Donderdag 11 t§3t Juli 1901.
De zijden japon.
No. 5100.
50e Jaargang.
Feuilleton.
imSFOOBTSCHE COURANT.
FIRMA A H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Maandag- en Donderdagavond Abonnement per 3 maanden f\.franco per
post 11,15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke rogel meer 10 cent. Legale-, oflicieële-
en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels f 1.25; elke regel moer
f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers worden in rekening gebracht en kos
ten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Rij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT 9-
Tolephoon 19.
K E N N I 8 G K V INGE N.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT,
Gelet op art. (5 der HINDERWET,
Brengen ter kennis van het publiek, dat een
door A. J. JANS ingediend verzoek, met bijla
gen, om vergunning tot het oprichten van eene
broodbakkerij in het perceel alhier gelegen aau
den Naardcrstraatweg, bij het Kadaster bekend on
der Sectie 1No. 22-14
en dat een door 11. BOERWINKEL ingediend
verzoek, nut bijlagen, om vergunning tot het
oprichten van eene koffiebranderij in het perceel
alhier gelegen aan de Utrechtschestraat No. 5,
bij het Kadaster bekend onder Sectie E. No, 1S19
op de Secretarie der gemeente ter|visie liggen cn
dat op Maandag, den 22. Juli aanstaande, des
voorniiddags le half elf uren gelegenheid ten
Raad huize wordt gegeven oui ten overstaan van
het Geniet ntebestuur of van een of meer zijner
leden bezwaren tegen het oprichten van de
inrichtingen in te brengen.
Amersfoort, den S. Juli 1901.
Burgermeester en Wethouders voornoemd,
Do Burgemeester,
T. A. J. VAN ASCH VAN W1JCK.
De fd Secretaris.
W. 1). CAUDRI.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van AMERSFOORT,
Gezien art. 5 der Wet tot regeling van den
kleinhandel in sterkedrank en tot beteugeling
van openbare dronkenschap;
Brengen ter opeubure kennis, dat een verzoek
schrift om vergunning tol verkoop van sterke
drank in het klein bij lien is ingekomen van de
Hollnndsche IJzeren Spoor weg-Maatschappij voor
de wachtkamers en perrons van het nieuwe Cen
traalstation alhier.
Amersfoort, den 10. Juli 1901.
Burgermeester cn Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
T. A. J. van ASCH van WIJCK.
De fd Seerctnris,
W. D. CAUDRI.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT,
brengt ter kennis van belanghebbenden
1°. dat volgens mededeeling van den Minis
ter van Oorlog op 1G, 17, -18, 19 en 20 Juli 1901
schietoefeningen zullen worden gehouden van
het fort op de Harssena.
Er zal gevuurd worden met kanonnen van
groot kaliber en van klein kaliber, bij welk vuur
de reede resp. tot op een afstand van 9000 M.
en van 4500 M. van het fort als onveilig moet
worden beschouwd en waarbij geen vaartuigen
ten behoeve van de veiligheid worden uitgelegd.
Op de dagen waarop gevuurd wordt, zal eene
roode vlag van het fort geheschcn worden van
minstens cc-n uur vóór den aanvang der oefe
ning, alsmede gekleurde vlaggen, aangevende de
richtingen waarin gevuurd zal worden, terwijl
eene stoomboot, voorzoover mogelijk, de sche-
pen zal waarschuwen en desgewenscht, hulp ver- j
leenen aan kleinere (zeil-) vaartuigen, om bui- j
ten het onveilig gedeelte van het vaarwater te I
komen.
Op die dagen zullen groote waarschuwings- j
borden aan den ingang der haven en op de bat- l
terij Vischmarkt opgesteld zijn, waarop vermeld I
staat, in*Nvelke richting dien dag gevuurd zal
worden, terwijl nabij het Torpedomagazijn en j
aan den ingang der haven borden zullen wor-
den geplaatst, waarop is aangegeven de beteeke-
nis der bovenbedoelde gekleurde vlaggen, als
volgt: rood en witte vlag beteekend Noord,wit j
en zwarte vlag N. O. zwarte vlag Oost.
