Donderdag 9 Maart 1899. No. 4856. 48e Jaargang. In den Trein. Binnenland. Ditgave A. H. VAN CL EE PP te Amersfoort. Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden 1.franco per post ƒ1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 40 cent Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, ofïicieële- en onteigeningsad verten tien per regel 15 cent. Afzonderlijke nummers iO cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. Bureau KORTEGHAC5T 6 0. Telephoon 19. KENNISGEVINGEN. De BURGEMEESTER en WETHOU DERS van AMERSFOORT, Gezien het besluit van Heeren Gede puteerde Staten der Provincie Utrecht van den 2den December 1897, No. 1 Bbis, (Provinciaalblad No. 139), de aanschrij vingen van 3 November 1898, No. 3, (Provinciaal Blad No 121) en een brief van den IJKER, chef van dienst, d.d. 25 Februari 1899, No 18, Brengen ter kennis van de ingeze tenen dezer gemeente, dat de herijk der fflaleii en (Gewichten voor de herijkperiodo 1 Januari 18981 Sep- mber 1899, in een der lokalen van het Schoolgebouw in de Koestraat alhier zal geschieden van Woensdag, ld Tiaar» tot en met Donderdag, 30 Tiaar» aanstaande, uitgezonderd den Zaterdag en Zondag. Dat de letter h in den gewonen schrijf vorm, besterad is tot goedkeuringsmerk, zoowel van den ijk als van den herijk, en dat volgens het Koninklijk besluit van den 9. November 1869 (Staatsblad No. 167) het afkeuringsmerk bestaat uit een geljjkzijdigen driehoek, met arceerin gen loodrecht op eene der zijden dat de belanghebbenden verplicht zijn hunne maten en gewichten behoor lijk schoon en drooggemaakt bjj den IJKER tijdens zijn verblijf in deze gemeente, tot het ondergaan van den herijk te bezorgen, en dat zij, die dit verzuimen of daarin op de hiervoor aan gewezen dagen verhinderd worden, de voormelde maten en gewichten aan het jjkkantoor te Utrecht ter herijking voor den 1. September 1S99 moeten aanbieden, welk kantoor geopend isvan 1 April tot 1 Augustus eiken Zater dag, 's voormiddags van 9 tot ft uur des namiddags, terwijl dat ijkkantoor na 1 Augustus geopend is eiken Vrijdag en Zaterdag, 's voormiddags van 9 tot fl uur des namiddags, dat de mllllgrautgcwichten uitsluitend aan de ijkkautoren geveri fieerd worden en vrachtvrij kunnen wor den opgezonden onder het adres „IJk- kantoor Utrecht"; dat na bet eindigen van den termijn voor den herijk gesteld, en alzoo vanaf den 1. September e.k., het gebruiken of voorhanden hebben van maten en ge wichten, niet voorzien van de vereischte stempelmerken, volgens artikel 29 der Feuilleton. 4 (Slot.) Nu ook richtte de slapende zich op en keek onderzoekend lond in den waggon. Bruck en de Fransche dame waren beiden teruggeschrikt en zaten ieder in een hoek gedoken, en de laatste trok haar voile weer voor het gelaat en zag er zóo onschuldig uit, alsof zij al dien tijd, dat haar man ge slapen, zich zelfs niet bewogen had. De trein begon langzamer te rijden. «Welk station?" vroeg de Franschman. Wij bevonden ons in de nabijheid van Koblenz. Bruck noemde het station en de Franschman verklaarde »Ik wil er eens uit". «Er is weinig tijd", antwoordde zijn ge zellin. «Dat kan me niet schelen, ik moet er een oogenblik uit". Ik had elke beweging van den man be spied en wist nu, dat de rechterhand valsch Wet van den 7. April 1869 (Staatsblad No. 57), verboden' en strafbaar is; dat de belanghebbenden gehouden zijn, na de terugontvangst van hunne ter her ijking aangeboden maten en gewichten zich te overtuigen, dat deze van het vereischte goedkeuringsmerk voorzien zijn, alvorens ze weder in gebruik ge nomen of in winkels of op plaatsen van bedrijf voorhanden gesteld worden, blij vende de ijkplichtigen steeds daarvoor verantwoordelijk. Teneinde eene meer ordelijke uitvoe ring van den herijk mogelijk te maken en daardoor de belanghebbenden tevens voor tijdverlies te vrijwaren, worden de ijkplichtigen uitgenoodigd zich zooveel mogelijk te gedragen naar de volgende regeling Voor de Rijks- en Gemeente-inrich tingen, Spoorwegmaatschappijen en ver- koopers van Maten en Gewichten Woens dag 15 Maart; voor wijk A. Donderdag 16 Maart, voor wijk G, H, I, Vrjjdag 17 Maart, voor wijk B. Maandag 20 Maart, voor wijk C. Dins dag 21 Maart, voor wijk D. Woensdag 22 Maart, voor wjjk E. Donderdag 23 Maart, voor wijk G, H, I, Vrijdag 24 Maart, voor wijk F. van No. 175, Maandag 27 Maart, voor wjjk F. van No. 176—315, Dinsdag 28 Maart, voor wjjk F. van No. 316—laatste No. Woens dag 29 Maart, 's voormiddags van 9 12 en des namiddags van 12»/2—2l/2. voor de apothekers, juweliers, goud en zilversmeden Donderdag 30 Maart van 9—12 voormiddag. De ingezetenen worden uitgenoodigd, bij de aanbieding tot den herijk, het wjjknummer vau hun huis optegeven, en nadrukkelijk aangemaand zich ge trouwelijk van hunne verplichtingenten deze te kwijten, teneinde bewaard te blijven voor de onaangename gevolgen en boete, tegen de nalatigen vastgesteld. Amersfoort, den 6 Maart 1899. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, F. D. SCHIMMELPENNINCK De Secretaris, B. W. Th. SANDBERG. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, Gezien art. 8 der Hinderwet, Brengen tor kennis van het publiek, dat door hen aan D. II. Eysink en zijne rechtverkrij genden vergunning is verleend om een petro leum-motor van 3 paardekrachten opterichten ii^iet^orcee^alhie^gelegei^rar^len^Arnhem- sche weg, Kadastraal bekend onder sectie B. No. 2176 en dat door hen aan Johannes Wijnands en zijne rechtverkrijgenden vergunning ia verleend om een bakkerij opterichten in het perceel al hier gelegen aau de Lavendelstraat, wijk F. No. 401, Kadastraal bekend onder sectie E. No. 3737. Anieisfoort, 6 Maart 1899. Burgemeester en WethouderB voornoemd, De Burgemeester, F. D. SCHIMMELPENNINCK. De Secretaris, B. W. Th. SANDBERG. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, Gelet op art. 6 der Hinderwet, Brengen ter kennis van het publiek, dat een door H. van Ruller ingediend verzoek, met bij lagen, om vergunning tot het oprichten van eene sigarenfabriek en drogerij van sigaren, in het per ceel alhier gelegen aan den Zuid-Singel, Wijk A. No. 265, bij het Kasdaater bekend on der Sectie E. No. 4480, op de Secretarie der ge meente ter visie ligt, en dat op Maandag, den 20 Maart aanstaande, des voormiddags te half elf uren, gelegenheid ten Raadhuize wordt ge geven om, ten overstaan van bet Gemeentebe- bestuur of van een of meer ziiner-leden, bezwa ren tegen het oprichten van ae inrichting in te brengen. Amersfoort, 6 Maart 1899. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, F. D. SCHIMMELPENNINCK. I De Secretaris, B. W. Th. SANDBERG. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, Gezien art. 5 der Wet tot regeling van den kleinhandel in sterken drank en tof beteugeling van openbare dronkenschap; Brengen ter openbare kennis, dat een verzoek schrift om vergunning tot verkoop van sterken drank in het klein bij hen is ingekomen van Abraham van Wijk in het perceel staande aan den Soe8terweg, wijk G. No. 259'. Amersfoort, 6 Maart 1899. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, F.. D. SCHIMMELPENNINCK. De Secretaris. B. W. Th. SANDBERG. was. Zij bewoog zich niet; alleen de linker hand maakte een gebaar. Nu werd de rech terhand onder den plaid teruggetrokken en alleen de linker bleef liggen op de knie van den Franschman. Korten tijd daarna ver scheen een hand zonder handschoen en reeds deze omstandigheid moest achterdocht op wekken. Hoe kon hij die hand van den hand schoen ontdoen, terwijl de linker zichtbaar liggen bleef op zijft knie? De deugniet vermoedde niet, dat ik hem bespiedde, daar ik mij nog altijd slapende hield. Het werd nu echter tijd om iets te doeii. Dat de Franschman er uit wilde, was een verdacht teeken. Elk oogenblik kon de trein ophouden. Ik sprong plotseling in mijn hoek op, tot schrik denkelijk van de drie anderen. Ik ging naar Richard Bruck en zeide tot hem «Mag ik u verzoeken om een paar adres kaartenu is Richard Bruck, van de firma Bruck Zoon". Ik wist wel, dat hij zijn adreskaarten, evenals eiken koopman, in zijn portefeuille droeg eu dat daarin ook zijn geld moest wezen. Volgens het thans verschenen Kerkelijk handboek, dat zooveel mogelijk bijgewerkt is, was het getal vacatures bij de Ned. Her vormde kerk 292. Verder blijkt, dat op 1 Januari 1898 vacant waren 309 plaatsen, nl. in Gelderland 17, Zuid-Hollana 50, Noord- Holland 40, Zeeland 35, Utrecht 14, Fries land 51, Overijsel 18, Groningen 43, Noord- Brabant met Limburg 29, Drente 10, en bij de Waalsche kerken 2. Voor deze vacatures zijn voor de provin cie Utrecht nog beschikbaar de heeren J. Gou verneur, G. J. R. Langen en B. Scholtens. Van de dienstdoende predikanten zijn in 1898 overleden 14, emeritaat aangevraagd 14, naar de Indische