Maandag 29
November 1897.
No. 4723.
47e Jaargang.
Stadsnieuws.
VERGIFT.
H.
PHOENIX-BROÜWERIJ.
MEURSING Co. AMERSFOORT.
Specialiteit in Exportbier naar de Tropen.
Uitgave
firma A. H. VAN CLEEFF
te Amersfoort.
Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.franco per
post f 1,15. Advertentiën 1—6 regels 60 cent; elke regel meer '10 cent. Groote letters naar
plaatsruimte. Legale-, óflicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Alzondei'lijke
nummers iO cent.
Rij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht
Bureau
TEGRACHT 56
Telophooii lö.
KENNISGEVING.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT,
Gezien artikel 41 der Gemeentewet,
Brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de
Raad dezer Gemeente zal vergaderen op Dinsdag,
den 30. November aanstaande, des namiddags te
Amersfoort, 26. November 1897.
De Burgemeester voornoemd,
F. D. SCIIIMM ELPENNINCK.
Gisteren is door de Oud-Katholieke ge
meente, aan het Zand, kerkelijk herdacht
het Gouden priesterschap van haar beminden
herder, den ZeerEerwaarden YVijdluften heer
Theodorus van Vlooten, die, kort na zijn wij
ding, aangesteld tot pastoor van de Oud-
Katholieke gemeente op Nordstrand, van
1848 tol 1800 op dat eiland werkzaam was,
en bij zijn verplaatsing, den 10 Februari
1860, het pastoraat in de gemeente alhier
aanvaardde.
Wie onzer stadgenooten heeft niet den
eenvoudigen, weldoenden geestelijke gedu
rende zijn nu bijna 38-jarige ambtsver
vulling hier ter stede leeren kennen?
Ter gelegenheid van hot door hein beleef
de zeldzame jubilé en tot een voortdurende ge
dachtenis daaraan, is, uit de bijdragen van
al de gemeenteleden, de restauratie van de
communiebank en van den preekstoel dei-
kerk tot stand gekomen. Rij de inrichting
van dit gebouw (weleer het Ragijnhof van
dg. Zusters van St. Aagten, en van 1551 tot,
yf\ 1 Weeshuis) tot een bedehuis voor de
Cleresie, omstreeks 1690, werd daarin de
communiebank, een kunststuk van beeld
houwwerk als weinige, met den preekstoel
hoogst waarschijnlijk geschonkeridoorden heer
F. B. Benthon, een aanzienlijk lid der ge
meente, die in haar gedachtenis nog voort
leeft door de stichting van een armenfonds.
Bedoeld kunstwerk, door de zorgzame be
handeling van den meubelmaker H. Jonker
ontdaan van de dikke laag verf en vernis,
prijkt nu weer in vollen luister.
Woensdag 1 December zal het veertig ja
ren geleden zijn, dat de Rij- en Hoefsmid-
school werd opgericht.
Een enkel woord zal niet overbodig zijn
om dezen dag in herinnering te brengen
aan bet Nederlandsche volk in het algemeen
Jen aan het Nederlandsche leger in het bij
zonder.
Feuilleton.
Zijn blik bereikte de gravin juist op het oogen-
Pblik, waarop Radanoff haar de hand kuste.
Max uitte een kreet van woede. Vele oogen
[dichtten zich op hom en De Beaucourt snelde
'toe.
Wat deert u vroeg de oude heer met
[angstig gelaat.
Oik voel daar een hevige kramp m de
j&niaag, die mij reods zoolang kwelt, steunde do
Y-schilder. Vergeel' mij. Maak mijn verontschuldi
ging tegenover de jonge gravin. Ik moet naar
Duiten in de frissche lucht.
r Hij snelde de zaal uit en ontvluchtte het huis
Sï- Persigny, alsof het in brand stond,
v Met hot angstzweet op liet voorhoofd kwam
Kjhij thuis. Zijn polsen joegen en zijn hart bonsde
'.-als dreigde net te bersten.
