Donderdag 1
December 1898.
No. 4828.
48e Jaargang.
Stadsnieuws.
LEBEDKA.
Oitgave
A. H. VAN CLEEPP
te Amersfoort.
Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.franco per
post f 1.45. Advertentiën 16 regels GO cent; elke regel meer 10 cent. Groote letters naar
plaatsruimte. Legale-, ofïicieele- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Afzonderlijke
nummers 10 cent.
Bij advertentiëu van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
Bureau
KORTEGRACHT 5 6.
Telephoon 19.
KENNISGEVINGEN
AMÊSoo™EES'rEE WETH0UD®1®
Gezien art. 8 der Hinderwet,
Brengen ter kennis vnn het publiek, dnt door hen
mm de Nanmlooze Vennootschap „de Araersfoortsche
ïii|njtfabriek" en lmrereehtverkrijgendcn vergunning
is verleend oin een gasmotor van panrdekraeli-
ten te plaatsen in het perceel alhier gelegen nnn
den Lageweg, wijk II. No. 91», kadastraal bekend
onder sectie A. No. 1551.
Amersfoort, den 25 Nov. 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Be Burgemeester,
F. D- SCH1MMELPENNINCK.
I)o 1<i. secretaris,
B. W. Tb. SANDBERG.
De BERGKMEESTER van AMERSFOORT,
Gezien artikel 1] der Gemeentewet,
Brengt ter kennis van (le ingezetenen, dat de
Raad dezer Gemeente zal vergaderen op Dins
dag, den December aanslaande, des namiddags
te 7'(lure.
Amersfoort, den 30 November 1898.
De Burgemeester voornoemd,
F. D. SCIIIMMELPBNNINCK.
De COMMISSARIS VAN POLITIE te AMERS
FOORT.
brengt den ingezetenen in herinnering de volgende
artikelen, voorkomende in de Verordeningen der
Gemeente Amersfoort, betrekking hebbende op
snoeuw en ijs en gladheid der straten.
STRAAT-POLITIE.
Art. I. Het is verboden op of aan den openbaren
weg te worpen niet sneeuwballen.
Art. VU. Het is verboden op den openbaren weg
glijbanen te maken of te gebruiken.
Art. XIX. Binnen de kom der gemeente moeten
«ie hoofdbewoner van een gebouw, «lc gebruiker van
een erf, de eigenaar of beheerder van ccnig onbe
woond, gebouwd eigendom of van cenig ongebruikt,
onbebouwd erf, bij gladheid der straten, de stoepen
en straten, ter breedte van éen Meter uit den stoep,
vóór, terzijde en achter bun pand gelegen, met zand
of useh bestrooien of doen bestrooien.
Wanneer cenig gebouwd eigendom geen hoofd
bewoner beeft, doch door meer dan ij en gezin be
woond wordt, zijn de bewoners beneden aan de
straat, ieder voor het door bcni bewoonde gedeelte,
aan de bovenstaande verplichtingen onderworpen.
Art. XXII. l)c personen in art. XIX vermeld,
moeten oj) geiijke wyze nis in liet vorige artikel is
bepaald (waar «-verburen zijn ter halver breedte en
waar geen overburen zyn of op pleinen en grachten
tot vyl' Meters uit den stoep) binnen 8 uren
aanzegging of «inroeping van wege Burgemeester
c-n Wethouders, de sneeuw of het slijk doen weg
ruimen en zoowel na gedane aanzegging of omroe
ping. als wanneer wou.t weggeruimd zonder aan
zegging, de sneeuw of het sly k naar zooaaiuge plaats
vervoeren als door de politie zal worden aangewezen.
Art. XXIII. Het is verboden als het vriest de
straat te schrobben of «lc glazen te wasseheu, water
on de straat uit te storten of te doen uitloopcn.
GEBRUIK VAN DE HAVEN, GRACHTEN EN
BEKEN IN DE GEMEENTE AMERSFOORT.
Art. XVII. Het is verboden op het ijs van d<
haven, grachten of beken binnen iiet grondgebied
der gi'iiicenle zich te bevinden.
Art. XVIII. De Burgemeester is bevoegd, indien
zijns iuziens bet ijs een voldoende draagkracht lieeft
bereikt, bij publicatie een immer herroepbare dis
pensatie van voormeld artikel (of een gedeelte daar
van) voor een daarbij te bepalen tijd te verlcenen.
De Commissaris voornoemd,
GROÈBE.
Feuilleton.
Het einde der eeuw.