De data der .schietoefeningen zullen nader in
enkele plaatselijke bladen aangekondigd worden.
2°. dat volgens mededeeling alsvorcn op 10, I
11, 12 en 18 Juli en zoonoodig op 15 en 10 Juli
1901 schietoefeningen zullen worden gehouden
van het fort IJniuiden. De sector welke tot op i
4500 M. van het fort als onveilig moet worden
aangemerkt, wordt aangegeven door het fort en
de richtingen N. N. W. en Z. Z. IV. Een stoom-
boot zal voorzoover mogelijk waarschuwen en
desgewenscht aan kleine (zeil) vaartuigen hulp
verleenen om buiten dien sector te komen. Op
de dagen waarop gevuurd wordt, zal van het
fort een roode vlug waaieu van minstens een
uur vóór den aanvang der schietoefeningen tot
aan het einde daarvan.
8'. dat, volgen? mededeeling alsvoren schiet
oefeningen zullen plaats hebben van het fort
Pampus op 23, 24, 25, 2G en 27 Juli 1901. Deze
schietoefeningen maken het gedeelte der zee in
de richtingen Noord door Oost tot Z. O. tot
op een afstand van ongeveer 4500 M. van het
fori onveilig. Eene stoomboot zal voorzoover
mogelijk waarschuwen en desgewenscht hulp
verleenen aan kleinere (zeil) vaartuigen, om
buiten het onveilige gedeelte te komen. Op de
dagen waarop gevuurd wordt, zal op het fort
Pampus, de batterij Diemerdam en Durgerdam,
de West batterij nabij Muiden en den kerktoren
te Muidenberg een roode vlag waaien van min
stens óen uur vóór den aanvang der schietoefe
ningen tot aan het einde daarvan en
4°. dat, volgens mededeeling als voren, schiet
oefeningen zullen gehouden worden van het
fort nabij den Hoek van Holland op 10 en 11
en zoonoodig op 12 en 13 Juli 1901. De schiet
oefeningen zullen worden gehouden op een
driehoekig terrein, waarvan de hoekpunten zijn
het fort, eene roode vlag op het eiland Voorne,
en een schip voerende eene roode vlag aan den
mast. De vlag op het eiland Voorne en het
schip zijn ongeveer 9000 M. van het fort ver
wijderd. De zijden van den onveiligen driehoek
zullen kenbaarder gemaakt wordendoor vlaggen
op den Hoek van Holland en door een schip
met eene vlag aan den mast liggende op onge
veer 5000 M. van het fort. Bij de schietoefe
ningen zullen een of twee stoombooten dienst
doen om te waarschuwen en zoonoodig sleephulp
verleenen aan kleinere (zeil) vaartuigen, om
buiten den onveiligen driehoek te komen. ,Op
de dagen waarop gevuurd wordt, zal van het
fort eene roode vlag waaien van minstens éen
uur vóór den aanvang der oefeningen tot het
einde daarvan.
Amersfoort, den 10. Juli 1901.
De Burgemeester voornoemd,
CELOSSE.
Weth., 1°. Br.
Amersfoort in 1900.
V.
Van de 129 candidaten, die aan het toe
latings-examen voor de Hoogere Burger
school deelnamen, werden 112 toegelaten, on
der wie 80 van buiten.
De talrijke, vaak ernstige moeilijkheden,
ondervonden bij de regeling van het onder
wijs en het beheer der school, konden wel
is waart-mel goeden uitslag bestreden worden,
vooral ook door de .toewijding en onderlinge
samenwerking der leeraren, doch net mag
niet verheeld worden, dat het eventueel be
stendigen dier bezwaren (o. a. van het ge
lijktijdig gebruik maken van verschillende
scbuolgebouwen) op den duur ernstig nadeel
zal berokkenen, zoowel aan het ouderwijs en
ilc resultaten der school, als aan de tucht en
den goeden geest der leerlingen.
Rij het einde van den cursus 1899/1900
konden 88% der leerlingen van klasse 1 tot
IV bevorderd wordenvan klasse I en II be
droeg dat percentage 91.
