Maandag 29
Januari 1900.
P H O N I X - B O C K B 1 R.
o. 4949.
49e Jaargang.
Opgeruimdheid.
Binnenland.
Phoenix-Brouwerij H. MEURSING Co., Amersfoort
AMERCFOORTSGHE
Uitgave
irrna A. H. VAN CLEEFF
te Amersfoort.
Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.franco per
post 11.45. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 40 cent. Groote lettere naar
plaatsruimte. Legale-, oflicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 45 cent. Afzonderlijke
nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht
Bureau
KORT EjG RAC H;T 9.
Telephoon 19.
»Neem twee deelen opgeruimheid
ïEn een dosis goeden moed
Zóo begon een recept, dat ik in mijn
gd dikwerf hoorde als de bron van alle
vensgeluk. Het klinkt mij nog altijd in de
•en, wanneer er verteld wordt van de
ssimistische stroóming, die door de wereld
at en velen, jong en oud, dreigt te ver-
elgen in haar golven.
Iloe jammer! zeg ik dan; opgeruimdheid
zooveel waard en.kost niets. Het maakt
bezitter rijk aan levensgenot, werpt
ht over menschen en de dingen om hem
m, giet zonneschijn op zijn pad.
Daarom: weest opgeruimd!
Maar moet die raad eigenlijk niet dwaas
noemd worden
Men is opgeruimd, of men is het niet, zeg-
n sommigenzij is de vrucht van ->en
tuurlijke, pbysieke gesteldheid, hangt sa-
•n met de bloedsmenging, is dus een ge-
k, als men haar bezit, maar geen deugd,
men zich verwerven kan. Gij kunt er
Ls tegen doen als geen opgeruimde na-
ur uw deel is, dan ligt de zwaarmoedig-
id als een fatum op u.
Tegen zoo iemand te zeggenweest op-
ruimd, is even gerechtvaardigd als dat
tegen een steen zou zeggen spring
of vlieg. Zij kunnen niet.
Benijdbaar zijn de menschen, wier na-
urlijke gesteldheid tot opgeruimuheid aau-
ding geeft, die zoo'u gelukkige bloeds-
inging hebbenmaar hen navolgen, hun
jeruimdheid over zich gebieden, dat is
ivoudig onmogelijk voor iemand die an-
s geschapen is.
Den van nature opgeruimde valt het niet
eilijk, vroolijk te wezen; aanstonds is hij
en tegenstand van menschen of dingen te
>venaanstonds heeft hij oog voor de zon-
le des levens, aanleg om er zich in te
rblijden.
Van andere zijde hoor ik nog andere
werpingvGij beveelt ons opgeruimd
zijn alles goed en wel, dat willen we
k, maar dan moeten de omstandigheden
óok naar zijn. Zij zijn de oorzaak van de
mining, die in ons is".
»Als alles vóór den wind gaat, de ver-
mste ruim genoeg is voor vrouw en kin-
ren, als men een blakende gezondheid ge-
als er vriendschap en liefde in huis
en, als alles... ja, dan kan men opge-
itnd wezen, dan behoeft de glimlach niet
Feuilleton.
EN SPAANSCHE VROUW.
(Uit de biographic van Sherlock Holmes).
4).
„Dan heb je het nu gemerkt; 't kan soms
pas komen, zooals je ziet, en dat jij dr. Va-
rien niet herkende, was een waarborg datme-
rouw Del Manro 't niet zou doen. En hoe
aakt Harrison 't nu eigenlijk
.Ziekenoppasser Holmes, begeef je terstond
arrest," zei ik met waardigheid.
„(Ja ira," zei Holmes met 't air van den on-
'tstaanbaron „Valórien." Toen, met een ern-
ig gezicht, zeide hij
Watson, boei 27 is rood onderstreept op de
aart van de baai. Weet je, wat dat betee-
ent Ik ondervroeg hem met de oogen. „Dat
teekent, dat we boven een geladen torpedo
ïggon."
