Maandag 9
Mei 1898.
No. 4769.
47e Jaargang,
De gelukshuid.
Binnenland.
PHOENIX-BROÜWERIJ.
H. MEURSING Co. - AMERSFOORT.
Specialiteit in Exportbier naar de Tropen.
Ditgave
Firma A. H. VAN CLEEFF
te Amersfoort.
Verschijnt Maandag- eri Donderdagavond. Abonnement per 8 maanden f 1.franco per
post f 1.15. Advertentiën 10 regels 00 cent; elke regel meer 10 cent. Groote letters naar
plaatsruimte. Legale-, olïicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Afzonderlijke
nummers 10 cent.
Rij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
Bureau
KORTEGRACHT 6 6.
Telephoon 19.
KENNISGEVINGEN.
Inschrijving voor de Schutterij.
BURGEMEESTER cn WETHOUDERS der gc-
ïueente AMERSFOORT brengen ter kermi» vun
le. alle mannelijke Ingezetenen, geboren in het jaar 1873,
2e. alle mannelijke ingezetenen, geboren in de jaren
1864 tot en met 1873, die ofschoon in andere Ge
meenten leeds ingeschreven, sedert de inschrijving
van het vorige jaar iti deze Gemeente zijn komen
wonen
3e. alle vreemdelingen, die sedert de laatste in
schrijving in de termen zijn gevallen, om als inge
zeten te worden beschouwd
dat zij zich ter inschrijving voor de schutterij behooren
aan te melden tusschen den I5den en den 3lston Mei e.k.
ter Gemeente-secretarie
dat voor die inschrijving meer bepaaldelijk zitting
zal worden gehouden np Zaterdag den 21 .Mei lSïi.s,
van des voonuiddags 9 uur tot des namiddags 1 uir.
in liet Gemeentehuis;
dat de geboorte-extracten der personen, die in deze
Gemeente geboren zijn bij de inschrijving znlh n
voorhanden zijn, terwijl zij, die elders doch binnen dit
Rijk zjjn geboren, zich op Zaterdag den 21 Mei
1898, van dos voormiddag» uur tot des namiddags
1 uui kunnen aanmelden ter Secretarie dez-r Ge
meente, ten einde hunne geboorte-extracten in tijds
kunnen worden aangevraagd
dal eindelijk de registers van inschrijving op 15
Mei aanstaande geopend en op 31 Mei daaraanvol
gend gesloten zullen worden.
Wordende hierbij, ter voldoening van artikel 8
van liet Koninklijk besluit van den 21sien Maart
1328 (Staatsblad no. 6) nog medegedeeld eenige be
palingen der Wet op de Schutterijen, luidende
Artikel 2. Als ingezetenen worden, met betrek
king tot de toepassing dezer wet, beschouwd
a. alle Nederlanders, binnen liet Rijk hun gewoon
verblijf houdende
b. alle vreemdelingen, binnen het Rijk woonach
tig, welke hun voornemen om zich aldaar te vesti
gen, zullen hebben aan den dag gelegd, betzij door
een uitdrukkelijke verklaring, hetzij dour hel wer
kelijk overbrengen van den zetel van bun vermogen
cn de hoofdmiddelen van hun bestaan;
De tydelijke uitoefening van een bedrijf of hand
werk in eenige ondergeschikte betrekking, gelijk
die van leerliug, knecht, enz., kan op zich zei ven
niet beschouwd worden als een bewijs van liet voor
nemen om zich in dit Rijk te vestigen.
Artikel 6. Elk jaar, vóór den eersten Juni zullen
de ingezetenen, die op den lsten Januari van liet
jaar hun 25ste jaar van ouderdom zullen zyn inge
treden, zonder onderscheid of zij vermcenen moch
ten al of niet tot de vrijgestelden of nitgeslotenen te
behooren, verplicht zijn, zicli bij bot bestuur der
Gemeente, in welke zij wonen, voor de schutterij te
doen inschrijven.
Artikel 7. Zij. die in meer dan eene Gemeente
hun gewoon verblijf houden, of den zetel van luin
vermogen hebben gevestigd, zullen tot de inschrij
ving verplicht zijn, binnen die Gemeente, alwaar
eene dienstdoende schutterij aanwezig is.
Bijaldien in die verschillende Gemeenten alleen
dienstdoende of alleen rustende schutterijen bestaan,
zullen zij zich doen inschrijven in die Gemeente, al
waar zij voor dc Pcrsoneele belasting zijn aangesla
gen, en de ambtenaren in die Gemeente alwaar zij
ambtshalve verplicht zijn hun verblijf te houden.
