Maandag 17
December 1900
«o. 5041.
Phoenix-Brouwerij H. MEURSING Co.,
PHOEN1X-BOCKBIER.
50e Jaargang.
Feuilleton.
Stadsnieuws.
UITGAVE
firma A. H VAN CLEtFF
te AMERSFOORT.
115^ AdvnirtaJIti-11 ^0nferda9av°nd. Abonnement per 3 maanden f\.—\ franco per
)n e.enintadv^ t a rege'S 60cent; 5lke «W* me«r ^ent. Legale-, officieèle-
niei enmgsadvertentién per regel 15 rent. ki„ 1
en onteigeninssadvertentiën no,^ mÏ 6° elke regel meer 10 cent' LeSa,e-- officieële-
f 0.25. Grnnte lotto,. g cent' ®eclames 1—5 regels f 1.25; elke regel meer
ten evenals afsonderlükTnUmm™ cent'"'8'''1™^ """k" r°keni°e 8ebraCh' l°*~
ij advertentiën vac buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU
KORTEGRACHT 9
Telephoon 19.
'Zij, die zich met ingang
van '1 Januari op dit blad
ffenschen te abonneeren, ont
vangen de tot dien datum
verschijnende nummers
GRATIS
KENNISGEVINGEN.
NATIONALE MILITIE.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT.
Gezien de Wet van den 19. Augustus 1861 (Staats
blad No. 72), later gewijzigd, betrekkelijk de Na
tionale militie, beuevens het Koninklijk besluit van
den 17. December 1861 (Staatsblad No. 127) later ge
wijzigd
Doen te weten, dat op Maandag den 14den, en
DiDStlag den lödeu Januari 1901, telkens van 's voor
middags 10 tot 1 uur des namiddags, tenRaadhuize
der gemeente de inschrijving voor de Nationale mi
litie zal plaats hebben van jongelingen, die in den
loop van het jaar 1882 geboren en alzoo in 1901 aan
de loting onderworpen zijn.
En brengen hierbij de navolgende wetsartikelen
.a berinnering
Art. 15. „Jaarlijks worden voor de militie inge
schreven alle mannelijke ingetzetenen, die op den
1 Januari van het jaar bun negentiende jaar waren
ingetreden."
„Voor ingezeten wordt gehouden1. hij, wiens
vader, of, is deze overleden, wiens moeder, of zijn
beiden overleden, wiens voogd ingezeten is volgens
de Wet van den 28 Juli 1850 (Staatsblad No. 44)2,
bij, die geen ouders of voogd hebbende gedurende
de laatste, aan het in de eerste zinsnede van dit ar
tikel vermeld tijdstip voor afgaande, achttien maan
den in Nederland verblijf hield; 3. hij, van wiens
ouders de langstevende ingezeten was, al is zijn voogd
geen ingezeten, mits hij binnen het Rijk verblijf
houdt."
„Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreem
deling behoorende tot eenen Staat, waar de Neder
lander niet aan den verplichten krijgsdienst is on
derworpen, of waar ten aanzien van de dienst
plichtigheid het beginsel van wederkeerigheid is
aangenomen."
Art. 16. „De inschrijving geschiedt: 1. van een
ongehuwde in de gemeente waar de vader, of is
deze overleden, de moeder, of, zijn beiden overle-
'en, de voogd woont2. van een gehuwde en van
"o weduwnaar in de gemeente waar hij woont 3.
n hem, die geen vader, moeder of voogd heeft
of door dezen is achtergelaten, of wiens voogd bui
ten 's lands gevestigd is. in de gemeente waar hij
woont: 4 van den buiten 's lands woneuden
raon van een Nederlander, die ter zake van 's lands
dienat in een vreemd land woont, in de gemeente
waar z(jn vader of voogd het laatst in Nederlaud
gewoond heeft."
Art. 17 „Voor de militie wordt niet ingeschre
ven 1. de in een vreemd Ryk achtergebleven zoon
van een ingezeten, die geen Nederlander is; 2. de
in een vreemd Rijk verblyf houdende ouderlooze
non van een vreemdeling, al is zijn voogd iuge-
men; 3. de zoon van den Nederlander, die ter
ake van 's lands dienst in 's Rijks overzeoache be-
Een ware gesehiedenis.
12)
Tante Emma keek mij doordringend aan.
„Je bent te Torquay geweest in het voorjaar van
van hetzelfde jaar, waarin je vader geBtorven is, ant
woordde ze, dus vier jaar geleden. De Willie Moore's
wonen te Torquay en je hebt er nog meer fami'ie.
