Maandag 25 Juni 1900. No. 4991. 49e Jaargang. De derde vrouw Stadsnieuws. Phoenix-Brouwerij H. MEURSING Co., Export naar Oost- en West-Indië. Uitgave Firma A. H. VAN CLE E PP te Amersfoort. erschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.franco per post .15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Groote letters naar p aataruimte. Legale-, oflicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. Bureau KORTEGRACHT Telephooo 19, KENNISGEVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, Gezien de missive van den heer Kolonel-Militie- commissaris in de Provincie Utrecht dd. 20 Juni 1900, no. 14, en art. 143 der Wet betrekkelijk de Nat. Militie, doen te weten, dut de verlofganger Harthgor Hendrik Gerth, hei 5e Regiment Infanterie, der lichting van 1395. op Zaterdag de 14 Juli 1900 des voormid dag tien uur in hot Militaire Logement, Lange Nieuwstraat te Utrecht, gekleed in uniform en voor zien van de kleeding- en uitrustingstukken, hem bij vertrek met groot verlof medegegeven, van zijn zak boekje en verlofpas, ter na-inspectie voor tlongemel- den Militie-commissaris moot verschijneu. De aandacht van gemelden verlolganger wordt gevestigd op art. 144 der genoemde wet, hetwelk o. m. bepaalt, dat de verlofganger, die niet overeen komstig art. 143 der gemelde wet voor den Militie- commissaris verschijnt, in werkelijken dienst wordt geroepen en daarin gedurende ten hoogste drie maan den gehouden. Amersfoort, den 23, Juni 1900. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, T. A. J. van ASCH van WIJCK. De Secretaris, 1). W. Tit. SANDBERG. Amersfoort in 1899. ii. De Gemeente heeft in eigendom een eiken bosch aan den Amersfoortschen berg, »De Krakeelltoek" onder Amersfoort, en wei-en hooilanden onder Baarn, Bunschoten, Eern- nes en Hoogland, welke aan pacht opbrach ten f9657.21heidegronden onder Leusden, welke voor schiet- en andere militaire oefe ningen aan het Rijk zijn verhuurd voor f2250 per jaar. Voor het maaien van heide en het wei den van schapen werd f 165 ontvangen. Grint werd in 1899 niet meer aan particulieren verkocht. Het Raadhuis kostte aan onderhoud f693405, de overige gebouwen (behalve de Lagere scholen) f487.086, de Lieve Vrouwetoren f95.23. De toestand der straten, wegen en plei nen is niet ongunstig, hoewel zij geregeld J onderhoud vereisclien, wat aanzienlijke kos- j ten medebrengt. (Het onderhoud der we gen kostte aan grint, puin, werkloon, enz. f103027, dat der" bruggen f260.20). Het opruimen van sneeuw en het strooien van zand tegen de gladheid vorderde een uitgaaf van f583.10, het besproeien der stra ten f 412.87, het onderhoud der bestrating mot aankoop van klinkers f3176.76, het ve gen van straten en goten i' 396.53, de be- Feuilleton. naar HENRYK SIENKIEWICZ, schrijver van „Quo Vadis enz. 8.) Nu kwam er een redevoering, waaronder ik tol honderd begon te tollen en twee keer weer van éen af moest beginnen. Suslovski de burger, Suslovski de officieelc man, Suslovski de vader, Susjovski de Romein had de gelegenheid zijn gebeele ziolegroot- heid uit te pakken. De woorden kind, ouders, plich ten, toekomst, zegen, doornen, zuiver geweten, enz- e"z. enz. zoemden in mijn oor als ecu zwerm wes pen, zaten op mijn hoofd, staken in mijn ooren zonwel als in mijn bals en op mijn voorhoofd. Ik moest mijn das te stijf aangehaald hebben, want ik stikte bijna. Ik hoorde het weeuen van me vrouw Suslovski, waardoor ik ontroerde, want eigen- 'jk was zij toch een goede vrouwik hoorde het leven van de ringen, die op het bord gehouden wer den door het nog altijd dansende nichtje. Och hoer, wat moet Antek op dat oogenblik een gezicht getrokken hebben Eindelijk stonden wy op. Het nichtje duwde mij "et bord onder den neus. Kazia en ik verwisselden van