Maandag 12
December 1898.
No. 4831.
48e Jaargang.
NEEN!
Stadsnieuws.
PHOENIX-BROÜWERIJ
H. MEURSING Co. AMERSFOORT.
Specialiteit in Exportbier naar de Tropen.
Uitgave
firma A. H. VAN CLE E FF
te Amersfoort.
Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden f j.franco per
post f 1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Groote letters naar
plaatsruimte. Legale-, ofïicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Afzonderlijke
nummers iO cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
Bureau
KOETEGRACHT 5 6.
Telephoon 19.
Jan Cock Blomkoff.
De Japansche bosehjes kent iedereen te
aezer stede, maar niet ieder zal weten, dat
zij hun naain te danken hebben aan den
vader van den tegenvvoordigen bewoner van
sBirkhoven en ook zal het wel niet alge
meen bekend zijn. dat omtrent het midden
van December 1848 de stichter ervan dat
buitengoed metterwoon betrok, nadat hij kort
te voren uit Japan, van Uecima. was gere
patrieerd.
Nu er juist een halve eeuw verloopen is
sedert die terugkomst, wilden we een kort
herinneringswoord wijden aan den man, die
werkelijk a mérité de la patrie".
Jan Cock BlomholT dan werd geboren te
Amsterdam den 5 Augustus 1770. Door zijn
vader bestemd voor de rechtsgeleerde prak
tijkgaf hij er de voorkeur aan, op 15-jarigen
leeftijd als cadet in dienst te gaan en deel
te nemen aan den veldtocht tegen de Fran-
schen. liet verloop daarvan en het vertrek
van den Erfstadhouder naar Engeland zijn
voldoende bekend en evenmin behoeft gezegd,
dat de jonge BlomholT, een zeer vurig Prins
man, wel verplicht was, reeds in 1705 weel
de militaire rok aan den kapstok te hangen.
In 1708 nam hij met zijn ouders de wijk
naar Duitschland, doch haastte zich in 1700,
bij het Kassemblement, weder dienst te ne
men bij de Jagers, die deelnamen aan «le
mislukte betooging in Gelderland. Met dit
korps trok hij naar Engeland en Ierland tot
het, na den vrede van Amiens, in 180*2 ont
bonden werd en hij, in Nederland terrugge-
keerd, als ollieicr werdt afgedankt.
Nu begaf hij zich naar Einden om te wer
den opgeleid voor den handel, en na daar en
te Bremen eenigon tijd werkzaam tc zijn
geweest, ging hij in 1805 naar Java.
Do militaire neigingen kwamen andermaal
boven en in 1808 zien wc hem terug als
luitenant-adjudant van Daendels, die hem, in
zijn qualiteit van Gouverneur-Generaal, in
1800 benoemde tot Pakhuismeester en Se
cundus van de Nederlandsclie Faktorij op De-
cima, waar Hendrik DoelT sedert 18(& Hoofd
van den Nederlandschon handel was.
Van '20 Januari tot 1800 tot'25 December
1823 vertoefde Cock BlomholT bijna onafge
broken in deze Faktorij en had dus ruim
schoots gelegenheid om allerlei Japansche
kunstvoorwerpen te verzamelen, welke hij mee
bracht naar Hollandgelukkiger dan Doeiï,
wiens schip in 't gezicht der vaderlandsche
kust verging en die daarbij zijn in vele jaren
met groote zorg bijeengebrachte kostbare
verzameling geheel en ul verloor.
Het is hier niet de plaats om in den breede
uit te weiden over de ontzaglijke bezwa
ren waarmede de 8 Hollanders op dat eiland
te kaïnpen hadden :*een wantrouwende en
Feuilleton.
bedrieglijke bevolkingdoor den politieleen
toestand gebrek aan Europeesch voedsel en
schoeisel maar ook aan gemeenschap met
liet vaderland, wijl slechts zeer zelden sche
pen passeerden en er nimmer een de eenige
haven aandeed, en daardoor niets vernemend
van hetgeen er omging in de wereld buiten
het eilandje. Laat ons slechts zeggen, dat de
Gouverneur van Nagasaki de toelating op
Decima weigerde aan de jeugdige eehtge-
noole van C'ock BlomhofT en hun zoontje,
onzen tegen woord igen stadgenoot, omdat
zij «niet bepaaldelijk benoodigd voor den
handel" waren.