Ik kreeg een oogenblik het gevoel, alsof
ïjn keel werd dichtgeschroefd, doch vond het
ijn plicht, den commandant te waarschuwen
zoent hom op.
„Van wion weet u het?" vroeg hij me, toen
uitgesproken had, met een bezorgd gelaat,
o Spanjaarden, dat wist hij maar al tegoed,
aren ons niet welwillend gezind.
„Van mijn assiatent-ziekenuppasser," moest ik
cl antwoorden.
„Mijnheer Watson, zou het niet beter zijn,
zich met uw zieken bleef bemoeien
te wijken van het gelaat en is de vroolijke
jok volkomen gerechtvaardigd. Het kan zelfs
misdaad genoemd worden, dan aan droef
geestige stemming toe te gevendat zou
ondankbaarheid verraden.
»Maar als we zoo geweldig moeten tobben
voor ons brood, als ieder oogenblik ziekte
ons of den onzen overkomt, als men zich
zoo onaangenaan bejegent gevoelt door de
menschen, dan ja, dan zet ik het den
beste om opgeruimd te blijven; als er zoo
vele wolken gaan over huis en hoofd, kan
er geen zonneschijn wezen in het hart."
Dus, volgens sommigen, hangt de opge
ruimdheid af van een lichamelijke gesteld
heid, volgens anderen van de gunst der om
standigheden.
"Zou dat waar zijn'?
Ik geloof' er niets van.
Wel moet erkend, dat de toestand van
sommiger gezondheid aanleiding geeft tot
somberheid, maar dan dient de geneesheer
geraadpleegd; wel zijn sommige omstandig
heden pijnlijk om te dragen en kunnen
voor een wijle tot droefheid stemmen, maar
een mensch is geen slachtoffer der omstan
digheden, evenmin als dat het lichaam heer
schappij zou hebben te voeren over den
geest.
Weest opgeruimd
Dat is niet: weest lichtzinnig vroolijk,
maar houdt in u die opgewektheid, welke
voortspruit uit een goede levensbeschouwing.
Daaraan ontbreekt heto, zooveel menschen
Geen rekenschap geeft men zich van 's le
vens taak.
Ons voegt het, mensch te zijn in den
edelsten zin.
Welk een genot, als men zich bewust is,
zelf te kunnen voortschrijden tot gestadige
zedelijke ontwikkeling, onder alle omstandig
heden te kunnen medewerken aan anderer
geluk
Welk een geluk, als men veel liefde van
zich doet uitgaan
Wie dit goed voor oogen houdt, verleert
het knorrig, pruttelig, alles donker inziend
egoïsme, dat zooveel schoons doet verloren
gaangebiedt aan de omstandigheden, dat
zij hem dienen zullen, heeft in zich een fon
tein van opgeruimdheid, die zelfs in den
donkersten dag heerlijke verkwikking brengt.
Die opgeruimdheid is als nectar, als een
godendrank.
Bij Kon. besluit is aan een zevental mili-
tieplichtigen, nadat zij bij de militie te land
zijn ingelijfd en voor den dienst geschikt
zullen zijn bevonden, ontheffing van werke-
lijken dienst bij de militie verleend tot 4
Maart 4902.
De Eerste Kamer zal hedenavond in comité-
generaal gaan na alloop der openbare
vergadering tot vaststelling der bezoldi
ging van den te benoemen Commies-griffier.
Het voornemen bestaat, morgen de Staats
begroting voor 4900 aan de orde te stellen.
Door de Provinciale Staten van Overijsel
is gekozen tot lid van de Eerste Kamer
(vacature-Van Marie) mr. A. J. Dijckmees-
ter, lid van de Provinciale Staten voor De
venter, met 27 van de 43 uitgehraehte stem-
daargelaten) de vrees gewettigd, dat juist
bij deze belastingen tiet overgemaakt bedrag
tallooze malen niet zou overeenstemmen
met het verschuldigd bedrag. De ontvan
gers zouder dan daarover met de belasling-
plichtingen telkens in briefwisseling moeten
treden.