Artikel 8. Die van hunnen ouderdom geen vol
doend bewijs geven, zullen door het plaatselijk be-
Feuilleton.
2.)
Den volgenden middag was de grond bereikt.
De op de diluviale laag liggende zwarte aarde
werd naar boven gebracht om uitgewasschen te
worden. Grof goud was er niet in, zooals men
met het bloote oog kon zien, maar de oude man
hoopte, dat het betere cn zwaardere fijne goud
zich in den „dirt" zou bevinden. Terwijl Billy,
beneden de aarde losmaakte en den emmer vulde
liep Jack met een schotel vol aarde naar de
beek, om het goud eruit te wasschen.
Toen de emmer vol was, riep Billy zijn „haal
op," opdat de oude man den emmer zou optrek
ken, maar daarboven verroerde zich niets. Laagb-
ing Billy wachtte een poosje, eer hij voor de
tweede maal z\jn signaal gaf. Weder geen ant
woord. De jonge man was niet ongeduldighij
naaide zijn pijp voor den dag, stopte baar en
nam een lucifer uit hot houten doosje, waarin
ze bewaard worden om ze tegen vocht te bescher
men en stak zijn pijp op. Nadat hij een tijd
lang gerookt had, r:ep hij weder naar Jack,
maar alles bleef stil. Er moest iets niet in or
de zijn. Billy keek om of hij niet zonder Jack's
hulp uit de spleet kon komen. Langs het touw
kon hij niet opklimmen, want dal zou afgerold
zijn. Hjj probeerde dus aan de kanten in de
oogte te klimmen. Het wub niet gemakelijk,
stuur worden ingeschreven, naar deszelfs oordeel,
onverminderd de bevoegdheid van den ingeschrevene,
om van zijn juisten ouderdom nader te doen blijken.
Artikel 9. Die bevonden zullen worden, zich niet
vóór 1 Juni te hebben doen inschrijven, zullen door
liet plaatselijk bestuur ambtshalve ingeschreven wor
den, en door den schuttersraad worden verwezen tot
eene geldboete, terwijl zij daarenboven, zonder loting,
hij de schutterij zullen worden ingelijld, indien bet
zul blijken, dat er. tijdens de verzuimde inschrijving
geen rodencn tot uitsluiting of vrijstelling te hunnen
aanzien hestonden.
Afgekondigd en aangeplakt te Amersfoort, 6 Mei 1898
Burgemeester en Wethouders voornoemd
De Burgemeester.
F. D. SCHIMMKLI'ENN LNCK.
I)e Secretaris.
W. I,. SCIIELTUS.
I).- BURGEMEESTER van AMERSFOORT,
Brengt ter kennis van de ingezeten dezer ge
in een te, dat de door den Directeur van 's Rijks
directe belastingen enz. le Amsterdam cxecutoor
verklaarde kohieren No». '1 en 4 van de Perso-
neele belasting over het dienstjaar 18!is aan den
Ontvanger van 'sRijk.s directo belastingen alhier
zijn ter hand gesteld, aan wien een ieder ver
plicht is zijnen aanslag op den bij den wet be
paalden voet te voldoen.
Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaat
sen aangeplakt te Amersfoort, den 7 Mei 1898.
De Burgemeester voornoemd,
F. I). SCI 11M M EEl'EN XI NUK
j te vragen of het haar voornemen is, de Natie
j uit te noodigen op 31 Augustus a. s. Gods
i zegen af te smeken voor II. M. de Koningin,
j De interpellatie van den heer Truelstra,
betreffende het belemmeren van openbare
vergaderingen door den Burgemeester van
Iloogezand.
I Daarna aan te vangen met de behandeling
1 van het ontwerp tut wijziging en aanvulling
van ile Militiewet (Persoonlijke dienstplicht).
De vergadering werd daarna verdaagd lot
j Donderdag 12 Mei.
i De Minister van Waterstaat, Handel en
i Nijverheid, gezien «le artt. 7, 12, 05 en
7D van het kiesreglement voor de Kamers
van Arbeid, heelt goedgevonden, vast te stel
len ie modellen voor de in genoemde artikelen
bedoelde lijsten, aangifte-formulier,oproeping,
j stombrielje, verklaring en processen-verbaal.
Deze modellen zijn iu een afzonderlijk
bijvoegsel tot de Stunts-courant opgenomen.
