Maandag 20
Februari 1899.
PHOENIX-BROUWERIJ
BOCKBIER verkrijgbaar, zoolang de voorraad strekt.
No. 4851.
48e Jaargang.
Buitenland.
Binnenland.
Naar het leven.
H. MEURSING Co. AMERSFOORT.
üitgave
A. H. VAN CLEËFF
te Amersfoort.
Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.franco per
post l'i.io. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 40 cent. Groote letters naar
plaatsruimte. Legale-, officieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Afzonderlijke
nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
Buioau
KORTEGRACHT 5 0.
Telephoon 19.
Keuter seinde Donderdagnacht uil Parijs
Felix Faui'e, de President der Fransche Re-
publiek, is hedenavond 10 uur plotseling
overleden.
Tot President der Fransche Republiek is
Zaterdag gekozen de heer Emile Loubet, met
483 stemmen; op Uen heer Felix Méline
werden 270 stemmen uitgebracht.
a ui; ii.
Aan het Departement van Koloniën is
Donderdagavond ontvangen het volgende tele
gram betreffende de krijgsverrichtingen in
Atjeh, gedateerd van den 17en:
«Generaal Van Heutsz, sedert vier dagen
te Melaboeh de zaken leidende, seint, dat
volgens berichten van Atjehsche hoofden
Toekoe Oemar 10 dezer 's nachts bij liet ge
vecht met ile hinderlaag onderluitenant Ver-
brugh nabij het strand te Oedjong Kala ge
sneuveld of zwaar gewond is.
»Zijn Pedang Bentjon werd nabij het ge
vechtsterrein gevonden en aan liet Bestuur
uitgeleverd. Zekerheid omtrent Oemar's
sneuvelen ontbreekt nog. Genei-aal Van Heutsz
vertrok naar Waila tot verkrijging van ver
band met de colonne van overste Van der
Dussen".
De Minister van Koloniën heeft zich Vrij
dagochtend naar het Paleis begeven, ten
einde aan. H. M. de Koningin persoonlijk
mededeeling te doen van den inhoud van dit
telegram.
Zaterdag werd aan het Departement het
volgende telegram ontvangen
«De colonne van overste Van der Dussen
gaat de benden van Toekoe Oemar in Boven-
Melaboe opzoeken.
«Eén ofticier ongevaarlijk gewond.
«Gouverneur Van Heutsz is naar Tenom
om den Radja in zijn gezag te herstellen.
«Voortdurend worden Atjehsche berichten
omtrent het sneuvelen van Toekoe Oemar
ontvangen".
De correspondent in Indië seinde Donder"
dagochtend aan het Handelsblad:
«Van den controleur te Melaboeh is bericht
ontvangen, dat Oemar den tienden dezer
gedood is in het gevecht nabij Melaboeh.
11et lijk is overgebracht naar Pasirmogat,
Feuilleton.
waar Oemar's moeder begraven ligt".
Het blad teekent er bij aan:
Met den dood van Toekoe Oemar is de
toestand ter Westkust van Atjeh geheel in
ons voordeel veranderd.
Zooals wij onlangs schreven Feb.) Oemar
had daar nog macht.... In Groot Atjeh,
in Pedir durfde hij niet meer komen; op
de Westkust alleen kon hij nog aanhang
vinden en invloed oefenen.
Aan de krachtige hand van Van Heutsz is
het wel toevertrouwd, de wettige hoofden
thans te brengen en te handhaven op de hun
toekomende plaats, en het land dat het ineest
onder Oemar's drijven leed, met hun mede
werking te doen herleven.
Oemar's dood zal ir. hooge mate de rust
in die landstreek ten goede komen.
Nu zijn levensdraad is afgesneden, mag
hier herinnerd worden dat wij hem wegens
zijn verraad grooten dank schuldig zijn. Door
dat verraad toch werden wij gedwongen, de
zoovele jaren aangenomen lamleudige houding
in Atjeh voor goed te laten varen, en onze
krijgsmacht weder in staat te stellen, te too-
nen wat zij onder goede aanvoering vermag.
Er zijn groote resultaten verkregen
overal bleven wij de overwinnaars; zelfs de
gevreesde berriberri vluchtte van Atjeh.
Als nu op de heuvelen en in de dalen van
Atjeh de Nederlandsche vlag ongestoord
wappertals in steeds wijder kring de »Com-
panie" als de wettige souverein wordt ge
ëerbiedigd als de «gepantserde tramwagens"
in het antiquiteiten-museum zijn opgeborgen
en geen onvertrouwbare hoofden meer wor
den gesalarieerd om hen te vriend te hou
den als het werkelijk einde van den Atjeh-
oorlog-nu bij don dag zichtbaarder wordt
dan is dat niet het minst te danken aan den
afval van Oemar, waardoor wij tot energie
werden geprikkeld, zoo ooit, dan kan men
wol hier zeggen, dat uit het kwade het goede
is voortgekomen. Die afval is een gezegend
keerpunt geweest in de geschiedenis van den
Atjeh-oorlog.
