Donderdag 18
November 1897.
No. 4720.
47e Jaargang.
VERGIFT.
Binnenland.
Uitgave
Firma A. H. VAN CLEEPF
te Amersfoort.
orsehijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement por 3 miutndon 1franco per
post 1.15. Aclvertonliön 1—0 regels GO cent; elke regel moer 10 cent. Groote letlet-s naar
plaatsruimte. I.egale-, oflicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Afzonderlijke
nummers 10 cent.
Hij advei'tenticn van buiten de stad worden de inrasseerkoston in rekening gebracht.
Bureau
EORTEORACHT56
Toloplioon 19.
KENNISGEVING.
NATIONAL E M 11,1 TI E
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente AMERSEÜORT.
Gelet op art. 9 van liet Koninklijk besluit
van den 17 December 18(31 (Staatsblad no.
127), tijdelijk gewijzigd bij Koninklijk be
sluit van den 22. Juli 1892 (Staatsblad no.
179);
Brengen bij deze tor kennis van dc inge
zetenen dezer gemeente, dut. tot inschrijving
van hen, die verlangen als vrijwilligers bij
do militie op te treilen, alsmede tol. liet op
maken der over te leggen bewijsstukken, zal
worden zitting gehouden ter Secretarie ge
durende den loop (lezer maand, dagelijks
(uitgezonderd des Zondags) van des morgens
9 tot 12 ure dos namiddags, hen tevens be
kend makende met de bepalingen, vastge
steld bij Hoofdstuk II der Wet van don 19
Augustus 18i>l (Staatsblad no. 72), luidende
Art. 11. Om vrijwilliger bij do militie te
zijn, moet men ongehuwd of kinderloos we
duwnaar en ingezeten wezenvoorts licha
melijk voor den dienst geschikt, ten minste
1.5(3 el lang, op den lsten Januari van liet
jaar der toelating als vrijwilliger het 19de jaar
ingetreden zijn en het 35ste jaar niet volbracht
hebben, tot op het tijdstip der toelating aan
zijne verplichtingen ten aanzien van do militie,
zoover die te vervullen waren, voldaan en
een goed zedelijk gedrag hebben geleid.
Het bezit van die vereiscliteu, met uitzon
dering van de lichamelijke geschiktheid en
van de gevorderde lengte, wordt bewezen door
een getuigschrift van den Burgemeester der
woonplaats.
l)at getuigschrift is ingericht in den door
Ons te bepalen vorm.
Art. 12. Hij, die voor de militie is inge
schreven, wordt slechts als vrijwilliger toe-
Feuilleton.
60.)
In een gezellig gemeubileerd vertrok zat een
jonge moeder met haar driejarig kind en terwijl
dit met een pop speelde, staarde tie jonge moe
der stroef op haar dochtertje neer en tranen
blonken ir» haar oogen. De vader kwam juist
binnen. Getroffen bleef hij staan, en zeidc op
een loon van ernstig verwijt
Dolores, je schreit weder?
Zij sidderde, maar antwoordde niet.
Dolores, je zult mij nog tot waanzin brengen,
wanneer je niet eindelijk eens licht brengt in
deze geheimzinnige duisternis, zeidc Adolphi.
Zeg mij waarom je weent bij het zien van ons
kind, dat toch je trots on vreugde moest zijn.
13c jonge vrouw wierp een vurigen blik op
haar echtgenoot.
MiTx, zeide zij ernstig, hoe dikwijls moet
ik je herhalen, dat je mij als een buitengewoon
schepsel moet beschouwen.
Maar dat kan ik niet! riep hij heftig. 15r
moet een einde aan die geschiedenis komen.
Hoe zou dat nog langer zoo kunnen voortduren
Weet ik wel eens of ik je echtgenoot dan wel
een belachelijke figuur ben?
Max, je beleedigt mij. Zie Angola aan
is zij niet een onderpand van onze leifde?
Zij moest het zijn! riep Max uit, maar jij,
dio haar zoo noemt, vergiet tranen, wanneer je
nnar haar ziet.
Het is waar, zuchtte Dolores. Ik dacht
er juist aan, hoe onzeker de toekomst van dat
arme kind is. Wie weet of Angela wel voor
het geluk geboren werd.
Is dat de zorg, die je tranen afperst vroeg
Max eenigszins verlicht. Nu, dan moet ik je open
lijk bekennen, dat ik niet zoo zwaartillend hen,
over do toekomst te schreien, wanneer het te
genwoordige mij gelukkig kan maken.
Zijn gelaat betrok weer.
