Maandag 23
Mei 1898.
No. 4773.
47e Jaargang.
DE HALTE.
Binnenland.
PHOENIX-BROÜWERIJ.
H. MEURSING Co. AMERSFOORT.
Specialiteit in Exportbier naar de Tropen.
Dltgave
A. H. VAN CLEEPP
te Amersfoort.
Verschijnt Maandag- en Donderdagavond, Abonnement per 3 maanden f 1.franco per
post f f.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Groote letters naar
plaatsruimte. Legale-, oflicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Afzonderlijke
nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
Bureau
KORTEGRACHT
Telephoon 19.
KENNISGEVINGEN.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van AMERSFOORT,
Gelet op art. G der Wet van den 2. Juni 1875
(Staatsblad No. 95),
Brengen ter kennis van het publiek, dat een
door J. G. de JAGER ingediend verzoek, met
bijlagen, om vergunning tot het plaatsen van
eene ovcu van het licetelucht-sjsteeiu in het
Eerceel alhier gelegen aan de Langestruat, uit-
omende in de Pepersteeg, wijk F. No. 39, bij
het kadaster bekend onder Sectie E. No. 5GG, op
de Secretarie der gemeente ter visie ligt, en dat
op Dinsdag, den 31 Mei aanstaande, des voor
middags te elf uren, gelegenheid ten Raad huize
wordt gegeven om, ten overstaan van het ge
meentebestuur of van een of meer zijner leden,
bezwaren tegen het oprichten van de inrichting
in te brengen.
Amersfoort, 18 Mei 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
F. D. SCIÏIMMELPENNINCK.
De Secretaris,
W. L. SCHELTUS.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS
der Gemeente AMERSFOORT,
Brengen ter kennis van belanghebbenden, dat
Diusdag den Tdcn Juni aanstaande een verkiezing
zal plaats hebben ter vervulling van de door
de periodieke aftreding van vier leden van de
Provinciale Staten, in gemeld lichaam voor het
kiesdistrict „Amersfoort" zitting hebbende, open
vallende plaatsen.
Gedurende 14 dagen vóór en op den dag der
verkiezing zijn ter Secretarie alhier kosteloos
verkrijgbaar de formulieren model I voor de
opgaven van candidaten, voor welker inlevering
ten Stadhuize dezer gemeente, als hoofdplaats van
het kiesdistrict „Amersfoort", gelegenheid be
staat van 9 uur v.m. tot 4 uur n.m.
Deze formulieren moeten inhouden den naam,
de voorletters en de woonplaats van iederen
candidaat en onderteekend zijn door minstens
40 kiezers bevoegd tot deelneming aan de ver
kiezing, waarvoor de inlevering geschiedt.
Amersfoort, -18 Mei 1898
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
F. D. SCHIMMELPEXNINCK.
De Secretaris,
W. L. SCHELTUS.
Feuilleton.
4 (Slut).
Muskieten, en muggen zwermden in groote
menigte, doch ofschoon zij uitgeput, met ver
wonde voeten doorliep, was zij blijde en te
vreden.
„Ja" zeide zij zachtjes „die oude man had
gelijk; het is een groot genot voor een vrouw,
als zij haar jongen gezond en wel terug mag
zien."
Eindelijk kwam zij op een plekje waar een
klein bron ontsprong uit de rotsen en in een
groen bemoste holte vloeidezij dronk en nam
korten tijd rust om een broodkorst te eten.
Als zij aan een huis kwam, hetgeen zelden ge
beurde, dan bleef zij'bij de deur staan om met
de bewoners te praten en zij vertelde hun met.
trots: „Het regiment van mijn zoon trekt
vandaag door den Belva-pashij heeft laten
vragen of ik hem kwam opzoeken, want zij zul
len er misschien halt houden."
Dat zij een zoon had, die tot een regiment be
hoorde, scheen haar eervoller toe dan om een
gekroonde Koningin te zijn, en tegelijk wreeder
dan het martelaarschap der Heiligen.
