Maandag 21
Februari 1898.
No. 4747.
47e Jaargang.
Stadsnieuws.
PHOENIX-BROU WERIJ.
H. MEURSING Co. AMERSFOORT.
Specialiteit in Exportbier naar de Tropen.
VERGIFT.
f Uitgave
Firma A. H. Y N
CL E E FF
te Amersfoort.
Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden f 4.franco per
post 1.15. Ad verten tien 16 regels 60 cent; elke regel meer 40 cent. Groote letters naar
plaatsruimte. Legale-, oflicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Afzonderlijke
nummers 10 cent.
Bij advertent icu van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
EOBTEOBACHT56
Telephoon 19.
KENNISGEVINGEN.
IV BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van AMERSFOORT, doen te weten, dat door
den Raad dier gemeente in zijne vergadering
van den 25. Januari 1898 is vastgesteld de vol
gende verordening:
TEK0BDE5ISG tot wijziging en
aanTnlIing der Terordenlog hoedende be
palingen omtrent openbare orde, afgekon
digd 18 December 1886.
Artikel 1.
In artikel 9 der verordening houdende bepa
lingen omtrent openbare orde, afgekondigd 18
December 1886, vervallen de woorden „of ge
drukte stukken op de openhare wegen rond te
venten". Aan dit artikel wordteen nieuwe alinea
toegevoegd luidende:
Het is verboden op de openbare wegen, voet
paden of pleinen, luidkeels roepende of scbree-
wende, of op audere wijze geraas makende, hetzij
alleen of in vereeniging met anderen, te koop
of om niet aan te bieden boeken, couranten,
dag- of weekbladen of andere gedrukte of ge
schreven stukken, de lezing van zoodanige stuk
ken 3an te bevelen of den inhoud daarvan
bekend te maken.
Art. 2.
In artikel 14 dier verordening vervallen de
woorden „of publiek huis", terwijl in plaats van
de woorden „herberg, koffiehuis" wordt gelezen
„herberg of koffiehuis".
Art. 3.
In artikel 19 van voormelde verordening wor
den achter het woord „bewoners" ingevoegd de
woorden „ten allen tijde".
Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde
Staten van Utrecht, volgens hun bericht van den
4. Februari 189S, in afschrift medegedeeld.
En is hiervan afkondiging geschied, waar
het behoort, den 17. Februari 1898, des mid
dags te 12 uren.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester.
F. D. SCHIMMELPENNINCK.
De Secretaris,
W. L. SCHELTUS.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van AMERSFOORT, doen te weten, dat door j
den Raad dier gemeente in zijne vergadering
van den 25 Januari 1898 is vastgesteld de vol- i
gende verordening:
VERORDENING tot aanTulling der Ter-
ordening houdende voorschriften op het
rijden, afgekondigd 80 April 1888.
Artikel 1.
Achter artikel 24 der verordening houdende
voorschriften op het rijden, afgekondigd 30
April 1888, wordt een nieuw artikel ingevoegd,
luidende
Artikel" 245w. Het is verboden op den open-
baren weg een rij- of voertuig, bespannen niet
oen of meer trekdieren of met een andere be
weegkracht b.v. stoom, electrioiteit, benzine,
j)etrnlpuu^jfjlergHijk>^z<xxh^
het slécht-hoorbaar kan worden voortbewogen,
te besturen, indien dit of hettrekdier of een
der trekdieren niet voorzien is van een klin
kende bel.
Art. 2.
In artikel 32 dier verordening wordt in den
aanhef tusschen de cijfers 24 en 26ingevoegd
„2*W»".
Zijnde deze verordening aan de Gedepu
teerde Staten van Utrecht, volgens hun bericht
van den 4. Februari 1898, in afschrift medege
deeld.
En is hiervan afkondiging geschied waar
het behoort, den 17. Februari 1898, des mid
dags te twaalf uren.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Burgemeester.
F. D. SCHIMMELPENNINCK,
De Secretaris,
W. L. SCHELTUS.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van AMERSFOORT, doen te weten, dat door
den Raad dier gemeente in zijne vergadering
van den 25. Januari 1898 is vastgesteld de vol
gende verordening:
VERORDENING tot aanTulling ea wijzi
ging der Terordening op de straatpolttie,
afgekondigd 80 April 1888.
Artikel 1.
Achter artikel 10 der verordening op de
straatpolitie, afgekondigd 30 April 1888, wordt
een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Artikel lOfri». Het is verboden zonder vergun
ning van Burgemeester en Wethoudere op den
openbaren weg te planten.
Art. 2.
Achter artikel 13 van voormelde verordening
wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 135w. Het is verboden dieren te
slachten op of aan den openbaren weg, of bin
nen erven of gebouwen, zóo dat dit van den
openbaren weg of van openbare plaatsen zicht
baar is.
Art. 3.
Artikel 14 van genoemde verordening ver
valt aldaar wordt een nieuw artikel ingevoegd,
luidende
Artikel 14. Het houden van een of meer hon
den, die door hun gejank of geblaf hinderlijk
zijn, is verboden.