Er is weer eens een dwaasheid ontstaan
door de «waarborgen", welke de «mensche-
lijkerwijs gesproken volmaakte" Kieswet ver
schafte.
Te Dinxperloo verliest iemand voor een
jaar zijn kiesrecht, omdat in December zijn
vader en zijn rffoeder overleden.
.Hij was als inwonende zoon, hij zijn vader in
diens zaak werkzaam, op de Kiezerslijst ge
plaatst, maar wijl zijn vader in December over
leed, is hij nu geen 13 achtereenvolgende
maanden inwonende zoon, en verliest hij zijn
kiesrecht, ofschoon hij nog in hetzelfde huis
woont, de zaak voortzet en financieel niet
is achteruitgegaan.
Bij de Tweede Kamer is ingediend een
wetsontwerp tot wijziging van de Militiewet,
teneinde zonder uitstel tegen te gaan de
verdere pogingen orn de afschaffing der
dienstvervanging te verijdelen, uit billijkheid
tegenover de ingezetenen van groote gemeen
ten. Het ontwerp wil verhoeden een herle-
I ving van de plaatsvervanging langs een om-
I weg. Tot dat doel wordt voorgesteld om uit
de Militiewet te doen vervallen de bepaling
j' «de militie wordt zooveel mogelyk uit vrij-
I willigers samengesteld."
I Naar wij vernemen, zijn vernietigd de be-
I sluiten vanGed. Staten van Noord-Braband tot
goedkeuring van de Raadsbesluiten van Til
burg en Helvoirt (subsidiën ten behoeve van
I vrijwilligers voor de militie) wegens strij
digheid met do wet.
De taak der thans benoemde Commissie
van bijstand en advies ter zake van den ge-
vangenisarbeid is omschreven als volgt
Het verstrekken van inlichtingen op het
gebied van den arbeid in het algemeen, het
overwegen van maatregelen betrekkelijk den
gevangenisarbied ter wering van afbreuk aan
de vrije nijverheid als van anderen aard
hei ontvangen van klachten en het instellen
van onderzoek daaromtrent. Zij kan eener-
zijds voor de particuliere nijverheid een waar
borg zijn voor onpartijdige beoordeeling barer
bezwaren en anderzijds aan de administratie
voorlichting vrschaffen op het gebied van
arbeid en nijverheid.
De «Nederlander" ontving dezer dagen in
zage van een schrijven aan een Kamerlid
van een tolgaarder, die er op aandrong, dat,
bij eventueele afschutting ter tollen, toch
gezorgd zou worden voor het toekennen van
een levenslange Rijkstoelage aan de over
bodig geworden tolgaarders, en dio daaraan
het verzoek toevoegde om dit ook mede te
deelen aan de partij waartoe dat Kamerlid
behoort, aangezien er in elk kiesdistrict
een zwijgende overeenkomst onder de tol
gaardere (allen belastingkiezers') bestaat om,
hoezeer zij in beginsel verschillen, toch by
de aanstaande verkiezing en ook in het ver
volg met hun bloedverwanten, aanverwanten,
vrienden en kennissen, die Kamerlieden, van
welke richting ook, te steunen, die bun be
langen behartigen en bepleiten ter verkry-
ging van bedoelde toelage 1
In den loop van dit jaar zullen aan den
Boven-Rijn vrij belangrijke werken uitge
voerd worden. De Rijn langs Milligen zal
over een lengte van ruim '2000 Meter wor
den bekribd. Milligen krijgt dan ook een
eigen los wal.
De kosten worden geschat op f 100 000.
Te Groningen hebben zich voor de vaca
ture van commies bij het bureau voor Ar
menzorg aangemeld 120 sollicitanten w. o. ad
vocaten, officieren, onderwijzers, klerkeiif«!ie.'
De toevloed van sollicitanten naar de be
trekking van Ontvanger van het polderdistrict
Neder-Betuwe is verbazend grootmen
spreekt van wel 300. Het salaris bedraagt
f 1000!
I)e leerlingen van do Hoogcrc Burgerschool voor
Moisjos te Amsterdam »n waarschijnlijk ook van
andere onderwijsinrichtingen hebben, naar ge
meld wordt, het volgendo schrijven outvangen
Wie uwer, geachte lezeres of lezer, zou niet wen-
schen, dat de stijve verhouding, die hier tusschen
jongens en meisjes heerscht, voor een meer onge
dwongen omgang plaats maakt?
1)
Minny Kotisky was sedert drie jaar ver
bonden aan het hoftheater te D. als jeune
amoureuse. Zij wist zich weldra de gunst
van het publiek te verwerven er ging bijna
geen avond voorbij, waarop zij niet jube
lenden bijval oogstte en als 't ware onder
bloemen werd bedolven. Zij was dan ook een
ware kunstenares. Elk harer rollen wist zij
zóo natuurgetrouw weer te geven en zij
speelde met zulk een vuur, kracht en innig
heid, dat de schouwburgbezoekers dikwijls
in vervoering geraakten. Behalve haar talent
bezat zij nog jeugd en schoonheid. Haar
slank figuur met de volle, ronde schouders,
werd door de kleino bekoorlijke voetjes ge
dragen. Haar teint was van een reine, witte,
doorzichtige bleekheid; volle blonde lokken
omzoomden haar lief gezichtje; zij had schit
terende oogen, en als zij iemand aanzag,
dan drongen haar blikken lot diep in de
ziel van dien gelukkigen sterveling door.