De verzameling leermiddelen eu de school
bibliotheek werden aangevuld met het meest
noodzakelijke, waartoe de aanvraag zich bad
bepaald.
De Burger-avondschool rnet twee-jarigen
cursus telde in December 45 leerlingen, te
wetenin de Ie klasse 22, in de 11e klasse
11, en in die voor voortgezet teekenondor-
wijs 12 leerlingen.
Vrijstelling van betaling van het school
geld ad f2 is verleend aan 14 leerlingen.
Van de 26 leerlingen, die reeds een beroep'
gekozen hebben, behooren 15 tot het tim
mervak, 1 tot het smidsvak, 3 tot het ver
versvak, 1 is kantoorbediende, 1 is wagen
maker, 2 zijn behanger, 1 is bakker, 1
schoenmaker en 1 zadelmaker,
Voor het toelatings-examen bij den aan
vang van den loopenden cursus hebben zich
aangemeld 28 candidaten voor de le klasse,
waarvan 21 zijn toegelaten, terwijl 7 moesten
worden afgewezen, daar zij niet voldeden
aan de zeer matig gestelde eischen. Zonder
examen werd toegelaten éen leerling tot de
le en éen tot de He Klasse.
Het overgangs-examen bij het einde van
den voorgaanden wintercursus is afgelegd
door 15 leerlingen der le klasse en 7 der 11e
klasse, die allen werden bevorderd. Van deze
„Dat is waar," lluisterde zij, terneergeslagen. „Dat
r kau je niet wat minder werken
"lort, de blauwe oogen tot hom op-
.e zoo guarne meer zien, Harold,"
zeide zij, bijna vreesnehiig. „Je bent altijd maar in
je studeerkamer."
„En jij op partijen, of.
„Je wilt immers zeil, dat ik daarheen ga, eu je hebt
gMii tijd om mij te vergezellen."
TNeen," zeide hij, bitter lachend. „Je bent aan
dat soort van genoegens van kind af aan gewend
en ik wil niet, dat je dat pleizier, die verstrooiing
om mij zoudt moeten ontberen. Je hebt immers
zelf eens gezegd, dat
„O, Harold, herinner mij niet aan dat onzalig
uur." zeide zij met een diepen blos van schaamte
op do bleekc wangen.
„En tóch moet ik in de eenzaamheid altijd aau
dat uur denken," zeide hij ernstig.
„En daarom werk je als een slaaf," riep zij op een
toon, die deed denken, dat zij nu pas zijn opoffe
ring begreep, terwijl smart, ang.-t cn bewondering
zich beurtelings tip haar liet' gezichtje afteekenden.
„Je hcH als een siaul gewerkt, enkel omdat ik
„In zijde gekleed zou kunucn gaan," zeide hij
Zij bedek to haaXgelnut niet beide handen.
Hij ging voort op denzelfden toon, alsof lig het
meest alledaagschc ondetwerp behandelde:„Jebent
i luxe gewend van kindsbeen af. Je was de ko-
niugin van alle feesten, niet alleen door je schoon
heid, maar ook door je lieve toiletjes; jammermaar,
dat ae zijden kleedjes niet aan de boomen groeien,"
voegde hij er bij, „jammer maar, dat ze geld kos
ten."
„Veel geldf" vroeg zij bedremmeld.
„Dat lichtroods japonnetje, dat je hedenavond
droeg, kost mij even zooveel als ik gedurende een
maand met extra-werk verdien. Maar hot kleedt je
ook uitstekend," voegde hij er o'-oevig lachend bg.
„O, daaraan heb ik nooit gedacht," riep zjj, geheel
vernietigd uit, „dat kon ik ook niet vermoeden.
Thuis kreeg ik alle9, wat ik wenschle, als ik er
slechts op zinspeelde."
Thuis alweder dat woord. H|j beet zich op de
lipjjên.
„Ik zond de rekeningen steeds naar 't kantoor
van mijn vader, zonder ze in te zieu. „Je doet weer
een diepen greep in mijn kas, zeide bij schertsend,
terwijl "hij zijn vingers door mijn haar streek. Hij
was zoo goed 1"
„Dat geloof ik gaarne. En het is voor jou zeer
gemakkelijk, dat goed te noemen. Doch laat ons
over iets anders spreken," zeide hij met voorgewende
vroolijkheid, terwijl hij een brief uit zijn zak haalde.