Art. 4.
In artikel 25 dier verordening vervallen de
woorden„uit de gebouwen of erven".
Art. 5.
Artikel 26 dier verordening wordt aldus ge
lezen: Wanneer binnen de kom der gemeente
goten vóór, terzijde van, of achter panden gele
gen, geveegd worden, moet zulks opwaarts ge
schieden en alsdan moet de modder of het vuil
nis uitgeschept en op de straat buiten het voet
pad worden gelegd.
Abt. 6.
In artikel 31 van meergenoemde verordening
worden sub a achter de woorden „op te han-
I gen" gevoegd de woorden „uit te stallen of te
I bergen".
Art. 7.
In artikel 37 dier verordening wordt tusschen
j de cijfers 10 en 12 ingevoegd „105is" en wordt
i aan dit artikel een tweede alinea toegevoegd,
i luidende:
i Overtreding van artikel lofris wordt gestraft
i met hechtenis van ten hoogste zes dagen of
geldboete van ten hoogste vijf en twintig gulden.
Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde
j Staten van Utrecht, volgens hnn bericht van
den 4. Februari 1898, in afschrift medegedeeld.
En is hiervan afkondiging geschied waar
het behoort, den 17. Februari 1898, des mid
dags twaalf uren.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
F. D. SCHIMMELPENNINCK.
I De Secretaris,
i W. L. SCHELTUS.
Bij Kon. besluit zijn goedgekenrd de sta
tuten van het »Kruisverbond" (Matigheidsge
nootschap) in bet aartsbisdom Utrecht.
In de Staats-Crt. 41 zijn opgenomen de
bij Kon. besluit van 7 Februari no. 38 goed
gekeurde Statuten van de Amersfoortsche
exercitie-, schiet- en schermvereeniging «Je
maintiendrai", opgericht 20 November 1897.
De vereeniging stelt zich ten doel, door
het houden van oefeningen vaardigheid te
verkrijgen in het exerceeren, schieten naar
de schijf en schermen, zooveel mogelijk vol
gens de op dit stuk bestaande militaire re
glementen, en zulks ter bevordering van
's lands weerbaarheid.
Tot Bestuurslid van het sMilitair Tehuis"
aan de Beekstraat is herkozen rar. F. D.
graaf Schimmelpenninck en gekozen, in de
vacature-ds. H. J. ter Haar Romeny, ds.
A. M. Donner.
Onze stadgenoote mej. M. A. Tempelman
i heeft met gunstig gevolg te Utrecht afgelegd
het examen voor de acte Nuttige handwer-
i ken.
Uit den jongsten maandelijkse hen Staat
van besmettelijke veeziekten in Nederland
blijkt, dat in de provincie Utrecht in Januari
geen gevallen van mond- en klauwzeer voor
kwamen en slechtst geval van vlekziekte n.l.
te Snelrewaanl en 2 gevallen van miltvuur,
I namelijk te Maartensdijk en te Vinkeveen.
Uit 78 sollicitanten zijn benoemd tot vader
en moeder van liet Burgerweeshuis bier de heer
i J. Donkersloot en e htgenoote, thans in ge-
I lijke betrekking te Jou re.
Onze stadgenoot de lieer K. van Heuvelen
is met ingang van 1 Maart benoemd tot
Rijksklerk ter inspectie der Registratie en
Domeinen hier.
De soiree van BCiecilia" Donderdagavond
in De Keizerskroon werd gegeven voor een
flink bezette zaal. Zoowei de muzieknum
mers als de voordrachten en de tooneelstuk-
jes werden zeer goed uitgevoerd.
Een zeer geanimeerd bal, dat een heel
eind in den ochtend werd voortgezet, was
het slotnummer van het aardig gekozen pro
gramma.
De «Vereeniging tot het houden van kunst
beschouwingen" opent Woensdag in Amicilia
Woensdag haar campagne met een porta-
Feuilleton.
Wat zeg je? Ik weet. dat je ontaard ge- 1 Ik zie niets in. niets, volstrekt nietsriep
noeg bent oin vijandig tegen je moeder op te gravin Leontine, buiten zichzelve van drift. Dat
treden, maar niettemin ben je mijn dochter, en huwelijk zal nietig verklaard worden. Het is
zou ik je moeten vreezen? een afschuwelijke toestand, maar ik zalzelfseen
Neen. maar u moet mij mijn vrijheid ge- openlijk schandaal niet ontzien, ik zal doortas-
ven, u moet mij laten vertrekken en bet zal u tende maatregelen nemen tegen den ellendeling,
zeker niet moeilijk vallen, van mij te scheiden, i die het gewaagd heelt, zijn handen naar een
85).
Met klimmende verontwaardiging vervolgde
de gravin:
Maar ken je dan de gevolgen wel die
zulk een daad van verzet onvermijdelijk na zich 1
slee pen moet?
