Donderdag 20 October 1898. No. 4816. 48e Jaargang. Hulp noodig. EERGEVOEL. Stadsnieuws. AIERSmiSCIE Dltgave Firma A. H. VAN CLEEFF te Amersfoort. Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.franco per post f 1.15. Advertentiën 6 regels GO cent; elke regel meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, oflicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Afzonderlijke nummers 10 cenl. Bij advertentie»» van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. Bureau KORTEGRACHT 5 0. Telephoon 19. kennisgevin ge n. Do BURGEMEESTER, de gemeente AMERS FOORT, Brengt ter kennia van de ingezetenen, dat den eersten en den vijftienden van elke maand de Invoer van melkvee in België wordt toegelaten langs Watervliet, Selzaete, De Clinge, Santvliet, Esscben station, Esscben dorp, Bar le Due, Ac hel, Maasoyk en Visé. De ingevoerde beesten moeten eene quaran- taine van 14 dagen ondergaan. De invoer van schapen is langs de zelfde duua- ne-bureuux op allo werkdagen toegelaten, mits de Gemeente-veearts 21 uren te voren daarvan worde onderricht. Amersfoort, 17 October 1898. De Burgemeester voornoemd, F. D. SCHIMMKLPENNINCK. De BURGEMEESTER der GEMEENTE AMERSFOORT, Brengt ter kennis van de belanghebbenden dat, in al vijking van het bij de kennisgeving d.d. 17 October 1898, omtrent den Invoer van vee in België, medegedeelde, de quarantaine is gesteld op 10 dagen, waaraan tevens de voor waarde is verbonden dat de koeien vóór den invoer moeten gekalfd hebben. Omtrent de uren en do plaatsen der openstel ling kunnen tor Secretarie inlichtingen worden bekomen. Amersfoort, 18 October 1898. De Burgemeester voornoemd, F. 1). SCHIMMELPENNING*. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT, Gezien artikel 41 der Gemeentewet, Brengt tor kennis van de ingezetenen, dat de Raad dezer Gemeente zal vergaderen op Dinsdag, den 2"». October aanstaande, des namiddags te IV» ure. Amersfoort, den 21. October 1S9S. De Burgemeester voornoemd, F. 1). SCH1MMELPENNINCK. De winter van 1897 op '98 was zóo zacht, dat hot Dagelijkse!» bestuur van de Vereeni ging «Liefdadigheid" hij herhaling geen ter men kon vinden om ook in het vijfde jaar een beroep te doen op den weldadigheidszin der stadgenooten en wel moest teren op het saldo, «lat nog over was van de Fancyfair, Feuilleton, op «Randenbroek" gehouden. Latei-, toen de middelen waren uitgeput en de Penning meester reeds aai-dig in voorschot was, kon het Bestuur bezwaarlijk weer vi-agen, omdat het wist dat werd bijgedragen voor het Hul deblijk aan H. M. de Koningin-Moeder en weer later voor de Ki-oningsfeesten. Hoewel de winter zacht was, zelfs zóo dat zeer velen die in andere jaren den steun van «Liefdadigheid" niet konden ontberen, bijna onafgebroken werk hebben gevonden waren er toch velen, stille armen, die door- loopend ondersteund moesten worden. «Lief dadigheid" immers wil verval tot armoede voorkomen in de eei-ste plaats, armoede le nigen in de tweede; en juist door deze zoo genaamd stille armen wordt de Vereeniging om zoo te zeggen gesteld voor een raste uitgaaf. Het moge enkelen vreemd voorkomen, dat hij een zóo zachten winter toch onder steuningen werden gegeven, maar al openen zich de harten der milddadigen naarmate de wateren toegaan, toch is het niet zoo heel onbegrijpelijk, dat velen, door ouderdom en ziekte buiten staat om zichzelven te helpen, ile hulp van een vereeniging als «Liefdadig heid" niet kunnen ontberen. Zoo is dan de Vereeniging aan het begin van een nieuw werkjaar waarin menschelij- kei-wijze gesproken zij zeer gi-oote uitgaven zal hebben te doen en thans is het geheele budget waarover zij te beschikken heeft schrikt niet lezei-essen en lezers honderd twintig gulden. Dat is te meer jammer nu de Vereeniging zoo op den goeden weg is, nu zij, door er varing geleerd hebbend, van lieverlede ge worden is tot een centrale arm verzorgster. Centraal in dien zin, dat zij de zeer gewaar deerde medewerking geniet van andere philantropische vereenigingen, kerkelijke zoo wel als particuliere, en van vele weldadige ingezetenen hier ter stede, die aan den Se- cretaris-boekhouder mededeeling doen van hetgeen dit gezin of gene weduwe van hen ontvangt. Komt zich dan ook in de laatste maanden iemand met een «och arm"- gezicht bij den een of den ander beklagen over zijn nood druft, dun kan de medelijdende onmiddellijk bij den den heer Peerlkamp informeeren of de vraagster (in den regel is het hier ter stede een