De quaestie wat nu wel het eind der eeuw
is, 1799 of 1800, is lang niet nieuw en onze
lezers hebben ook reeds uit ons blad ont
waard, dat nóg de inceniiigen daaromtrent
zeer verdeeld zijn.
Een onzer lezers heeft «le welwillendheid
ons een handschrift ter publicecring af te
staan uit bet begiri dezer eeuw en vermoe
delijk van zijn grootvader.
Het luidt:
31 Decb. 1800 is verlopen het 1ste jaar der 19e E.
1801
1804
1S05
1806
1807
1808
1S09
1810
dus 1820
1830
1840
1850
dus 1890
1899
4de
10de
11de
21ste
31ste
41ste
51ste
91ste
100ste
alzo is alsdan de volle l 'de Eeuw verlopen
leverende «lit een onweersprekelijk bewijs
op, «lat wij op den 1 lanuari 1800 begonnen
bobben de 19 Eeuwen hierin zal men nog
te meerder bevestigd worden door «le toe
passing van dit bewijs op de eerste Eeuw
der wereld of onzer Christelijke jaartelling,
zijnde het om het even, welke bepaalingen
van een jaar men ook neemtalzo bij de
voleindiging van het eerste jaar «Ier telling
het eerste jaar der eerste Eeuw verlopen was
en dus op liet ogenblik der telling was begon
nen en het is met den afloop van de eerste
Eeuw gegaan, even als hiervoren van de
19de Eeuw is rekenkundig bewezen, dat,
toen hut ogenblik daar was van de volein
diging van het 99ste jaar zo als men dat
teld, «le vervulling der eerste Eeuw plaats
had, dewijl als toen volle 100 jaaren waren
verlopen. Na mijn inzien is de oorsprong van
het geschil hier uit ontstaan, dat men niet
onderscheid die telling «lie dadelijk werkt
van die telling die doorlopend werkt. De
telling van de tijd zoals wij die onderschei
dend benoemen en van geldspeciën, hebben
allet-n gelijkheid in hetgeen bij ons de naam
draagt van ogenblik; alle verdere tijdtellingen,
hebben aan de benaming die men daar aan
geeft niet voldaan, als na de voleindiging
van de bepaalde afloopde dag begind en
eindigd, «log heeft geene rekenkundige tel
ling dan na dat ze geindigd is: zo en alzo
is het met de week, maand, jaar en Eeuw.
Alle andere tellingen werken daar en tegen
dadelijk, en hebben haar volle beslag op
het ogenblik als ze genoemd zijn.
Een geschiedkundige deelde ons mede, dat
hij 't volkomen met ons eens is, dat de 19e
Eeuw eerst eindigt te middernacht van 31
December 1900. doch dat de historici als
vasten regel hebben aangenomen om tot de
zelfde Eeuw te rekenen de jaren met
het zelfde honderdtal. De 18de Eeuw bijv.
rekenen zij van 1700 tot en met 1799.
Een geneesheer vond onze vraag»Wat
is nu het einde van deze eeuw, 190Ö of 1899"
nogal naief.
«Weet je wanneer een Eeuw uit is?"
vroeg hij en op ons ontkennend antwoord
vervolgde hij. «Als ze dood isdan is't uit".
Dat moge medecinisch-zuiver zijn, doch
we hebben nog geen afdoend antwoord op
onze vraag.
Wie geeft dat antwoord
(Een schets uit het Russische leven.)
1)
Een maand verliep. Serge Manouroff had ein
delijk het paard gevonden dat hij noodig had. Het
was najaar; de jacht begon en ie<leren ochtend,
vóór zonsopgang, toog hij met Lebedka naar
het veld. Nooit keerden zij terug zonder twee
of drie hazen, die Lebedka met de grootste be
kwaamheid ving, en waarbij zij nooit haar
sneeuwwit kleed waarop zij even fier was als
haar meester, door bloedvlekken bezoeldc. Met
éen enkelen heet doodde zij het arme dier, zon
der zijn vacht te beschadigen en Serge hadden
ingelcgden vloer zijner kanier bekleed met de
huiden der hazen, die zij hem aldus had mede
gebracht.
Eens samen van een feest terugkeerend, bleef
Marsine bij Manouroff logceren. Den volgenden
ochtend ging hij mee op de jacht en toen hij
Lebedka aan liet werk zag, kwam sterker dan
ooit de wcnsck bij hem op haar te bezitten.
Laat mij haar toch van je koopen, Manou
roff, begon hij weder.