Ik weet, dat ge een vrouw zijt, die voor
geen middel, welk ook, terugdeinst om een een
maal genomen besluit ten uitvoer te brengen.
Ik zal je dwingen mij te eerbiedigen en
en je aan mijn wettig gezag te onderwerpen.
En hoe zoudt ge mij daartoe dwingen?
Je hebt oogcnbükkelijk te kiezen tusschen
een huwelijk met Radanoff of het klooster. Je
moet mij op staanden voet beloven, met een
plechtigen eed, datje den Vorst je toestemming
zult geven, of mó-gen vertrekken w:j.
Weet u dat wel zeker?
Ja.
Dan geloof ik toch. dat ge u vergist.
Onbeschaamde, je drijft je vermetelhe:d tot
het uiterste.
Olaria bleef kalm, terwijl de gravin zich meer
en meer opwond.
Volstrekt niet, antwoordde zij, ik vind het
veel vermeteier van u, dat u nog den moed
hebt, de dochter van den graaf De Persigny
onder de oogen te komen.
De gravin glimlachte spottend.
Neen, inderdaad niet, antwoordde zij. en
je zult ook vertrekken, doch alleen naar Rus
land of naar het klooster.
Ik zal de vrouw van Vorst Radanoff niet
worden, want ik heb een ander lief.
Die liefde zal noch voor den Vorst, noch
voor mij een hinderpaal zijn om het voorgeno
men huwelijk tot stand te brengen.
En wanneer ik nu eens niet meer huwen
kon
De gravin zag haar dochter vol ontzetting
aan.
gravin De Persigny uit te strekken, ib zal
U zult niets doen, dan uw goedkeuring
hechten aan mijn huwelijk en mijn dochter
openlijk als uw kleindochter erkennen: daartoe
zal ik uw dwingen.
En hoe dan wel?
Door uw verleden.
De gravin sidderde, maar zij bedwong zich
terstond en vroeg
Wat heeft mijn verleden met dat huwelijk
uitstaande
Veel, zeer veel, mevrouw de gravin. Denk j
1 slechts aan mijn vader en u zult zijn dochter
Waarom zou je niet meer kunnen huwen I alles vergeven, wat zij uit liefde gedaan heeft.
Omdat ik reeds gehuwd ben.
Wat zeg je?
De waarheid. Sedert vier jaren ben ik in
het geheim gehuwd met den schilder Adolphi
en ik heb een dochtertje van drie jaren.
Dwaasheid
Mijn verleden is vlekkeloos, antwoordde
de gravin trots, en ik begrijp niet in welk op
zicht de nagedachtenis van den graaf De Per
signy mij zou kunnen dwingen, de buitenspo
righeden van zijn dochter goed te keuren.
Dan zal ik duidelijker spreken, hernam
Dat was het eenigewoord.dat de gravin nog kon Olaria met nadruk. Gij hebt u aan de misdaad
uitbrengen; toorn en schrik hielden haar de keel schuldig gemaakt, waarvan de graaf
als met ijzeren vuist dichtgeschroefd. Zwijg, zwijg, ongelukkige, bedenk dat ik
Olaria ging, onverstoorbaar kalm en op vasten je moeder ben riep de gravin uit, die zich nu
toon voort: geheel vergat
Ik herhaal u, dpt ik de zuivere waarheid U hebt mij nooit getoond, dat u mijn moe-
spreek en u zult dus nu ook wel inzien, dat ik der was. Ik beb getracht u lief te hebben, maar
de echtgenoote van den Vorst niet kan worden, u stiet mij koel terug; toen werd ik onverschil-
zelfs al wilde ik. I lig voor u. maar thans, thans baat ik u, gravin
De Persighy, omdat ge de moordenares van mijn
vader zijt.
Ellendige 1 Wat waag je mij te zeggen
gilde de gravin.
De waarheid, gij hebt mijn vader ver
giftigd.
Wie heeft je die leugen wijsgemuakt?
De stervende hand van den graaf beschul
digt u!
Leugens!
Olaria ging naar eer. kast. opende die en nam
er de karaf uit, die zij in de sterfkamer van den
graaf had gevonden.
Zij hief dit bewijsstuk omhoog en zeide op
verpletterenden toon
Loochen het nu nög, al3 ge er den moed
toe hebt. In deze karaf hebt gij het vergift ge
goten, waarmee ge mijn vader om het leven
bracht. Zie, er liggen op den bodem nog eenige
kristallen, die door een scheikundige zeker als
een doodelijk vergift herkend zouden worden.
Deze karaf is twintig jaar lang verborgen geweest
en er was een papier bij, door den graaf ge
schreven en onderteekend, waarin hij mij u en
uw medeplichtige Beaucourt als zijn moordenaars
aanwijst. Met dat document en deze karaf zou
ik naar de justitie kunnen gaan om van u re-
keuschap te vragen voor het leven mijns vaders,
maar ik moet u ontzien, want gij* zijt gravin
De Persigny en die naam mag niet geschand
vlekt worden.
Wordt vervolgd.)