Maandag 19 December 1898. PHOENIX-BROÜWERIJ BOCKBIER verkrijgbaar, zoolang de voorraad strekt. No. 4833. 46o Jaargang. DE ERFENIS. H. MEURSING Co. AMERSFOORT. Firma A. Dltgave H. VAN CLEEFF te Amersfoort. Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1—; franco per post f 1.15. Advertcntiön 16 regels CO cent; elke regel meer 10 cent. Groote lettors naar plaatsruimte. Legale-, olïieieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. Bureau KORTEGRACHT 5 6. Telcphoon 10. KENNISGEVINGEN. Dg GEDEPUTEERDE STATEN van Utrecht, in i0n 10 wcte"' dat door d(' Sunon dior Provincie, n nunuc vergadering van 14 November 1898, is vastgesteld hetgeen volgt De Staten der Provincie Utrecht, i yv^v,'Kende, dut het wcnschelyk is gebleken in net Reglement op het rijden met hondenwagens in de provincie Utrecht, vastgesteld bij hun besluit van 10 November 1896 en goedgekeurd bij Koninklijk bc- iBoe v" 7 danUft» J896 No. 8 (Provinciaalblad van oq w z?onl" J'ot gewijzigd is bij hun besluit vau _J November 1896, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 34 December 1890 No. 74 iProvincioal- blftd van 189/ No. 4), cene wijziging te brougen Gelet op artikel 110 der Provinciale wet BESLUITEN: artikel 6 van gemeld Reglement te doen vervallen en to vervangen door oen nieuw artikel, luidende nis volgt: „De bestuurders of geleiders van hondenwagens zullen zich in do kom der gemeente, waar zij door trekken, niet op liet voertuig mogen plaatsen, manr (laar naast moeten gaan. „Tot de kom der genieeuje worden voor de toe passing van dit Reglement gerekend te belmoren die gedeelten, welke bij de plaatselijke vorordenin- 1 gen als zoodanig worden aangewezen of daarmede gelyk gesteld". En dut voorschreven besluit der Staten bij Konink lijk besluit viiu 0 December 1898 No. 73 is goed gekeurd. Gegeven te Utrecht, den 15 December 189S. De Gedeputeerde Staten voornoemd, SCH1MMELPENNINCK v. n. O. v. NIJENHEEK, Voorzitter. C. R. MERKUS, Grittier. NATIONALE MILITIE De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, Gezien do wot van den 1'.» Augustus 1801 (Staats blad No 72), later gewijzigd, betrekkelijk de Natio- tionalo militie, benevens liet Koninklijk besluit van den 17. December 1801 (Staatsblad No 127), later ge- Doen te weten, dat op MAANDAG den lOdcn, en DINSDAG den 17deu JANUARI 1899, telkeus van 's voormiddags 10 tot 1 uur des namiddags, ten rnadbuizc der gemeente de inschrijving voor de Na tionale militie zal plaats hebben van jongelingen, die in den loop van het jaar 1880 geboren en alzoo in 1899 aan de loting onderworpeu zijn. En brengen hierbij ('c navolgende wetsartikelen in herinnering: Art. 15. „Jaarlijks wordeu voor de militie inge- „sehrevcn alle mannelijke ingezeten, die op den „1. Januari van liet jaar hun negentiende jaar wa- „ren ingetreden." „Voor ingezeten wordt gehouden1. hij wiens „vader, of, is deze overleden, wiens moeder of, zijn „beiden overleden, wiens voogd ingezeten is vol gends de wet van den 28. Juli 1850 (Staatsblad „No .44); 2. hij, die geen ouders of voogd hebbende „gedurende de laatste, aan het in de eerste zin snede van dit artikel vermeld tijdstip vooraf gaande, achttien maanden in Nederland verblnf „hield 3. hjj van wiens ouders de langstlovende „ingezeten was, ai is zijn voogd geen ingezeten, „mits hij binnen het Rijk verblijf houdt." „Voor iugezcteii wordt n i e t gehouden de vreem deling behoorende tot eeneu Staat, waar de Ne- Feuilleton. „derlauder niet aan den verplichteu krijgsdienst is „onderworpen, of waar ton aanzien vau de dienst plichtigheid liet beginsel van wedericeerigheid is „aangenomen," Art. 16. „Do inschrijving geschiedt1 van een „ongehuwde in do gemeente waar de vader, of, is „deze overleden, de mooder, of, zijn beiden overle den, de voogd woont2. vnn een gehuwde en van „een