Ik heb je immers gezegd, dat ik hel niet
doe! antwoordde Serge streng. Je begrijpt toch
wel, «lat liet mij niet aangenaam is, je iets te
weigeren, wat jo zóo dringend verlangt, voegde
hij er zachter bij.
Dan zal ik haar stelen I zeide Marsine on
beschaamd.
- Probeer het, gaf Serge lachend ten antwoord,
mcenend, dat de ander schertste. Geen twee uur
zal je haar hebben of zij loopt weer naar mij
terug.
Tegen den middag keerden zij huiswaarts om
te dejeuneeren en Serge, die zijn buurman niet
wilde ontstemmen, toonde zich vriendelijker
dan ooit.
Na het dejeuner regende hetvan wandelen
kon geen sprake zijn. Marsine stelde een par
tijtje écarté voor. De kaarten werden gebraeht
en zij begonnen te spelen.
Manouroff speelde niet fijn en hield ook niet
van spelen hij lette slecht op en dat kwam hem
ditmaal duur te staan. Toen hij een vrij groote
som verloren had, werd hij zenuwachtig, niet
om het verloren geld, maar door een oud bijge
loof, dat den Russen is aangeboren en dat door
het buitenleven bij hem was ontwikkeld.
Een elechte dag zeide hij spijtig, toen hij
ten vijfden male geslagen werd.
Voor mij niet, antwoordde Marsine, met een
valschen glimlach de kaarten schuddend. Wil
len we eens om iets anders dan om geld spelen
Waarom dan?
Om paarden
Dat 13 een goed ideeriep Serge uit. Laat
ons zien of ik meer geluk heb met paarden dan
met roebels!
Mit nieuwen moed vatte hij het spel weder
opmaar de kansen bleven dezelfde en hij ver
loor steeds meer, zoodat hij eindelijk drie veulens
en duizend roebel schuldig was.
Dat zou zou tot in het oneindige doorgaan
zeide hij eindelijk. Ik heb er genoeg van.
Wil je revanche? vroeg Marsine. Ik
VERGADERING van den raad der ge
meente Amersfoort op Dinsdag, G Decem
ber 1898, des avonds half acht.
Punten van behandeling
1. Benoeming Secretaris der Gemeente.
2. Voorstel tot liet verleenen van een aan-
vullings-crediet aan het. Dagelijksch Restuur.
3. Renoeming van een lid van het College
van curatoren van het Gymnasium, ter voor
ziening in de vacature, ontstaan door het
bedanken door den heer T. van Vlooten.
4. Adviezen in zake schoolvergaderingen,
met concept-reglement.
5. Ontwerp-besluit tot verhooging van het
subsidie aan liet Burgerlijk armbestuur.
6. Ontwerp-besluit tot verhooging van
jaarwedtien van onderwijzend personeel (we
gens dienstjaren).
7. Ontwerp-besluit tot verhooging van
jaarwedden van onderwijzers (herhalings-on-
derwijs) en onderwijzeressen (handwerken).
De voordracht Ier benoeming, in de Raads
vergadering van aanstaande Dinsdagavond,
van een Secretaris der Gemeente bestaat uit
schenk je alles wat gij-verloren hebt, voor.
Voor?
Voor Lebedka
Dank je! antwoordde Serge lachend, dan
wil ik liever betalenWat ben je toch kop
pig en vasthoudend./Alleen maar dat éene
idee!
Hij ging naar zijn schrijftafel en betaalde wat
hij schuldig was.
Ja, wel mogelijk.maar Lebedka valt
bijzonder in mijn smaak; ik heb er mijn zin
nen op gezet, zeide Marsine.
Zoo?... Nu dan kan je je beroemen op
een ongelukkige liefde, voegde Manouroff hem
plagend toe.
Het werd donker en zij gingen dineereu. Het
uur van scheiden brak aan. Hoewel het nog
stortregende, liet Marsine inspannen.
Morgen zend ik je de paarden, die je mij
hebt afgewonnen, zeiue Serge bij het afscheid
nemen.
Daar is geen haast by, antwoordde Marsine.
Ik zal ze wel eens komen halen, of er om
zenden.
De deur open ziende, stak Lebedka haar neus
in de lucht en uitgelokt door de vochtige koelte,
ging zij naar buiten. Zij liep zeer bedaard en
hij de golvende beweging harer heupen blonken
haar zijdeachtige haren als zilver. Serge sloeg
er geen acht upmaar Marsine zag haar in hel
donker verdwijnen en nam zijn zakdoek in de
hand.
