niet alleen te letten op de Kercken maar ooek op de Scholen endeCollegien mitsgaders d'Rectoren ende andere meesters die daer over gestelt sijn, en is bij de Gedeputeerden des Natio- nalen Svnodi seker formulier geconcipieert en bij de Groot Mogende Heeren Staten ge- approbeert om van alle de Rectoren ende Schoolmeesters so latijnsehe, fransche ende duytsclie, onderteykent te worden". De acte, die alhier onderteekend moest worden, luidt aldus «Wij onderschreven Rectoren ende School meesteren, resorterende onder den Classe van Amersfoort, verclaren oprechtelijk in goeder consciëntie, voor den Heere met dese onse onderteyekeninge dat wij van herten ge voelen ende geloven dat alle die articulen ende Stucken der Leere in de Confessie ende Catechismus der Nederlantsehegereformeerde Kercken begrepen mitsgaders voorschreven leero in den Nationalen Synode anno 1019 tot Dordrecht gestelt in alles met Godes Woordt overeeneomen, beloven derhalven dat wij de voorschreven Leere getrouwelyck sullen voorstaen en de Jonckheyt naer eysch van onsen Beroep ende haer begrijp neer- stelick inscherpen op peyne dat wij hiei tegens doende van onsen schole-dienst sullen onlset wesen". Een exemplaar dezer acte, welke aanwezig; is in het Archief van de Classis Amersfoor:, der Ned. Hervormde Kerk, is geteekend dooi1 T. Schut, Petrus Schut, Theodorus Henrici, A. Schut, Justinus Heck, Joannes van Bern- mei, Henricus Hopstenius (allen Rectoren en Praeceptoren) en vele schoolmeesters. Wordt vervolgd). Voor de Inhuldigingsfeesten van H. M. de Koningin is een aardig plan gevormd. Men wil trachten te bewerken, dat elkegemeenle welke bij de binnenvaart betrokken is, go- durende de feest week in 1898, een versieid vaartuig naar Amsterdam zende, waarvan de bemanning zich in plaatselijke kleede'- dracht tooien moet en welk schip aan de illuminatie zou moeten deelnemen. Door den Minister van Oorlog is bepaald, dat voortaan per lichting, en per c.ompagrie twee miliciens tot milicien-korporaal kunnsn worden bevorderd, rnet dien verstande even wel, dat de millicien-wielrijder der compagnie bij gebleken geschiktheid, eveneens tot mi licien-korporaal kan worden aangesteld. Vertier, dat per lichting en per compagnie één milicien tot milicien-sergeant kan worden bevorderd en dat die titularis bij gebleken geschiktheid ook kan worden gekozen uit de millieien-korporaal-wielrijders. In Friesland wordt in den laatsten tjd opnieuw sterk geklaagd met name in le plattelandsgemeenten over de gevolgen der verwerping aoor de Tweede Kamer vun liet wetsartikel betreffende de opcenten op de landerijen der buiten wonende eigenaars, die zich te's-Gravenliage, Brussel, Parijs enz. hebben gevestigd. Wederom wordt er op gebouwen op haar stoel, toen hij baar ka mer binnentrad. Hij moest haar zeer dicht naderen en haar tweemaal aanspreken alvorens zij zijn tegen woordigheid opmerkte. Eindelijk sloeg zij haar doordringende oogen tot hem op en op gemelijken toon voegde zij hem toe Wat kom jc nu alweer doen Kom je mij zeggen, dat je nasporingen naar Adriau vruchteloos gebleven zijn Dat weet ik reeds. Je bent een treu rige uitvoerder van mijn hevelen. De ridder richtte zich hoog op en herhaalde op beleedigenden toon Bevelen Hij kromp echter terstond ineen bij den vernie tigenden blilc, dien de gravin hem toewierp en ging terstond veel onderdaniger voort: Ditmaal vergist ge u toch, mevrouw; ik heb een brief ontvangen van Adriin. Een vurige blos steeg naar liet gelaat der trotschc Wat zeg je? riep zij uit. Lees zelf, mevrouw. De ridder overhandigde haar den brief. Toen de gravin gelezen had, gaf zij den brief terug en haalde minachtend de schouders op. De jongen is gek, zeide zij, maar wij behoeven nu geen verdere moeite meer te doen om hem op te zoekenhij zal van zelf