weduwnaar in de gemeente waar hij woont; „3. van hem die geeu vader, moeder of voogd heeft „of door dezon is achtergelaten, of wiens voogd „buiten 's lands gevestigd ia, in do gemeente waar „hij woont; 4. van den buiten 's lauds woneiidon „zoon van een Nederlander, die ter zake van 's lands „dienst in een vreemd land woont, in de gemeento „waar zijn vader of voogd het laatst in Nederland gewoond heeft." Art. 17. „Voor de militie wordt niet ingeschreven: „1, de in een vreemd R(jk achtergebleven zoon van „een ingezeten, die geen Nederlander is; 2. de „in een vreerad Rijk verblijf houdende ocnlorlooze „zoon van een vreemdeling, al is zijn voogd inge beten; 3. de zoon van den Nederlander, die tor „zake van 's lands dienst in 's Rijk» overzeesclio „bezittingen of koloniën woont." Art. 18 „Elk die volgens art. 15 behoort te worden „ingeschreven, ia verplicht zich daartoe bij Bnrgo- „meester en Wethouders aautegeven tusschen den „sten en den Sisten Januari." „Bij ongesteldheid, afwezigheid of onstenienis is „z(jn vader, of is deze overleden, zijn moeder of, „zijn beiden over- leden, zijn voogd lot het doer „van'die aaugifie verplicht." Art. 20. „Hij, die eerst na het intreden van zgu „19de jaar, doch vóór het volbrengen van zijn 2l)ntc „ingezeten wordt. i. verplicht, zich, zoodra dit „plaats hooft, ter inschrijving nantcgeven hjj Bur gemeester en Wethouders der gemeente waar de „inschrijving volgons art. 10 moet geschieden." Verzuim van aangifte ter inschrijviug wordt ge straft mot eene boete van ten hoogste f100 of sub sidiaire hechtenis van ten iioogste tien maanden., Bij aangifte van lien, die elders geboren zijn wordt de overlegging van een geboorte-acte gevor- vorderd, tot wier kostelooze verkrijging men zich ter Secretarie dezer gemeente kan vervoegen eoni- ge dagen vóór de aangifte. Amersfoort, den 15 December 1898. Burgemeester en Wethouders voornoemd. De Burgemeester, F. D. SCHIMMELPENNINCK. De Secretaris, B. W. Th. SANDBERG. Aangifte van vertrek uit eu vau vestiging in «ie gemeente. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Amersfoort, Gelet op het koninklijk besluit van den 27. Juli 1887, (Staatsblad no. 141), regelende de verplichting der ingezetenen tot het doen van aangifte voor de bevolkingsregisters Herinneren den ingezetenen de op hen rustende verplichting tot hot doen van aangifte van vertrok uit en van vestiging iu de gemeente, eu brengen daartoe bij doze te hunner kennis do bepalingen van gezegd kouinklijk besluit, welke luiden als volgt 1. Zy die op den dag der volkstelling in don vreemdo of iti ec" der koloniën of overzeesche bezittingen van het Rijk hebben vertoefd, geven binnen óene maand na liunne terugkomst iiicrvun kennis aan liet gcnieenteuestiuir. Zij die by die telling zijn overgeslagen, geven binnen Done maand na den dag voor elke telling bepaald, van dit verzuim kennis aan liet bestuur lu nncr werkelijke woonplaats. Voor de leden van buisgezinnan rust de verplichting tot kennisgeving op liet hoofd van elk huisgezin. 2. Zij die uil cene Nederluudscho kolonie, eene overzeesche bezitting of uit don vreemde hunne woonplaats overbrengen in cene gemeente binnen het Rijk, doen hiervan eene verklaring min liet ge meentebestuur, vergezeld van het gebruikelijke ge tuigschrift voor hen die uit do koloniën of bczii- tiiigon, van een paspoort of reis- on verhlijfpas of urnlero door de politie deugdelijk erkende bewijs stukken voor lieu die uit den vreemde komen. Deze verklaring geschiedt binnen óeuo maand na hunne aankomst in de gemeente. 3. De kennisgeving in de twee vorige punten ver meld, gaat vergozold van de noodige opgaven om in de bevolkingregisters to worden ingeschreven. 4. Zij die hunne werkelijke woonplaats binnen het Rijk verlaten om die over te brengen naar cene Ncderlamlsche kolonie, ceuc overzeesche bezitting of naar den vreemde, doen hiervan eene verklaring nan het bestuur dor gemeente, welke zij verlaten. 