Een stomp neusje en een fijn besneden
mondje dut, als zij lachte, een rij parel
witte tanden liet zien en een kuiltje in de
wangen te voorschijn riep, voltooiden haar
lief wezen. Daarbij kwam nog desympatieke
stem, zoodat de schoone artiste niet alleen
het oog, maar tevens het oor in verrukking
bracht.
Op een goeden dag verspreidde zich het
gerucht, dat dit schitterend talent voor goed
het tooneel zou verlaten. Minny had zich
verloofd met een rijken koopmanszoon,
Benno Schroder. Weldra zou het huwelijk
gesloten worden en Minny had haar aan
staande beloofd, veertien dagen vóór de
bruiloft voor 't laatst de planken, welke voor
haar «de wereld" beteekenden, voor altijd
vaarwel te zeggen. Den avond, waarop de
gevierde actrice voor het laatst zou optreden,
wilde de directeur tot een feestavond maken.
Een tooneelschrijver van naam had een
nieuw drama aangeboden, waarin de hoofd
rol voor Minny geschreven was. Dit stuk
zou on haar afscheidsavond gegeven wor
den. Minny had reeds lang haar rol in haar
bezit en bestudeerde die ijverig. Nog slechts
weinige dagen en zij moest optreden.
Ook heden zat zij op haar kamer en re
peteerde. Den tekst had zij reeds gememo
reerd, doch zij twijfelde of zij wel de juiste
opvatting van haar rol had, of zij die wel
natuurlijk weergaf. De slotscène, welke het
zwaartepunt van het stuk vormde, wilde zij
naar het loven weergeven om het karakter,
dat zij had uit te beelden, goed te doen
uitkomen. Juist had zij deze scène gerepeteerd
en zij leunde vermoeid in haar stoei terug,
Zij was maar half over zich zelf tevreden.
Terwijl zij zoo neerzat en nadacht over
het succes, dat haar met deze rol misschien
zou ontgaan, diende hel kamermeisje haar
verloofde aan. Een vermetele gedachte kwam
bij haar op. «Als ik eens.
Maar daar verscheen Benno reeds op den
drempel. Hij trad op haar toe, nam haar
hand in de zijne en drukte haar een kus
op de lippen.
«Je hand is koud", sprak hij. «Watscheelt
er aai. Anders koin je me altijd blij tege
moet en nu blijf je op je stoel zitten, alsof
je ziek bent."
«Vindt je?" antwoordde zij, «Ik gevoel me
heel wel; je bent misschien zelf andere dan
gewoonlijk, wanl juist zij, die iets slechts op
hun geweien hebben, meenen dat anderen
veranderd zijn".
Benno fronste het voorhoofd. «Wat nu
Op welk een toon zeg ie dat! Anders klonk
je stem mij altoos melodieus in de ooren
thans zijn het woorden scherp als de punt
van een dolk, die mij pijn doen. Dat is mijn
oude Minny niet. Wat scheelt er aan Welk
verdriet kwelt je?"
«Wat mij kwelt? En dat vraag jij me?
Jij, die de oorzaak bent van al mijn leed
Schaam jeIk zou als man anders gehan
deld hebben 1"
«Maar kind, ik bezweer je, dat ik van
alles, wat je daar zegt, niets begrijp. Ik ben
mij van geen schuld bewust".
«Waartoe dat veinzen, nu je tbch reeds
ontmaskerd bent Spreek als een man en
beantwoord mijn vraagBen je in den
laatsten tijd niet veel in gezelschap geweest
van juffrouw II., met wie je vader je wilde
verloven Loochen het eens, als je kunt
»'t ls waar, ik heb bij haar familie enkele
bezoeken afgelegd, maar het waren slechts
beleefdheidsvisites, die de etiquette mij op
legde. Bedoelingen, welke jij daaraan toe
schrijft, heb ik daarmee volstrekt niet gehad.
Als ik daar was, dan waren steeds mijn ge
dachten bij jou, Minny'. Nooit is het mij in
den zin gekomen, ooic maar door éen blik
of éen woord mij je liefde onwaardig te
toonen. Ik heb je lief, zooals ik je gisteren,
zooals ik je altijd heb bemind, neen, duizend
maal meer nog" Hij wilde haar omarmen,
maar zij stiet hem terug.
«Het is dus waar Men sprak dus waarheid,
toen men mij gisteren mededeeling deed van
je geheime samenkomsten met haarIk kbn
je niet. voor zóo slecht houden, jou dien ik
zóo oneindig liefhad. O. Benno, Benno,
waarom bob je mij zoo ongelukkig gemaakt
Zij brak in snikken uit en bedekte haar
gelaat met de handen.
Wordt vervolgd.)