Het ontwerp tot herziening der Drankwet
is bij den Raad van State ingekomen en
dat, houdende de toegezegde technische wij
zigingen der Kieswet is zoover gereed, dat
waarschijnlijk eerstdaags óok het Departe
ment van Binnenlandsche Zaken zal ver
laten.
Bij Kon. besluit is op het door hem daar
toe gedaan verzoek met ingang van 1 April
eervol ontslagen als Commissaris der Konin
gin in de provincie Zuidholland mr. C. Eock,
onder dankbetuiging voor de vele en ge
wichtige door hem aan den lande bewezen
diensten.
Ten aanzien van het denkbeeld om gele
genheid te geven tot het aanzuiveren van
aanslagen in 's Rijks belastingen, mits in
eens, per post, zij opgemerkt zegt de
Minister van Financiën dat de uitvoering
daarvan minder eenvoudig is dan zij schijnt.
Men zie niet voorbij, dat het meerendeel
der aanslagen kleine bedragen betreft, waar
van de betaling in eens, vooral wegens Per-
soneele belasting, het minst te vorderen is.
Zou men, met het oog hierop, gedeeltelijke
betaling per post toestaan, dan ware (alle
andere bezwaren tegen het bezigen der
pesterij voor het overmaken van belasting
Van de verdragen, behandeld ter Vredes
conferentie, zijn thans onderteekend
a. Het verdrag betredende de beslech
ting van internationale geschillen langs vreed-
zamen weg, door de 26 aan de conferentie
deelgenomen hebbende Staten, waarvan 4
onder voorbehoud, nl. Amerika, Rumenië,
Servië en Turkije.
b. Het verdrag betreffende de regelen
i en gebruiken in den oorlog te land door
23 Staten, daar China, Zwitserland en Tur
kije dit niet onderteekenden.
c. Het verdrag nopens de uitbreiding van
de beginselen van bet Congres van Genève
tot den zee-oorlog door 26 Staten, waarvan
3 onder voorbehoud, te weten: Duitschland,
Amerika en Groot-Brittanië.
d. De verklaring, houdende verbod van
het werpen van projectielen of ontplof bare
stoffen, enz. uit ballons, door 25 Staten, daar
Groot-Brittanië deze verklaring niet onder-
teekende, terwijl Turkije teekende onder
voorbehoud.
e. De verklaring, houdende verbod van
het bezigen van projectielen met het eenig
doel om verstikkende of vergiftige gassen
te verspreiden, door 2-4 Staten, daar Ame
rika en Gioot-Brittanië niet teekenden.
f. De verklaring, houdende verbod van
het bezigen van kogels, die zich in het
menscheiijk lichaam gemakkelijk uitzetten
of vervormen, door 23 Staten, daar Ame
rika, GrootrBrittanië en Portugal zich ont
hielden.
weder verkrijgbaar het zoo gunstig bekende
en ik zelf met de veiligheid en de behande
ling van het schip?" voegde hij me daarop
koel toe.
Ik i.ad veel lust, hem den rug toe te draaien
en de zaak verder blauw-blnuw te laten, maar
dat ging niet.
„Commandant, ik vertrouw er op, dat u een
geheim wilt bewaren. Mijn assistent-zieken
oppasser is mijn vriend Holmes, de beroemde
detective."
De uitwerking van die woorden kan men
zich begrijpenverbazing en onrust wisselden
zicu af op zijn gelaat
„Dat verandert de zaak natuurlijk geheel, en
al, mijnbeer Watson. En uw assistent-ziekenop
passer
„Was vanmiddag in het fort, commandant."
„Mijnheer Watson, ik was, vrees ik, zooeven
wat nnhouBch tegenover u ik vertrouw, dat u
me dat niet kwalijk neemt. Ik dank u voor
uw mededeeling. Zoodra mijn eerste officier te
rug is, zullen we overleggen."
Buiten de kajuit stond Holmes, die me met
ongeduld opwachtte.