ringen. Oef! Ik was verloofd Ik dacht, dat het daarmee mt was, maar neen, Suslovski zeide ons, den zegen te vragen van alle tantes. W|J gingen rond, Ik kuste vijf bandon als ooie- vaarspooten. Allo tantes hoopten, dat ik haar ver trouwen nooit zou beschamen. «at konden zij vertrouwen in mij stellen Neet 'i'kovich sloot my in lijn armen. Ik moest be- l'aald mijn das te stijf aangehaald hebben. strating dei- Krankeledenstraat, 2 zijstraten langs het L. V. Kerkhof, 2 voetpaden in de St. Andriesstraat, 1 voetpad langs denNaar- derstraatweg en de verbreeding van de Berg straat te samen f3413.11. liet onderhouden en doorspoelen der rio len vorderde een uitgaaf van f420.40, een extra-doorspoeling in Augustus f164.39, het plaatsen van schotjes om urinoirs f250. De vernieuwing van 179 NR werfmuur aart de Kortegraoht, de St. Andriesstraat en de Kamperbinnenpoort kostte t'2546.85. Ver dere herstellingen der andere, werven eisch- ten een uitgaaf van f410.37. De werk zaamheden tot stuiting der verzakking van den werfmuur aan de Groote Koppel vor derden uitgaaf van f323.42. Voor het uitbaggeren der grachten werd uitgegeven f708, waarbij komt f100 als toelage aan het Eem-college, zijnde de helft der kosten van het snijden van waterplan ten in de rivier De Eem. Liet gewone on derhoud der sluizen kostte f26.07. De vernieuwing van tweepompmantels en het verdere gewone onderhoud kosttef267.59., een nieuwe pijpwel aan den Westsingel f 178.59 en een dergelijke aan de Kamppoort 1245.50, de herstelling van een pijpwel Ach ter de Kamp f'144.36. In Hoofdstuk VI (Medische politie) wordt gezegd Voor de openbare reinheid wordt zooveel mogelijk zorg gedragen. De riolen worden zooveel mogelijk doorgespoeld, terwijl dooi de sluizen wordt gespuid, telkens wanneer de waterstand zulks toelaat. De Reinigings-commissie rapporteert ten deze Over 1899 zijn de financieele uitkomsten van de exploitatie veel ongunstiger dan het voorgaande jaar, niettegenstaande meer mest stoffen en meer beer verzameld zijn dan in 1898; totaal werden verkocht 1897 M8. mest en 20 775 tonnen beer, voor f2619.26 en f2066.90. Voor meststoffen werd 1'281.40 en voor beer f187.806 meer ontvangen dan in 1898. Het ongunstige financieele resultaat moet voornamelijk toegeschreven worden aan de verhooging van de weekloonen der werk lieden, de levering van 2 tonnenwagens en 1 vuilniskar, terwijl mede de tonnen groote geldelijke oilers vroegen. De ontvangsten be liepen 15731.75, de uitgaven f9724.145, zoo dat het nadeelig saldo is f5033.095. In 1897 was het verlies f3401.75, in 1898 was het f3777.82. Van den mest en den beer waren op 31 December 1899 nog aanwezig respectieve lijk 654 M3. en 1000 tonnen. De meststof fen, gesteld op een gemiddelde waarde van 11.40 per M3, en de beer op 8 cent per ton, vertegenwoorigen een waarde van 1995.60 dit bedrag, gevoegd bij de werkelijke ont vangsten over 1899 ad f4736.15, geeft de totaal-som van de uitkomst der exploitatie. Hieronder is evenwel begrepen de waarde der meststolfen en van den beer, die, in 1898 verzameld en over dat jaar verant woord, van de ontvangsten moeten worden afgetrokken, wil men een zuiver overzicht hebben over de linancieele resultaten van het beheer. In 1899 werd verzameld 2461 M3. mest, tegen 2338.25 M3. in 1898. Van dien mest en van den op 31 December 1898 voorra dige werden, gelijk gezegd, verkocht 1807 M3., zoodat op 31 December 1899 nog aanwezig waren 654 M3. Ontvangen werd nog, voor het leveren van 5 stel wisseltonnen alsmede voor het ruimen van beerputten, f35 en f 15. Publiek werd verkocht: 270 M3. mest, tegen gemiddeld fl.23 per M3.onderhands werd verkocht 1535.50 M3., de gemiddelde prijs hiervoor was fl.44 per M3. Aan arbeidsloon werd uitbetaald f6012.60. Ten behoeve van de