„Hier is een brief voor je, die tgdqns je afwezigheid
gekomen is."
Zij nam den brief ann, maar maakte volstrekt geen
aanstalten om dien te gaan lezen.
„Wil je den brief niet lezen
„Neen, ik wil liever met jou spreken." Dit zeg
gende, keek ze hem met do lieve, blauwe oogen
sineekend aan. „Wij zijn in langen tijd zoo onge
stoord bij elkaar geweest."
„Dat is waar," zuchtte hij, „maar mm wie de
schuld T"
Zij gaf geen antwoord eu speelde onrustig mot
haar brief. Hij begreep die beweging verkeerd en
Z6ide snol
verlieten de school 4 leerlingen her Ie en 3e
der 11e klasse. Eind-examen is afgelegd door
7 leerlingen, die allen het getuigschrift ver
kregen.
Aan het einde van den wintercursus
1899/1900 werden op de gebruikelijke wijze
de prijzen, beschikbaar gesteld door hel
Schoolfonds der Loge «Jacob.van Catnpen"
hier, aan enkele leerlingen der Ie en der He
klasse uitgereikt te weteneerste prijzen
aan éen leerling der Ie en aan éen leerling
der lie klasse, tweede prijzen aan twee leer
lingen der Ie en aan twee leerlingen der
lie klasse, benevens nog een derde prijs at»
éen leerling der le klasse, die allen aoor den
Directeur in overleg met de leeraren voor
een belooning wegens ijver en plichtsbetrach
ting waren in aanmerking gebracht.
De kosten van het Hooger onderwijs be
droegen f20 787.35 waarvan de helft, naaf-
trek der inkomsten, door het Rijk werd ver
goed. Aan schoolgeld werd ontvangen f6778.66.
Curatoren van het Gymnasium rapporteer
den
Op 1 Januari 1900 waren aanwezig 69
leerlingen, van welke geen dë school verliet
vóór het einde van den cursus; toegelaten
werd op 1 April een leerling van het Gym
nasium te Amsterdam.
Het eind-examen werd gehouden op 25,
26 en 27 Juni. Van de 12 deelnemers (10
A en 2 B) slaagden voor het getuigschrift
A 7 en B 2. Afgewezen werden 3 leerlin
gen.
Aan de overgangs-examens, gehouden op
5, 6 en 7 Juli, namen deel 58 leerlingen, van
welke bevorderd zijnonvoorwaardelijk 37,
voorwaardelijk 5, niet 16, onder welke éen
leerling, die op verzoek zijner ouders iude-
zeli'de klasse (IV) is blijven zitten.
Bevorderd werdenvan de Ie tot de lie
klasse: onvoorwaardelijk 9, niet 2; van de
He tot de 111e klasseonvoorwaardelijk 6,
bij nader examen, 4, niet 6van de IHe tot
de IVe klasse onvoorwaardelijk 10, bij nader
examen 1, niet 2; van de IVe tot de Ve
klasse: onvoorwaardelijk 5, niet 5; van de
Ve tot de Vie klasseonvoorwaardelijk, 7,
I niet 1.
1 Het eerste toelatings-examen werd gehou
den op 9 en 10 Juli. Daarvoor meldden
zich aan voor de eerste klasse ,11, voor hoogere
klassen 4 candidaten.
Tot de eerste klasse werden toegelaten 9
(8 onvoorwaardelijk, 1 bij nader examen)
afgewezen 2. Van de 4 candidaten voor
hoogere klassen zijn 2 toegelaten tot de ver
langde klasse (11) en 2 geheel afgewezen.
Lees tocfi"je brief. Ik zie je ongeduld. Ik zal
heengaan, om je niet te hinderen."
„Neen, neen 1" riep zij, de handen uitstrekkend
om hem terug te houden. „Ik vermoed, van wie hg
isdaarbij heb ik geen geheimen voor je. Hij is
van Marie, die bier vóór kort was. Zij beloofde mij
te schrijven, zoodra zij thuis gekomen zou zijn. Je
zult zien, dat ik gelijk heb,"
Zij brak haastig het couvert van den brief met
sidderende handen open en begon te lezen, maar
reeds bij de eerste regels verbleekte zg.
