Maandag 1
Mei 1899.
PHOENIX-BROUWERIJ
BOCKBIER verkrijgbaar, zoolang de voorraad strekt.
No. 4871.
48e Jaargang.
BEKEERD.
Binnenland.
H. MEÜRSING Co. AMERSFOORT.
COUBAH.
Uitgave: Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.fi-anco per
Firma A H VAN CLE E FF ^°St Advertentiën 1—6 regels 60 centelke regel meer 10 cent. Groote letters naar
plaatsruimte. Legale-, oflicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Afzonderlijke
te Amersfoort. nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
Bureau
KORTEGRACHT 5 6.
Velephoon 19.
ADRESVERANDERING.
Abonnés, die van woon
plaats veranderen, worden
beleefd doch DRINGEND
verzocht, hun nieuw adres
op te geven.
kknnisgjevinuen.
De GEDEPUTEERDE STATEN der provin
cie UTRECHT,
Gelet op art. 105 der Kieswet,
Brengen ter kennis van belanghebbenden, dat
de in de Vergadering van hun College van het
den vastgestelde Lijst der Hoogstaangeslagenen
in de provincie Utrecht, verkiesbaar als afgevaar
digden ter Eerste Kamer der Staten-Generaal,
tot en met 21 Mei s. s. (Zondagen uitgezonderd)
voor een ieder op de Provinciale Griffie van
Utrecht, Bureau voor Statistiek, ter inzage is
nedergelegd en in afschrift, tegen betaling der
kosten, verkrijgbaar is gesteld.
Bedoelde Lijst, zal ingevolge art, 105 der
Kieswet worden geplaatst in de Nederlandsche
Staatscourant van 5 Mei a. s.
Utrecht, den 27 April 1899.
De Gedeputeerde Staten voornoemd,
SCHIMMELPENNINCK v. d. O.
v. NIJENBEEK, Voorzitter,
C. M. MERKUS, Griffier.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT,
Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer
Gemeente, dat het door den Directeur van 's Rijks
directe belastingen enz. te Amsterdam executoor
verklaard kohier No. 13 van de I'ersoneele belas
ting over hel dienstjaar 1898 aan den Ontvan
ger van 'a Rijks directe belastingen alhier is ter
hand gesteld, aan wien ieder verplicht is zijnen
aanslag op den bij de wet bepaalden voet te
voldoen.
Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke
Ïlaatsen aangeplakt te Amersfoort den 28 April
899.
De Burgemeester voornoemd
F. D. SCHIMMELPENNINCK;
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der ge
meente AMERSFOORT,
Brengen ter algemeene kennis, dat de gewone
jaarlijksehe COLLECTE ten behoeve van het
„Fonds ter aanmoediging en ondersteuning van
den gewapenden dienst in de Nederlanden",langs
de huizen der ingezetenen zal pluats hebben op
Maandag den 8sten Mei 1899, des voormiddags
te 9l/i uren.
Zij wenschen deze ten dringendste in de be
langstelling der ingezetenen van allen rang en
stand aan te bevelen.
Men vergete niet, dat al moge ook het getal
der overgeblevenen uit de veldtochten van 1814,
Feuilleton.
i).
George von Mahrenholz was door zijn dokter
naar San-llemo gezonden om zich tever
velen De kleine winterstations van de Riviera,
met hun op de minuut af geregelde levenswijze
en hun volslagen gemis aan eenige verstrooiing,
eigenen zich voortreffelijk daartoe. Eenige jaren
geleden was hij ernstig ziek geweest, had zich,
nauwelijks hersteld, weer in het volle gewoel
der verstrooiingen van de Hoofdstad geworpen
oui „te vergeten" en daardoor zijn zenuwen zeer
van streek gebracht. Hij had behoefte aan rust
en verveling, en die vond hij hier in overvloed.
In den tuin van het Hotel Victoria stonden
twee stat ge dadelpalmen over elkander. Tus-
schen beide «loor leidde de weg verder in den
tuin en door dezen tot aan de zee. Alle bewo
ners van het huis moesten tusschen ben door.