exploitatie werden aangeschaft2 tonnenwagens en 1 vuilnis kar voor f312, 100 gegalvaniseerde ijzeren en 50 houten privaattonnen voor f341.25. Voor onderhoud van karren en kruiwagens werd betaald f 177.17, voor het repareeren en vernieuwen van tonnen en deksels werd betaald f805.50. Voor onderhoud van schui ten werd uitgegeven f 307.91 voor de aan schaffing van kielen, broeken, petten, enz f75.14; voor harpuis, menie, kwasten, olie,. desinfectie-middelen en wagensmeer f97.16; voor ballastschoppen, greepen, carbolkruikjes, vlotdeelen, kruiplanken, stuurstokken en touw f89.145. Het ruimen van 2 beerputten kostte f8, het vervoer van beer uit die putten en van de privaattonnen bij sneeuw kostte f25.40, Het wieden van straten vorderde f15, terwijl voor briefporten, zegel, assurantiën en schrijfbehoeften werd betaald f 16.19. De onkosten van den publieken verkoop beliepen een som van f22.721/2. Op 31 December 1899 waren van Ge meentewege 1839 tonnen uitgegeven. In het geheel zijn er 2019 in gebruik, dus we derom 185 meer dan ten vorigenjare. Deden ingezetenen in eigendom toe'oehoorende en bij de militairen in gebruik zijnde tonnen, respectievelijk ten getale van 86 en 94 ton nen, werden geregeld door den reinigings dienst verwisseld. In 1899 werden 6 beerputten buiten ge bruik gesteldhet getal der vervallen beer putten bedraagt thans 84. Evenals in vorige jaren werd door 3 per sonen gebruik gemaakt van de bepaling, dat éen M3. mest kosteloos kan worden uitge reikt aan hen, die onvermogend zijn om uit eigen middelen zich mest-speciën ter be bouwing van hun grond aan le schaffen en hun meststoffen aan de Gemeente afstaan. De vergadering van het classicaal bestuur der Ned. Hervormde kerk van Amersfoort zal Woensdag 27 Juni hier gehouden worden in de kerkekamer. In deze vergadering zullen worden behan deld de voorstellen voor de Algemeene sy node en zal de verkiezing plaats hebben van de aftredende leden, en van de vaca ture die bestaat in dat college. De aftredende leden zijn de heeren ds. G. AMERSFOORT. Maar het ergste was daarmee voorbij. Men bracht thee. Ik zat naast Kazia en deed net alsof ik Autek niet zagdie aap, ik werd weer bang voor hein. Toen men hem vroeg of hij rhum in zijn thee wilde, antwoordde hij, dat hij rhum alleen bij de Reach dronk. Ten langen laatste eindigde de avond zonder onge lukken. Wij gingen weg. Ik ademde de lucht mot volle teugen in.-Mijn das zat heusch te stijf. Autek en ik wandelden zwijgend voort. De stilte begon mij te drukken en werd weldra onhoudbaar. Ik voelde, dat ik iets tegen Antek zeggen moest, hem vertellen van mijn geluk, boe alles mooi afgeloopen was, hoezeer ik Kazia beminde ik zocht naar mijn woorden, maar het was vruchtelooB Eindelijk zei ik, vlak voor onze deur: Hè, Antek, het leven is toch schoon. Antek stond stil, keek mij somber aan en zeide Idioot! Dien nacht spraken wij niet meer met elkaar. Een weck na dien gedenkwaardigen avond kwam mijn schilderij aao. Zij werd tentoongesteld in een nfzonderlijko zaal en men moest apart entrée-geld be talen. De helft van de zuivere opbrengst was voor mij. Van den ochtend tot den avond stonden een massa menschen er zich voor te verdringen. Ik zelf ben maar een enkolen keer wezen kijken, maar daar de menschen meer naar mij gaapten dan naar de schilderij, ging ik er nier weer heen, want waarom zou ik mij voor niets boos maken Als mijn doek nu een meesterstuk geweest was, zooals de wereld ze nog niet gekend heeft, dan zouden de menschen eerder daaraan hun nieuwsgierigheid vol doen dan bij den Hottentot, die levende duiven opeet. Zoo'n Hottentot was ik nu voor hen. Ik zou te vreden zijn, als ik heusch een poedel was maar ik had te veel weg van een schilder om met veront waardigd te zijn over zulk een