Heel in de verte kon zij eenige donkere plek
ken en lijnen zien zij wist, dat het de bosschen
waren van den Belva-pas, dc eenige boomen in
deze landstreek. Zij versnelde haar pas, toen zij
die wouden zag. De zon stond hoog. Goede
hemelindien de troepen nu eens niet zouden
ophouden, doch zonder rusten door den pas
marcheerdenDe marskramer had immers ge
zegd, dat het wel mogelijk was.
Haar beenen weigerden haar bijna den dienst
bij die gedachte. Doch zij was een sterke, vol
hardende vrouw en zij bedwong haar vrees en
vervolgde haar weg. Het duurde nog ruim twee
uur vóór zij den zoom van het biJsph bereikte.
Hier en daar waren eenige hutten en weidden
eenige kudden geiten, hier en daar lagen gras
De KAMER van KOOPHANDEL en FA
BRIEKEN heeft ontvangen
Jaarverslagen van de Kamers te Bergen-op-
Zoom, Harlingen, Leeuwarden, Leiden en Sc-ho-
terland over 1897.
Consulaire .verslagen nos. 1G, 17 en 18.
Tijdschrift van de Ned. Maatschappij tot Be
vordering der Nijverheid.
Statistiek in-, uit- en doorvoer.
Van de Centrale Commissie van de Statistiek:
Maandcijfers No. 10, jaar 1897.
Tarieven van Invoerrechten van Saba, Amerika,
Frankrijk, Bahama eilanden, Congostaat, Spanje,
Oostenrijk-Hongarijc, Italië, Cuba.
Mededcelingen .van de Yerccniging „Het Bui
tenland" ten aanzien van haar doel en van de
eischen gesteld aan hen. die door haar bemid
deling eene plaatsing verlangen in Vreemde ge
westen, er. formulier van de hiertoe to verrich
ten aanvraag.
Belangstellenden kunnen bovengenoemde stuk
ken, voor eenige dagen ter lezing ontvangen.
Aan te vragen bij den ondergeteekende
Herin. I'. van II ABELEN Secretarie.
Amersfoort, 20 Mei 1S9S.
Het voornemen bestaat om de leden van
de beide Kamers der Staten-Generaal in de
gelegenheid te stellen, de inhuldigingsplech
tigheid in de Nieuwe Kerk te Amsterdam
bij te wonen met hun eebtgenoote of een
dame. die den vorigen dag door H. M. ten
Paleize zou worden ontvangen.
11H. MM. de Koninginnen zullen op 7
September bijwonen het slot der wedstrijden
om de eereprijzen van liet groote volksfeest
achter het Rijksmuseum te Amsterdam le I
geven.
Meer dan'1000 leden van het »Nederl. Gym-
nastiek-verbond" zullen alsdan voor Htl. MM.
defileeren.
Uit Den Haag wordt gemeld, dat bij onze
Regeering noch uit Washington, noch van
den Amerikaansclien gezant te 's-Gravenhage
een protest is ontvangen in zake het ver
schaffen van steenkolen aan Spaansche schepen
in de haven van Curasao.
Intusschen doen in de huitenlandsche pers
hierover allerlei verhalen de ronde.
Zoo vernam de Frank f. Zeil,, dat de Anieri-
kaansche Staatssecretaris voor Buitenlandsche
Zaken met den Nederlandse-hen gezant te
Washington een bespreking gehad heeft be
treffende die aangelegenheid.
Dienaangaande seint de correspondent van
de Daily Chronicle, dat de Minister denNe-
derlandschen gezant ontboden heeft om hem
opheldering te vragen over het leveren van
proviand aan de Spaansche vloot -e Curasao;
de Minister heeft daar nog geen protest tegen
ingediend omdat stellige besvijzei ontbraken.
De Nederlandsche gezant verzekerde, dat
Nederland geenszins vijandig gestemd is tegen
1 de Vereenigde Statenhij vreesde echter
1 dat de Spanjaarden de levering van benoo-
digheden afgedwongen hebben.
Daarentegen seint de correspondent van de
Daily Mail te Washington, dat de conferentie
I vooral belangrijk was, omdat de Minister van
j Buitenlandsche Zaken den Nederlandschen
I gezant ineueelde, dat de Regeering te Wa-
shington de bewijzen in handen heeft, dat de
Spanjaarden reeds maanden geleden Curasao
als operatiebasis gekozen en daartoe pro
viand en kolen derwaarts gezonden hebben.