Neen. ging hij voort, dat is niet. dc ware
reden van je droefheid.
Max, geloof je mij niet? zuchtte Dolores.
De schilder zag zijn vrouw strak in het gelaat
en antwoordde kortaf:
Neen.
Dolores hernam
gelaten voor de gemeente, in welke hij in
geschreven is, tenzij hij geeno verplichtingen
ten aanzien van de iniliitic meer (e vervullen
liobhe.
Art. 13. Hij, die bij de zeemacht, hij het
leger hier te lande, of hij het krijgsvolk in
's Rijks ovorzeescbo bezittingen heeft gediend,
won it niet. als vrijwilliger bij do militie toe
gelaten, tenzij hij hij het verlaten van den
dienst, behalve een bewijs van onlsug van don
bevelhebber onder wieit hij laatstelijk heeft
gediend, een getuigschrift hebbe ontvangen,
inhoudende, pat hij zich gedurende zijn dienst
tijd goed heeft gedragen.
Hij kan, heeft hij dit ontvangen, tot dal
zijn veertigste jaar volbracht is, als vrijwil
liger hij de militie worden toegelaten.
Art. 14. De vrijwilligers strekken in min
dering van het aandeel in do lichting, te
dragen door de gemeente voor welke zij
optreden.
Amersfoort 15 November 1897.
Burgemeesteer en Wethouders voornoemd,
F. 1). SCniMMKI.PENNICK,
Voorzitter.
W. L. SCHEI.TOS
Secretaris.
Huldeblijken aan II. M. de Koningin.
Naar aanleiding van verzoeken, dezer dagen
aan de beslissing van II. M. de Koningin on
derworpen, en waarin opnieuw' vergunning
wordt gevraagd aan Hare Majesteit ter gc-
legeuiiojd van II.I). meerderjarigheid oen
huldeblijk aan te bieden, is ter kennis van
belanghebbenden gebracht, dat I lare Majesteit
bij «lie gelegenheid geen geschonken zal aan
nemen. Geen uitzondering kan hierop om
billijkheidsredenen natuurlijk worden ge
maakt, zoodat zij, die niettemin hun plannen
Max. je liefde voor mij schijnt te bekoelen.
Max wrong zich de handen en riep in ver
twijfeling uit:
Stel jij dan mijn hart niet op een al te zware
proef? Ik heb je zielslief en vertrouw je en wat
doe je daarentegen met mij Je bont voor mij
zoo raadselachtig als do sphinx en hult je in
een sluier die je ware gedaante verbergt. Mijn
hart ligt voor o als een opengeslagen boek
waarin je elk „'en bl ik kunt lezenuit je oogen
blikt mij de gst tegen dat ik zou doorgron
den watje voo. mij verborgen wilt houden. Zeg
het nu zelf, moet ik daaronder niet wantrouwig
worden
Ik heb je lief, Max.
Dat was alles wat de jonge vrouw antwoordde.
De echtgenoot kon zich daarmee niot tevreden
stellen, hij ging op opgewonden toon voort:
Liefde en oprechtheid moeten samengaan.
Wanneer je mij bemint, zeg mij dan, waarom
je je zoo geheimzinnig gedraagt, waarom je je
soms verwijdert zonder dat je echtgenoot zelfs
weet waar je bont.
Dolores stond op, legdo haar fijn gevormde
hand op den schouder van haar echtgenoot en
zeide plechtig
Max, het uur is niet ver meer verwijderd,
waarin je alles zult vernemen wat je zoo raad
selachtig voorkomt.
De schilder moest erkennen, dat hel gelaat
zijner vrouw een diepe zielesmart toekende, de
innige liefde, die hij. voor haar gevoelde, zege
vierde, gelijk reeds zoo vnnk was geschied en
hij verzoende zich met Dolores.
Beiden liefkoosden dek loine Angelaenspeelden
met haar.
Kerst liet binnentreden van dc kindermeid
stoorde dit huiselijk tafereeltje.
De morgen brak aan toen Dolores thuiskwam,
Zij was weer den geheelcn nacht van huis ge
weest.
Max kwam haar tegemoet, zijn oogen fon
kelden, zijn gelaat gloeido van toorn en ver
ontwaardiging.
Rekenschap I riep hij haar toe, tusschen
zijn krampachtig op elkaar geklemde tanden,
rekenschap of wij zijn voor altijd gescheiden.
Dolores leunde legen den muur en liet liet
hoofd op ile borst zinken.
Ik zal mij rechtvaardigen, steunde zij, maar
sta mij een uitstel loc.