miskenning van de kunst tegenover een dergelijke fatsoenlijke eigen- n aardigheid. Tot drie weken geleden wisten maar enkelen van mijn beslaan, maar weldra begon ik tientallen brie ven te krijgen, meest minnebrieven. Ik durf zeggen, dat de meeste begonnen met„Het kan zijn, dat gij na dit gelezen te hebben de vrouw ver acht, die, enz." Ik zal die vrouw niet verachten, als I zij ten minste maar van mij wegblyit. Als het niet om Kazia geweest was, zou ik, om u de waarheid to zeggen, mijn schouders niet zoo op getrokken hebben voor dien stroom van gevoel. Hoe kan zoo'n „onbekende" toch verwachten, dat j een man, die haar nooit gezien heeft, op haar uit- noodiging zal antwoorden? Dat kon mij heusch boos maken. Hef eerst den sluier op, scuoone onbekende, en als ik uw trekken dan aanschouw, zal ik u zeg gen, datAi, ik zou uiers gezegd hebben, om Kazia natuurlijk. Ook kreeg ik een brief van do eene of andere grijze vriendin, waarin zy mij Meester noemde en Kazia een kleine gans. O Meester, ia zij een vrouw voor u vroeg myn vriendiD, die grijs was. Is dat een keuze, den man waardig, op wien het geheele land zijn oogen ge vestigd houdt? Gij zijt de dupe van lage konkela- rijen, enz. Een vreemde veronderstelling en een nóg vreem der vraag om niet te trouwen naar mijn eigen hart, maar om de menschen tevreden te stellen En die arme Knzia was hun toen al een hinderpaal I Daar zijn zeker zwaarder misdrijven dan ongetee- kende brieven, maar er is niets erger, dan hoe zal ik het juiste woord vinden Dat doet er ook niet toe! De dag van mijn huwelijk werd nog niet dadelijk vastgesteld, maar intusschen was ik van plau om Kazia te zeggen, zich eens mooi aan te kleeden en dan met mij naar de tentoonstelling te gaan. De menschen mochten dan hun oogeu naar ons uitkij ken De twee stukken lichaam van Antek kwamen eveneens uit Parijs. Hij noemde het stuk „Delaat ste ontmoeting"; liet stelt een jongen man en een vrouw voor, die op de snijtafel liggen. Op het eerste gezicht heeft hij het denkbeeld prachtig uitgewerkt. Het is duidelijk, dat die twee dooden elkaar in het leven bemind hebben, dat ellende hen scheidde en dat de dood hen heeft hereenigd. De studenten, die zich over de lichamen heen- buigen, komen wat grof uit; daar zyn bepaald fou ten in de perspectief der kamer, maar c'e „lichamen" zijn meesterlijk gedaan. Zij zyn zóo natuurlijk dood, dat ons een ijzige koude tegemoet komt. De schil derij werd niet eens vermeld, misschien omdat het onderwerp zoo akelig naargeestig is, nuar kenners prezen het. Onder onze schilders schuilen ongetwijfeld heel wat groote geestcD. Daar bad byv. Franek Taepkovski naast de lijken van Antek den „Dood van Koretski" tentoongesteld. Groote kracht en groote persoonlijk heid Antek schold Franek altijd uit voor gek ten eerste omdat FraDek een lok haar op zyn voorhoofd en zijn baard wigvormig droeg, ten tweede omdat hy zich altijd naar de laatste mode kleedde, en ten derde omdat hij vreeselijk netjes opgevoed en steeds vol vormen is en het voortdurend heeft over zyn adellijke bloedverwanten. Maar A.ntck vergiste zich. Het talent is nis een vogel, die zyn nestje bouwt naar zijn wil, nu eens in een verlaten woestenij, dan weer in een prachtvollen tuin. Ik heb o. n. te Parijs schilders gezien, die er uit zagen als knechts van een brouwerij, of als barbiers of als fatten, waarvoor men geen drie stuiver zou gevenen toch had zoo'n ongelikte beer een geest drift. zoo'n buitengewoon gevoel voor vorm en kleur en zoo'n geschiktheid om dat gevoel over te bren gen op zijn doek Ostrynski, die altijd vol was van afgezaagde uitdrukkingen, zou over hen in zyn „Vlieger" geschreven hebben „spiritus flat ubi vult". Wordt

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1900 | | pagina 1