Doch niet alleen deze tegenheden had het
handjevol' te bekampen.
Stamford Rallies en de overige Engel-
sehe «beschermers" wendden allerlei pogingen
aan om ook Decima onder Eugelsch protec
toraat te krijgen. Niets werd onbeproefd ge-
laten om het half dozijn Hollanders, dat niet I
gediend was van die opgedrongen bescher-
ming, te dwingen tot capituleeren en de
toestand werd alras zóo onhoudbaar, dat Cock
BlomholT als «Opperhoofd van den handel" j
werd gezonden naar Java, waar hij in Decern-
her 1813 voet aan wal zette.
In weerwil van zijn komen als parlemon-
tair en trots «le stellige beloften en heftige ver- j
toogen van Wardenaar en Ainslie, stond Raffles j
den moedigen en braven Cock BlomholT niet
te woord, zocht hij uitvlucht op uitvlucht
en liet hem gevangen nemen, toen BlomholT j
het aanbod van 15 000 Rijksdaalders met
verontwaardiging van de hand wees (waar
over hij het sein zou moeten meedeelen, dat
den schepen van Europeesche mogendheden
toegang gaf tot de Japansche havens). BlomholT
de parlementair werd naar Engeland
gebracht en daar gevangen gehouden tot
Januari 1815 toen Nederland «hersteld werd
in den rij der onafhankelijke Natiën" en
BlomholT naar het vaderland mocht terug-
keeren.
De Souvereine Vorst, Willem I, beloonde
zijn trouw dooi- hem te benoemen tot op
volger van DoelT, die, sedert 1803 op Decima
als 't ware afgezonderd, ontslag had gevraagd
als Opperhoofd van den handel met Japan.
Het duurde echter tot 0 December 1816
eer BlomholT zijn nieuw ambt kon aanvaar-
een gevolg van de terugkeer van
Napoleon van Elba en de daarmee in ver
band staande gebeurtenissen. Onnoodig te
zeggen, dat BlomholTaanstonds zijn diensten
aan het opnieuw bedreigde vaderland aan
bood en zeer gewichtige diensten verleende
als Administrateur van 's Rijks proviand
magazijnen te Amsterdam, welke diensten
in 1818 werden beloond door zijn benoeming
tot ridder in de Orde van den Nederland-
schen Leeuw.
We kunnen thans zeer kort zijn en een
voudig herinneren hoe BlomholT den handel
met Japan vooruitbracht en vooral den ko
peruil voer aanmerkelijk deed toenemen en
hoe hij, na op verzoek in September in 1823
op «le meest eervolle wijze ontslagen te zijn,
in Maart 1824 repatrieerde, zich aanvanke
lijk te 's-Gravenbage en daarna, in December
1844, binnen Amersfoort vestigde om, gelijk
gezegd, medio December 1848 «Birkhove»"
metterwoon te betrekken, waar hij 19 Octo
ber 1853 overleed.
Zijn naam zal onafscheidelijk verbonden
blijven aan een gebeurtenis, geheel eenig in
de wereldgeschiedenis, .lijk, doordien
bij wist te bewerken dat op dat eilandje
een klein hoopje Nederlanders zich staande
hield en zijn onafhankelijkheid bewaarde,
hoe groot en ontelbaar de moeilijkheden
ook waren, welke bun door allen die hen
omringden werden aangedaan; dat zij trouw
bleven aan Neerlandsdundoek het kostbaar
oranje-blanje-bleu dat, gelijk de tijdge-
nooten schreven, door «de schennige hand
eens verwaten dwingelands, die de geheele
aarde aan zijn gebied meende te oncYerwer-
pen, overal elders van den vlaggestok gerukt
«vas, toen het dierbare Vaderland was ver
klaard te zijn niets rneer dan een aanslibbing
van Frankrijks stroomen".