Ik geloof, dat ik verkouden word. zeide
hij... Luister eens, Serge, nog éen voorstel, het
laatste s Wil je alles wat je heden verloren hebt
i en mijn mooiste paard voor... Lebedka?
de beeren jh. mr. B. W. Th. Sandberg,Griffier
ter Gemeente-secrelaiï'e en waarnemend
Secretaris, te Amersfoort, en S. R. von Franck,
te Wassenaar.
Aan de Burgemeesters der gemeenten in
de.provincie Utrecht is bij Provinciaal blad
medegedeeld, dat blijkens bericht van den
gezant te Brussel de invoer van melkvee in
België langs Esschen (station) en Essclien
(dorp) van heden tot nader orde is verboden.
De Belgische regeering acht Achel het
meest geschikt voor den invoer van vee, dat
anders over Esschen wordt verzonden.
Het aandeel in de lichting der Nationale
militie van het jaar 1899 door Amersfoort
te dragen is 30 man. Voor Baarn is het 14,
voor Zeist 18, voor Veenendaal 20 man.
De Verordening op de plaatselijke belasting
naar het inkomen staat 5 percent korting toe op
den aanslag, wanneer «lic binnen 30 dagen
na de dagteekening van het aanslagbiljet ten
volle wordt bétuahl.
Te Maastricht altijd; doch het goede voor
beeld kon hier wellicht navolging vinden.
Uit nen regenmeter hier is gedurende
November in 13 regendagen afgetapt 65.9
m. M. neerslag, tegen 38 m. M. in slechts
3 dagen in Slachtmaand 1897 en 73.8 in 7
dagen het jaar te voren.
Tot Regent van het gesticht »De Armen
de Poth" is, in «Ie vacature ontstaan door
het overlijden van den heer W. L. Sclieltus,
benoemd mr. E. D. graafSchiinmulpenniuck,,
die de benoeming aannam.
Sedert liet overlijden van mr. A G. Weijers
15 October 1877, had geen Burgemeester
van Amersfoort meer zitting in dit college
van Regenten.
Onze stadgenooten de hoeren mr. H, VV.
Hellema, Ph. J. van der Werf on inr. S. J.
van Zijsl hebben met gunstig gevolg afge
legd bet 3e of laatste gedeelte van het no-
tarieel-Staatsexam en
Van «le 154 adspirantcn slaagden er dit
maal slechts 48.
Onze stadgenoot do heer J. van [.oenen
Martinet verwierf bij de le Deventer gehou
den verkiezing voor lid van de Tweede Ka
mer dor Staten-Generaal 1209 stemmen. Op
jhr. mr. W. H. de Beaufort werden 2091,
op jhr. mr. 11. E. W. van Weede 417, op
den heer W. H. Vliegen 370 en op den
Manco riff schudde het noofdT"
'.Vil je het dubbele? vroeg nu Marsine,
hartstochtelijk en bevend alsof de koorts hem
aangreep. Zijn oogen fonkelden, krampachtig
wrong hij den zakdoek, dien hy nog steeds in
de hand hield.
Wil je een span mijner beste paarden en
drieduizend roebel bovendien
Neen! antwoordde Serge, het spijt me we
zenlijk, Marsine, maar als ik eenmaal neen zeg,
blijft het neen
In vredesnaam dan! hernam de andere, die
nu bedaard en zonder wrok scheen. Tot weer
ziens doe geen moeite't is zulk slecht weer
ga naar binnen, je zult anders nog verkouden
worden, vervolgde hij, toen Serge en zijn kamer
dienaar hem wilden uitlaten. En hij liep al
sprekend en omkijkend zóo lomp langs den
lakei die hem moest bijlichten, dat deze strui
kelde en diens kaars uitging.
Later zwoer de arme man, dat Marsine de
kaars had uitgeblazen, maar op dat oogenblik
zweeg hij ontsteld toen zijn meester hem uit
schold voor stommerik en hem wegzond om
een ander liclit te halen.
Maar in dien tijd was Marsine vertrokken, en
had hij de deur achter zich toegetrokken. Serge
liep lusteloos on ontstemd naar den salon terug
en eerst eenige oogenblikkcn later hoorde hij
Marsine wegrijden,
Hij schijnt in 't donker zijn rijtuig niet
gemakkelijk te hebben gevonden, dacht hij....
Nu, maar de kerel is gelukkig weg; hij ver-
j veelde me geducht 1
(Wordt vervolgd.)