Een bijvoegsel tot de Staatscourant be
vat de lijst van hoogstaangeslagenen in de
Rijks directe belastingen voor de verschik
lende provinciën.
j Het volgende staatje geeft daarvan een
1 overzicht
IIII. MM. de Koninginnen vertrokken
hedenochtend uit Rolugna naar Schönfels, in
Zwitserland.
De Tweede Kamer heeft dedelinitiove Marine-
begrooting aangenomen met 70 tegen 3
stemmen (die van de boeren Troelstra, Van
Kol en Van der Zwaag.) en gekozen tot rap
porteurs over het wetsontwerp betreffende
den Leerplicht de heeren Kerdijk, DeSavor-
nin Lobman, Srnidt, Drucker en Vermeulen.
Besloten werd. op voorstel des Voorzitters,
om Donderdag 12 Mei, ten 11 ure, in open
bare behandeling le nemen
De interpellatie waartoe aan den beer Don-
ner verlof is verleend, nl.aan de Regeering
Provincie.
Bevol
king.
hoogst-
aangesl.
Laagste gcz.
bedrag van
aangeslagen.
Drente
130 704
87
f 290.58
N'.-Brabant
509 028
339
430.15
J.imburg
255 721
170
309.157»
Z.-Holland
949 641
633
1028.52
Friesland
335 558
223
465.63'/»
Zeeland
199 234
132
452.81
Ovcrijsel
295 445
196
525.23
Gelderland
512 202
341
732.83
Utrecht
221 007
147
1204.73
N.-Hulland
829 439
552
923.62
Groningen.
272 786
181
527.59
j Men meent met zekerheid te weten, dat
I eerstdaags door de Regeering een wetsont-
werp zal worden ingediend tot oprichting van
j een Rijksproefstation voor boterkeuring te
vestigen in een der centra van wetenschap.
Naa aanleiding daarvan heeft de Gemeen
teraad van Leiden besloten, aan de Regeering
te verzoeken, dat proefstation te Leiden te
vestigen, en namens die Gemeente daarvoor
aan te bieden de geldelijke vergoeding van
het bedrag van den daarvoor benoodigden
grond, geraamd op f2500.
Als tijdelijken maatregel, in verband met
den oorlog tusschen Spanje en de Vereenigde
Staten van Noord-Amerika, is de verzending
van brieven en andere stukken naar Curasao,
langs den weg van New-York gestaakt en
I zal, tot nadere aunkoudiging, eene verzen
ding v in brieven en andere stukken naar
Curasao plaats vinden langs den weg van
j Liverpool en van Genua, gedurende de maan-
I den Mei en Juni geregeld, als volgt:
I a. langs den weg van Liverpool met de
j Britsche pakketbooten43 en 24 Mei en 3,
I 14 en 24 Juni e. k., met den trein van 7.27
n.m. van Rotterdam naar Vüssingen
I b. langs den weg van Genua, met den
I Italiaiinsche pakketbooten: 2 Juni e. k. met
i den trein van 4.50 m. van Amsterdam naar
Emtntrik.
j Aan het examen voor toelating tot de
j Kon. Militaire Academie te Breda zullen van
de Cadettenschool te Alkmaar 64 cadetten
I deelnemen, 26 met bestemming voor den
dienst hier te lande en 38 voor den dienst
in Oost-Indië.
I Bij Kon. besluit is bepaald, dat thans weder-,
om uitheemsche geneeskundigen tijdelijk
J kunnen worden aangesteld tot officier van
I gezondheid bij het leger in Nederlandsch
i Indië, onder genot eenergratificatie van f2500.
j En dit, terwijl zooveel jonge medici, aan
I de Nederlandsclie hoogeschólen opgeleid,
als 't ware elkaar een vlieg afvangen om
niet geheel te worden gerekend tot bet ge-
prol etar iaat.
In het Vaderland wordt de volgenden vraag
gedaan aan den Minister van Oorlog
maar de voormalige m'atroo3 was een geoefend
klimmer.
Boven aangekomen, keek hij naar «zijn kame
raad om. Boven op den aardhoop staande, kon
hij Allen zien, die beneden aan de beek zat, stil
en bewegingloos als een beeld. Billy ging naar
hem toeJack wendde het hoofd niet om en
scheen hem niet te bemerken. Met gebogen hoofd
en gekromden rug zat hij aan de beek, de
oogen strak op den ledigen schotel gericht, die
hij in de handen had „Nu wat is er, oude?"
vroeg Billy, „je zit alsof je uit hout gesneden
waart."
liet lichaam van Jack trilde, langzaam hief
hij het hoofd op en Billy schrikte, toen hij in
het blecke gelaat van zijn makker zag.