Onder den cenen palmboom, waaraan een ther
mometer hing, zat George, onder den anderen
ik. Wij hadden ons op de gemakkelijke banken
neergevlyd, lieten de gasten van het hotel de
revue passceren cn maakten opmerkingen over
hen.
Dat was zoo ongeveer onze dagelijksche be
zigheid nis het weer ons veroorloofde buiten te
zijnlater, toen wij elkaar meer hadden leeren
kennen, zaten we bij voorkeur beiden op dezelfde
bank, en deelden elkander onze meer of min-
1815 en 1830 jaarlijks verminderen, tengevolge
der Expoditiën in onze Oost-Indische bezittin
gen het getal van hen, die op onderscheidene
wijze aanspraak hebben op ondersteuning, steeds
weder toeneemt en vermoedelijk zal blijven toe
nemen.
Bij het op zich zelf verblijdend verschijnsel,
in de laatste jaren alom in de lande waargeno
men, eener toenemende belansteling in alles wat
de verdediging des Vaderlands betreft, vertrou
wen Burgemeester en Wethouders dat de op
brengst. dezer Collecte zal bewijzen dat men ook
meer dan tot dusverre belang stelt in het lot
van den verminkten en hulpbehoevenden oud
soldaat
Moge toch hun, die hun leven veil hebben
voor het Vaderland, de overtuiging worden ge
schonken, dat het Vaderland niet ontdankbaar
is, en mogen alzoo de in te zamelen giften er
toe bijdragen, om aan meerdere oudstrijders, die
daarop aanspraak hebben, eene tegemoetkoming
te verstrekken ter verlichting der zorgen van
den ouden dag.
Amersfoort, den 1 Mei 1899.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
F. D. SCHIMMELPENNINCK.
De Secretaris,
B. W. Th. SANDBERG.
Staatscourant No. 99 bevat een Kon. besluit
tot wijziging; van het programma voor het
examen ter verkrijging der acte van be
kwaamheid voor huis- en schoolonderwijs
in ile nuttige handwerken voor meisjes, en
van liet programma voor het examen ter
verkrijging der aanteekening, welke bevoegd
heid verleent tot bet geven van huis- en
schoolonderwijs in genoemd vak.
Het aantal adressen tegen het Leerplicht-
ontwerp is reeds geklommen tot 850.
Het Hoofdbestuur van den »Bond van
Nederlandsche onderwijzers" heeft aan do
Tweede Kamer een zeer uitvoerig adres ge
zonden over het wetsontwerp op den Leer
plicht. Adressant betreurt, dat de leerplich
tige leeftijd in het gewijzigd ontwerp met
een jaar verkort is, en wenscht overigens
(al is het van oordeel, dat verschillende ge-
wenschte verbeteringen zijn aangebracht) op
tal van punten wijziging.
Die wijzigingen komen o. a. op het vol
gende neer":
In de wet moet bepaald worden, dat een
leerling alle lessen, in zijn klasse gegeven,
moet bijwonen. Vervallen moet de bepaling,
dat het schoolbezoek geacht wordt geregeld
plaats te vinden, indien gedurende twee
maanden niet meer dan twee schooltijden
zonder geldige reden worden verzuimd. De
duur van eiken cursus aan een school, waar
minder dan zes leerkrachten werken, moet
bepaald worden op een jaar. Zoo de bepa
ling, dat de ouders bun kinderen op grond
van overwegend bezwaar van school kunnen
houden, niet vervdtt, moet alleen overwe
gend bezwaar van godsdienstigen aard gel
den. Gezorgd moet worden, dat kinderen
niet wegens gebrek aan plaats op school van
onderwijs verstoken blijven. Hel is wensche-
lijk te bepalen, dat de ouders enz. verplicht
zijn van elk verzuim met opgave van rede
nen kennis te geven aan het Hoofd der
school. Wegzending van een leerling moet
slechts kunnen geschieden in overleg met
den klasse-onderwijzer, dien adressant ook
nog in andere gevallen wenscht geraadpleegd
te zien. De Gemeenteraad moet niet alleen