kerken overgegaan 2, hun bediening neergelegd 7, van welkeéen hoog leeraar is geworden, zoodat in het geheel aan de Ned. Hervormde kerk ontvielen 37 predikanten In dienst traden'59 candidaten en 2 eer vol ontslagen Indische predikauten, samen alzoo 61. Het aautal vacatures is dus in den loop van 1898 verminderd met 24. De Memorie van antwoord op het Voor- loopig verslag over het wetsontwerp op den Leerplicht is met bet wetsontwerp en eenige bijlagen, alles te zamen een lijvig pak pa pieren vormend, in druk rondgedeeld. Het ontwerp is niet slechts gewijzigd, maar ook belangrijk verbeterd. Wat den wettelijken duur van den Leer plicht betreft, is die niet meer vastgekoppeld is aan den leeftijd van 6 tot 13 jaar, doch het ontwerp eischt, volgens het geheel nieuwe artikel I, het verkrijgen van een, overeenkom stig de regelen in net ontwerp gesteld, vol doend Lager onderwijs. Volgens het ontwerp is voldoende Lager onderwijshet afioopen van een zesjarigen cursus der Lagere school als regelde ver plichting om dit te verstrekken, vangt aan uiterlijk met den zevenjarigen leeftijd van het kind, ook indien het Huisonderwijs ont vangt. Weggevallen is dientengevolge de oorzaak van een groote vermeerdering der kosten, voor openbaar zoowel als voor bijzonder on derwijs, voortvloeiend uit het oorspronkelijk voorschrift van den Leerplicht van 6 tot 13 jaar, hetwelk uitbreiding van de meeste be staande scholen met nog éen klasse, dus meestentijds ook met éen schoollokaal, ten gevolge zou gehad hebben. Weggevallen ook is het nagenoeg alge meen afgekeurde voorschrift in het eerste ontwerp omtrent de verplichte aanneming van leerlingen ten minste twee malen rh het kalenderjaar. Nu de Minister den school- pliebtigen leeftijd doet ingaan uiterlijk met den bereikten V-jarigen ouderdom, was dan ook het motief voor dit tijdstip vervallen. Maar daartegenover is het ontwerp aan gevuld met een geheel nieuwen titel over het «Herlialingsonderwijs", hetwelk ten minste 4 vakken van het gewoon Lager on derwijs moet omvatten en gedurende ten minste 4 maanden van het iaar, en wel ge durende ten minste 8 avonduren per week, verstrekt moet worden en dat, met ingang van 1 November 1903, verplicht zal wezen, behoudens de dispensatiën, voor alle kinde ren, die de Lagere school afgeloopen hebben, tot zij den 15-jarigen leettija hebben bereikt. Ook in de bepalingen omtrent de controle De machinist remdeBruck tastte in den binnenzak van zijn jas, maar riep opeens verschrikt uit: «Ik ben bestolen!" Op hetzelfde oogenblik wierp ik mij op den Franschman, die, altijd nog in zijn plaia gehuld, naast Bruck zat en sloeg hem met de gebalde vuist in bet gelaat. De aanval kwam zóo onverwacht, dat de dief den slag niet eens afwendde en zich niet kon ver weren toen ik hem bij de keel greep en hem bjjna worgde. «Deze schurk heeft u bestolen", riep ik Bruck toe. «Hij heeft een valsche hana en met de andere hand heeft hij u uw porte feuille ontfutseld". De Franschman begon zich thans te ver weren en om zich heen te slaanik hield hem echter stevig vast, terwijl Bruck den plaid ophief en nu aan een breed zwart lint ae valsche hand zag hangen. «Roover, spitsboef!" nep de bestolene en begon nu op den Franschman los te slaan, zoodat deze ten slotte op den grond viel en met hem de portefeuille, waarop de Fransch man gezeten had. Nu eerst zag de jonge Bruck, dat zyn overjas en jas met een scherp mes van boven tot onder waren opengesne den, zoodat men bij den binnenzak kon komen. Wij waren nog bezig te vechten, toen een conducteur en daarna ander treinper soneel kwam aanloopen om ons te scheiaen. De dame maakte intusschen van de gelegen heid gebruik om te ontsnappen. Wij drieën werden voor den commissaris van politie gebracht. Ik legde daar uit, wat ik opge merkt had en beschuldigde den Fransch man van diefstal. De portefeuille, in diens bezit gevonden, en de kunsthand waren be wijzen genoeg en de man werd dan ook gearresteerd. Wij mochten onzen weg ver volgen. Na eenige dagen bracht ik den jon gen Bruck zonder verdere ongevallen thuis en werd inderdaad door zijn vader zeer goed beloond. De Franschman werd, vooral door onze getuigenissen, schuldig bevonden en tot verscheidene jaren gevangenisstraf veroor deeld. De mooie jonge vrouw kon echter nimmer worden opgespoord.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1899 | | pagina 1