„Neen, dat is niet waar I" riep zij. „Zg liegt 1 Zie
maar
Zij reikte bem den brief over. Hij las dezen en
daarna, op haar angstig verzoek, hardop, totdat zijn
stem door ontroering niet meer hoorbaar was.
„Oprecht gesproken, beviel het mg niet geheel
en al in uw elegant huis. Daarom was ook mijn be
zoek zoo kort. Ik had gedurig een gevoel van on
gezelligheid, dat ik niet kon overwinnen, waut ik
zag, dat gij, zonder het zelf te weten, uw braven
man ongelukkig maakt."
„Ongelukkig?" jammerde zij, haar man als een
hulpeloos kind aanziende.
„Gij hebt," las hij verder, „als de vrouw van een
onbemiddeld geleerde al de luimen en eischen van
een rijke, verwende koopmansdochter behouden en
om deze te bevredigen".hg hield even op
„werkt hij zich langzaam dood."
Zij zag hem wanhopend aan. „Gg kent niet de
zaligheid, alleen de geliefde gade vau een werkzaam
man te zijn. O, gij arme, ('ie zoo onbezunneu uw
geluk op het altaar der mode offertge moet wel
blind zijn, dat ge de waarheid niet raadt. En dat,
terwijl uw man zichzelf"
Hij hield even op, maar ging daarna op baar drin
gend verzoek voort:
„Terwijl uw man zichzelf het geringste genoegen
ontzegt, teneinde al uw ongerijmde wenschen te
vervullen. Zijn haar is aan de slapen reeds vergrijsd;
Snel stond zg op, greep het licht en trad op hom
toe. Zij schoof hot haar aan zijn slapen op zijde en
kuste hartstochtelijk de vergrijsde lokkeu. Daarna
zonk zij aan zijn voeten omklemde zijn knieën, ter
wijl zij klagend uitriep„O Harold, HaroldWat
heb ik gedaan Kan je mg vergeven
Hij richtte haar op en sloot de sidderende gestalte
in zijn armen.
„Arm kind, ik heb je niets te vergeven." zeide hg
schielijk en kuste haar, niet zooals vroeger op het
voorhoofd, maar op de frissche lippen.
„Maar ben ik dan blind geweest Marie heeft
gelijk" zeide zij. „Neeu, laat mij uitspreken," smeek
te ze, toen hij zijn hand op haar mond legde. „Niets
moet verder tusschen ons blijven bestaan. Je zegt,
datje mij niets te vergeven hebt,trouwe, lieve man.
O, geloof je niet, dat ik, evenals jij, mij dien elleu-
digeu dag herinner toen ik je zoo diep griefde, toen
ik je om een nieuwe zijden japon voor het Kerst-
misbdl vroeg en jij zoo vriendelijk antwoordde, dat
je niet in staat was, die uitgave te doen. Achik
verweet je toen je armoede eu deed je nog verder
den smaad aan, dat ik mij bij mijn vader beklaagde
en hem om de japon vroeg. Hoe kon ik je zoo be-
leedigen Mijn eeuige verontschuldiging misschien
is, dat ik de waarde van het geld niet kende, die
mijn vader door zijn goedhartigheid mij ook niet
leerde. En ik dacht ook, dat je wel geld genoeg
badt om aan ni'gn grillen toe te geven. Ja, Marie
heeft gelijk, ik beu een onnadenkend kindik ben,
ofschoon vrouw, toch slechts eeu meisje gebleven.
Ik begreep niet, dat je voor mij werkte en dacht,
dat je alleen studeerde, om aan je eerzucht le vol
doen."
„Kind, kind!" riep hg, gelukkig lachend.
„Maar je kunt niet gelooven, hoeveel berouw ik
beb. Ik was zoo trotscb eti ofschoon ik zag, dal je
diep gekreukt was, gaf ik niet toe, omdat je koel
Slot volj/d).