bevoegd zijn, maar verplicht worden den
tijd te regelen, binnen welken, ter wille
van de landbouwwerkzaamheden, vergun
ning tot wegblijven van de school kan ge
geven worden. De Arrondissements-school-
opziener moet bevoegd verkhrard worden het
huisonderwijs bij te wonen na voorafgaande
kennisgeving. Adressanten, die hun sympathie
betuigen voor de opneming van "het ver
plichte Herhalingsonder wijs in het ontwerp,
meenen echter dat dit niet over éen kam
geschoren mag worden met het gewone
Lager onderwijs. De oudere leeftijd der leer
lingen van de Herhalingsschool maakt dut zij
niet meer zoo onder de onmiddellijke tucht
hunner ouders staan. De strafbepalingen
moeten andere zijn. Aan werkgevers moet
de verplichting opgelegd worden den leer
lingen de gelegenheid te geven de Herha
lingsscholen te bezoeken. De naain Herha
lingsscholen moet in Vervolgscholen veran
derd worden. Adressanten zouden gaarne
zien, dat de bevoegdheid der Gemeentebe
sturen orn voedsel en kleeding te verschaf
fen aan de leerlingen, die blijken het noo-
dig te hebben, omgezet werd in een ver
plichting, althans zoo spoedig het particulier
initiatief onvoldoende blijkt. Wensdielijk
wordt geacht, aan de Arrondissements-school-
opzieners een vast salaris te geven, waar
van zij kunnen bestaan.
Binnenkort zal voor het korps kommiezen
bij de posterijen en telegrapbie een regeling
worden ingevoerd, waarbij de bezoldiging
geregeld wordt naar het getal dienstjaren.
Een inzender in »De Tijü", die er aan
herinnert dat het 12 Mei e. k. 50 jaar zal
geleden zijn dat wijlen Koning Willem III
te Amsterdam werd ingehuldigd, geeft in
overweging, op dien herinneringsdag een
Hoofdcommissie te vormen uit alle groepen
van het Nederlandsche volk, die pogingen
i zal doen om in de Hoofd- of de Hofstad een
i standbeeld voor dezen Vorst op te richten,
j Werd dit standbeeld te Amsterdam opge
richt, dan zou het, meent hij, een uitnemende
plaatsvervanger zijn voor het Monument op
den Dam, dat dan naar een andere plaats
zou kunnen worden overgebracht.
i Bij de Regeering zou het voornemen be-
i staan, het leerplan der Gymnasiëu eerlang
eenigszins te svijzigen. Het voornaamste in
deze wijziging zou zijn de betere opleiding
van aanstaande geneeskundigen, die in de
hoogste klassen minder Latijn en Griekscb
zouden krijgen, doch daarentegen veel meer
Natuurlijke historie, Schei- en Natuurkunde.
Ook in de Wiskunde zou voor hen (gelijk
ook voor de aanstaande juristen) een vereen-
der geestige, maar altijd boos dige opmerkin
gen mede.
In de groote hotels aan de Riviera vindt men
alle jaren zulk een wonderlijke verzameling van
lieden uit alle werelddeelen, dat de stof voor
een gesprek tusschen twee menschen, die hun
dokter plechtig beloofd hebben, zich van allo
geestesarbeid te onthouden, nooit uitgeput raakt.
Reeds de onvermijdelijke Engelschen, zonder
welke een hotel aan gene zijde der Alpen even
ondenkbaar is als een Italiaanscbe stad zonder
haar Corso „Vittorio Emanuele", zorgen voor
afwisseling. Hun kleeding, hun eigenaardighe
den, hun plompe manieren, hun schoeisel
alles is even onderhoudend.
Zijn bijtendste opmerkingen echter bewaarde
George voor de vrouwen, en dat niet alleen
voor de vrouwen van de overzijde van het Ka
naal, maar voor de vrouwen in het algemeen.
En dat. had zijn reden,
De goede jongen was eens verliefd geweest
op een actrice, niet maar zoo tot tijdverdrijf,
maar ernstig en eerlijk; hij had zich zelfs open
lijk met haar verloofd en wilde haar trouwen.