Je hebt vijf weken b(j de vrouw van Willie Moore
gelogeerdof je ooit te Berry Pomeroy geweest bent,
wiet ik niet. Men kan er per rijtuig heel gemalc-
kclijk komen. Minnie Moore heeft me herhaalde
lijk in den luatston tijd gevraagd, je hiuir ie sturen,
omdat zij zich verbeeldt, dat je haar zoudt herken
nen. Minnie is van jo leeftijd; ze is een dochter van
®ijn neef Willie, die ook nec-f was vau je moeder.
„Morgen ga ik naar Torquay riep ik uit. Nu moet
ik alles weten. Ik moet die meusohen zien."
„Ga je gang, zeide tante met een zucht. Ik ge
loof niet, dat het voor je zenuwen goed is, maank
™u net je niet verbiedeu."
Ik bemerkte zeer goed, dat tante Emma slechts
met weerzin op al mijn vragen antwoordde, maar ik
joelde mij verplicht te trachten, alles te weten te
«omen omtrent mijn bloedverwanten te Torquay.
Zoo vernam ik, dat Willie Moore een neei van raoe-
oof Was en dat zijn familie nooit onaangenaamheden
"k* vader had gehad. Door hem was tante Emma
JP de hoogte gebleven van alles wat nnj betrof, /te
bezaten een huis to Torquay en hadden betrekkm-
?e.n 'u geheel Devonshire. Tante wensuhte, dat ik
b'J mijn bloedverwanten zou gaan logeereu, doch ik
«"loot by mij zelve dat niet te doen en in een bo-
M 'e gaan.
zittingen of koloniën woont."
detri'n«!;Kr"Elk die volgena art- 15 behoort te wor-
gemeester c^Wptli'8 v,erphcht zich daa"°e bij Bur-
zimB'va?£re8«f dkei a' afwez'Kheid Of ontstentenis ia
zin ,lsdeze. overleden, zijn moeder, of
die aanlm 0VCTl?deun.1 voogd tot het doen van
cue aangifte verplicht."
loti1- "kl'È die eerst »a het intreden van zijn
19de jaar, doch vóór het volbrengen van zijn 20ste
5w?e?n .wordt,.is verplicht, zich, zoodra dit plaats
en Wmw "'sehrij ving aan te geven bij Burgemeester
en Wethouders der Gemeente waar de inschrijving
volgens art. 16 moet geschieden."
Verzuim van aangifte ter inscurijving wordt ge
straft met eene boete van ten hoogste f 100 of sub-
8 P?.lre hechtenis van ten hoogste tien maanden.
Bij aangifte vaD hen, die elders geboren zijn, wordt
de overlegging van een geboorte-acte gevorderd, tot
wier kostelooze verkrijging men zich ter Secretarie
dezer gemeente kan vervoegen eenige dagen vóór
de aangifte.
Amersfoort, den 18. December 1900.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
T. A. J. van ASCH van WIJCK,
De Secretaris,
B. W. Th. SANDBERG.
De BURGEMEESTER en WETHOUDER8 van
AMERSFOORT,
Gezien art. der Hinderwet,
Brengen ter kennis van het publiek, dat door hen
aan G. H. ROUHORST en zijne rechtverkrijgenden
vergunning ia verleend om een varkensslachterij en
rookerlj opterichten in het perceel alhier gelegen aan
de Bloemendalschestraat, No. 9, kadastraal bekend
onder sectie E. No. 1068.
Amersfoort, den 13."December 1900.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
T. A. J. van ASCH van WIJCK.
De Secretaris,
B. W. Th. SANDBERG
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT,
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de
invoer van melkvee in België langs Achel (station)
enMaaseijk, met ingang van beden tot nader order is
verboden.
Amersfoort, den 15. December 1900.
De Burgemeester voornoemd,
T. A. J. van ASOH van WIJCK
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT,
brengen ter kennis van belanghebbenden, dat Dins
dag 18 December e. k. van 's voormiddags 10 tot
des namiddags éen uur ongeveer de waterleiding
brand-
Ainersfoort, den 15. December 1900.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester
T. A. J. van ASCH van WIJCK.
De Secretaris,
B. W. TH. SANDBERG.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT,
Gezien artikel 41 der Gemeentewet,
Brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de
Raad dezer gemeente zal vergaderen op Donder
dag, den 20. December aanstaande, des namid
dags te 2 ure.
Amersfoort, den 17. December 1900.
De Burgemeester voornoemd,
T. A. J. van ASCH van WIJCK
Daartoe door den heer Burgemeester uit-
genoodigd, hield de hoofd-com missie die in
1898 de zoo welgeslaagde Huldigingsfeesten
leidde, Zaterdagavond ten Raadhuize een bij
eenkomst, waarin van gedachten werd ge
wisseld over eventueel te houden feesten bij
het huwelijk van H. M. de Koningin.