Nederland zou dus zijn onzijdigheid geschon
den hebben door den Spanjaarden t.oe te
staan hun plannen ten uitvoer te leggen
waartoe ook behoorde hel zenden van veel
proviand- en kolenschepen naar Curapao,
welke thans, na de Spaansche vloot bediend
te hebben, naar Cuba gaan.
Een en ander verdient wel te worden op
gehelderd.
Het thans bij de Tweede Kamer ingediende
wetsontwerp tot wijziging en aanvulling van
de bepalingen in het Burgerlijk Wetboek
omtrent de vaderlijke macht en de voogdij
en daarmede samenhangende artikelen is in
hoofdzaak geijjk aan hel door de vorige Re
geering aangeboden wetsvoorstel. Toch is het
in meer dan éen opzicht belangrijk gewijzigd
en aangevuld. De voornaamste punten, waarin
de beide ontwerpen van elkander afwijken,
i zijn
I In het vroeger ingediende ontwerp werden
ten onrechte gemist de voorschriften, waar-
j door het mogelijk zou worden, over de zoo
genaamde verlaten kinderen een wettelijken
beschermer te stellen, en evenzoo voorschrif-
ten, die in de handen van het openbaar uit-
j voerend gezag de bevoegdheid leggen om,
I iu afwachting van 's rechters beslissing om-
trent verzoeken of vorderingen tot ontzetting
j uit liet ouderlijk gezag of de voogdij, sao jure,
de kinderen te onttrekken aan de macht van
I hem, die het ouderlijk gezag of de voogdij
I uitoefent.
velden verspreid waarop kastanjebooinen en j
eiken en vederop pijnbossehen. Daar beneden
strekte de Belva-pas zich uit.
Het was twaalf uur en gloeiend warm. Zij
begon af te dalen in de aangename schaduw
tier pijnbooinen. De wilde aardbeziën stonden in
bloei en alles was dik begroeid met gewinnen
nieuwsgierig bekeek zij ze, want in ha... .voon-
plaats groeiden geen bloemen. Een herder lag
huif slapend op liet mos en ontwaakte bij haar
nadering.
Zijn de troepen al door den pas gekomen
vroeg zij hem, met luid kloppend hart.
Lui en slaperig antwoordde de man
Ja ik heb de trompetten reeds een half
uur geleden gehoord. Zij houden daar stil.
Mijn zoon is er bij, zeide zij trotsch en zij
snelde hem en zijn kudde voorbij.
Ja, het was een groote eer als men een
zoon had, die soldaat was. Toen zij ongeveer
een half uur door het bosch geloopen had, kwam
zij op een plek, waar zij naar beneden in den pas
kon zien.
Ja, daar waren ze; ze kon de wit linnen
mutsen, de paarden en de kanonnen onder
scheiden zij kon de drukte zien, die overal
hoerschte, het schitteren van het metaal en
het doffe gelige wit der tenten. Ja, zij waren er.
Zij kruiste zich en dankte God terwijl zij een
oogenblik op den met dennenaalden bestrooiden
grond knielde. Toen stond zij op en ijlde vor
der.
De weg naar het dal was lang en kronkelend
en de boomen onttrokken het ravijn aan haar
oog doch toen zij den pas eindelijk bereikte,
waren de regimenten er nog. Hier en daar zat
een groepje soldaten te eten en zij ging naar
zoo'n groepje toe en zeide: Ik ben zijn moeder,
Neillo's moeder. Wilt u mij alsjeblieft bij hem
brengen? Hij heeft naar mij laten vragen."
Haar stem was heesch van ontroering, haar
bevende vingers plukten aan haar schort,
de mannen heelde zijhoe zon zij ooit haar
Voor die groote verwarde massa van onbeken-
jongen kunnen vinden
De krachten begonnen haar te begeven. Zij
ging van man tot man. De soldaten lachten
haar uit of draaiden hanr den rug toe zij hielden
haar voor den gek, plaagden "haar en zonden
haar van den een naar den ander. Zij deed de
rondte in het kamp, telkens struikelend over
de randsels die op den grond lagen en verward
en verbeisterd voor zich uit starend door het
vreemde tooneel.