Ongelukkig vond hij eens, toen hij haar later
dan gewoonlijk bezocht, een anderen minnaar
bij haar, was dwaas genoeg om te duelleeren
en ontving daarbij een kogel in de borst, die
zijn leven in geva r bracht. Hij was toen naar
Algiers gegaan, weer genezen, cn naar Berlijn
teruggekeerd met het vaste besluit, de vrou
wen te verachten en een roué te worden. Van
de gevolgen van dit besluit moest hij onder de
palmen van San-Remo herstelling zoeken.
En als je weer hersteld bent, beste vriend
vroeg ik.
Dan begint het oude leventje opnieuw,
gaf hij ten antwoord. Men kan de vrouwen niet
beter verachten, dan wanneer meD zich met
hen vermaakt.
Ik weet nog wel een ander middel.
En dat. is?
Men trouwt een van haar en veracht de
anderen naar verkiezing, als voorheen.
Ba I En die eene?
Kon bijvoorbeeld Emmy Lindeck zijn.
Misschien wel om een schoonmoeder te
krijgen
Nu ja, dan ontlast je de arme vrouw
meteen van haar moederplichten en stelt haar
in <le gelegenheid, weer te trouwen.
Hij lachte.
Nu daarvoor zal nog wel iemand te vinden
zijn.
En de kleine?
Kom, laten we liever over iets meer in
teressants spreken.
Sinds eenigen tijd had mevrouw Lindeck de
plaats tegenover ons onder den palmboom met
den thermometer ingenomen. Zij lag schilder
achtig neergevlijd op een rustbank en wachtte
slechts, dat iemand om de hand van haar dochter
zou komen.
De kleine, lieve, eenigszins schuchtere Emmy
was nauwelijks zeventien en kon dus geduldig
wachten, maar haar moeder vertelde, dat zij
niet eer zich weer aan den zoeten T>and des hu
welijks zon wagen, vóór zij haar plichten tegen
over Emmy geheel vervuld, dat wil zeggen,
vóór zij haar dochter aan de hoede van een
echtgenoot toevertrouwd had. Onder de palmen
droomde zy van een dnbbel huwelijk; in den
vreemde maakt men zooveel gemakkelijker ben
nis, vinden de harten elkaar spoediger, en in
de bedwelmende natuur komt een beslissend
woord eerder over de lippen.
Mevrouw Lindeck zag er voor haar zeven-en-
dertig jaren nog zeer jong uitzy toonde wel
eenige neiging tot zwaarlijvigheid, maar thans
was zij nog het penseel van een Rubbens waardig.
George, wien het niets baviel, dat zij zoo dicht
bij ons zat, begon van tijd tot tijd met haar te
spreken over het gevaar van besmetting dat
men in een omgeving van teringachtigen liep.
Hij praatte over de bacteriën die de lucht, on
zichtbaar, vervulden en zich met eiken adem
tocht in ons ophooptenhij noemde het ver
blijf van gezonden hier een soort zelfmoord en
sprak over overerving, atavisme en dispositie
met de onverschilligheid van een ouden dokter.
Ongetwijfeld zou zij dan ook spoedig haar
koffers gepakt hebben, indien niet een geheim
zinnig nieuweling in onzen beperkten kring was
komen opdagen. Een Hongaarsch magnaat ver
scheen in ons midden en mevrouw Lindeck
meende al dadelijk een pretendent voor de hand
harer beminnelijke dochter in hom te ontdekken.
De Hongaar in het vreenidelingenboek
stond„Graaf Sandor Flughavay, uit Hongarije"-
scheen inderdaad verliefd te zijn geworden op
de kleine Emmy, want hij mankte de moeder
in het oogloopend het hof. Ik weet niet waarom,
maar wij beiaen vertrouwden van het begin af
den Hongaar niet, en hy logde tegenover ons
een onderdanigheid aan den dag, waarvoor geen
enkele reden bestond.
Wordt vervolgd).