Blijkens advertentie in dit nummer roept
zij thans allen, van wat rang of stand ook,
die belang stellen in die feesten op tot een
algemeene vergadering, aanstaanden Vrijdag
avond te half negen in ïDe Arend" te hou
den ten einde daar te overleggen of er
feestelijkheden zullen plaats hebben en waarin
die zullen bestaan.
De aandacht van belanghebbenden zij ge
vestigd op de kennisgevingen in dit blad
waarbij wordt meegedeeld, dat de waterleiding,
morgen (Dinsdag) van 10 tot 1 uur wordt
afgesloten.
Onze vroegere stadgenoot de Weleerw. heer
H. W. Leeuwenberg, sedert 1875 pastoor te
Renkum, is daar in den ouderdom van 63
jaar overleden.
Het diploma voor «uiver en correct schrift
van liet oorspronkelijk Nederlandsch alpha-
betiseh kortschrift-Groote is thans weer
toegekend aan 62 personen. De proefschrif
ten van 17 moesten worden afgekeurd.
De Vrijdagmiddag in »De Arend" gehou
den vergadering der plaatselijke afdoeling
van het «Utrechtsch Genootschap voor Land
bouw en Kruidkunde" werd, bij afwezigheid
van den heer J. B. de Beaufort, gepresideerd
door mr. H. Croockewit Jr.
liet Bestuur deelde o. a. mede, dat voor
de in April te houden stierenkeuringen door
deD heer M. Veis Heyn boven de gewone
bekroningen beschikbaar worden gesteldeen
gouden medaille of f50 en twee zilveren me
dailles of f25 voor de dan best gekeurde fok
stieren, welke gevoerd zijn met Bibby-koeken.
Onder leiding van den heer A. H, van
Kalken werd Vrijdagavond in »De vergulde
Zwaan" een vergadering gehouden van koop
lieden, handelsagenten en handelsreizigers
met de bedoeling ook hier een vereenigir.g
te stichten tot bevordering der handelsbe
langen.
Tot leden van het voorloopig bestuur wer
den gekozen de heerenJ. M. van Vlaar-
dingen, J. H. van der Meijden, A. H. van
Kalken, S. Meijers en J. Houbaer.
Een dertigtal trad bereids tot de vereeni-
ging toe.
De Langestraat, onze winkelstraat bij uit
nemendheid, is wederom met een aardig ge
veltje verrijkt. De »van ouds bekende bed
denwinkel "van den heer D. L. Aronson is
als het ware verjongd weder te voorschijn
getreden.
Toch heeft de architect, de heer W. van
Scbaïk, den schooneu 16e eeuwschen gevel
weten te bewaren, zonder nochtans afbreuk
te doen aan het geheel.
Voor de betrekking van Directeur der Am
bachtsschool hier hebben zich niet minder
dan 28 sollicitanten aangemeld.
Een heer uit Aruhem, die Vrijdagmiddag
eenige postzegels kocht in het Postkantoor
hier, kwam, toen hij het kantoor verliet, tot
de minder aangename ontdekking, dat een
weder verkrijgbaar het zoo gunstig bekende
In den loop van den avond deed ik taute nog j
een andere vraag:
„Tante, zeide ik opeens, zonder eenige aanleiding,
hoe is u toch aan die litteekens in uw hand geko- j
men Daar hebt u mij nooit van verteld."
Een donkerre blos kleurde tante's gelaat.
„Vraag mij dat niet, Una, antwoordde ze enbaar-
Btem beefde. Vraag het me nooit meerje zoudt
me niet begrijpen... Ik heb mij eeus gewond bij
het klimmen over een hoogen muur, waar glas bo
venop lag."
Tóch kon ik niet laten, haar nog een vraag te
stellen, die voor mij van het grootste gewicht was:
„Toch niet de muur van „The Grange,' tapte?
riep ik.
Verwonderd keek ze mij aan.
Ja, liet was de muur van „The Grange,ant
woordde ze, niaar ik begrijp niet hoe je dat hebt
kunnen raden. Ach, Una. spreek er nu met meer
over Ik heb er zooveel verdriet over, gehad.
Natuurlijk moest ik nu zwijgen. Zij zag nog zeer
bleek en het duurde geruimen tijd vóór zy geheel
tot kalmte wat gekomen.