Overal stonden kanonnen of ongezadelde paar.
den. Hier vond men groote vurci. en soepke
tels^ duar lagen losgemaakte knapzakken en
stoffige uniformjassende mannen waren voor
het grootste deel in hun hemdsmouwen; zij
praatten of zongen vroolijkmen kon zien, dat
de discipline voor het oogenblik aan banden
gelegd was.
Het was een rumoerige levendige pleisterplaats
on al die kreten, al dat geschreeuw en die voort
durende beweging deden haar duizelen. Het
scheen haar toe. of er nooit een eind aan al die
soldaten zou komen, en zij geleken allen zoo op
elkaar, met hun kort geknipt haar en volkomen
dezelfde donkere kleeding.
Hoe zou zij haar jongen ooit kunnen vinden
Doch zij liet zich niet ontmoedigen.
Eindelijk legde een soldaat, die geduldiger en
medelijdendcr was dan de anderen, haar uit, dat
dit de artillerie was, drie veldbartterijen en oen
regiment cavalerie, en dat haar jongen, dien hij
bij naam kende, tot de infanterie behoorde die
dc«.achtorhoede uitmaakte en zich een halve
mijl verder in het dal bevond.
Zij dankte hem en beval hem aan in de ge
nade der Heilige Maagd; toen ging zij verder,
ofschoon baar ledematen zóo stijf en de aderen
zóo gezwollen waren, dat zij slechts met moeite
kon loopen. Doch zij was vol vreugde en zali
ge verwachting nu wist zij waar haar jongen was.
Zij wisselde hier en daar vroolijke woorden
met de soldaten die zij ontmoetteopgeruimd
en ongevoelig voor de pijn van de gezwollen
aderen der vermoeide voeten. Noillo was daar
dat was voldoende.
Ik bob brood en kaas meegebracht voor
mijn zoon, zeide zij tot een schildwacht, die
liuar uitpuilende zak een weinig argwanend
bekeek, en de schildwacht lachte en zij mocht
doorgaan.
Zij durfde niet goed den weg vragen, doch
onvermoeid volhardde zij, en ging voort met zoe
ken, telkens zeggende „Ik ben Neillo's moeder.
Ilij liet vragen of ik kwam. Ik heb den ge-
heelen weg geloopen. Och, zeg mij toch waar hij
is
De infantcrie-veginicnten waren op eenigen
afstand van den pas gekampeerd, ir.de schaduw
van eenige overhangende rotsen.
Dc soldaten liepen bedrijvig heen en weer, hier
stond een groepje gebogen over groote ketels,
daar kwamen weer anderen aandragen met wa
ter, dat op eenigen afstand uit de rots welde,
doch er was niet zooveel vroolijkheid. zooveel
levendigheid en gebabbel als bij de andere re
gimenten.
De officieren stonden onder een eenzamen
pijnboomhun stemmen klonken gedempt en
zij zagen er bezorgd uit.
Zij naderde hen verlegen, doch met een glans
van hoopvolle verwachting op het vermoeide en
verhitte gezicht. Zij keek van den een naar den
ander, verlangend, hulpeloos, angstig, doch haar
Neillo zag zij niet.
Eindelijk kwam zij bij een groepje jonge man
nen, die zeer ernstig bijeen stonden en naar iets
keken, iets op den grond. Het waren drie jon
gens als zijzelt, die op hun rug lagen, in de scha
duw van een grooten kastanjeboom. Aarzelend
kwam zij nader, terwijl plotseling een naam-
looze vrees zich van haar meester maakte.
Wat is er met hen gebeurdvroeg zij.
Zijn zij ziek?
En met eerbiedige stem antwoordde een der sol
daten:
Neen vrouwtje, zij zijn dood, Zij zijn op
nuirsch doodgebleven. Het was dertig mijlenen
zoo warm.
Toen kwam zij al dichter en dichter bijzij
boog zich over de onbeweeglijke lichamen heen
en een voor éen schoof zij den linnen doek weg,
die hun gelaat bedekte.
En zóo zag zij eindelijk haar zoon haar Neillo,
voor den laatsten keer.