We hebben gemeend, zulks op dit oogen-
blik even te mogen herinneren.
Fredeiuks.
De inschrijving voor de Nationale militie,
van jongelingen geboren in 1880, zal hier plaats
hebben op 16 en 17 Januari a. s.
Herinnerd zij aan den wenk door Burge
meester eu Wethouders van deze Gemeente
gegeven, voor drinkwater gebruik te maken
van de Gemeente-pompen en de rnelk der
melkslijters niet dan gekookt to gebruiken.
Door den Minister van Oorlog is dc kapi
tein J. W. P. van Hoogstraten, van iiet le
regiment veld-artilierie, in verband met zijn
benoeming tot commandant van de. Instruc
tie-batterij, eervol ontheven van zijn functie
als militair lid der Provinciale keuringscom-
missie betreffende de binnenlandsche paar-
denfbkke-ij in du provinciën Gelderland,
Overijsel en Utrecht, en is in zijn plaats daar
voor aangewezen de kapitein C. G. Preuijt,
van het le regirnenc veld-artillerie.
Prof. J. J. van Thiel heeft aangenomen
de benoeming tot Curator van het Gymnasium.
De heer L. Leinweber, klerk ten Hypo
theek-kantore hier, is in gelijk ambt be
noemd ten kantore te Nijmegen.
I Luitenant H. Meywert, van het 5e regi-
ment infanterie hier, wordt niet ingang van
i 16 December gedetacheerd bij de Normaal
schietschool te 's-Gravenhage, tot het vol
gen van den ballistischen cursus.
Vrijdag vertoefde hier kolonel Van Stein
Callenfels, commandant van het le regiment
veld-artillerie, tot hot houden eener inspec
tie over de 2e afdeeling.
Bij de Ned. Centraal Spoorweg Maat
schappij zijn benoemd met ingang van 1
Januari tot: stationschef 3e kl. de stations
chef 4e kl. H Strikkers te De Bik; 2o lading-
meester de telegrafist-wisselwachter J. Adams
te Baarn stationschef te Baarn de heer N.
Vink, thans te Nunspeet; stationschef te El-
burgOldebroek de stationsklerk A. A. H.
Theijsmeijer, te Kampen en tot stationschef
le Nunspeet de stationschef H. J. Harmsen,
te Elburg—Oldebroek.
Door de Maatschappij tot Exploitatie van
Staats-Spoorwegen is bepaald, dat tengevolge
van de nieuwe wijze van berekening van het
tarief voor stopplaatsen waar geen loeaal-
treinen stilhouden, wordt ingetrokken de be-
2 (.Slot).
Kan mij niets schelen! ik zeg toch „ne
Och, je bent kinderachtig Je gelooft het zelf
niet.
Zóo, je bent lief; kinderachtig 1 Je hebt be
paald aardige manieren een volwassen jonge
dame „kinderachtig" te noemenIk zal je be
wijzen, waarde neef, dat ik geen kind meer ben
en heel goed weet, wat ik ztg. Ik zweer je op
mijn eerewoord, dat ik op alles wat een jong-
mensch mij over trouwen zegt, zal antwoorden
met „neen"Neen, neen, niets dan neenEn
als je 't niet goloovcn wilt, kan jc naderhand bij
dat jongemensch informeeren Nu weet je't!