Doch nogmaals werd my het verlangen naar op
heldering te machtig, en ik vroeg-
„Toen ik voor het eerst bijkwam, was u hier to
Barton. Na den moord is u naar Woodbury gereisd
om my te halen. De lykschquwrng hebt u n^t bij
gewoond waarom eigeulyk met Waarom w u
niet dadelijk gekomen om my in myn ziekte op te
^Lieveling, antwoordde tante met een gelaat mo
bleek dat ik or van schrikte, ik lag zeil ziek te bed.
l'k had mij kort te voren ernstig bezeerdUna.
als je voortgaat met vragen, maak je my krankzin-
mNu begreep ik er beelemaal niets «eer van. Al
lerlei gedachten doorkruisten myn arm, gefolterd-
brein.
Dien avond lag ik zeer lang wakker en dacht al
door maar aan Australië. Iti de stilte van den nacht,
trad mij alles weer zoo helder voor den geest. Ik
zag de boomen, het huis, de veranda, mijn moeder,
den hond, ja eensklaps herinnerde ik mij, dat hij
Carlo heette. Dut was nu een herinnering, ik had
dat alles gezien, vroegerde omstandigheden waren
inij niet door een ander beschreven.
Eindelijk viel ik in slaap en mijn droom waa
niets dan een voortzetting van de gedachten, die
mij wakend hadden bezig gehouden. Ik bevond mij
in Australië in de veranda van ons houten huis
moeder was er ook en vader stoud uaast haar. Ik
wist, dat het vader wasik hield zijn hand vast en
speelde met hem, maar hij was stil en ernstig, of
schoon hij vriendelijk tegen mij lachte. Moeder had
een klein kind op den schoot. Het tooneel waszoó
duidelijk, als aanschouwde ik bet in de werkelijk
heid. Ik was, toen ik ontwaakte, vast overtuigd, dat
dit geen droom was geweest, doch weder ecu herin
nering. Maar welk een zonderlinge herinnering. Er
moest toch geruimen tijd verloopen zyn tusschen
dit vizoen tm het vroegere, want vader zag er veel
ernstiger en ouder uit. Hij had veel moer haar, een
langen, bruinen baard en een zwaren knevel, Ik
meende gelijkenis te kunnen vinden tusschen hem
en den man, die dood op den grond lag, terwyl mij
dit bij het vroegere vizioen onmogelijk was geweest.
Daaruit bleek, dat er veel tyd moest verloopen
zijn en dat mijn vader zeer veranderd was. Maar
wat was dat voor een kind op den schoot mijner
moeder? Broers of zusters had ik nooit gehad, be
halve het stiefzusje Mary Whackay, dat volgens het
verhaal vau tante Emma gestorven was, toen ik vijf
maanden telde, even vóór wij Australië verlieten.
Hoe was het dan mogelijk, dat ik ray haar zou kun
nen voorstellen en toch herinnerde ik my het kleine
kind zeer duidedelijk.
Wanhopig over al het raadselachtige in myn le
ven, sloot ik de oogen om in den slaap nog eenige
uren rust te zoeken.
Zeer verkwikt werd ik wakker en begon met Ja
ne 's hulp myn koffers voor myn reis nan'Torquay
te pakken.
Jane vergezelde mij tot Londen en vandaar reisde ik
verder alleen. Te Torquay gekomen, snelde tot mijn
groote verbazing een allerliefst jong meisje op mij
toe, uitroepende
„Una, ben je daar? Dat is heerlijk! Teute telegra
feerde ons, dat je met dezen trein zoudl aen e"
we zyn met het rijtuig hier om je «f te Innen. Na
tuurlijk ga je met mij mee."
„Je bent zeker Minnie Moore", zeide ik, iiaar vol
bewondering aanziende. Haar lief gezichtje, haar
vroolyke lach boezemden mij onmiddellijk vortrou-
Mct tranen in de oogen kcok ze mij aan
„Una ken je my dan niet meer? Ik ben toch
Minnie."
Ik nam baar hand weer in de mijne en zeide:
„Minnie, je weet immers wel wat er mot mij ge
beurd is, en je mout niet boos op me wezen ik hen
alles vergeten, zelfs myn eigen vroegi r leven. Ik
weet niet meer of ik je ooit gezien huh, tuaar 6en
ding heb ik niet vergeten en dat is. dat ik jo liof-
hail en dat doe ik nog. En dat zal ilc je dadelijk
bewijzen. Ik heb namelijk aan tante Emma gezegd,
dat ik in een hotel zou gaan logeeren, maar nu ik
je gezien heb, voel ik dat je geen vreemde voor mij
bent. Ik verander daarom mijn plan en neem mijn
intrek by je."
„Dat is heerlijk, Una. We zijn steeds zulke goede
vriendinnen geweest, en dat zullen we, hoop ik, al
tijd blijven."