Donderdag 9
November 1899.
No. 4926.
49e Jaargang.
EEN LESJE.
FANNY.
Uitgave:
Firma A. H. VAN CLEEFi
te Amersfoort.
Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.franco per
post 1 .-15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Groote letters naar
plaatsruimte. Legale-, oflicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Afzonderlijke
nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGBACHT 9.
Telephoon 19.
KENNISGEVING.
De BURGEMEESTER en WETHOU
DERS van AMERSFOORT doen te weten,
dat door den Raad dier gemeente in
zijne vergadering van 10 October 1899 is
vastgesteld de volgende verordening
VERORDENING op de wegen
en waterleidingen:
Artikel 1. De wegen buiten de kom
dor gemeente voorzoover die niet val
len onder het bereik van het Reglement
op de wegen in de provincie Utrecht, afge
kondigd den 8"cn December 1853 (Pro
vinciaalblad No. 102) benevens de
slooten langs dezelve en de waterleidingen
zullen tweemalen in het jaar en wel in
de maanden Mei of Juni en September
of October, door of van wege Burge
meester en Wethouders worden ge
schouwd.
Art. 2. Van deze wegen, alsmede van
do water- leidingen die aan schouw onder
worpen zijn, wordt door Burgemeester
en Wethouders binnen eene maand na
het in werking treden dezer verordening,
eon staat opgemaakt, inhoudende de
namen van de onderhouds-plichtige per
sonen met de aanduiding der slagen.
Art. 3. Deze staat wordt, gedurende
veertien dagen na gedane afkondiging,
ter inzage van de belanghebbenden ter
Secretarie der gemeente nedergelegd, in
welken tijd het aan hen vrijstaat hunne
bezwaren daartegen bij Burgemeester en
Wethouders schriftelijk in te brengen.
Art. 4. Burgemeester en Wethouders
onderzoeken en beslissen de bezwaren
en geven van hunne beslissing schriftelijk
kennis aan de belanghebbenden.
Art. 5. De belanghebbende, die in de
uitspraak van Burgemeester en Wethou
ders niet berust, kan, binnen veertien
dagen na do dagtoekening dier kennis
geving, in beroep komen bij den Raad.
Art, 6. De Raad onderzoekt den staat
en do ingekoniene bezwaren en stelt dien
definitief vast.
Art. 7. De aldus vastgestelde staat
blijft den grondslag uitmaken van ieders
verplichting.
Art. 8. Ingeval van eigendoms-over-
gang zal de nieuwe onderhoudsplichtige
eigenaar, binnen eeno maand, daarvan
opgave doen aan Burgemeester en Wet
houders, teneinde daarvan op den staat
aanteekening worde
Feuilleton.
3. (Slot.)
Ik hoorde op dit oogenblik een vreemd ge
luid achter een tochtscherm, dat voor den bin
nendeur stond.
Dat is de kat maar, zei Polly, die zoekt
muizen in dien hoek. Kijk eens, hier heb ik
al je brieven en cadeauxje moest die maar
meenemen.
Zii gaf
maakt had.
Je schijnt geweten te hebben, wat ik zou
komen doen, zei ik.
Ik had er zoo'n idee van, en ik houd er
niet van, met die dingen te talmen. Ik hoop,
dat je alles in orde zult vinden. Laat ik je nu
niet langer ophouden.
Het deed mij zeer, dat zij zóo koel wasmaar dat
kwam feitelijk het beat in mijn kraam te pas,
en ik hield mq óok goed.
Je bent een verstandig meisje, Polly,
zei ikik ben blij dat je de zaak zoo goed
bcgrqpt.
Wat geeft liet te treuren over een gebro
ken melkpot Heb je je hoed
Zij ging mij vóór, opende de deur en liet
mij uit alsof ik de gewoonste bezoeker was, in
plaats van den man dien zij liefhad en dien
zq' nooit zou weerzien. Ik wilde haar nog een
zoon geven, maar ze deed, of ze dat heelemaal
niet begreep.
Art. 9. De onderhoudsplichtigen zij n
gehouden de wegen, met de slooten langs
dezelve, en de waterleidingen, ten hunnen
laste komende, voortdurend in goeden
bruikbaren staat te onderhouden.