„Waar 1b Mac Eachin
„Ik weet bet niet. Hij is vanmiddag al naar
den wal gegaan."
„Ik moet hem vóór vanavond spreken en ga
hem zoeken. Om kwart vóór zeven gaan we
naar den overkant met een sloep. Kan je er
niet een aan den commandant vragen
Ik vertelde Holmes alles, wat ik van Mac
Eachin wist, wat heel weinig was, en vroeg
toen aan den commandant een sloep aan voor 's
avonds, die bij me terstond toestond.
Ik rapporteerde dit aan Holmes, die weer
van boord ging met de postsloep.
Om halfzeven liet de commandant me bij zich
ontbieden.
„Mijnheer Watson," zei hij, toen ik bij hem
kwam. „Ik herinner me, dat mijn eerste offi
cier de stoomsloep heeft besteld voor kwart
vóór achten aan den overkant. Deze kan nu
wat eerder vertrekken en u naar den overkant
brengen."
We spraken af, dat zij om 7 uur tot onze
beschikking zou zijn. Om kwart vóór zeven
precies was Holmes er. We maakten ons klaar.
De stoomsloep was naar de stad geweest en
zou tien minuten vóór zeven terug zijD. Zij
scheen zich echter zeer te verlaten en ik wan
delde ongeduldig op het dek heen en weer. Om
tien minuten over zeven lei ze vóór en werd
door den commandant met een behoorlijke re
primande ontvangen. Om kwart over zeven
stieten we af om naar den overkant te gaan.
Onderweg sloeg ik een blik naar achteren.
Het was een vredige, stille avond. De „Maine"
lag rustig in het kalme water en de sterren-
vlag plooide zich half uit door 'n zacht koeltje.
Onwillekeurig dacht ik aan de geladen torpedo
onder het schip en ik kreeg een rilling over
mijn rug.
Het lukte ons, twee minuten in te halen
onder het varen naar den overkant. Zeventien
minuten te laat waren we op de afgesproken
ontmoetingsplaats.
Ik zag zelden een meer ontroerd mensch,
dan de persoon die daar zenuwachtig en gejaagd
heen en weer wandelde.
„Zei zij iets van miss Clara vroeg Holmes,
„Neen, maar ik vroeg naar haar."
„En vroeg Holmes, met 'n lichte spanning
in zijn stem.
„O, iets volmaakt onbegrijplijks. Miss Clara
zou zeker wel haar moeder zijn gaan opzoeken,
die was er immers óok van door geweest in haar
jeugd. Zoo iets, zei ze."
„Zoo," zei Holmes. Hij scheen over het ant
woord min of meer voldaan.
„Hoe eindigde het gesprek?"
„Ik had niet gedacht, dat zij het zich zóo
aan zou trekken," zeide Mac Eachin triest. „Poor
devil. Het was een hartstochtelijke scène. Toen
eindigde ze niet een uitval van groote woede
tegen de verraderlijke Amerikanen en snelde den
weg op. naar huis, denk ik."
Ik zag Holmes wasbleek worden, maar hij
herstelde zich.
„Vroeg ze u, waar u heen ging?" vroeg hij.
„Ze weet het. Ze verweet me, dat ik zeker
naar de stad ging om weer andere vrouwen het
hof te maken, maar ik zei, dat ik naar boord
en naar mijn hut gingdaar had ik een por
tret, een talisman tegen andere vrouwenoogen."
zoudt haar ontzien," sprak Holmes, met
toorn in zijn stem. Het volgende oogenblik
rende hij het pnd op, zonder een woord meer
te zeggen. Ik volgde hem terstond, maar kon
hem niet bijhouden. Holmes liep met ei-n ont
zettende snelheid. Ik had iemand nog nooit
zóo zien loopen. Plotseling zag ik hem strui
kelen. Zijn voet raakte in iets, dat op den
grond lag en hij sloeg voorover en kwam met
zijn hoofd op een stuk steen, liet volgende
oogenblik was ik aan zijn zijde.
Wordt vervolgd).