Zóo kan ik niet voortleven I riep hij op
Peen toon van vertwijfeling uit.
- Toen sloop hij op de teencn naar de kamer
waar de kleine Angela sliep. Hij zette zich aan
(het bedje van het kind en verzonk in diep gc-
;ins bij do aanschouwing van het onschuldige
ezentje.
Zal de trotsche vrouw in haar grafelijke
Woning voor u eei. grootmoeder willen zijn, of
zal uw moeder een ritootene worden vroeg hij.
Het kind glimlachje in haar slaapde vader
De grondlegger dezer inrichting was de
latere kolonel der cavalerie S. J. von Huguenin,
die reèds als jong luitenant, te Venloo in gar
nizoen, van zich deed spreken door zijn koene
ruiterstukjes. Niemand zal beweren, dat vóór
hem onze cavalerie niet rijden kon, maar
toch, een goede school konden de ruiters
niet donrloopeii. Hiervan doordrongen, wist
hij het daarheen te leiden, dat hij twee cur
sussen kon volgen aan de Rijschool te Han
nover, waar hij zijn groote talenten terdege
oefende on in 1857 aan hem als instructeur werd
opgedragen het aldaar geleerde aan ons leger
ten goede te doen komen. Aanvankelijk werd
daartoe te Haarlem, bij het 1e Regiment
Dragonders, een cursus begonnen, dip echter
reeds spoedig werd afgebroken om op 1 De
cember 1859 te Venloo opnieuw aan te
vangen. Tal van cursussen volgden elkaar in
laatstgenoemde garnizoensplaats op tot 1
November 1886 toen de Rij- en Hoefsmid-
school naar Amersfoort werd verplaatst, waar
zij sedert verblijft.
Behoudens enkele wijzigingen, voorname
lijk in den duur van den cursus, was en is
het doel dier school officieren en kader der
cavalerie en bereden artillerie op te leiden
tot bekwame ruiters en kundige instructeurs.
Het zou niet aangaan, allen met name te
noemen die er bun opleiding ontvingen, doch
zeker inag wel worden herinnerd aan kolonel
Ypeij, overste Rlaauw, majoor Braams, den
tegenwoordigen Directeur der school, ma
joor (1. A. baron Bentick, opper-stalmees
ter van H. M. de Koningin, en ritmeester
Erzey.
Sedert 1 November 1895 evenwel heeft
de opleiding voor officieren en kader dei-
bereden artillerie aan een afzonderlijke school
plaats, namelijk te Bergen op Zoom.
Hoeveel nut de Rij- en Hoel'srnidschool in
die 40 jaren voor het leger heeft afgewor
pen, kunnen de hondorden leerlingen ge
tuigen die daaraan hun opleiding genoten
hebben.
Ook de Hoefsmidschool wierp in dat tijds
verloop inderdaad ontzaglijk veel nut af
en dat zulks niet uitsluitend ten beste van
het leger is gekomen, blijkt wel het moest
hieruit, dat tal van burgerjongelui door Maat
schappijen van landbouw met toestemming
van den Minister van Oorlog aan deze school
een hoogst degelijke opleiding in het hoef-
srnldsvak bekwamen. Daardoor is het lioef-
smidsvuk ook in de burgermaatschappij mot
reuzenschreden vooruitgegaan, hetgeen weder
om een niet gering voordeel bracht aan den
landbouwenden stand.
Het voornemen is, het 49-jarig beslaan
der ini-icliling aanstaanden Woensdag fees
telijk te berdenken. Uit den aard der zaak
wordt het feest in beperkten kring gevierd,
maar dit neemt toch niet weg. dat even
als bij liet feest van bot Eskadron ordon
nansen de burgerij baar sympathie zal
betonnen.
Een uitnoodiging om Woensdag do vlug
uit to steken, is dun ook wel overbodig.