Art. 10. Voor zoover het tegendeel
niet wordt bewezen, rust de verplichting
tot onderhoud derzelve op de belendende
eigenaars, ieder ter halve breedte.
Art. 11. De schouwen in art. 1 be
doeld en ook andere buitengewone, welke
door Burgemeester en Wethouders moch
ten worden uitgeschreven, worden ten
minste acht dagen te voren bij afkon
diging bekend gemaakt.
Art. 12. Bij het voeren der schouw
zullen op de wegen de brandnetelen, dis
tels en andere ruigten afgemaaid en weg
geruimd, de sporen gedicht, alle laagten
opgevuld en gehoogd en dezelve, voor
zoover dit mogelijk is, tonrond gemaakt
moeten zijn.
Wijders zullen de greppels en slooten
langs de wegen behoorlijk opgemaakt
moeten worden en de grond, daaruit
komende, op den kant gelegd en, ge
droogd zijnde, over den weg verspreid
of weggevoerd worden.
Art. 13. De waterleidingen zullen bij
de schouw behoorlijk moeten zijn opge
haald, schoongemaakt en uitgediept.
Art. 14. Het is verboden, zonder
schriftelijke vergunning van Burgemeester
en Wethouders, wegen, sloten langs de
zelve, of waterleidingen, te verleggen of
to veranderen of die op eenigerhande
wijze af te sluiten of het gebruik daarvan
te belemmeren.
Art. 15. Bruggen ea vonders, over die
slooten en weteringen, moeten op zoo
danige hoogte gelegd worden, dat het
water daaronder onbelemmerd kan cloor-
loopen.
Art. 16. De vonders, bruggen, heulen
en duikers moeten in behoorlijken staat
onderhouden worden door den eigenaar
of door dengene, dien deze bewijst daartoe
verplicht te zijn.
Art. 17. Het is verboden:
1°. Plaggen, zand of aarde van de
wegen te nemen, goten of greppels daar
door te graven of den afloop van het
water van huizen of mestvaalten daar
over te leiden,
2°. Dezelve zonder toestemming van
Burgemeester en Wethouders met plag
gen, mesthoopen, houtmijten, gevelde
boomen of takken, stroo en dergelijke
te bezetten,
Ik hoor de kat weer, zei ze, die heeft vaat
de muia te pakken. Meteen sloeg ze de deur
toe, en ik kuierde weg. 't Was toch vreemd,
dat Polly raq zóo gemakkelijk opgaf! Maar
't was een heele gerustheid, dat de zaak nu ge
schikt was. Een meisje als Loe, dat wat te
wachten had, paste mij toch beter dan de doch
ter van een armen werkman.
Den volgenden ochtend, toen ik in den win
kel kwam, riep de oude heer mij weer in 't kan
toortje. Ik volgde hem verwonderd, en die ver
wondering werd nög grootcr, toen ik Loe Jaar
vond, die mij aankeek met een gezicht om
bang van te worden.
Wat is er? vroeg ik.
Wat er is En toen begon zij uit te pak
ken van wat ben je me. In stond er bij als
een schooljongen. Zij wist alles van Polly, en
zij had den vorigen avond alles gehoord.
Waar was je dan vroeg ik, toen ze mij den
tijd liet om óok eens wat te zeggen.
Ik was de kat, begrijp je, achter het
scherm en ik dank den hemel, dat ik daar
was.
Ik zei niets meer. Wat kon ik ook eigenlijk
zeggen Maar zij b I des te meer te vertel
len, en de oude Flint deed er nog wat bij. Ik
kon op staanden voet opmarcheeren.
Thuis vond ik een briefje van Polly. Ze
schreef, dat 't haar pleizier deed, dat de kat de
muis had gekregen. Ze schreef nog veel meer:
dat ze naar Loe was gegaan om haar alles te
vertellen en haar te verzoeken, zichzelf te ko
men overtuigen, wat voor een kerel ik eigen
lijk was. Ook meldde zij nog, dat haar tante
dood was en dat te vijfhonderd pond had ge-
tt. Eenige ruigten, steenpuin, glas
scherven, mest of vuilnis daarop te werpen.