vrouw) hulp waardig is en of en wat ze reeds van anderen krijgt. Zou het nu niet heel erg te betreuren wezen als «Liefdadigheid" niet langer kon staande blijven en de bedelarij die zij reeds zoo aai-dig onderdrukteweder in zwang kwammet andere woorden, dat de brutale bedeldende armen weer gaan leven ten koste van de fatsoenlijke stille armen, wier leed zoo oneindig veel grooter is. En wat kun «Liefdadigheid" beginnen met een goede honderd gulden (waarbij reeds bet saldo van f 150 van de Huldigingsfeesten en de contributie voor dit jaar)éen uit- deelinkje van brandstollen, en het saldo is verbruikt. Dat ieder weldadige gehoor geve aan den oproep van «Liefdadigheid" om, nog vóór de winter intreedt, de kas te stijven, hetzij door ziji. contributie te verhoogen, hetzij door een gift ineens. En dat. ieder zijn kennissen aanspore om lid te worden van deze zoo nuttige Vereen- niging, vooral hen die zich pas hier ter stede vestigden en die willen zij iets weten van de wijze waarop u Liefdadigheid" werkt alle inlichtingen kunnen verkrijgen bij den Secretaris-boekhouder den heer H. Peerl kamp, Zuidsingel 280 a. Waarlijk, hier is spoedige hulp di-ingend noodig. 5 (Slot) Je gaat er niet inriep zy, haar forsche armen om hem heenslaande als. om hem moe naar buiten te trekken. Zenuwachtig maakte hij zich los. Koin, geen dwaashedenEens gezegd, blijft gezegder is een plaats voor je be sproken op den eersten rangik zal je er heen brengen. Hii was zóo kalm, zóo beslist, zoo zeker van 'zich zelf, dat zij zich zwak gevoelde tegenover liet tengere mannetje en, niet in staat zich ren enkel woord van haar mooie aanspraak te binnen te brengen, zonderling ontroerd den arin nam dien hij haar aan bood en die hoegenaamd niet beefde. Toen zij de blikken der nieuwsgierigen, die zij moesten passeeren, op zich gevestigd zag, stribbelde zij weifelend terug. Ik durf niet, fluisterde zij. Fluuwert Ik kan niet, ik verzeker je, Victor, ik kan niet. Op een loon van gezag, dien zij nooit van hem gehoord had, zei hij, oven stilstaande: Luisti-r goed, mijn oer als man is er mee gemoeid, mijn naam staat on het affiche; het publiek wacht op mij. Welnu! ais je niet gaat zitten. Hij hield even stil. Dan I)un scheer ik niet. Dat was hetgeen Helóise hoopte te be werken, wat zij, zoo noodig, van hem wilde eischen. Zij keek het kleine mannetje diep in de oogen. Hij vertrok geen spier. 't ls goed. Laat ons doorloopen, ant woordde zij, schijnbaar onverschillig. Toen hij haar naar haar plaats had ge bracht. stak hij haar de hand toe. Tot straks. Terwijl hij terrugging, merkte zij, als bij instinct, dat de menigte in beweging kwam. Er ontstond een geritsel van halzen, die draaiden en werden uitgerekt in de hun om ringende kanten en boorden. Alle toeschou wers hadden het hoofd omgewend; drie kleine woordjes hadden een storm van nieuws gierigheid in het publiek gewekt: Daar is hij Helóise gevoelde trots, die nog aanwak kerde toen zij een vreemde stem in haar nabijheid hoorde prijzen Enlin, je moet toch maar een flinke kerel wezen om dat te durven. Het begrip dier flinkheid, die door ieder een werd erkend en die zij nu voor de dc.-de maal hoorde verkondigen, doordrong haar en baar angst werd er door verminderd. Toejuichingen barstten los. Zij keek op. In liet middelste hok was een man gegaan, groot, forsch, met een kop als op een modeplaat van een confectiemagazijn zijn gewelfde borst vulde een rood vost met gele tressen en zijn als de armen van prijs- boksers gespierde boenen spanden hot tricot van een parelgrijze broek, waarvan de pijpen verdwenen in oen paar rijlaarzen. Achter den temmer verscheen een schrale gestalte, gespannen in een zwart vestje, de hemdsmouwen met ecu paar elastiekjes op- Ds. I. Hoovkaas, predikant bij de Remon- strantsche gemeente hier, komt voor op het zestal naar de Remonstrantsche gemeente te Groningen. De beer G. J. van der Plank heeft ontslag gevraagd als le luitenant der Schutterij bier tengevolge zijner benoeming tot Directeur der Gemeente-gasfabriek te Zalt-Bommel. Tot leden van den Schuttersraad zijn be noemd de beeren M. R. N. Oosterveen en Th. G. de .lager, die in banden van den Burgemeester den vereischten eed hebben afgelegd. Aan den heer J. C. F. Prikken, leeraar aan de Hoogere Bugerschool hier, is ander maal de onderscheiding te beurt gevallen, benoemd te worden tot lid van de commissie welke belast is met het afnemen der exa mens Middelbaar onderwijs in de Wis- en Natuurkundige