Den 28 November 1887 word, na een lezing I
door den lieer K. Kater in het «Eviingeli-
satie-gebouw" aan do Mum-huizen, gesticht
de plaatselijke aftfeeling van «Patrimonium",
aanvankelijk met 40 leden.
la haar tienjarig bestaan beeft ze zeer
veel tot stand gebracht voor den werkman.
Ze lelt thans 180 leden.
De Hoofd-commissie voor de Huldigitvgs-
l'eesten in 1808, wier samenstelling we in oen
vorig nummer reeds vermeldden, verzoekt ons
het volgende te willen meedeelen, omtrent
bet in hare vergaderingen behandelde.
In plaats van don boor A. Herschel Bzn, die
wegens familie-omstandigheden bedankte,
werd tot lid «Ier Hoofd-commissie benoemd
de hoer F. Wesseling, die reeds zitting nam.
Tot Eereledcn werden benoemddo Bur
gemeester, do Commandant van liet garni
zoen en de Commandant der dienstdoende
Schutterij, die/de benoeming aannamen.
Het voorstel oin de huldiging van M. M.
de Koningin ook hier ter stede feestelijk to
vieren, vond algemeen en bijval.
Do feesten zullen twee dagen duren en
zoodanig worden vastgesteld, dut zij niet
gelijktijdig plaats hebben mot dio te Amster
dam of to Utrecht.
Den eersten dag zullen zij, zoo mogelijk,
worden ingeleid door een reveille, bet be-
spolen vim het carillon en liet luiden der
klokken, 's middags zal een allegorische
optocht worden gehouden, die ook des avonds
een ommegang zal doen met fakkellicht,
hetgeen niet de illuminatie der geheolestad
een uitstekend effect zal maken.
De tweede dag zal worden gewijd aan liet
op plechtige wijze planten van een herinne-
ringsbooin, schoolfeesten en volksspelen, ter
wijl des avonds op verschillende plaatsen
muziekuitvoeringen zullen gegeven worden.
Is er geld, dan zal het feest worden be
sloten door een vuurwerk
Zoowel voor den optoc'.t als voor do volks
spelen en hot planten van den horinnnriugs-
boom heeft de Hoofd-commissie uit haar
midden reeds com missiën aangewezen, dio
zich leden kunnen toevoegen, welke In de
eerstvolgende algemeene vergadering worden
benoemd.
Breedvoerig werd nog besproken het hou-
eener extra-bedeeling, doch niervan is afge
zien, omdat in don tijd, waarin de Huldl-
gingsfeosten zullen worden gevierd ver
moedelijk eerste helft van September er
noeli werkloosheid, noch %njjpende- armoede
heerscht.
Om deze plannen te kunnen uitvoeren, is
er echter geld noodig.
De Hoold-commissie vertrouwt, dat zoo de
lijsten orn bijdragen aan de ingezetenen
worden mingeboden, daarop ruim muur ook
uit alle statuien zul worden goteekem', opdat
zy in staat zal zijn, een Amersfoort waardig
feest te doen vieren.
kon dit bjj het licht van het nachtlampje dui
delijk zien.
Het engeltje droomt van iets heerlijks,
fluisterde Max. O, moge haar ontwaken niet
te vreeselijk zijn.
Hij keerde terug naar zijn eenzame slaapka
mer en en zonk daar moedeloos ineen fauteuil
neer.
Alleen, alleenzijn echtgcnooto was er niet.
Huwelijksgeluk, mompelde hij bitter, zóo
ziet het er uit.
Triestig brak de volgende dag aan.
Max lag nog altijd in zijn fauteuil'met ge
sloten oogen.
Sliep hij 7
Het was alleen do afmatting, die hom terneer-
geworpen had.
Eensklaps sprong hij op, door het binnentreden
van zijn bediende.
Urban zag er onthutst uit.
Wat wil je? vroeg Max ruw. Waarom kyk
je zoo verward?
Urban dranldo merkbaar met hot antwoord.
Er is iemand gekomen, zoide hij ont
wijkend.