Haiti zeg dat nóg eens'nichtje. Dus je zweert,
dut je eiken jongen man, die je over trouwen
iets vraagt, 't komt er niet opaan.wal met
.neen" zult antwoorden GoedDus daarop
'geef je mij je woord? Best! Je band erop! Nu
adieu Ik moet gaan. Amuseer je met je thee-
visite! Morgen-avond zien we elkan weer op 't
b°Hii King, en de jongedame teek peizond voor
zich. Toen stond V op on keek door hot ven
ster, heel lang, steeds éen kant uit, dien wel
ken bij was opgegaan.
„Morgen-avond" was gekomen. De kaarsen
straalden, de muziek schetterde, de bloemen
geurden, en talrijke paren warrelden door elkaar.
Mag ik je verzoeken'? vroeg de neef met het
„roode" haar en de „groene" oogen, toen men
aan 't souper zou gaan, en bood haar zijn arm
aan. Dat had bij bij den eersten wals óok ge
daan. en bij den cotillon waren ze óok weer
samen, 't Merkwaardigste was, dat ze den heelen
avond nog niet gekibbeld hadden.
Ik vind 't hier vreeselijk warm, zei de neef
plotseling; wat zou je er van denken, nichtje,
als wij een beetje in dc andere kamer
gingen
Zij had er niets tegen. In die andere kamer
was geen uienscheen dikke mopshond lag op
een luierstoel en keek hun slaperig aan met
zijn kleine oogjes. Ze vonden een aardigekleine
sofa, juist groot genoeg voor hun beiden. Hij
vond, dat ze daar wel even konden gaan zitten,
er. zij bad er niets tegen.
Een poosje zaten ze als stommenzn bewon
derde baar wuuier en liij bestudeerde den mops
hond.
Toen zei hij eenklaps:
Zeg, je hebt toch je gelofte van gister niet
vergeten
Neenl zei ze en begreep niet, waarom haar
hart zoo begon te kloppen.
HmJe hebt, hoop ik, dat éene woord óok
niet vergeten, dat je als antwoord op alle vra
gen wilde geven?
Neen. (Als dat hart toch maar ophield met
klompen I)
Weer een lange pauze.
Zeg eens, nichtje, wat dat trouwen betreft...
vindt je 't niet een heel akelige mode
N... neen.
Heb je tegen 't trouwen, in 't algemeen ge
sproken, niets in te brengen?
N.n.neen.
En wat het trouwen in jon persoonlijk geval
aangaat, zou je 't niet verschrikelijk vinden, al i
je sehoone plannen op tc geven en te gaan
trouwen
N.n.n.neen.
Geloof je niet, dat een man als ik een héél
slecbt echtgenoot zou zijn?
Neen.
Ben ik je niet heel onsympathiek?
Neen,
Heb je niet een idee, dat je nooit van mij
zoudt kunnen houden?
Neen.
Als ik je zei„Geachte juffrouw, mag ik de
eer hebben, om uw hand te vragen?" zou je
dan niet zeggen„Neen, meneer, dat mag u
niet"
Neen.
Je wilde toch drie keer „neen" zeggen. Als
ik zei; „Juffrouw, ik heb u lief; houd u ook
van mij", zou je dan niet zeggen„Neen, mes
neer, ik heb een vrccsolijkcn hekel aan u I"
Neen, neenl
Nog éen vraag.hm nog éen laatste
vraaghm.nichtje, heb je er iets tegen
mijn lief, goed vrouwtje te worden?
Neen 1 neen neen
Verder komt hij niet. Ze omarmen elkaar en
kunnen niet verder spreken, wijl het spraak
orgaan iets anders te doen beeft.
Nadat ze een kwartier lang tijd en wereld
hadden vergeten, vliegt hij ineens op.
Mijn lieve hemel, éen ding heb je ver-,
gotenDenk toch aan mijn roode haren
Ach, ondeugende jongenDie zijn immers
heolemaal niet rood dat zijn de mooiste, liefste,
blonde.
En mijn groene oogen
Och watJe hebt de prettigste liefste blauwe
oogen die ik ken.
En lang staarde zij in zijn trouwe blauwe
oogcj, terwijl hij in de hare een parel zag
blinken.