Geen kwartier, zeidi? Max. Reeds vier jaren
heb ik gewacht.
doorzetten, zich een onvermijdelijke teleur
stelling bereiden, daar hun geschenk, hoe goed
de bedoeling nok zijn moge, zal moeten wor
den geweigerd.
Do inzamelingen voor een Nationaal hul
deblijk aan de Koningin-Moedor blijven na
tuurlijk ongestoord voortgaan.
Met do Rijksmiddelen is het nog wel niot
gunstig, maar toch wat beter. v
Wij gaan langzamerhand minder ach
teruit. Dut is 'l woord. October 1897 is nog
altijd iets lager dan de gelijknamige maand
des vurigen jaars, maar het verschil is nu
nog maar gering. Terwijl September, In ver
gelijking met die maand van 189(3, nog
I'502 373 ten achter was, slaan do beide
Octobermaandon nagenoeg gelijker ont
breekt daaraan, voor do jongst vorloopon
maand, slechts 114327. Natuurlijk kwamen
wij, naar die verhouding, ook een eind boven
do raming. Deze bedraagt voor oen maand
f9981813; wij kwamen dus in October
niet minder dan f3771729 vooruit, terwijl
bijv. in Augustus do opbrengst nog f 1 2(38 040
ten achter was bij de raming. Dat is een
groot verschil.
Do. uitkomst van October is slechts betrek
kelijk gunstig, voornamelijk doordien de di
recte belastingen tengevolge ook dor wer
king van het Personeel ons in densteek
lieten. Zij gaven l'l 511 702 minder dan in Oc
tober 189(3 en waren niet, de accijnzen on
ditmaal ook weder eens de indirecte belas
tingen (met do successierechten) onstehulp
gekomen, dan zou do teleurstelling groot,
geweest zijn. De nieuwe regeling der hef
fing van het Personeel zal, volgens de nic-
dedeeling van den Minister van Financiën,
de raming van l'9350090 niet werkelijk in
kas brengenvermoedelijk zal de opbrengst
5 ton lager v.ijn, zoodat van don achterstand
hij liet vorig jaar toch nog ruim 1 millioen
zal terecht komen.
Thans geven die beide hoofdgroepen ons
een compensatie, in vergelijking met Oc
tober 1806, respectievelijk van f 139(3 099
en f 140 626, terwijl wij ook nog een kleine
vermeerdering aantreffen oy den waarborg,
do domeinen, do posterijen, de telegrafen
on do loodsgelden, waartegenover editor aan
do grens weder minder ontvangen word, nl.
f54002. Do verscherpte donanowet schijnt
mi hot hoogtepunt in haar working vrijwel
to hebben bereikt.
Ovoi de tien vorloopen maanden des jaars
zy» wij mot dat, al nog een heel eind ten
achter. In vergelijking mot hetzelfde tijdvak
van hot vorige jaar is tot dusverre f3732 097
minder in de Schatkist ontvangen on terwijl
do raming over tien maanden f90818130
bedraagt, is do gehoolo ontvangst tot dusver
slechts f97 598304, dus circa 21/o millioen
lager dan waarop de Minister van Financiën
by 't begin dos jaars bad gerekend. Toch
heeft de tegenwoordige Minister dozer dagen
nog, bij do beantwoording van hetafdoelings-
verslag over do Staatsbegrooting in haar
geheel, goeden moed gehouden dat de ver
wachte opbrengst wel zal vorkregen worden.
Dus mooten wy over tweo maanden nog 2Va
millioen inhalen om gelijk to komen. Do
mogelijkheid is volstrekt niot uitgesloten, nu
wij in October reeds zulk oen belangrijken
avans on do raming hebben vorkregen. Ook
bij do Rijksmiddelen wegen do laatste lood
jes doorgaans het zwaarst.
Mot genoegen zagen wij, dat in doal'doe-
lingen dor Tweede Kamer zeer vulo leden
I hij den Minister van Dinnenlandscho zaken
aandrongen, een oplossing to willen geven
j aan het vraagstuk der pensioenen voor we
duwen on wuozen van openbare onderwijzers.
Do mogelijkheid van oplossing en de weg
laai'loo is naiigowozoi) in hot rapport vim
Nog aolR dagen
Neen, je blijft geen minuut langer in mijn
huis wanneer je geen voldoende rekonsuliap geeft.
Ik zal het doen, ik zul bet doen, snikte
Dolores, maar laat mij eerst bij mijn kleine
Angela.