wel, door den honger ge dreven, terugkceren. Dan is mijn zending te Mönchen hiermede geëindigd veroorloofde Beaucourt zich aan te merken. ;oi Volkomen. Dus kan ik naar huis terugkceren? Zeker en wij zullen de reis gezamelijk makeu. Mevrouw de gravin wil Ja, ik heb er nu juist, in het leed dat Adrian mij berokkent, behoefte aan eenige weken met „hem" door te brengen. Het zal mij een eer zijn, mevrouw de gravin tot geleide te mogen verstrekken, zeide de ridder met een buiging. Eenige uren sporeus van do hoofdstad verwijderd lag het provincieplaatsje, waar De Beaucourt sedert jaren wooude. Hij en de gravin reden in een lompe koets, door twee boerenpaarden getrokken, van het statiou over den landweg daarheen. Hij had zijn fatterige kleedij afgelegd, de kleurstof zoo goed mogelijk uit zijn haar en knevel verwij derd, de schmink van zijn gelaat gewasschen en zag er nu weer in zijn reiskleeding uit, zooals toon wij hom het eerst aan den lezer voorstelden. Een glimlach van tevredenheid speelde om zijn mond, toen hij de oude huizen terugzag vau het stille plaatje, dat hem zoo lief geworden was. Hier was liet toch veel mooier, veel aangenamer dan in de woelige groote stad, waar hij nu weer zulk een bittere ervaring had opgedaan. Zoo'dacht de goede man en met de vlugheid van een jongeling sprong hij uit het rijtuig, toen dit voor het tuinhek van een kleine villa stilstond. De gravin knikte den tuinman, die het hek opende vriendelijk toe en begaf zich naar het niet zeer groote, geheel met klimop begroeide huis. Daar werd de deur voor haar geopend door de huishoudster, een bejaarde boerin, die haar met een linksche neiging welkom hèette. Hot huis had slechts éen verdiepinggelijkvloers bevonden^, zicli dc zalen, en op de bovenver dieping bad men dc particuliere kamers. Twee daarvan fvaren bestemd voor de gravin het waren vrieudelijke, ouderwetsch gestoffeerde vertrekken. Alles was zindelijk en in zeer goeden staat, ook ontbrak er niets wat tot gemak der bewoonster kon dienen. Snel verwisselde de gravin van toilet en daarna trad zij voor den spiegel, bekeek zich van alle kan ton en glimlachte. Hij zal weer zeggen, dat ik schoon ben, mom pelde zijhelaas, ik bon het geweest. Owat kan de natuur toch raadselachtig en wreed zijn. Hij is krankzinnig en ik moet hem zijn waanzin nog be> nijden. De gravin was evenwel met haar uiterlijk, dat dooi den spiegel weerkaatst werd. zeer tevreden. Zij was nog altijd een mooie vrouwhet was alsof hnar in drukwekkende verschijning zelfs den ouderdom kon behcerscken. Met een haast, die duidelijk haar verlangen be wees, oiu den man, die tot zulk een zonderlingen waanzin was vervallen, weer te zien, verliet zij baar boudoir en begaf zicb naar den salon, die naar de mode van vorige eeuw gestoffeerd was. Toen zij de deur bereikt had, aarzelde zij deze te openen. Hij zal mij met open armen ontvangen, duis terde zij, waarom ben ik dan heden zoo angstvallig, om hem onder de oogen te komen Vrees ik, dat hij naar Adrian zal vragen Neen, dat zal hij niet doenwanneer ik er slechts ben, dan is hem dat al voldoende. Eon kreet van verukkiug klonk haar tegen Haar gewone geestkracht was teruggekeerd zij over won haar aanzeling en trad binneu. Ja ik ben het, Benedict, antwoordde de gravin De man. dien zij Benedict had genoemd, snelde baar tegemoet, sloot haar in de armen, liefkoosde baar en zij beantwoorde zijn kussen met evenveel vuur. De stroeve, hooghartige gravin Leontine de Per- signy was eenldaps veranderd in een jonge, liefheb bende vrouw. De man, die de gravin omhelsde, was van hooge gestalte en zijn gelaat zou werkelijk schoon genoemd kunnen worden, wanneer zijn oogen niet zulk een wezcnlooze uitdrukking hadden gehad. Won't vervoiyd)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1897 | | pagina 1