wetenschappen, de Zeevaart kunde en de Handelswetenschappen. Bij de gister gehouden inspectie over het brandbluschmaterieel, door den opperbrand- meester, den heer G. Prins, bleek dat alles zich in goeden staat bevond. Aan het personeel van spuit 1 is dcor de Brandwaarborgmaatschappij «Vesta" (agent de heer H. E. van Sweden) een premie van f5 toegekend voor het flink optreden by den brand in het pakhuis van den heer Veis Heyn. Tot leden van het Bestuur van den «Alge- at eenen Nederlandschen WieIrijdersbond"zijn voor deze provincie gekozen de heerenh. A. Beets en G. J. Slothouwer te Amersfoort Joh. Spaans, OudenrijnC. E. Mulder, mr. N'. Nauta en J. B. Geijen te Maarsseveen A. H. van Wijngaarden en jhr. H. W. de Pes ters, te Utrecht. Ter Dinsdagavand ten Raad huize gehou den Algemeene vergadering van «Liefdadig- heid" is met op éen na algemeene stemmen herkozen tot lid van het Dageiijksch bestuur de heer O. G. H. Heldring, die, wegens het bekende meeningsverschil' over «Volkshuis vesting" eenigen tijd geleden ontslag nam als Bestuurslid. Bij de repetitie van de Zangvereeniging der Amersfoortsche afdeeling van de «Maatschap pij tot Bevordering der Toonkunst", Maan dag 1.1. gehouden, is door de aanwezige da mes met algemeene stemmen als Commis saris gekozen de heer C. A. Heunsk en zulks ter vervanging van jhr. J. A. Sandberg, die als zoodanig ontslag nam. Hoewel de repetition in vollen gang zijn en druk bezocht worden, daar de vereeni ging een Volksconcert denkt te geven en voornemens is bovendien het «Duitscbe Re quiem" van Brahms ten gehoore te breu- geslagen Victor Baudu in zijn werkpakje.; Hij zag Helóise van uit de hoogte aan Helóise's blik vernederde zich om Victor aan te zien. Twee ijzeren schuiven gingen omhoog do wilde beesten werden in de afgesloten ruimte gelaten. Tygers, panters, jaguars, leeuwen slopen vadsig binnen, zich uitrek kend als groote, slaperige katten. Dat binnenkomen had niets tragisch, al thans het verontrustte oogenschijnlijk niet den barbier, die, even kalm als in zijn win kel, zyn scheerzeep aanmengde, er lauw water op schonk, sop maakte, zijn mes aan zette, den -temmer een handdoek oin den hals knoopte en het gebruikelijke lapje op den schouder legde. Een gebrul deed de tent schudden. Het was een leeuw, een oude leeuw, de oude leeuw, dezelfde die reeds eenmaal men- schenvleesch bad geproefd, die bet vervaar lijk geluid had uitgestooten. Het publiek rilde. Alleen Victor, die bijna onmerkbaar was verbleekt, verloor niets van zijn bedaardheid. Met kippenvel over haar geheele lichaam en een rilling, die, langs haar rug omhoog stijgend, de hersenen onder haar schedel sa mendrukte, kneep Helóise haar oogen dicht' Zij was als vernietigd. Zij werd niets meer gewaar dan een vaag rumoer, een verward gerommel, dat als hot verwijderd bruischen van do zee door het haar versuft brein klonk. Maar het lawaai groeide aan, kwam naderbij, werd duidelijker. Handen klapten tegen el kaar, wandelstokken stampten regelmatig op den vloer, stemmen schreeuwden, tierden, eischten BauduBaudu Baudu Helóise opende de oogen. Het «tooneel" was ledig. Eindelijk, toen het rumoer niet bedaarde, trad de Figaro van ArgenteuiL den teinmer de hand reikend, opnieuw het, nu weer ledige, bok binnen en boog voor het publiek. Een donderend bravo- en hoera-geroep daverde door het gebouw het was een triomf. Toen stond Helóise op en met een ma teloos gevoel van trots, dat haar veder licht maakte, riep zij tweemalen, met een stem, die boven al het geraas uitklonk Dat is mijn vrijer! Dat is mijn vrijer 1 Thans geheel verpletterd, al haar hoop op overwicht voor goed opgevend, zag zij met onderworpen oogen naar hem op, na eerst snikkend in zijn armen te hebben ge legen. En al wat er bekrompens was in hem, maakte zicli los en in zijn herwonnen meer derheid zei hij zacht Zie je nu wel Een man kan daarom toch een man wezen, al is hij klein van stuk. Toen begreep zij. Het tooneel van den vorigen Zondag kwam haar weer voor den geest en ook de laatste woorden, die hij haar op dreigenden toon had toegeroepen: «Dat zullen we zien." Voor haar had hij dat gedaan. Met oprecht en- thusiasme, grenzenlooze tecderheid, diep ge voelden trots untwooordde ze haar aanstaande die, gelijk de ridders van voorheen, zijn leven had gewaagd om zijn «dame" te winnen «Ja zéker ben je een man, Victor, een groot man En geen sterveling lachte.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1898 | | pagina 1