Ik ontvang niemand, ik ben ziek, hoor je?
iep Max.
r Maar hot mevrouw is thuisgekomen,
hernam de bediende.
Max stond met moeite uit zijn stoel op, zag
Urban met onheilspellend fonkelende oogen aan
en vroeg:
Zy?
Ja, mevrouw, zij is al bij de kleine Angela.
Ik ga er dadelijk heen, dadelijk 1 riep
Max uit.
Bynu had zijn bediende hem moeten onder
steunen, zöo onvast waren zijn schreden.
Eindelijk stond hij aan het bed van zijn doch
tertje, waar hy zijn vrouW vond.
Er werd woinig gesproken, maar do oogen,
waarmee zij elkaar aanzagen, zeiden des te
meer.
God besehermo ons en ons kind, zeido
Max.
Max!
Dat was alles wat Olaria zeggen konzij
trachtte de hand van haar echtgenoot te grypon.
Do kindermeid, die in de kamer was, begreep
den toestand, zij verwijderde zich en sloot do
deur. De kleine Angola zat in huur bedje en
speelde niet een kostbaren armband, dien zij van
den pols harer moeder had losgemaakt.
Hot ouderpaar bleef lang, zeor lang tegenover
elkaar staaner lieorsehto oen pijnlijke stilte.
Dolores of Olaria, zeido Max eindolyk,
hoe ik je ook moet noemen, ik vrees, dat je
niet altijd do mijne zult kunnen blijven.
Olaria leunde mot haar bleek gelaat togen zijn
schouder.
Je vreest voor onze toekomst,fluisterde zij.
Moot ik dan niet vroezon? antwoordde
Max.
Het gelaat van Olaria betrok on haar oogen
werden dof, doch met vaste stem, hernam zij
Stel je geen vertrouwen in my Ib de
liefde geen sterke macht?
Maar misschien niet sterk genoeg om ons
echtelijk geluk voor ineenstorten te vrijwaren,
zeido Max.
Gevoel jo je dan zóo zwnk vroeg Olaria,
Wellicht niet sterk genoeg om het onweer
af te wenden, dat zich droigend boven 0117,0
hoofden samenpakt. O I lieve Olaria, heb je er
dun niet aan geducht, toen jo je met mij in
den echt liet vorbinden, welke gevolgen daaruit
voor je moesten ontstaan
liet gelaat der jonge vrouw bleef oven strak.
Daaraan hob ik wel geduchte on mogelijk
heb ik meer geleden dan jii thans lijdt, sprak
zij, muur in mijn aderen vloeit con bloed, dat
zich niet door bot vorstand laat beheerschen.
Ik leef om je to homintion en ik zal sterven,
wanneer ik jo liofdo moet. ooit verliezen.
Dut zul nooit gebouren, Olaria, ik zweer het
jo, nooit I
Hij omhelsde huur nogmaals en zy zeido, met
oen ïiohte trilling in haar stem
Welnu, vrees dan ook niets van de toe
komst. Laten wij hier nooit meer over spreken
wij behooron elkaar too en leven voor ons kind.
En je moedor? Mug zij het nog niet ver
nemen En Rudnnott', die zich op zoo onbe
schaamde wijze aan jo opdringt?
Thans overtoog een vurigo blos het goluut van
Olaria en oen rilling ging door haar leden.
Max, zeido zij dof, ik hoop dut je dien
nnnin nooit meer zult noemen. De Vorst is een
gast in ons huis, meer niet.
De schilder kuste Olaria op het voorhoofd.
Oilc vertrouw jo, fluisterde hy. Van het
noi'sto oogenbllk, dat ik ie kende, wist ik, dat
je zoowel zielenadel als adel dor geboorte bezat.
Jo weet, dat ik mijn naam opofforde om
jo too to behooron.
E11 ik bemin je daarvoor, zooals nog geen
vrouw ter wereld bemind is, Olaria 1
(IKwdt vervolgd).