„Billiy, er is weder niets"' ziede Jack met ge
broken stem en een groote traan liep over de
gebrande wang van den ouden goudgraver, „er
is miets in. Nu is het uit met mijdit wn3 de
laatste kans."
„Wel, Jack," zeide Billy kalmeerend, „zoo erg
zal het wel niet zijn. en als er werkelijk niets
in is, dan beginnen wij opnieuw te graven. Daar
om behoef je je hoofd niet te laten hangen.
Kom, vooruit, het geluk zal wel komen
Maar Allen schudde moede het hoofd. Deze
laatste slag had hem te hard getroflen, te on
verwacht uit zijn droomen gewekt; jarenlang
had hij de grillen van het lot gedragen, zonder
te morren, steeds moed gehouden, maar nu had
de ouderdom hem week en zwak gemaakt. Eenige
dagen lang nog sleepte hij zich van de hut naar
de spleet en weder terug, toen voelde hij zich
op zekeren ochtend te zwak om op te staan en
de bewoners van Corroboree Camp wisten, dat
bgt met Jack Allen zou afloupen.
Niets ontbrak den zieke in dezen zwaren tijd.
Billy was zijn trouwe verpleger en de be
woners van het Camp schonken den ouden inan
alle mogelijke weelue-artikelen, als chocolade
wijn en wat men verder twintig mijlen in den
omtrek kon krijgen. Hij was er zeer dankbaar
voor, maar zijn hoop was niet meer op te wek
ken.
„Billy," zeide hij op zekeren middag met zwakke
stem tot zijn verpleger, „het loopt af met mij
en ik zou je gaarne iets nalaten. Je bent een
goed kameraad geweest en hebt verdiend het
geluk, dat de „eaui" mij brengen zou, met mij
te deelen. Daar is de „onul" mij heeft hij weinig
geholpen, maar wie weet. ten laatste brengt hij
misschien toch nog geluk en dat zal dan ten
minste voor jou zijn. Hier, neem hem en be
waar hem goeu"
Billy dankte den zieke en hing den talisman
om zijn hals.
„En dan," begon de oude man weder, „heb
ik nog éen wensch. Ik zou gaarne daar buiten
in de vlakte onder den ouden gummiboom be
graven worden, dien je van onze 3chacht uit
kan z-en."
Jack zonk uitgeput op zijn leger. Den volgen
den ochtend kwam Billy naar het kamp en
vertelde den bewoners, dat Old-Jack gestorven
was. Eenige goudgravers boden aan, bij het be
graven van Jack te te helpen, maar Billy dank
te vriendelijk en begon een graf te graven op
de plaats, door Jack zelf aangewezen.
De door den overledene uitgezochte gummi
boom stond eenzaam in de boomlooze vlakte,
zoowat een Engelsche mijl van zijn hnt ver
wijderd. Daar aangekomen, zocht Billy eerst een
'gepaste plaats uit, teekende een groot vierkant
op den «rrond en begon toen zijn werk.
De zon had de aarde dor gemaakt en het houweel
kon slechts met moeite een gat delven. Boven
op den boom zat een „laughing Jackass," die
met zijn leelijken snavel in het hout pikte en
van tijd tot tijd naar den hardwerkenden Billy
keek, waarbij hij het krijschende lachen deed
hooren, waaraan de vogel zijn naam dankt.
Billy, die bij het zware werken van het zweet
droop, hield op en keek naar den vogel.
Deze bleef rustig zitten, keek naar hem en
lachte weder. Dat klonk zóo spottend, dat Bil
ly onwillekeurig dacht, dat hij zeker iets be-
lachlijks deed Daarbij dacht hij er aan, dat hij
nog geen kist voor zijn dooden vriend had, maar
daar was wel aankomen aan. Hij wilde een
voudig den „storekeeper" vragen, hem een paar
oude kiston te schenken, daar kon hij dan wel
een doodkist van timmeren. In het ergste ge
val kon hij er ook een van boomschors maken.
Hij wischte zich het zweet van het voor
hoofd, haalde toen pijp en tabak voor den dag
en ging op zijn gemak zitten, met de voeten in
het graf, om de pijp te stoppen en aan te steken
„Het Btijt mij toch van den ouden man,"
I monpelde hij bij zich zelf. „Het was toch een
goede man en ik mocht hem graag leiden.
1 Ik zou wel eens willen weten, of die „caul"
mij nog geluk zal aanbrengen."
Slot volgt.