5. Zjj die hunne werkelijke woonplaats uit eeno gemeente vau liet Rijk naar eene andere gemeente overbrengen, doen hiervan eene verkluring aan tiet bestuur der g crue en to die zij verlaten en waar zij in het bevolkiugA-gister zijn ingeschreven, mot op gaaf der gemeente, waar zij wenschen zien te ves- tigen. Zij ontvangen een kosteloos getuigschrift van ver andering van werkelijke woonplaats. 6. Ter plaatse, waar zij hunne werkelijke woon plaats overbrengen, doen zij uiterlijk binnen dene maand na hunne aankomst cene verklaring aan liet Gemeentebestuur, met overlegging van het ge tuigschrift, in het vurig artikel vermeld. 7. Elk hoofd van een huisgezin geeft uiterlijk binnen dene maand kennis aan hot Gemeentebe stuur van ieder lid dat in het huisgezin wordt op genomen of daar uitgaat, inwonende dienst-on wertc- boden dnaronder begrepen. Omtrent die kennis geving geldt het bij sub 3 bepaalde. Dezelfde kennisgeving geschiedt door afzonderlijk lovendo personen, wanneer zij andere personen in hun huisgezin opnemen. Bostuurdcre van instellingen, gestichten en in richtingen, niet staande onder bestuur of toezicht van hot openhaar gezag, waar personen, onder eenig bestuur samenwonen, geven maandelijks aan liet Gemeentebestuur kennis van allo personen, die in de samenwoning z(jn opgenomen of duarvan zijn uitgetreden. l)e verplichting vervalt, wanneer lang» oen anderen weg de verei»chtc kennisgeving voor het bevolking»- register gedaan is. 8. Onverminderd de bovenstaande voorschriften is een ieder, door het Gemeentebestuur daartoe op geroepen, verplicht tot liet doen der opgaven, dl» ttchl ■uilen. i de bevolkingregisters m to 9, Overtreding doser bepalingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of geldboete van ten hoog/te honderd gulden, Gedaan te Amersfoort, dun 18, December 1898. Burgemeester eu Wethouder* voornoemd, De Burgeiiioosier, F. 1). SCHIMMELPENNINCK. 11e Secretaris, II. W Til SAXUUKUG. I, E K It P L I C II T. Een gnnach ander publiek dan bij prof. Treub, toen het bestond uit de meest incoherente bo- standdeelen; ook wus zeker ten gevolge van het bij het uitstof slechte weder oti do wel wat al te talrijke beslommeringen van tien lantaten tijd er niet zoo u groot gehoor, waaronder behalve éen der Raadsleden, een vrij groot aan tal onderwijzers aan openbare scholen. Ds. Van Goor opende to 7.46 deze openbaro vergadering met gebed vooraf wus óok in „Do Arend" gehouden de Jaarvergadering dor Centrale anti-revólutionnuiru Kiesverconiging in bet hoofd kiesdistrict Amersfoort. Met een kort inleidend woord kwam mr. Heemskerk tot het onderwerp: Leerplicht, of liever Schooldwang, waarvan spr. zeide geen voorstnn- der to zijn. In ccn andere qualiteit, als lid der Commissie van advies, hoeft spr. daarover reeds zyn meening neergelegd in het rapport, dat wellicht niet formeel zal behandeld worden, maar toch wel weerklank zal vinden in do Memorie vnn Antwoord van den Minister van Hinnon- lundsohe zaken. Van dat rapport is in „Do Va derlander" gezegd dat hen den stellers to doen was, het huidige Ministerie ten val te brengen spr. behoeft zich tegen deze beschuldiging niet te verdedigenmuur er zyn vele en gegronde ^Het huisje der Morrisons was vol met de gebruikelijke vrienden en belangstellenden, waarvan velen gedreven werden door de ge heime hoop, op de eene of andere manier wat mee te plukken van den volgeladen boom. Jim werd ontvangen met oen koor van uitroepen. Wel, dat is nu eens een buttenkausje, meneer Bradley; wat zegt u er van Zeg. Jim, je zult zien, dat je nog lid van 't Parlement wordt, verzekerde een oud man, die wat gemeenzamer mocht zijn dan de anderen. Dat denk ik ook, voegde een derde ei wijs