Art. 18. Het. is verboden op onafge
sloten erven, binnen eenen afstand van
vier Meter van de wegen, netten, huiden,
leder, linnen, wollen- of katoenen stoffen,
hoopen biezen, riet, vlas, liennip of mest
in de open lucht te plaatsen.
Art. 19. Het is verboden aangespannen
of onaangespannen wagens of andere
voorwerpen op de wegen te doen ver
blijven.
Art. 20. Niemand mag op de wegen
vee weiden of zonder opzicht laten los-
loopen, boomen, hakhout of heggen op
of langs dezelve beschadigen, of toelaten
dat zulks door onder zijn opzicht gesteld
vee geschiede.
Art. 21. Iedere overtreding van de
artikelen 8, 9, 10, 12 tot en met 20 zal
worden gestraft met eene geldboete van
ten hoogste vijf en twintig gulden.
Zijnde deze verordening aan de Gedepu
teerde Staten van Utrecht, volgens hun
bericht van den 20 October 1899 no. 45,
in afschrift medegedeeld.
En is hiervan afkondiging geschied
waar het behoort den 2 November 1899,
des middags te 12 ure.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester
F. D. SCHIMMELPENNINCK.
De Secretaris.
B. W. Th. SANDBERG.
STENOGRAPHIE
voor iedereen.
li.
Door de vinding van den heer Groote
heeft men niet langer bijv. vier verschil
lende teekens te leeren voor éen klinker,
waardoor dan ook in het stelsel dat deze
4 a's voorschrijft niet '23 doch 80 teekens
te onthouden en uit elkaar te houden zijn.
Niet langer behoeft men een lange reeks
van regels voor de samenvoeging der let
ters te leeren, met een nog langer reeks van
uitzonderingen, die men beide moet kunnen
droomen, eer men een enkel woord, laat
staan nog een zin kan opschrijven, zoowel
een kort uitgesproken dienst- of handelsorder,
als een lange redevoering.
Niet langer behoeft men teekens uit te
beelden^geheeMMjeemd^ar^^e^^lghab^
ërfd. Daarvoor hoopte zij zich wel een man te
koopen.
Dat deed zij ookzes maanden later was zij
getrouwd met een kruidenier.
En die vrouw, die daar straks uitstapte, is
nu die eigenste Polly. U begrijpt wel, wat 'n
prettig halfuurtje ik had, toen ik baar zag en
alles mij weer helder voor den geest kwam, zoo
besloot Joseph Scarratt zijn verhaal.
Ik begreep het volkomen.
1)
Maar Harriet, wees nu toch verstandig en
laat mij Fanny verkoopen't dier slaat en de
stalmeester heeft mq onlangs verteld, u." het
tusschenbeide ook bijt. Je zult zien, we krij
gen nog last er mee.
De schoone, jonge vrouw, tot wie deze woor
den gericht werden, schudde haar mooi kopje
en keek niet eens op van het boek, waarin ze
verdiept scheen.
Wil je niet?
Neen, Felix I Wq hebben met jou rijpaard
al geld verloren en we zouden nu weer verlie
zen. Dat gaat niet.
Felix haalde de schouders op als een echt
genoot, die geleerd heeft, aan eigen autoriteit
te twijfelen. Daarmee was 't gesprek uit; Fe
lix ging heen, Henriette schikte zich nog wat
femakkelijker op den divan, legde den ronden,
lanken arm onder haar hoofd en ging voort
met haar lectuur, alsof er heelemaal geen ge-
^lat we dagelijks gebruikendoch volgens
het stelsel-Groote schrijft men, na zeer kor
te oefening en bijna zonder inspanning,
de hoogst eenvoudige teekens en voegt die
op dezelfde ongekunstelde (doch inderdaad
hoogst ingénieuse) wijze aaneen als die van
het gewone schrift, zoodat het aanleeren van
een groot aantal in den regel moeilijk te
schrijven teekens voor samengestelde letter
vormen geheel onnoodig is.