Geen stap vorder I zeide du verontwaardigde
echtgenoot met donderende stem. Je moogt
ook niet naar het kind,.voordat je eindelijk op
heldering zult gegeven hebben.
Zij wilde toch naar do kinderkamer snellen,
maar Max hield haar met geweld bij den arm
togen.
Max, genade, smeekte zy, ik zal je alles
zeggen.
Terstond.
Thans, zeide Dolores, thans kan ik hel nog
niet.
Verlaat dan inyii huis.
Dolores zag hem smeekond aan, maar hij wees
naar do deur. Zijn gelaat was doodsbleek en
had een sombere uitdrukking aangenomen, zyn
oogen fonkelden onheilspellend.
Dolores keerde langzaam om en verliet met
wankelende schreden de kamer on de woning,
Ik heb den mood niot, hem de waarheid
te bekennen, mompelde zy niot bevende stem,
terwijl zij do trap afstrompolde.
Ecnige seconden later snelde Max dc trap af.
Dolores, blijf, blijf! riep hij'uit, ik zal je
niet meer kwellen.
Dolores was er echter niot meer.
Tevergeefs snelde hij de straat op, allo dwars
straten in, nergens was de jonge vrouw te zien.
Dolores kwam dien dag niet thuis en den
volgenden ook niot.
Adolphi geleek oen krankzinnige. Wat moest
hij doen Kon hij loven zonder Dolores? Wan
neer hij Angela aanzag, dan vulden zijn oogen
zijn oogen zich met tranen. 1 lijzat in droef gepeins
verdiept in zijn kamer, toon Urban hem hot
kaartje braclu van oen heer, die hein dringend
verlangde to spreken.
Max las op dat kaartje
Anatolc ridder Do Boancourt.
Met moeite stond hij uit zijn neerslachtigo
houding op en zeide:
Laat mijnheer binnenkomen.
Max zag den ouden lieer verwonderd aan. Hij
boog diep en zeide:
Waarmee kan ik u van dienst zijn ridder?
Ik kom in opdracht van mevrouw de gravin
De l'orsigny bij den beroemden schilder, mijn
heer Max Adolphi, antwoordde Beaucourt. Me
vrouw de gravin geeft op den datum, die op de
uitiioodigingskaart slaat aangegeven, een soirée,
waarop vele kunstenaars uit de residentie ge
nood igd zijn en waar zij hoopt ook u te zien
verse llijpen.
Beaucourt overhandigde Max oen smaakvolle*
gedrukte uitnoodiglngskaart.
Do kunstenaar nam dio werktuiglijk aan.
Vergooi' my, dat ik het waag te bedanken,
zeide Max, muur ik ben sedert eonigo dagen
ongesteld
Die ongesteldheid zal wol voorby zyn op
den dug van liet feest, waarde heer Adolphi,
viel hom Beaucourt in do rede. Wanneer u een
der vurigste kunstbeaehormsters niet ten zeerste
wilt krenken, koui dan op de soirée. Trouwens,
ik kom u deze uitnoodigiag zelf brengen om
zeker te zijn dat u komen zult.
Max kon den ouden aristrocraat tooh niot be-
luudigen. Hij legde zijn band in dio, welke de
ridder hoiu toestak 011 verzekerde dat hij komen
zou. Hierna ntiin Du Beaucourt afscheid.
Toen Adolphi alleen was, verviel hij spoedig
weder in zijn toestand van moedeloosheid.
Ik nader hot hoogste punt van mijn kun-
stonuursroom, riep hij uit. Men noodigt mij in
de meest aristocratische gezelschappen, maur in
mijn particuliere loven ben ik do ongolukkigsto
man ter wereld.
Weder vorliopon er eenige dagen, liet was
nil reeds eon week geleden dat Dolores liet huis
van haar echtgenoot verlaten had. Slechts 6eii
brief huil hij van haar ontvangen die slechts
deze weinige woorden inhield
„Ik leef. Spoedig zult gij opheldering krijgen.
Dolores."
Apolphi kon niot werkenponsooien en palot
lagen in een hoek.
- Dat liiul zij mij niet moeten aandoen, sprak
do eenzame man voor zich. Zij heeft mij van
het leven beroofdik bon niets moor dan oen
wandelend lijk.
Max zou zokor aan do uitnoodiging van de
gravin niot geducht hobbon, wanneer niet een
kuartjo van Do Beaucourt hom daaraan had
herinnerd.
j -Ik heli uw eorowooril dat gij komen zult,
I luid de ridder op de kcerzijdo van het visite
kaartje geschreven.
Wonlt vervolgd).