bij de oudelui bobben al dat geld met noodig, die zijn al tcvree, als ze samen in liet mooie rijtuig gaan toeren. Nietwaar, iullïouw Morrison Ach, ik heb geen rijtuig noodig! ant woordde de kloeke oude vrouw, die m een rieten stoel zat, blijkbaar geheel overstelpt door het wonderbare fortuin, dat haar zoo plotseling in den schoot was gevallen. Ik zou 't heel best buiten dat geld hebben gesteld. Dal groote huis zal mij den dood doen. Ln dan moet je dienstboden houden ook zuchtte zij, met de punt van haai' boezelaar langs haar voorhoofd strijkend. Ze zeggen, dat die meiden je niet eens in .de keuken willen laten! En wat moet ik den heelen dag doen met niets omhanden Ze had de laatste woorden met steeds hooger wordende stem uitgebracht en keek nu rond, als verwachtte ze antwoord Dit bleef' een oogenblik uittoen zei een wijs mannetje, dat gold voor den geleerde van de straat; Wol, dan lees je je krant en denkt or over wat je zult eten. Een schaterlach beloonde deze geestigheid. Intusscheii had Jim zijn meisje gewenkt, even mee naar buiten te gaan. Ze stonden nu voor de deur in 't kleine tuintje. Ik blijf van-avond niet, Jessie, zei hij, haar teedor in de oogeu ziende; ik kwam onkel om je gelul: to wenschen. Ik hoop, dat je heel gelukkig zult zijn, lieve Er was 'n vleugje bitterheid in zijn stem, dat haai' aandacht niet ontging. Natuurlijk zal ik gelukkig zijn, Jimwaarom Er was niemand in hun onmiddellijke na bijheid, cn het kakelende volkje binnen lette niet op hen. Zij deed voorzichtig tie deur dichttoen stak zij hnn haar lippen toe, en hij kuste haar hartstochtelijk. We kunnen nu gauw gaan trouwen, hè Jim Gauwer dan we gedacht hadden, fluisterde zij. De tranen kwamen hem in de oogen. Mij drukte haai' aan zijn hart en zei, diop be wogen lk vreesde, dat het geld je aan mij ont- rooven zouen ik weet niet, of ik niet beter zou doen, je woord terug te geven. Zij sloot hem den mond. Geen woord daarover, zoi ze, eenvoudig en oprecht. Maar nu moet ik naar binnen, anders worden zo niewsgierig waar ik blijf. Wel te rusten, Jim. Kom je morgen nog cons Toen Rueben Morrison op zijn ziekbed lag, bad hij Norman Stacey bij zich laten roepen. Hij had een zeer goede tncening over dien iongen man en vertrouwde hem verschillende dingen toe betreffende zijn zaken, zelfs den sleutel der brandkast. Zooals 't meer gaat, had de zieke geen flauw gevoel van zijn naderend einde, maar Staccy was door don dokter op de hoogte gebracht. Een van Uueben's eigenaardigheden was een volmaakt wantrouwen togen rechtsge leerden. Hij maakte slechts iu onvermijde lijke gevallen van hun bijstand gebruik en liet nooit een van zijn particuliere papieren onder hun berustingalles bewaarde hij in zyn brandkast. Reeds een paar uren nadat Stacey den sleutel van dat heiligdom in handen had ge kregen, was hy volkomen bekend met den gehcolcn inhoud, en éen document vooral had zijn belangstelling gaande ^'..-.nakt. Op zekeren dag, toen hij in 't kantoor zat, op den stoel des meesters, kwam het zoontje van don koolsier hem met ontsteld fjelaat medcdeolen, dat »mjjnheor" plotse- ing was gestorven. Zoodra 't kind weg was, wierp Stacey een spiedenden blik in 't rond, ging naar de deuren en overtuigde zich, dat er niemand in de nabijheid was; voorzichtig, zondergedruisch te maken, ontsloot hy de deur van de kluis; toen wachtte hy een seconde, luisterend geen geluld werd vernomener was niets te vroezen. Een minuut later was oen groot vol pa pier, in vieren gevouwen, uit do brandkast verhuisd naar zijn binnenzak. Stacey wUehte zich hot zweet van 't voor hoofd. Spoedig echter had /.ij zich hersteld en snelde van de fabriek naar het woonhuis, waar grnoto ontsteltenis hoerschto wegens don dood des meesters. (Slot volgt.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1898 | | pagina 1