Dat het stelsel spoedig begrepen wordt,
kan hieruit blijken, dat iemand die 's avonds
het proefvel van het boekje ter inzage kreeg,
dit den volgenden ochtend aan den heer
Groote terugzond met een dankbetuiging in
het schrift van het stelsel-Groote, en ook wel
hieruit dat een dame (buiten Amersfoort, en
die dus den heer Groote niet kende en hem
niet om voorlichting kon vragen) die 26 Oc
tober het boekje kocht, den 31 October haar
proefblad inzond en daardoor het diploma
verwierf.
In den Prospectus gaven de heeren Coe-
nen, Steiribuch, Kam en baron Van Haer-
solte omtrent dat gemakkelijk aanleeren even
eens zeer gunstige getuigenissen.
Dit stelsel iskort, gemakkelijk aan te
leeren, heeft geen moeilijke regels met nög
lastiger uitzonderingen, wordt geschreven
als het algemeen verbreide alphabet en is
te gebruiken voor alle talen (en dus voor
alle denkbare medeklinker-samenvoegingen).
De eenvoud van en het gemakkelijk schrij
ven met dit alphabet zal een oppervlakkig be
schouwd misschien doen twijfelen of het in
derdaad wel koit is en dus voldoet aan de
allereerste eisch van kortschrift. Welnu, we
zagen het zelfde gedeelte van een gedicht,
door de zelfde hand gestenographeerd in vier
verschillende stelsels, en duidelijk bleek ons
toen, dat het stelsel-Groote bet kortste steno
gram gaf.
Zeer pleit ook voor het hoogst bevattelijk
geschreven Leerboekje, dat thans reeds
door een viertal personen proefschriften zijn
ingezonden (het Leerboek bevat een model
voor zulk een proefschrift). Aan allen is door
de Commissie van beoordeeling het bewijs
verstrekt, dat hun proefschrift dat zij
volgens hun eigen verklaring zonder behulp
van anderen en zonder het Leerboek te
raadplegen, hebben gemaakt duidelijk en
correct is.
Let wel, het Leerboekje kwam eerst in de
derde week van October uit.
Indien er personen zullen zijn, die het
onierwijs-diploma zullen verworven hebben,
dan zal het aanleeren natuurlijk nög spoe-
diger gaan. Welnu, binnenkort zal reeds
sprek had plaats gehad.
Een paar dagen na dit gesprek ging meneer
een Berlijnsch bankier voor zaken naar
Hamburg.
Er zijn vrouwtjes, wier teederheid voor haar
man toeneemt, als hij ver van haar is, en
wellicht behoorde mevrouw Henriet' a tot die soort.
Hij heeft eigenlijk tóch gelijk, die goede
Felix, bekende zij zichzelve ia haar eenzaam
heid wij moeten dat paard zien kwijt te
raken, 't Zou een mooie verrassi .g zijn, alB
hij terugkomt. Ik kon 't wel eens probeeren...
De monoloog besloot hiermee, dat zij aan
haar sierlijk schrijfbureautje neerstreek, waar
nauwelijks plaats was voor een mappe, een
mktstel en eenige volmaakt onbruikbare, „schrijf
gereedschappen". en zij op 't afgescheurde, onbe
schreven blaadje van een brief de volgende an
nonce achreef:
„Dames-rijpaard, vosmerrie, zeer mak en
vertrouwd, is, wegens omstandigheden, terstond
te koop. Te bezichtigen Tattersal."
Zij las de advertentie tweemaal over, corri
geerde die nog een beetje en was met haar kunst
stuk zeer tevreden.
Een ervaren menscnenkenner, tevens philosoof,
heeft beweerd, dat alle vrouwen een meer of min
der ontwikkelde neiging bezitten voor geheimhou
ding, leugentjes en een philosoof mag alles zeg
gen bedrog. Douanen kennen den hartstocht
van dames voor smokkelen; zij doen het niet uit
winzucht, maar uit liefhebberij voor het bedriegen;
en het huishoudgeld zou menigmaal ook toerei-
kender zijn, als niet... doch dit zijn delicate zaken
waarmee wij nu niet te maken hebben. Wij blij
ven bij ons verhaaL Slot volgt).